Abutilon: echte
liefhebbersplant
schaak
Orgelbouwer liet
grote erfenis na
Schrijvers op sterk water
Niet moeilijk
Arp Schnitger stierf 250 jaar gelederi"
In Holland staat een Huis
PUZZEL VAN DE WEEK
DOOR IV. H. WOLVEKAMP
Oppassen
ZATÉRDAG 16 AUGUSTUS 1969
1111
Een plant die je niet dage
lijks tegenkomt, maar die toch
veel bewonderaars heeft is de
Abutilon. Dat xe vaak ten on
rechte als komerlinde te boek
stoat, kan ze niet helpen, al
zuHen de grote zochte be
haarde bloderen en de hou
tige groeiwijze daartoe wel
hebben bijgedragen. De bla
deren zijn evenwel niet hart
vormig zoals bij de kamerlin
de, maar drie- of vijflobbig,
zodat de Duitse naam „Zim-
merahom" (kameresdoorn)
eigenlijk logischer is. Spe
ciaal de geel. of witbonte va
riëteiten genieten de voor
keur, omdat ze ook als ze niet
bloeien een levendige versie
ring vormen.
De bloemen verschijnen tus-
sen juni en oktober en zijn
wijd klokvormig of meer kom
vormig. In kleur variëren ze
van wit, geel, oranje tot rood
en purper. Het zijn vooral de
hybriden die tegenwoordig in
de handel worden gebracht,
omdat ze door hun meer ge
drongen groei en betere stand
van de bloemen als kamerplant
waardevoller zijn dan de oude
soorten.
Het wonderlijke van de Abu
tilon is dat ze zich 's zomers
zowel in huis, in de kas, als in
de tuin laat kweken. Daaruit
moeten we al opmaken dat ze
niet zo moeilijk in de omgang
is. Wel heeft ze 's zomers veel
behoefte aan frisse lucht, ter
wijl ze de middagzon niet of
slecht verdraagt. Een raam met
vroege ochtendzon dat bij
gunstig weer steeds open staat,
is daarom heel geschikt. In de
een aan de Malva verwante fraai bloeiende
tuin of op het balkon zoeken
we er ook een plekje in
halfschaduw voor uit en waar
een kasje is moet er natuurlijk
steeds geschermd en gelucht
worden.
Tijdens groei en bloei ver
langt dit struikje veel water op
de aarde en zo mogelijk om de
veertien dagen kamerplanten-
mest of vloeibare bladmest.
Een Abutilon kan van half
mei tot half september buiten
blijven. Wie haar uit de pot
heeft genomen en in de volle
grond of in de bloembak heeft
ingegraven, zal er goed aan
öoen de plant in de loop van
augustus op te potten, zodat ze
voor de winter weer gewend is.
Is de plant uitgebloeid als ze in
huis wordt gehaald, dan krijgt
ze een rustperiode, wèl in het
licht, maar bij een niet te hoge
temperatuur, maximum 10 - 12
gr. C.
We hebben ook pracht exem
plaren gezien die 's winters ge
woon in de kelder werden be
waard, waar ze niet begoten
werden, hun blad verloren,
maar in het voorjaar flink in-
gesnoeid en warm geplaatst,
weer spoedig aan de groei gin
gen.
Op een lichte zonnige plaats
in de winter bij een tempera
tuur van 12 - 15 gr. C blijft de
Abutilon soms doorbloeien en
behoudt haar blad. Ze krijgt
dan wel wat minder water,
maar uitdrogen moet voorko
men worden.
Eind februari of begin maart
flink insnoeien om de bossige
vorm te behouden en meteen
verse aarde en zo nodig een
grotere pot geven. Goede pot
grond gebruiken met liefst wat
extra oude koemest (ook droog
verkrijgbaar bij de zaadhandel).
Afgesneden toppen van 6-10
cm als stek gebruiken en 2 cm
diep in potjes met bladaarde en
scherp zand steken. Water ge
ven en een plastic hoes er over
heen zetten. Op een warme
schoorsteen of radiator aan de
groei brengen. Als de groei er
in zit het plastic langzaam laten
zakken en een paar keer de top
er uitnemen om ze te laten ver
takken.
A. C. Muller - Idzerda
(1) Uit Mn partij Martens
Grabczawaki (Lound 1968)
(2) Uit een partij Valachin
Tarassov (Moskou 1940)
(3) Uit aan partij ThaiBèhnlaek
(Berlijn (1969)
Corraspondantia aan da
haar H. J. J. Slavakoorde
Goudreinetstraat 125, Dan
Haag.
In de afgelopen maanden heb
ben de vakbladen ons weer heel
wat aantrekkelijke stof gebracht,
waaruit wij desgewenst te kust en
te keur kunnen putten om onze
lezers aengenaam bezig te hou
den. Het meer serieuze werk der
halve, dat wij nu zeven weken
achtereen hebben vervangen door
lichtere kost, met name om da la
zer gedurende zijn vakantie en tij
dens het fraaie weer geen zware
denkproblemen te bezorgen.
De vakanties zijn nu ten einde,
of zijn er dichtbij, maar het weer
blijft ons er bij voortduring aan
herinneren dat er temperaturen
zijn waarbij het betere denkwerk
meer inspanning dan genoegen Is.
Onder die omstandigheden hebben
wij ons ook ditmaal genoopt ge
zien bij het uitzoeken der opgaven
een zekere mildheid te betrachten
ten aanzien van de graad van
moeilijkheid.
Niet al te omvangrijk materiaal,
niet al te moeilijk oplossingsbe
loop als gevolg van niet al te diep
Hoe forceert wit aan zet
da beslissing?
gravende problemen, ziedaar de
Ingrediënten welke de opgaven
van deze week bevatten. De erva
ren schaker lost ze In een hand
omdraai op, maar de minder ge
oefende zal wat langer moeten
zoeken doch dan zéker een goed
resultaat behalen.
OPLOSSINGEN
m van de opgaven uit
9 aug. Vakantiekost 7:
Hoe wint wit aan zet ondanks de
agressieve positie van de zwarte
koning?
(1) Bogol|ubov Relnhardt. Studie
componist Heuacker gaf de volgende
fraaie winst aan: 1. Pe4! Txe4 (dat moet
wel) 2. Lh4t en zwart kan de dubbele
aanval op koning (dreiging 3. Dxf8 mat)
en dame niet pareren.
(2) Schmidt Wotkowakf. Zwart gaf
zich In de diagramstelling gewonnen we
gens de dreiging 2. Txföt Dxf8 3. Te8
of soortgelijke wendingen. Ook een
commentator hield het daarop. Men zie
echter 1. Tc8l 2. Txc8 Dxelt 3 Kh2
De5t met eeuwig schaak of 2. Dxc8
Dxelt 3. Txel Txc8 eveneens met re-
Zwart heeft zojuist Txc3 ge
speeld. Hoe zoudt u met wK ver
der spelen?
mlse. Het beate lijkt nog 2. TxfBt Txp
3. Te7 Dblt 4. Kh2 Db8t 5. Kgl DMt
6. Kfl Dblt en zwart kan remise hou
den. Zwart gaf de partij due tan onrech
te opl
(3) Keres Reeheveky. Na 1. Dc4?
6raap wit meteen zijn kans door 2. Dx<'
xc4 3. Kxc4 Tc8t 4. KdS en het we
remlee. Maar na 1. Tf6! had iwl
kunnen wlnnenl Niet goed Is dan 2.I
Dxf6? Dc4t 3. Ke5 Da4 mat. Maar ook
na 2. DdS Dc4t 3. Dxo4 bxc4 4. P#7
Tböt 5. Ke5 Txd6 6. Kxd6 Tb3 wint
zwart, evenals na 2. PcS Txd6 3. Dxdl
Dc4t 4. KaS Dxc3t 5. KxbS Db2t.
In Holland staat een huis al in die rijke
Lindelaan en daar wordt gekozen: een vrouw
door de heer en een kind door de vrouw en
een knecht door de heer en een meid door
de vrouw en er komt een hond en een kat en
als het huis vol is, jagen we ze er allemaal
weer uit en we steken het in brand daar in
die rijke Lindelaan en nu is het kinXL alleen.
Falderie, faldera, falderopsasa.
Oud liedje, Hollands liedje van opbouw en
vernietiging. Een liedje als een cirkel die
zichzelf weer sluit, dat grootmoeder zong
met haar zwarte kousjes en haar bonte
schortje en dat wij zongen en dat onze kin
deren zingen.
Aan het begin van deze eeuw bracht de
Amsterdamse schilderes, tekenares en litho-
grafe Nelly Bodenheim dit liedje in silhou
etten in beeld. Het boekje is al meer dan een
kwarteeuw uitverkocht, maar de silhouetten
zijn zo expressief en levendig, dat Uitgeverij
Sijthoff in Leiden reden genoeg zag het nog
eens uit te geven.
En daar is het dan. Een fijn kijkbockje,
waar op elke bladzijde steeds weer nieuwe
dingen te zien zijn en dat met een prachtig
gekalligrafeerde, authentieke tekst. Het heeft
34 blz. en kost f3,90.
Wanneer, zoals algemeen
wordt aangenomen, 1719
het sterfjaar is van Arp
Schnitger, de meester van
de Noordduitse barokorgel-
bouwkunst, dan is er nu
alle aanleiding om de 250e
sterfdag van deze vrome en
onbaatzuchtige kunstenaar
te herdenken. Bij kennis
name van de heruitgave
door C. H. Edskes van de
„Bijdragen tot de Geschie
denis van het orgelmaken",
bijeengebracht door Siwert
Meyer, organist te Gronin
gen van 18171877 en ge
publiceerd in het muziek
tijdschrift Caecilia in 1853,
kan men zich terdege oriën
teren omtrent de buitenge
wone creatieve arbeid van
Arp Schnitger.
Deze activiteit resulteerde
niet alleen in meer dan 160
nieuwe orgels en vele belang
rijke restauraties en uitbreidin
gen aan reeds bestaande orgels,
maar ook in de grondlegging
van een orgelbouwschool, die
via leerlingen (onder wie enkele
zoon-s) en navolgers tot in onze
dagen van invloed is gebleven.
Bovengenoemde heruitgave
van de Groningse organoloog C.
H. Edskes met betrekking tot
de verzamelde nagelaten
geschriften van de orgelmaker
Arp Schnitger (het gaat hier om
afschriften, want de authentie
ke stukken heeft men helaas
niet meer terug kunnen vinden)
is door de schrijver voorzien
van een inleiding en commen
taar, een in chronologische volg
orde samengesteld overzicht
van de gebouwde instrumenten
en een plaatsnamenregister. Het
zeer overzichtelijke, nog geen
honderd pagina's tellende boek
je, fraai uitgevoerd op kunst
drukpapier en verlucht met tal
rijke interessante foto's en nog
niet eerder gepubliceerde il
lustraties, is door de uitgever
Boeijenga's Muziekhandel te
Sneek in de handel gebracht.
Het vormt een waardevolle bij-
Hor. 1. uitroep, 3. Nederl dichter. 7. boom. 10. vaartuig. 12. smidse. 15.
wortel. 17. vlaktemaat. 18. muzieknoot. 19. vogel. 20. puntig voorwerp.
22. kreet. 23. grap, 24. afkorting op visitekaartjes. 26. plant. 28. oude
lengtemaat, 29 vreemde munt. 31. duivel. 33. water in N. Brab., 34. vogel.
36. boom. 37. vrijstaand dak op palen. 40. op die tijd. 42. voornaamw.. 43.
Europeanen, 45. gewicht (afk.). 46. hoofddeksel, 47. voorzetsel. 48.
bastaarduitgang. 50. troefkaart. 51. slede. 53. uitroep. 55. samengedrongen
menigte. 57. licht geweer. 60. steen. 61. legerplaats. 62. de oudste pro
feet van Israël. 63. staatsbedrijf (afk.)
Vert. 1. beet, 2. bepaalde oppervlakte bebouwd met landbouwgewassen,
4. rund. 5. familielid, 6 vluchtheuvel, 7. scheik. element (afk 8. tijd
rekening. 9. reeks. 11 bedehuis. 13. Europeaan. 14. dikke boterham. 16.
voorzetsel, 18. graanelevator. 21. land in Europa (afk.). 22. berggeit. 23.
Griekse letter. 24. familielid. 25. ruw. onverbloemd. 27. twijg. 29. voeg
woord. 30. kolenemmer. 32. klinknageltje. 33. bloedhuis, 35. plomp, 38.
met rechtmatige trots. 39. papegaai. 41. bijwoord. 42. dessertvrucht. 44.
zijtak Donau. 46. Nederl. dichter, 47. bundel. 49. meisjesnaam, 50. na
dato (afk.), 52. bergweide. 54. lichaamsdeel. 56. verkeerd. 57. muziek
noot. 58. voorzetsel. 59. meisjesnaam.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
kleed. 14. «at. 15. open. 16 ang. 19.
aandaal. 20. torment. 22. nader. 24
maant. 25 pal. 26. Arl. 27 sta. 29. nes,
34, noga. 36. kraam. 38 tol, 39. een. 40.
Ommen. 42. kede. 44. rite. 45. nead. 46
mare. 48. die. 50 lev. 52. er. 53. To.
Hor. 1. Vlerllngabeek. 11. Aser, li
•del. 13. dek. 14. Saóne, 17. Ede. 18. er.
19. serpent, 21. Ee, 22. net. 23. gom. 25.
pan, 26. Ana. 28. ren. 30. ladder, 31
temeer. 32. Lee. 33. Ine. 35. Ena. 37. rat.
39. ent, 41. R.K., 43. lorgnet. 46 mm, 47
ead, 49. liaan, 50. lam. 51. adie. 53
tare, 54. Meerveldhoven.
Vert. I. vader. 2. laer. 3 eek. 4 Rr. 5.
Ipsr. 6. gene. 7. Be. 8. Ede. 9. Eede. 10.
INZENDINGEN
Oplossingen, uitsluitend op
briefkaert worden voor donderdag
aan ona bureau verwacht In da
linker bovenhoek vermelden: „Puz-
zeloplossing". Er zijn drie prijzen:
een ven f 10 en twee ven f 5.
Het Prismaboek Letterkundige Lexicon is een Nederlandse
bewerking van het Kleines Lexikon der WeWiterotur im 20.
Johriiundert (Freiburg im Breisgau 1964); de vertaling en aan
vulling is verzorgd door Theun de Vries. Het Woord Vooraf
deelt mee dat er een aantal geheel nieuwe artikelen is ge
schreven en dat deze Nederlandse uitgave is aangevuld met
een aantal Friese, Zuidafrikaanse, Nederlandse en Nederlands
talige Belgische auteurs, voorzover deze in het oorspronkelijke
werk niet waren opgenomen. ,,De keuze was niet op volledig
heid, maar wel op intellectuele representatie gericht." Hier
over valt natuurlijk altijd te twisten; de praktische eisen van de
uitgave in verband met kosten en prijs zullen trouwens ook wel
hebben meegespeeld.
We beleven de tijd dat ency
clopedieën, lexica, handboeken,
werken over kunstgeschiedenis,
dictionaires in zakformaat wor
den uitgegeven en vanwege hun
lage prijs gretig worden ge
kocht. Wat de wereldliteratuur
betreft werd het tijd dat er een
nieuw nakijkboek verscheen; zo
dateert de Encyclopedie voor de
Wereldliteratuur onder redactie
van C. Buddingh' ahveer van
1954. Bij het gebruik bleek
trouwens meer dan eens dat de
gegevens hier niet altijd hele
maal klopten.
Het nu besproken nieuwe
lexicon, gebaseerd op een Duits
origineel, verschijnt dus wel op
een geschikt tijdstip en biedt
althans weer nieuw vergelij
kingsmateriaal.
Het naslaan van namen en
woorden moet eigenlijk een
vaste gewoonte zijn. Het is on
gelofelijk hoezeer dat op den
duur de kennis verrijkt. Wie
die gewoonte eenmaal heeft
aangenomen, kan er niet meer
van buiten zich precies te
oriënteren over een figuur, een
naam. een zaak, een begrip dat
bij lectuur of in gesprekken, bij
kijken of luisteren is opgedo
ken. Dergelijke boeken zijn be
doeld om geregeld te worden
gebruikt en een uitgave in zak
formaat legt daarop nog eens
extra de nadruk.
Dit alles heeft betrekking op
de koper en gebruiker. Men zou
er nog aan kunnen toevoegen,
dat jonge literaire talenten in
die korte levenbeschrijvingen,
opsommingen van werken, kor
te beoordelingen en indelingen
een sterke stimulans kunnen
vinden. Ze kunnen zien hoe het
echte schrijversbloed zich niets
aantrekt van nationaliteit, mi
lieu, beroep, eventueel le
vensgeluk, al wordt de ontwik
keling van het talent en ook het
succes door dit alles sterk mede
bepaald.
Schrijvers komen voort uit
adel en proletariaat, ze zijn rijk
of arm, leiden fel bewogen of
rustige levens: ze zijn rechts of
links of politiek onverschillig,
sociaal en a-sociaal, waar-
heidslievend of leugenachtig,
godsdienstig of ongodsdienstig,
gehecht aan traditie of revolu
tionair. De hele mensheid
presenteert zich in haar schrij
vers en schrijfsters.
Maar laten we de zaak nu
ook eens bekijken van de kant
van de auteurs. Een tante van
Is. Querido zei eens tegen hem.
toen hij nog in zijn beginperio
de was: „Je bent pas benoemd
als je in een encyclopedie
staat". Ook als men het zo hoog
niet opneemt, is het genoemd
worden een erkenning van be
kendheid of. zoals het onderha
vige boek het zegt: van vol
doende intellectuele representa
tie. Het niet genoemd worden,
kan omgekeerd als een misken
ning worden gevoeld.
Dit is, om zo te zeggen, de
eerste trap van ervaring. Het
duurt niet lang of de levende
en werkende schrijver gaat re
belleren tegen wat hij soms als
een voortijdige begrafenis on
dergaat. Een stuk leven en
werk van hem (of haar) wordt
in een boek bijgezet. Vooral
over verzameld werk gaat de
kille adem van het mausoleum.
Auteurs zijn meestal hyperge
voelig voor wat men over hen
schrijft, deels door onvermogen
afstand te nemen van zichzelf,
deels doordat de criticus hun
innerlijk en hun creativiteit
niet kent zoals ze dat zelf ken
nen.
De codificering, etikettering,
aanvankelijk als erkenning ge
waardeerd, wordt een hinder
nis, soms een ergernis. Een
gestorven schrijver kan zich te
gen zijn bijzetting niet meer
verweren, de waarlijk levende
auteur zal het niet kunnen la
ten. Een soort gemiddeld oor
deel over leven en werk treedt
in de plaats van dat leven en
van dat werk zelf. De schrijver
heeft een soort beeld van zich
zelf opgeroepen en dat beeld
gaat het origineel overschadu
wen, straks vervangen.
O ja, er zijn herontdekkingen,
herwaarderingen. Querido, eens
de groot-mee ter van onze lite
ratuur genoemd, is vergeten.
Emants opnieuw ontdekt. De
officiële literatoren van de ene
generatie zijn vaak de risees van
de volgende. Die romantische
fabel van „pas na zijn dood te
zullen worden 'begrepen en ge
waardeerd" gaat maar zelden
op. De literaire „eeuwigheid" is
in onze dynamische tijd een
wel heel relatief begrip gewor
den. Geen prijzen, verzameluit
gaven, standbeelden, straatna
men, herdenkingen kunnen een
auteur tot nieuw leven wekken,
als dat niet in zijn werfc zelf
besloten ligt
Ook in de literatuur geldt het
woord van de Prediker, dat
„niet de snelsten de wedloop
winnen, noch de sterksten de
strijd, noch ook de wijzen het
brood, noch ook de schranderen
de rijkdom, noch ook de
verstandigen de gunst, want
drage tot de kennis van het
bloeitijdperk van de barokorgel-
bouwkunst en mag eigenlijk in
de boekenkast van geen enkele
organist of geïnteresseerde ont
breken.
Hoewel Arp Schnitger ook
orgels heeft gebouwd voor Por
tugal, Denemarken, Spanje en
Rusland, lag zijn werkterrein
toch goeddeels in het Noorde
lijk deel van de provincie Gro
ningen en het aangrenzende
Noordwestduitse gebied. Gebo
ren in Schmalenfelth aan de
Weser leerde Schnitger het
schrijnwerkersvak van zijn va
der, terwijl hij zijn opleiding
•tot orgelmaker genoot bij zijn
oom Barendt Huess te
Glückstadt.
Na diens overlijden in 1676
voltooide Schnitger op verzoek
van de weduwe Huess een aan
tal onder handen zijnde wer
ken. Drie jaar later vestigt hij
zich te Neuenfelde om daar
voor eigen rekening te gaan
werken. In een veertigtal jaren
ontstond een zeer groot aantal
orgels, die in toonkwaliteit later
zelden geëvenaard, laat staan
overtroffen, werden.
Elf jaar geleden waren wij in
de gelegenheid om met talrijke
collega's, onder deskundige lei
ding van Alje Bolt, een orgel-
reis te maken naar het Gronin
gerland en Oost-Friesland. Van
de talrijke grote en kleine
tijd en toeval treffen hen al
len".
En de auteurs die zich tekort
gedaan voelen moeten zich
maar troosten met het oude Chi
nese spreekwoord: „Men moet
er niet naar streven befaamd te
zijn, maar om te verdienen be
faamd te zijn". Tot zover dit
korte filosofietje naar aanlei
ding van een handig en goed
verzorgd nakijkboek op het ge
bied van de wereldliteratuur.
DR. C. RIJNSDORP.
instrumenten die wij toen kon
den beluisteren en bespelen is
ons vooral in herinnering geble
ven het goed geconserveerde 28
stemmen tellende orgel in de
Hervormde kerk te Uithuizen,
centrum van het Hogeland. Als
merkwaardige bijzonderheid
van dit prachtige werkstuk kan
worden vermeld dat de re-
•M- Het orgel In do Nod. Herv.
cobuokork in Uithuizen (17
is één van de meost goaf geblevjre
werkstukken van do Duitser 4
Schnitger. Het instrument ntfc
een belangrijke plaats in bij da li er
denking van deze beroemde orjNe
bouwer. Helaae werd de oné
bouw van de hoofdkaat gewijd
waardoor hot uiterlijk aan ach*
heid inboette.
lem I ter gelegenheid van k
tweede eeuwfeest van de Gb
ningse Academie een nieuw
gel. Dit in 1702 door Schniti
gebouwde en oorspronkel
voor de Academiekerk best®
de orgel heeft in de loop vanf
vorige eeuw door de vernil
wingszin van de berucht gewo
den P. van Oeckelen uit Hat
nermolen, tijdens de restaur^
van 1857, wel iets aan schoa
heid ingeboet. Wat overbfe
van de oorspronkelijke dispfli
tie (praestantenkoor, vuist®
men en een rugpositief met e
opvallend mooie Dulciaan) j
fent nog zoveel a ant®
kingskracht uit
meerde buitenlandse organiste®
dat zij nog graag in
A"-kerk concerteren.
aantiti j
;erefter. J
ganiste
Als opvolgers van Jt
Schnitger moeten worden t
noemd zijn zoons Johann Gei
en Frans Caspar, Albertus A
thonie Hinsz en Caspar Fr.
gisterknoppen voor het rugwerk
zich achter de orgelbank bevin
den.
Voorts ook het orgel in de zg.
„Der A"-kerk te Groningen en
een fraai en gaaf gebleven
instrument in een vrij onaan
zienlijk kerkgebouw te Dornum
in Oost-Friesland. Laatstge
noemd instrument behoort tot
de grootste orgels die wij in
deze streek aantroffen.
Het oorspronkelijke orgel in
de „Der A"-kerk te Groningen
vervulde de bouwer blijkbaar
met rechtmatige trots. Schnit
ger zei eens: „Ik heb niets er
aan gespaard en alles heerlijk
gemaakt. Ik heb buiten het
bestek zes registers op een af
zonderlijke windlade aange
bracht, doch er ook nogal een
stuivertje aan verdiend." He
laas ging dit kunstwerk in 1710
door het instorten van de kerk
toren verloren.
In 1814 schonk Koning Wil-
Schnitger (overleden 1785), H n'
mann Helnrich Freytag en H
mann Eberhard Freytag. De
milie Freytag schijnt in het
zit te zijn geweest van
oorspronkelijke geschriften
tekeningen van Arp Schnitj
Belangrijke restauratiewt
zaamheden werden door
Schnitger in Hamburg uil
voerd. Ook bouwde hij in
stad enkele van zijn
instrumenten, o.a. in de St.
colai-kerk en in de St. Jat
kerk (1688-1693). Laatstgent
orgel is met zijn zestig si
men, verdeeld over vier m;
len en pedaal, het grc
instrument van Schnitger
bewaard is gebleven. Tijdens
laatste oorlog heeft het
even gespannen. Kast en
chanisme gingen verloren,
de windladen en het pijpt
bleven gelukkig behouden,
der de zestig stemmen bevii
zich twee 32-voets registers,
een Prinzipal 32 vt. en een
zuin 32 vt.
Correspondentie Mn de heer B. J. Nuye, Sur».
BaumannlMn 183C, Rotterdam.
Dat het bij elk spel weer oppassen is. lijkt
een welhaast overbodige opmerking, maar al
te vaak wordt met deze regel gesold. Vooral
bij moeilijke contracten kan nauwkeurig spel
veel goed maken. Onderstaand voorbeeld
spreekt duidelijke taal. West opende de bie
ding met één harten, waarna zuid en noord
ten slotte In vier harten (I) belandden, door
noord te spelen. Men vraagt zich af hoe dit
contract gemaakt moet worden.
VB42
<9 A V 10 8
0 A H 3
<f> H 10
A
9 HB97J
<c> 10 7 2
A952
t® H 9 5
C> 543
O V 4
«f VB873
Oost ging met schoppen tien van start, die
voor west werd. West moet nu kiezen tussen
ruiten en klaveren. In de praktijk maakt dat
weinig verschil, dus bv. klaver aas. Noord
gooit dan de heer(!) weg. want het Is een
duidelijke zaak dat over west moet worden
gesneden, daar west gezien de bieding best
eens een vijfkaart in troef kon hebben.
De derde slag wordt nu voor klaver vrouw
en troef na, die voor een laag snijdende
noord wordt. Zuid komt met ruiten vrouw
aan de slag en speelt weer troef. Noord
speelt daarna ruitenaas en ruitenheer en
schoppen naar de heer, die door west ge
troefd moet worden, ander speelt zuid van
zijn klaverkaart.
West komt dus aan slag, maar moet of
van troef of van klaver spelen en 'n beide
gevallen wordt het contract gemaakt, hoe
kansloos het ook op papier mocht lijken.
Noord paste danig op, schatte de kaart-
verdeling van west precies zoals hij er uit
zag en maakte van deze Informatie (verkre-h
gen door het openingsbod) handig gebruik, k
p
Overigens zat het noord en zuid natuurijkF
wel mee, want het slagen van deze speelwiJ-P
ze was mede afhankelijk van het feit aatt
west maar een drlekaart in ruiten had. Noord K
en zuid miste echter acht ruiten, zodat een
vijf-drie verdeling bij de tegenpartij de beste |j
kans maakte.
Laatste opmerking: Komt west in de twee-
de slag toch met ruiten, dan moet nocd f
toch oppassen. Na ruiten vrouw snijdt hij,
maar vervolgt hij met klaver, dan neemt wesi
pas In de tweede slag. West vervolgt met
ruiten, die voor de heer wordt en om zuid
aan slag te brengen, moet hij ruiten aas
introeven en dan weer snijden. Dan ontstaat J
een zelfde slot als In het eerste geval.