GOD ROEPT ONS TOT EENHEII Dit schriiven is ons chrij al te vlak Hervormde synode achter commissie-Van Walsum Concept hervoimde synode over Rooms-Iiath. Kerk beroepïngswerk: Een woord voor vandaag Commissie van rapport Meer samen doen De kerk De Bijbel De eredienst Eucharistie Vooralsnog helaas gescheiden Maria Samenwerking DINSDAG 17 JUNI Gisteren zagen we, dat Paulus niet wil dat ons leven het mid delpunt wordt, omdat daardoor God van Zijn rechtmatige plaats wordt gedrongen. In zijn brief aan de gemeente van Filippi gaat Paulus nog een stap verder: Doch in ootmoedig heid achte de een de ander uitnemender dan zichzelf". Er is er maar één die de plaats met God mag delen in ons leven. De Heer wil het centrum zijn, maar Hij ruimt ook plaats in voor onze naaste. Daarom zegt ook het Oude Testa ment, dat de wet uit twee delen bestaat: God lief hebben en uw naaste lief hebben. Het merkwaardige is dat waar God staat, alle andere mensen kunnen staan, behalve uzelf. Ieder mens is geschapen on\ een bron te zijn. Alles moet uit hem vloeien naar de naaste. Pij moet altijd de ander beter achten en altijd voor die rjjnier opzij willen treden. Maar is dat wel mogelijk? We bezitten zo weinig. Daarom willen we alles naar ons toe halen. We zijn materialisten en we graaien naar geld. We zijn het omgekeerde, maar dan willen we al maar gezegend worden. Dat is even ongeestelijk als materia listisch zijn. Maar het is niet erg als een bron weinig lijkt te hebben, mits hij afstaat wat hij heeft en dan blijkt er plotseling meer te zijn. We voelen ons zo vaak geestelijk arm, totdat we onszelf gaan geven en anderen gaan helpen. En plotseling blijkt dat we veel meer te geven hebben dan we ooit hadden gedacht. Dat komt doordat God de centrale plaats in ons leven inneemt en Hij ons steeds weer schenkt wat wij nodig hebben om anderen te geven. We lezen vandaag: Ezra 5 1-17. (Van onze kerkredactie) DRIEBERGEN „Dit concept is een goede registratie van de feiten maar daardoor veel te vlak. Het inspireert niet." Aldus de commissie van rapport die vanmorgen op de hervormde synode advies uitbracht over het concept herderlijk schrijven over de houding tot de Rooms Katholieke kerk. Deze commis sie vindt dat het concept in z(jn huidige vorm de kerk niet uit en in kan. Zij stelt voor het stuk te herschrijven. De commissie bestaat uit de syno deleden ds. L. J. Bloemsma (Ommen), ds. P. Koeman (Bruchem), rappor teur, prof. dr. A. F. N. Lekkerkerker (Groningen) en diaken J. Stuurman (Breda). Zij zegt dat het stuk duidelijk en boeiend geschreven is in een milde stijl. De ontwikkeling in de huidige oecumenische situatie in Nederland is goed geregistreerd. Het Is een posi tieve bijdrage voor een beter verstaan van en een betere verstand houding met de Rooms Katholieke Kerk. Maar het Is al met al te veel een verslag dan een herderlijk met de nodige inspiratie. Daarom wil de commissie dat uit de stof van dit concept met meer visie een herderlijk schrijven „ge peld" wordt. Allerlei vragen en kri tiek kunnen beter in een discussieno ta aan de orde gesteld worden. Zo zou het herderlijk schrijven het wei nig geinspireerde en het breedspra- kerige verliezen en winnen aan in houd en zeggingskracht. ■m 2 3 5 6 7 8 Mi lü 11 12 IJ W 15 16 17 18 19 21 ^■22 23 ii 2S it 29 30 31 3i Ï3 34 35 36 38 39 De commissie heeft verder als kri tiek dat veel te weinig in dit schrij ven de zorg over komt dat in de vernieuwingsdrang in de Rooms Ka- tholieke Kerk de grenzen tussen evangelie en humanisme dreigen te vervagen. „Zowel voor de Rooms Katholieke Kerk als voor onze en andere kerken geldt dat de huidige ontwikkeling te recht verontrusting mag brengen en om een bijbels profetisch - getuigenis vraagt". De commissie vindt dat over de Nieuwe Katechismus te optimistisch geoordeeld wordt. Een moderne theo- logia naturalis gaat vooraf aan de verkondiging van de God van de bij bel. Ongenuanceerd Zij meent dat er over verschillende zaken nogal ongenuanceerd gespro ken wordt, zoals ten aanzien van het bisschopsambt, de paus en antwoord 80 van de katechismus. Verder noemt de commissie het niet elegant dat de verhouding Rome - Nederlands rooms-katholicisme in een officieel schrijven van de Her vormde Kerk aan de orde gesteld wordt. Ten slotte vraagt de commissie of een herderlijk schrijven in de huidi ge situatie eigenlijk wel zin heeft. Zal de dialoog die op gang gekomen is ermee gediend worden? DEN HAAG Door uitvoering van het extra werkgelegenheids programma werd gedurende het eerste kwartaal van dit jaar aan rond 2900 man werkgelegenheid geboden. De langdurige vorstperiode in de maanden februari en maart had tot gevolg dat op vele werken tijdelijk niet kon worden gewerkt. Daardoor bleven de tewerkstellingsresultaten beneden de raming. Dit blijkt uit het driemaandelijks overzicht van de stand van zaken van de door de regering genomen maatregelen ter bestrijding van de werkloosheid. Reeds in 1961 sprak de her vormde synode zich uit over de vernieuwingen in de Rooms-Katholieke Kerk (in de vorm van richtlijnen). Toen luidde de conclusie nog: „Een waarachtig oecumenisch perspectief is aan geen van beide zijden zichtbaar." Nu, acht jaar later, zijn de verhoudingen tussen de kerken zo veranderd, dat de synode zich genoodzaakt ziet, opnieuw haar positie tot de Rooms-Katholieke Kerk te bepalen. Vanmorgen besprak zij een concept-herderlijk schrijven. (Van onze kerkredactie) HYDEPARK „De ontwikkeling van de oecumene heeft de laatste jaren een stormach tig karakter gehad in Nederland. Door allerlei factoren is de onderlinge verhouding tussen de kerken radicaal gewijzigd. Enige tientallen jaren geleden beschouwden zij elkaar nog als concurrentie, die soms moei te hadden het burgerlijk fatsoen jegens elkaar in acht te nemen. Nu heeft de overtuiging baan gebroken, dat wij als kerken bij elkaar horen, voor één taak staan en slechts tot grote schade van de ons omringende wereld kunnen volharden in de gescheidenheid. Onder de factoren die het oecumenische klimaat in Nederland het meest hebben beïnvloed, moet in de allereerste plaats genoemd worden de verrassende koerswijziging van de Rooms- Katholieke Kerk in ons vaderland." Zo begint het concept herderlijk schrijven over „Onze verhouding tot de Rooms-Katholieke Kerk", dat de hervormde synode van morgen in behandeling heeft genomen. Het stuk is geschreven door dr. C. P. van Andel Azn., de secretaris van het hervormde beraad over de verhouding tot de Rooms-Katholieke Kerk met medewerking van prof. dr. A. J. Bronkhorst. Dit stuk spreekt met grote waarde ring over de nieuwe rooms-katholie- ke visie op het kerkzijn, de her nieuwde oriëntatie op de Bijbel, de nieuwe beleving van de liturgie en met name van de eucharistieviering en de versobering in de devotie, met name ook ten aanzien van Maria. Gemeenschappelijke eucharistie- avondmaalsviering en kanselruil wil het concept mogelijk maken. Verder wordt gepleit voor geza menlijke boodschappen ter begelei ding van de samenleving en ter toe rusting van de gemeenteleden, sa menwerking op het gebied van de dienst aan de medemens, jeugd- en vormingswerk, kerkbouw, apostolaat en afvaardiging naar eikaars (ambte lijke) vergaderingen en werkgroepen. In het hoofdstuk over de kerk, constateert het concept, dat men nog niet zo lang geleden zeggen kon: de Rooms-Katholieke Kerk is de hiërar chie, dat wil zeggen de bisschoppen en de priesters onder leiding van de paus. Natuurlijk werden ook de gelo vigen tot de gemeenschap der kerk gerekend, maar hun was min of meer de toeschouwersrol toebedeeld. Zij vormden het zwijgende deel van de kerk, dat zich schikte naar de advie zen van de geestelijkheid, onverschil lig of het om gezinsproblemen ging, om maatschappelijke en politieke beslissingen of om de besteding van de vrije tijd. Daarbij hield de gezichtseinder voor velen op bij de muren van de Rooms-Katholieke Kerk. Voor het rooms-katholieke geloofsbewustzijn vielen de grenzen van de kerk van Christus en die van het Koninkrijk Gods samen met die van de kerk van Rome. Deze stevige structuren en dit hiërarchische kerkpatroon schonken niet alleen aan de rooms-katholieken zelf zekerheid en veiligheid, maar boden ook een goed houvast aan ie der, die Rome wilde bestrijden. Men wist precies wat men aan Rome had en op welke wijze men zijn kanon nen het best in stelling kon brengen om dit bouwwerk onder schot te krijgen. Intussen is de situatie totaal gewij zigd. Het concept wijst op een aantal bijbelse noties, die in de nieuwe visie op het kerkzijn naar voren zijn geko men: het algemeen priesterschap der gelovigen, de plaats van de leek, de veranderde gezagsopvatting, het eschatologisch perspectief (zodat kerk en koninkrijk Gods niet meer als identieke grootheden beschouwd worden), het zicht op de oecumene, de betrokkenheid op de wereld en de minder juridische en meer dyna mische manier van denken en theolo giseren. De kerk wordt door vele rooms-ka- tholieken niet langer beleefd als het bovennatuurlijke heilsinstituut, dat goddelijke genadegaven mag uitdelen en gewetens kan binden. En de niet-katholieke gelovige is niet langer de ketter die bestreden moet worden, maar de gescheiden broeder met wie men gaarne in discussie treedt. Toch blijven er in de rooms-katho- lieke kerkopvatting aspecten, die wij moeilijk kunnen aanvaarden, aldus het concept. Gewezen wordt op de hiërarchische vorm van kerkregering en vooral op de curie met de paus aan het hoofd. „Het gesprek met Rome over bis- schops<- en Petrusambt zou alleen zinvol gevoerd kunnen worden, in dien deze ambten anders zouden func tioneren: minder bestuurlijk, minder administratief, minder vanuit een ho gere wijding, meer dienend, meer collegiaal verbonden met het „gewo ne" gemeentelid, meer pastoraal ge richt." „Een dienstbare Petrus-figuur als zichtbaar teken van eenheid in de wereldkerk zou punt van discussie kunnen zijn. Want wij zijn ons be wust, dat de kerken der Reformatie zich te gemakkelijk bij de geschei denheid hebben neergelegd en zich te weinig hebben bekommerd om de zichtbare eenheid van de kerk van Christus op mondiaal niveau, hetzij gesymboliseerd door één persoon, het zij door een boven-nationaal ambte lijk college. Een organisatie als de Wereldraad "ai, Kerken kan dit ge mis niet vergoeden. Maar als aan een Petrus-figuur of aan zulk een bo ven-nationaal college onfeilbaarheid wordt toegekend en gezag over de gehele wereldkerk, wordt het gesprek uitermate bemoeilijkt." Het hoofdstuk over de Bijbef laat de gevolgen zien van de nieuwe rooms-katholieke belangstelling voor de Bijbel. De traditie is op de achter grond getreden (en overigens wordt ook bij ons, hervormden, ons getui gen en verkondigen mede door „tra ditie" bepaald, aldus het concept, denk maar aan het „in gemeenschap met de belijdenis der vaderen" uit artikel 10 van de kerkorde). „Er bestaat weer een gemeen schappelijke discussiebasis voor de dialoog tussen rooms-katholieke en reformatorische christenen. In ons land zijn talloze kringen en gespreks groepen waarin geestelijken en pre dikanten, maar ook gemeenteleden elkaar regelmatig ontmoeten. De er varing heeft geleerd, dat dit gesprek reeds daarom zin heeft en vrucht baar kan zijn, omdat de rooms-katho lieke partners met ons willen uit gaan van het gezag van de Bijbel, zonder dat zij een „traditie" achter de hand nouden om in voorkomende gevallen een bewijs te leveren, dat voor nakomelingen der Reformatie geen bewijskracht heeft." Overigens is het concept niet te vreden met de visie op de verhou ding van Schrift en traditie, zoals het Vaticaans concilie deze formuleerde. De concilievaders wezen het „sola scriptura" nog nadrukkelijk af. De eigen functie van de Schrift in de traditie zal een onderwerp van voort gaande discussie moeten zijn. De eredienst in de Rooms-Katho lieke Kerk heeft in korte tijd een geheel ander gezicht gekregen. Nog slechts enkele jaren geleden was het de meesr reformatorische gelovigen nauwelijks mogelijk de mis te vol gen, omdat het hele gebeuren zich op het altaar afspeelde in een voor hen onverstaanbare taal. De priester stond met de rug naar de gelovigen toe en scheen hun aanwezigheid eerst op te merken bij de aankondiging van de collecte en bij de uitdeling van de communie. Wie nu een eucharistieviering bij woont, verwondert zich dat het ka rakter van de dienst in zo korte tijd is veranderd. Ze is niet langer het heilige drama, waarbij men als toeschouwer aanwezig is, maar voluit gemeentesamenkomst. Men zij zich bewust, «.idus het concept, van de grote betekenis hiervan. Het zou im mers onjuist zijn als men zou den ken, dat het in de vormgeving van de eredienst om bijkomstige dingen zou gaan. Integendeel, deze uiterlijke vormen corresponderen met een nieuwe doordenking van de liturgie en met name van de viering der eu charistie. Uitvoerig wordt ingegaan op de kwestie van de eucharistie. Vraag en antwoord 80 zijn niet per abuis in de catechismus opgenomen, maar wij misleiden ons, als wij zouden denken, dat er sindsdien bij Rome, maar ook in de kerken der Reformatie niets gebeurd was. aldus het concept. In de Hervormde Kerk rijpte het verlangen, om het avondmaal zijn oorspronkelijke plaats te hergeven in het kerkelijk leven, omdat de maal tijd van de Heer meer is dan een aanhangsel aan de woordverkondi ging of een „plaatje bij de preek", namelijk een heilsgave van de Heer, die naar zijn belofte present is als zijn gemeente zich schaart om zijn tafel. Voor nieuwe bezinning en beleving van de maaltijd des Heren bij de rooms-katholieken wordt verwezen KRUISWOORD-PUZZEL Hor.: 1. muziekinstrument, 10. aan doenlijk, 12. waterstand (afk.), 14. langzaam (muziek). 15. voornaamw., 16. zot, 18. keurig, 19. bezweringsfor mule, 20. gil, 22. herkauwend dier v.h. geslacht der hertachtigen, 24. lusthof, 25. ridderteken, 26. vermoeid, 28. kleinste deeltje van een scheikun dig element, 29. biersoort, 30. pret, 32. verouderde meisjesnaam. 33. staatsbedrijf (afk.), 34. hoofddeksel, 36. pauselijke encycliek (afk.), 37. rond gebouw, 39. belemmering. Vert.: 2. slede 3. cilindervormig voorwerp, gemeenschappelijke wei de, 5. riviertje en departement in Nor- mandië, 0. keurige. 7. myth, figuur, 8. scheik. element (afk.), 9. letsel, 11. opbrengst, 13. plotseling, 15. inheems opzichter over werklieden (Ind.), 17. wezenlijk, 19. zekere bouwstijl, 21. eind, 23. I nomscneut 27 als, 22. hor, 28. alvorens, 31. ridderteken, 34. af gesloten ruimte, 35. voorzetsel, 37. rechten inbegrepen (afk.), 38. munt in China. OPLOSSING VORIGE PUZZEL Hor.: 1. pastoor - dg, 2. Elias - Pisa, 3. rem - L.S - Edam. 4. Tromp - Eire, 5. i.e. - neen - tel. 6. nik - nestel. 7. egaal - Oene, 8. Ned - an ders, 9. trek - Aaron. Vert.: 1. pertinent. 2. ale - reiger, 3. Simon - kade, 4. talmen - aak. 5. Oss - Peel - na, 6. opeen - soda, 7. r.i. - dit - teer, 8. ds - are - en - r.o., gamelle - Sn. (Van onze kerkredactie) DRIEBERGEN De her- j vormde synode heeft zich giste- ren met algemene stemmen ge plaatst achter de voorstellen van de staatscommissie-Van Walsum 1 inzake de financiële betrekkin gen tussen kerk en staat. De synode wijst de gedachte van de regering (afkoop van de be- Strijd. Hij stootte zich vooral aan de volgende zin in het conceptstand puntbepaling: „In het huidige econo mische en geestelijk bestel is het voor de kerk noodzakelijk dat door de staat voorzieningen worden getroffen, omdat anders het voortbestaan van het godsdienstige leven in zijn huidi ge aard en legitieme karakter gevaar zal lopen". Als het alleen zn nog maar kan dan maar niet, vond hij. Zou het niet veel gezonder zijn als we ons beperken Mr. G. E. van Walsum als lid van 1 de staatscommissie, zei dat wat prof. Strijd wil natuurlijk veel idealer zou zijn, maar we moeten realistisch zijn. De regel van prof. Strijd zou trou wens niet alleen voor de kerk moeten gelden. Aapje j I tot dat kerkelijke werk dat we zelf staande rechten door een bedrag aankunnen? ineens) af. Deze standpuntbepaling nu was noodzakelijk, omdat het Contact In Overheidszaken, waarin de meeste kerken samenwerken, in november een samenvatting van de standpunten van de kerken aan de regering wil doen toekomen. Waarschijnlijk zullen de kerken in dit stuk niet eenstem mig zijn, vertelde secretaris-generaal ds. E. H. Landsman. Het voornaamste bezwaar van de synode tegen de nota van minister Witteveen is dat deze een principiële scheidslijn trekt tussen maatschappe lijke en culturele voorzieningen ener zijds, die wel subsidiabel zijn en an derzijds het „godsdienstige leven zelf" dat, omdat het bij uitstek in de persoonlijke levenssfeer van de mens zou liggen, niet te subsidiëren zou zijn. Het enige principiële verzet tegen overheidssteun aan de kerk kwam van de Amsterdamse prof. dr. K. aankunnen? Dat zou het begin kunnen zijn van een zuivering van ons hele kerkelijke leven, die alleen maar heilzaam kan zijn. We moeten niet langer een schijn ophouden. De kerk wil zich voor al les medeverantwoordelijk weten, best, maar als we het niet zelf kun nen financieren dan „leven we in een wereld van schijn. Die schijn wilde prof. Strijd doorbreken om zo te komen tot een concentratie van verantwoordelijkheid. Hij kreeg alleen steun van ds. C. B. Posthumus Meijes uit Amsterdam die sprak van een „fier evangelisch geluid al klinkt het ons misschien wat ongemakkelijk". Maar ds. Landsman noemde de vi sie van prof. Strijd een vooruitgrij pen op de Oosteuropese situatie, een eigen gekozen martelaarschap, een eigenwillig verwerpen van de bij komende genade. De discussie verliep verder over de vraag hoe men de regering kan over tuigen. De een vond het vier pagina's tellend concept-standpuntbepaling te veel theologisch, de ander weer te weinig. Diaken G. Plaisier uit Ridderkerk signaleerde een „horizontaal aapje uit de mouw" in de wijze waarop in het concept gesproken wordt over het godsdienstig leven. Dat aapje bleef door de hele dis cussie een levendige rol spelen. We moesten wel de nadruk leggen op de horizontale betekenis van de kerk, zei ds. J. A. G. van Zanten (Wasse naar), een van de opstellers van het concept, om het stuk bij de regering te doen aanspreken. 1791 17 17-6 ROT 8.13 PVEA Nee, de kerk moet niet het jasje aantrekken van een van de vele in stanties op cultureel gebied, zei prof. dr. A. F. N. Lekkerkerker. De kerk moet op grond van haar geheel eigen karakter opkomen voor haar recht, dat zij door de overheid gesteund wordt. Ze hoeft zich toch niet te schamen voor haar eigen argumen tatie. En zo kwamen artikel 36 en de hele theologie aangaande de over heid om de hoek kijken. Maar deze argumentatie komt he lemaal niet aan bij de regering, nog minder bij de niet-kerkelijken, zei den vooral dr. C. P. van Andel en ds. L. Alons. Zij wilden precies de andere kant uit. Dr. Van Andel stelde de volgende redenering voor. De kerk is een van de vele sociale verbanden die de sa menleving verrijken. Nu wil de over heid de cultuurpolitiek bedrijven. Daarvoor zijn structuren nodig. Doet de regering genoeg voor die structu ren? Alleen als we op de sociale functie van de kerk hameren krijgen we recht van spreken, zei hij. Betere iveg Ds. Alons wilde zelfs een betere weg dan door de staatscommissie is geboden: niet de ongewisse weg van een uitkering op grond van het feit dat de kerk er is, maar de veel zekere weg van subsidiëring van alles wat de kerk doet. Ds. Landsman stelde het zo: de re gering waardeert de inbreng van de kerk in de samenleving. We moeten de regering duidelijk maken dat die inbreng alleen kan blijven bestaan als de geestelijke gemeenschap goed functioneert. De synode besloot gehoor te ge ven aan de oproep van mr. Van Wal sum om het nu niet bij een uitspraak te laten, maar om ermee naar het grondvlak te gaan om niet alleen te genstanders, maar ook hen die al te vanzelfsprekend voor overheidssteun zijn, te overtuigen. Op voorstel van ds. J. Poort (Leiden) zal het mode- ramen de zaak ook met de hervorm de kamerleden bespreken. ■yBEL dat vroeger belangrijk scheen heeft zijn actualiteit verloren. Voor v velen is het dilemma niet langer katholiek of protestant, maar christen of niet-christen. Het is niet meer vanzelfsprekend, gelijk vroe ger, bij de kerk te behoren. De kerk in haar huidige gestalte heeft immers voor velen haar glans verloren en wordt door een groeiende massa be schouwd als een kolossale overbodigheid, een restant uit een tijd die voorbij is, een museumstuk dat zijn functie heeft verloren en alleen van uit een historisch gezichtspunt interessant is. XJET zou daarom onjuist zijn het gesprek met Rome tè bezwaren met de 11 last van een verleden, waarvoor de huidige generatie geen verant woordelijkheid meer wil dragen. In het verleden heeft steeds datgene wat scheiding bracht de discussie tussen Rome en de Reformatie gekenmerkt. De tijd is nu aangebroken, dat wij met elkaar dienen om te gaan als gelovigen, die geroepen zijn door dezelfde Heer, maar die deze roeping vooralsnog helaas in gescheiden gemeenschappen gestalte geven. L.TET bovenstaande mag niet de indruk achterlaten, dat wij alleen maar AJ- van de nood een deugd willen maken, alsof secularisatie, afval en functieverlies ons dwingen tot oecumenisch handelen. Wij zijn er diep van overtuigd, dat wij daarmee gehoorzaam zijn aan de wil van God, die ons tot eenheid roept. yOU het bovendien niet kunnen zijn, dat Hij zelf dwars door onze verwarring en onzekerheid heen bezig is zijn orde te scheppen? |k' Worden er ons nu niet kansen gegeven die wij vier eeuwen niet hebben gehad? Het geloof dat God ons roept zijn medewerkers te zijn in deze snel veranderende wereld kan ons bevrijden van vrees en krampachtigheid. FIE kerken van de Reformatie en de Rooms-Katholieke Kerk mogen elkaar in deze dagen ontmoeten als gemeenschappen, die van de zelfde belofte leven en dezelfde toekomst tegemoet gaan. In bijzondere mate is het nu onze taak de stenen op te ruimen die de weg tot elkaar zouden kunnen versperren en uit te praten wat ons verhindert onze eenheid nadrukkelijker dan tot nu toe mogelijk geacht werd zichtbaar te maken. (Fragment uit de inleiding op het concept herderlijk schrijven.) naar de Nieuwe Katechismus. Vooral het teken-karakter van het sacra ment ontvangt sterke nadruk. Met het woord teken wordt een symbo lische werkelijkheid bedoeld. De ge dachte der transsubstantiatie treedt op de achtergrond. In dit gedachtenklimaat wordt ook op een of andere manier over het offerkarakter van de mis gesproken. De Nieuwe Katechismus spreekt on dubbelzinnig uit, dat de betekenis van het offer 'an Christus op Golgo tha uniek en onherhaalbaar is. „Wie zich eerlijk probeert in te le ven in deze ontwikkeling, zal moeten erkennen, dat de berucht geworden woorden van antwoord 80 van de Heidelbergsc Catechismus in onze si tuatie, die door de Nieuwe Kate chismus wordt gekenmerkt, niet meer van toepassing zijn. Dat schept de mogelijkheid om met Rome op nieuw in discussie te treden over een zaak, die eeuwen lang uitzichtsloos leek en waar de kloof het diepste scheen." Men zou hiertegenover kunnen stellen de pauselijke encycliek Mysterium Fidei uit 1965 en het pauselijke Credo van juni vorig jaar, maar zegt het concept, wij dienen ons goed te realiseren, dat er in de Rooms-Katholieke Kerk een ontwik keling aan de gang is, die onzes in ziens onherroepelijk zal leiden tot een grotere decentralisatie in liturgie en geloofsbeleving, maar ook in de theologische bezinning en in de ge- dachtenstructuren, die men gebruikt om zich uit te drukken. Wij dienen het eigen karakter van het Neder landse katholicisme volkomen ernstig te nemen. Zijn in deze situatie gezamenlijke avondmaalsviering of kanselruil mo gelijk? Het concept zegt niet zonder meer ja of nee. „Er zijn situaties denkbaar waarin men de maaltijd des Heren helaas nog niet herkent in eikaars avond maal of eucharistie. In dat geval is het onzes inziens niet raadzaam de verschillen te verdoezelen. Maar wanneer men elkaar wel als disgeno ten herkent en wanneer men tot de bevrijdende ontdekking is gekomen dat het avondmaal of de eucharistie, hoewel uiteraard gevierd in een be- bepaalde kerk hoe zou het anders? inderdaad de maaltijd van de Heer is? Ons ontbreekt de vrijmoe digheid in zulk een geval te ontraden de eenheid zichtbaar te maken, die de Heer blijkbaar zelf heeft mogelijk gemaakt. En evenmin hebben wij de vrijmoedigheid de kerkeraden en hun ambtsdragers te verhinderen in deze gevallen te participeren in zulke avondmaalsvieringen, wanneer be voegde instanties van de Rooms-Ka tholieke Kerk daartegen geen be zwaar hebben." In het hoofdstuk over „Onze om gang met God" wordt een sterke versobering van de rooms-katholieke volksvroomheid en devotie gesigna leerd. Ook de Mariafiguur lijkt te verbleken. Er onstaat een nieuw Ma riabeeld,, dat wellicht niet meer het zicht zal verduisteren op de unieke betekenis van Christus voor de red ding van de wereld. Toch blijft het concept „Maria" een van de belangrijkste controverspun- ten noemen tussen Rome en de Re formatie. In dit verband valt ook kri tiek op de pastorale brief van de Nederlandse bisschoppen van 5 okto ber 1968 over Maria (de enige maal, dat de Nederlandse bisschoppen in dit concept worden gekritiseerd), Ma ria neemt ook nu nog een te zelfstan dige plaats in het geloofsleven in en het leergezag stemt daarmee in. „Wij blijven vragen of de Maria- dogma's en de Mariaverering ook in hun huidige vorm recht doen aan de volheid van de genade, gelijk de Heilige Schrift deze heeft lereD verstaan als de gunst van God, die ons ongevraagd en onverdiend ten deel valt in Jezus Christus. Het zou wel eens kunnen zijn, dat wij in het gesprek over Maria telkens de zenuw van de bijbelse ken." heilsboodschap ra- H In de laatste drie hoofdstukkei wordt gesproken over de mogelijkhe den en de noodzakelijkheid praktische samenwerking. „Meer dai ooit is het nodig, dat de kerken vaj de Reformatie samen met Rooms-Katholieke Kerk wegen zullel zoeken, waardoor zij samen diensB baar kunnen zijn aan de grote ideJ len, die de mensheid in onze dageif tevergeefs tracht te realiseren... Niets dat in geweten samen gedaaiJ kan worden, mag gescheiden plaatf vinden. De Nederlandse christenheid kan zich eenvoudig niet langer dl luxe permitteren van verdeeldheii en versnippering waar dit om de:- gewetens wil niet nodig is." „Natuurlijk zullen de mogelijkhe- den tot experiment afgestemd dienen] te worden op het geestelijk klimaat i ter plaatse. Wat in A opbouwt, kaï i in B een tegengestelde uitwerkini hebben! Het experiment zal men ech- II ter niet hoeven te schuwen. Wel dient elk experiment naar twee zij den afgegrensd te worden. Allereerst moet men zich bewust zijn, dat men juist in de oefeningen van het samenleven geroepen is - om des gewetens wil tot gehoor zaamheid aan het evangelie van de Here Jezus Christus. In de tweede plaats moet men zich afvragen of men het experiment niet praktizeert ten koste van de ge meenschap met medegelovigen uit de eigen kerk. Als men banden aan knoopt met broeders elders, doch i; daardoor vervreemden zou van dea< broeders en zusters thuis, is er vaakU: meer verloren dan gewonnen. u Wij iijn ervan overtuigd dat opee het terrein van het pastoraat en het apostolaat en zelfs met betrekking tot de eredienst en de katechese tal loze mogelijkheden tot samenwerking aanwezig zijn. Terwllle van de liefde jegens de anderen zullen wij niet over bestaan de verschillen heen mogen leven en doen alsof alles koek en ei Is. Als wij elkaar echter waarachtig ontdekt hebben als broeders en zusters in Christus, mogen de zelfs diepgaande verschillen ons niet langer verleiden tot gescheidenheid." NED. IIERV. KERK ?c Beroepen te Nieuw Vennep-Abbe- ai nes: N. Kooreman te Rhenen. GEREF. KERKEN Beroepen te Zwartewaal: kand. A. Vreugdenhil, aldaar: te Delfzijl (koop- vaardijpred. te Liverpool): J. Sap te Bergen (N.H.): te Zwolle: C. A. Wie- lemaker te Joure: te Rotterdam-Char- lois: P. Joosse te Middelburg. Aangenomen naar Urk: J. B. v. Mechelen te Heinejioord. Bedankt voor Winsum (Gr.): D. D. Soepboer te Lutjegast; voor Gronin- gen-noord (in comb, met oost): W. H. Melles -te Amstelveen. GEREF. KERKEN (VRIJGEM.) Beroepen te Amsterdam-zuid (scriba G. Toomstra): Tj. Boersma te Assen. Aangenomen naar Leek: J. J. de Vries te Nijkerk. die bedankte voor I Delfzijl. H Bedankt voor Amstelveen (buiten He verband): H. A. Algra te Wormer. i» CHRIST. GEREF. KERKEN |jj Beroepen te Veenendaal (Bethel- L kerk): A. Hilbers te Zwolle. F" GEREF. GEMEENTEN Bedankt voor Veen (N.B.): C. Wisse te Elspeet. Het weer in Europa weer max.temp. ne gisteren sla Amsterdam 1. bew. 24 Brussel l. bew. 24 Frankfort zw. bew. 28 Genève zw. bew. 26 Innsbruck zw. bew. 25 Kopenhagen h bew. 24 Locarno zw. bew. 26 Londen zw. bew. 19 Luxemburg zw. bew. 24 Madrid h. bew. 24 Majorca 1. bew. 23 München geh. bew. Nice - ParUs Wenen Zürich zw. bew. 1. bew. zw. bew. 1. bew. zw. bew.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 2