De huisvrouw raakt steeds minder in tel Namaak opmars haak r Ziekenhuis is geen hote bridge Evelyne Sullerot blijft optimistisch PUZZEL VAN DE WEEK SCHOONHEID V Vergissen II dialoog Pat als redding v ai a i w w «ai ZATERDAG 7 JUNI 1969 Evelyne Sullerot is Frank- rijks en misschien 's werelds grootste leidende feministe. Zij strijdt in haar werk en haar boeken voor gelijkheid en haar kreet wordt gelijkelijk overgenomen door vrouwen uit andere landen. De Frangaise is vierenveertig jaar, blond, heeft blauwe ogen en is erg aardig. Zij lijkt hele maal niet op het soort waarvan revolutionairen worden ge maakt. Vrouwen zijn gewikkeld in een waas van mythen en misvattingen, vindt ze, daarom vinden mannen het moeilijk om ze serieus te nemen. Haar Parijse flat kijkt uit op de Boulevard St. Michel in het hart van Quartier Latin. „Op de lange baan ben ik optimist over het bereiken van gelijkheid", zegt ze. „We hebben de me dische wetenschap en de demo cratie op onze hand. De meest bloeiende ontwikkeling op het gebied van vrouwenrecht is oii- ze levensverwachting. Het komt overeen met een gift van dertig jaar." Het was gewoon toevallig dat Evelyne Sullerot op haar der tigste jaar een nieuw leven be gon. In een tijdsbestek van tien jaar maakte ze zich een autori teit op het gebied van vrouwen geschiedenis en -sociologie. Het ging als een sneeuwbal. Ze is de dochter van een pro testantse dokter-dominee (de enige andere in die tijd was Albert Schweitzer). Het gezin vocht in het verzet gedurende de Tweede Wereldoorlog. Als zestienjarige namen de Duitse be zetters haar gevangen. Haar moe der stierf jong. Evelyne huwde op haar 21e jaar en haalde een HOR.: 1. garenwinden 4. geraamte; 7. niet dezelfde; 9. teken dat In de psalmen voorkomt; 10. gem. in Overijssel; 12. klap; 13. ruiterfeest der cowboys: 14 ambtskleed; 15. slappe koffie of thee; 18. priem; 20. deel van de dag; 23. deel van een circus; 25. voldoende; 26. hetzelfde; 27. sein; 29. schittering; 31. zandheuvel. 32. vogel; 37. bloem; 39. specerij; 40. prei (ZN); 41. vuurspuwende berg; 42. vette vloeistof; 43. de gezamen lijke hoeveelheid; 44. bestuurder; 45. oplopende vlakte. VERT.: 1. band om vaatwerk; 2. huisdier; 3. schoeisel; 4. vreemde munt; 5. overschot; 6. strook land langs de kust; 8. zuidvruchten; 9. hemel lichaam; 11. winkel (Ind.); 16. voorwerp om vis te vangen; 17. Invorderen van geld: 18. vertrouwelijk; 19. stengel; 21 familielid; 22. soort schaatsen; 23. hoofddeksel; 24. telwoord; 28. rond tuinhuisje: 29. waterverwarmings toestel; 30. vaarwel; 33. drietenlge struis; 34. liefdadige vrouw (bijbel); 35. ruitvormige mineralen: 36. baljuw (geschiedenis); 38. Zeeuwse hoeve; 40. aardworm. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL OPLOSSING Hor.: 1 Uoep. 6 hamer. 11. ton. 12. aat. 14. gal. 16. en. 18. allee. 20. Ee. 21. beslag. 22 iemand, 23. eg. 24. An. 26. op. 27. ge. 28. oma. 30 dam. 32. ork. 34. Ur. 35. na. 37. af. 38. ld 40. Ildo. 41. koker. 42. mand, 43. te. 44 oe, 45. ma. 47. at. 49 rot. 51. ark. 53. aks. 56. er. 58. sa. 5fl. ml 61. ha 62 moeeel. 64. Eemnes. 65 es. 66. Aalst. 60 N T, mei. TL Son. 73. het. 75. Veme. 76. fcler. Vert.: 2. R.T.. 3. oorlam. 4. en. 5. Oslo. sip 20. eng 25. nd. om, order. 29 An. '31. anker. 32. of. 33. Klaas. 34 uit. 36. aks. 37. arm. 39. ant, 44. Ot. 46 Aa. 48 kamer. 50 oester. 51 ti 52 km. 54. kameel. 55. baste. 57. ros. 58. sla. 60. iet. 61. hen 63. alom. 67 as. 68 sn. 70 me. 71 In, 73. hé. 74 te INZENDINGEN Oplossingen, uitsluitend op briefkaart, worden voor donderdag aan ons bureau verwacht In de linkerbovenhoek vermelden: „Puz zeloplossing". Er zijn drie prijzen: een van f 10 en twee van f 5. graad aart de Sorbonne. De vlugge komst van drie kinderen dwong haar een baan als on derwijzeres op te geven. Na de geboorte van haar vierde kind werd ze geconfronteerd met het probleem van gezinsplanning in Frankrijk, waar de verkoop en informatie over contraceptieven tot voor zeer kort verboden was. Zij wilde geen vrouw worden met ideeën en zonder training. Daarom begon ze opnieuw te studeren, sociologie van de communicatiemiddelen. Haar studies gaven haar een intellec tueel plezier, dat ze nooit ge voeld had toen ze nog jong was. „Als je wat ouder bent is je geest scherper, je hebt groter inzicht en concentratievermo gen. Dat is niet slechts mijn ervaring. Onderzoekingen be wezen het." Ze heeft een manie voor statistieken, die veel ideeën en karakteristieken om trent de vrouw ophelderen. Evelyne pleit ervoor, dat vrouwen deel moeten nemen aan het politieke en maatschap pelijke leven, om zo de maatschappij in haar voordeel te veranderen. Ze is nu bezig met een bloemlezing uit erotische verha len, geschreven door vrouwen sinds de Middeleeuwen. Gelijk tijdig schrijft ze een boek voor de Unesco cn ze bereidt de komst voor van een encyclope die. Ze houdt zich aan een streng werkschema, dat gedic teerd wordt door het feit dat ze de kostwinner is voor haar ge zin. „Ik moest het bed uit en aan het werk drie weken na een zware operatie, terwijl mijn man op zoek was naar een baan", verklaarde ze aan een verslaggeefster van The Times. In ons land gaan de mo derne communicatiemid delen niet voor de werken de vrouw uit de weg. Met „werkend" wordt hier be doeld: een betaalde baan naast het huishouden. De Fran^aise Evelyne Sullerot schreef een gedetailleerde (de eerste!) studie over de vrouwenarbeid vanaf de oudheid tot en met de Tweede Wereldoorlog. Ge schiedenis van de Vrouwen arbeid verscheen bij Paul Brand, Hilversum, in de serie Samen mens zijn, 202 blz., 16.90. Het beeld van de niet-wer- kende - vrouw als de vrouw thuis die de strijd om het be staan niet kent als zeer bedrieg lijk symbool van de vrouw is san het verdwijnen. Zochten va ders voor de oorlog een man voor hun dochter, tegenwoordig zal hij haar voorbereiden op een beroep. Het beeld door de eeuwen heen van de vrouwenarbeid is vrij somber. Het werk van de vrouw stond nauwelijks in aan zien. Ze werken, ploeteren, pro duceren, maar nooit genieten ze echte officiële erkenning voor haar bezigheden. Evelyne somt drie oorzaken op: het argument van „de natuur", die uitgaat van de man als norm. Volgens de natuur brengt de vrouw kin deren ter wereld, voedt de aller kleinsten. en uit die waarneem bare feiten vloeien indelingen en taken voort die vaak volko men willekeurig blijken. ..Men kan zich afvragen waar om het zo vrouwelijk is om op een schrijfmachine de letters aan te slaan en waarom het zo weinig vrouwelijk is om een zetmachine te bedienen om die zelfde letters te vormen..." Het tweede eeuwenoude argu ment is de tegenstelling bin nen- en buitenshuis. Een fat soenlijke vrouw moet thuis blij ven; de straat is voor vrouwen die niet deugen". De derde oor zaak is de schaduw van de pros titutie. De slavin en de horige, de dienstbode en de arbeidster staan evengoed van de avond tot de ochtend als van de och tend tot de avond in dienst van haar meester. Het was hét argument om vrouwenarbeid niet te respecte ren. Toen in de oudheid het handwerk veracht werd, produ ceerden de vrouwen. In de mid deleeuwen kent de vrouw veel beroepen, maar beroepen die over het algemeen het minst in aanzien zijn. Bij Luther krijgt de arbeid een revolutionair andere betekenis, beroep betekent bij hem zowel beroep als roeping. Calvijn beschouwt werken als het dienen van God. De grote reformatoren brachten een om mekeer in het denken te weeg. Heel wat traditionele taken van de vrouw waren zeer wei nig „vrouwelijk". In het oude Egypte maalt zij koren, ze stampt het tot meel, bereidt het deeg, maar... de man bakt. In Babel kunnen „vrouwen die geen slavinnen waren in plaats van geld worden gebruikt om er een schuld mee af te lossen". In Gallië en Germanië daar entegen verschilde de positie van de vrouw veel minder met die van de man. Bij haar hu welijk kreeg de jonge Germaan se vrouw een stel ossen en een ploeg ten geschenke. De Ger maanse en Gallische vrouw was lid van de raad die besliste over oorlog en vrede. Uit de combinatie van deze twee beschavingen ontstonden de Middeleeuwen. In deze tijd is er een betrekkelijk even wicht tussen de rol van man en vrouw. In de tiende tot en met de veertiende eeuw konden vrouwen bijna alle beroepen uitoefenen. In de Renaissance verdwenen voor een prikje Er was ooit een tijd, waarop linoleum vervaardigd werd met een kwasi tapijt-patroon. Nii heeft deze gladde vloerbedek king een geheel eigen vormge ving gekregen. Zo verging het de nylonkousen en terlenka- vitrages, die we argwanend als „lorren" bestempelden, maar wie draagt er nog fil d'ccosse- kousen en wie is er dol op het stijven, blauwen en strijken van ouderwetse vitrage, die zelfs door de stoffeerder kon worden gespannen? We bedoelen maar: kunststoffen zijn In opmars. Ze veroveren zich een geheel eigen plaats. JSelfs het kunstige ambachts- werk van de schrijnwerker wordt nu al vervangen door kunststof. Een Italiaanse onder neming is eri geslaagd muur- en wandversieringen na te ma ken, die bedrieglijk op het pro- dukt van handwerkslieden lij ken. Het materiaal is afwas- baar. niet giftig, bestand tegen krassen en stoten en zo goed als onbreekbaar. Als grondstof gebruikt de fa brikant „Styron", schokbesten- dig polystyreen. Het materiaal bestaat uit twee lagen, één ter versteviging. In de onderste laag wordt de structuur van ver schillende houtsoorten nage bootst, zodat het produkt de in druk wekt dat men met hout te maken heeft (Het spul is be stand tegen temperaturen tot 25 graden celcius onder nul. Het houtstructuur- patroon wordt veel gevraagd door doe- het- zeivers, architecten en ont werpers. In rol- of plaatvorm wordt het materiaal gebruikt voor de bekleding van muren plafonds of meubelen. Muur- en plafondpanelen in klassieke of moderne ontwerpen worden materiaal. Zij kunnen worden vacuüm geperst van hetzelfde materiaal. Zij kunnen worden uitgesneden met gewone gereed schappen voor houtbewerking en zijn op eevoudige wijze aan te brengen. Polijsten of in de was zetten is er niet meer bij. Wél kunnen de panelen met een sopje worden schoonge maakt. De schoonheid van door de meesterhand bewerkt oud hout is nu voor een fractie van de kosten te koop. U mag het namaak noemen. Bedenk echter dat we niet meer in de tijd van de gilden leven en dat het ech te schrijnwerkersprodukt er des te kostbaarder door wordt! Correspondentie aan de heer B. J. Nuye, Burg. Beumannlaan 163c, Rotterdam. Op verschillende momenten kan men zich bij bridge vergissen. Allereerst bij de bieding, maar ook tijdens het spel. Beide aangegeven mogelijkheden kunnen lelden tot een gemist contract, of juist een te hoog contract wat down gaat. De vergissing in het spel stellen wij ook ditmaal aan de orde. Zuid opende de bieding met 1 C, Noord steunde met 1 waarna via 2 «f» en 2 Zuid tot 4 C? besloot, ook wanneer men de kaarten beziet, een wat hachelijke zaak. Het zou evenwel anders lo pen. want twee vergissingen van West deden het contract veilig de haven binnenlopen. West kwam uit met 2, die voor de aas van Noord werd, waarna Oost met troef aas aan slag kwam en eerst O H speelde en daarna West met de vrouw aan slag bracht. A 10 9 8 10954 O A 5 3 107 H 7 4 3 N B 6 5 2 8 A 6 3 V 8 6 2 W O O H 104 9542 z H B 8 A 10 9 109 O 7 H 74 N 4» B 6 5 O 6 O W O O - 954 z H 8 V CP HVB72 O B 9 7 A V 6 3 West besloot nu 4» 2 te spelen, die Zuid met de vrouw aan slag bracht. Zuid probeer de V en West vergiste zich met de drie, daarmee Noord een extra slag gevend. De volgende slag was voor troef heer, waarna men in het tweede diagram de kaartverdellng kan zien. CP V B 7 O 4» A 6 3 Zuid vervolgde met troef vrouw en nu kan men zien wat de gevolgen zijn van de ver gissing van West in de zesde slag. A wordt in de negende slag gespeeld en er wordt een «f ingetroefd. Het contract wordt nu gemaakt, want Noord heeft nog de be schikking over 4» A, waarop de laatste 4» van Zuid kan worden weggedaan, zodat de twee resterende troeven het contract veilig stellen. de vrouwelijke ambachtslieden, artsen en chirurgen. De vrouw wordt verheerlijkt, ..maar als een verleidster, als iemand die r.iet werkt, als voorwerp van begeerte en een ding om te be zitten, als een onmondige waar op men letten moet". Arme meisjes uit minder welvarende streken in Frankrijk werden in die tijd als soldaten geronseld om te gaan werken. Deze „treksters" waren hulpen bij het zijdeweefgetouw. In 1716 verdienen zij acht stuiver per achttienurige werkdag, aldus Justin Godard in zijn proef schrift over de arbeider in de zijde-industrie. De eerste vrouwen die tijdens de Franse Revolutie in het onenbaar eisen stelden, eisten geen buitensporige rechten op. In de loop van de tweede helft van de achttiende eeuw begint men de opvoeding van de kinde ren geleidelijk meer aan de vrouw toe te vertrouwen. De man wordt producent, zijn rol als vader wordt steeds kleiner. Nu is de vrouw economisch af hankelijk geworden van de man en dientengevolge kwetsbaar en zwak in de harde wereld van de arbeid. Evelyne Sullerot gaat in op de misstanden van het werk bij de opkomst van de industrie in Engeland en Frankriik waar vrouwen en kleine meisjes wer ken. Het was niet makkelijk de ze meisjes iets te leren: overdag werkten zij. Een sail lant cijfer: in Rusland kon in 1897 maar 12.4 Det. van de meis jes ouder dan tien jaar lezen en schrijven tegen 35,7 pet. van de jongens. De wereldoorlogen hebben het leven van de wouw ingrij pend veranderd. Zeker, voor dien was de emancipatiebewe ging op gang gekomen. Maar Engeland, de Sowjetunie en Amerika, konden de oorlog slechts het hoofd bieden door de energie, de intelligentie en de kracht van de vrouwen. De huisvrouw kan tegenwoor dig niet meer worden be schouwd als iemand die produ ceert. Zij is een consumente van door de fabriek gemaakte artikelen en voor de rest wijdt ze zich aan onderhoudsbezighe- den. Wanneer de moderne vrouw werk zoekt, gaat het er niet om haar rol te vergroten, maar ze wil vermijden een mar ginale figuur te worden. De huisvrouw staat steeds minder in aanzien, zegt Sullerot, en dat geeft haar een gevoel van on vrede dat zij maar moeilijk ver jagen kan. Deze scherpzinnig geschreven studie put uit de historische bronnen, alle vermeld in het boek. Het is geladen met emo tie maar kan het anders ge zien de feiten? Evelyne vraagt om kritische opmerkingen: wel nu in deze geordende geschied schrijving missen we de rol van de vrouw in Israël, in de bijbel, die als bron niet éénmaal wordt genoemd. Niettemin is dit werk goed leesbaar, een on derwerp voor discussie door een bewustwording van de vrouw. Want haar dochter zal de rol, die grootmoeder eens speelde in de geschiedenis, nau welijks meer ambiëren. JEANNE DE VLIEGER „Inderdaad voel je je vaak als kind behandeld, geïnfantiliseerd", zegt de heer H. I. W. te Z., over de menselijke benadering in zieken huizen, die ons verhaal niet over dreven vindt. Op je vraag: Waarom moet dat? is het antwoord vrijwel steeds; Moet van de dokter. Ik heb er in het ziekenhuis waarin ik lag veel over gepraat, ook met de hoofdzuster, die zei: velen zouden gealarmeerd worden als ze veel in formatie over hun ziekte kregen. De heer W. vindt dat die hoofd zuster gelijk heeft en gelooft dat het niet anders kan. Het kan wèl anders, meent daar entegen de heer G. W. G. te R., die gelooft dat de ziekenhuiseco-: nomen de grootste schuld aan de déhumanisering hebben, omdat ze geneigd zijn de techniek louter als een vervanging van verpleegkrach ten te beschouwen Hij komt met een aantal suggesties (waarover we het in deze aflevering hoofdza kelijk zullen hebben) en stelt o m.: er moest geen klasse-indeling zijn, wel misschien een kideling qua ontwikkelingsniveau, wat het tijde lijk verblijf in een ziekenhuis voor een patiënt kan veraangenamen. Hij zou een patiënt in de wacht tijd voor opname door een voor lichtingsfunctionaris thuis bezocht willen zien, die moeilijkheden kan bespreken en voor kan bereiden. Deze figuur kan dan meteen de administratieve rompslomp rege len. Bij opname gaat de patiënt onmiddellijk via de receptie naar zijn kamer, waar hij een bed vindt met daaraan een kaart, waarop al les Inzake personalia, wenken voor verpleging enz. (eventueel in code) Is vermeld. Ziekenkamers klein, maar door glas als één geheel ver bonden. Verpleegsters minder the oretisch, meer praktisch geschoold. Om dit overal te berei ken, de hele medische zorg natio naliseren. Je verblijf Is vooral ook een doe het zelf-kwestie. Beschouwt de pa tiënt zich els onderwerp, lijdend voorwerp of meewerkend voor werp? Je bent niet in een hotel, aldus J. H.-C.O. te D. Om aan het gevoelsmatige onbehagen tege moet te komen, kwam In „zijn" ziekenhuis de hoofdzuster elke dag langs, zodat dan ledereen gelegen heid kreeg het hart te luchten. Een zeer goede maatregel. Hartelijkheid is zo gauw gege ven, daar komt het op aan, gaat mevrouw A. H. F. te N. voort. In het opnamekamertje moet dat al beginnen, 't Is in een ziekenhuis nu eenmaal anders, ook met was sen en zo, terwijl „iedereen in- en uitloopt". Maar een vriendelijk woord van een verplegende maakt veel weer goed. Een moeilijkheid om zich „in te voelen" constateert mevrouw P. E. M. te V. bij veel verpleegstertjes die meestal nog jong zijn en niet zozeer de band van gezin en werk kennen, welke moest worden losgelaten. Ook zij voelt voor een „contactpersoon" om het hiaat in de communicatie te overbruggen. Zij zegt dit als oud-verpleegster, die nu haar werk heel anders zou doen dan ze het vroeger deed. Veel informatie over Je ziekte is fout, maar te weinig evenzeer. Wat een kwelling als je geope reerd zult worden ©n je weet niet wat je precies boven het hoofd hangt, vindt H. W. v. d. W. te D. wier ziekenhuiservaringen zijn sa men te vatten in deze woorden; „te zakelijk, terwijl je juist zoveel menselijke benadering behoeft". Geen zaklantaarns In de nacht, maar luisterapparaatjes op ieders borstkas, die op een paneeltje bij de nachtzuster afgelezen kunnen worden. Verdar kleedhokjes waarin preutsen zich kunnen terugtrekken. In het algemeen: betere Informatie, een en ander te verwezenlijken via normen die van overheldszljde moeten worden opgelegd, anders gebeurt er weinig, zegt T. K. te G. Even een uitstapje. De heer R. W. te R. Is niet verbolgen op het ziekenhuis, dat hl) een goed hert toedraagt, maar op ons. We heb ben een foto bij het verhaal ge- Correspondentie aan de heer H. J. J. Slavekoorde. Goudrelnetstraat 125. Oen Haag. Iedere schaker weet wat pat is: een stelling waarin de aan zet zijn de speler geen enkele „wettige" zet kan doen. Ontstaat zulk een pat stelling, dan is de partij remise. Het is vrijwel zonder uitzonde ring zó, dat de speler die pat komt te staan op de een of an dere manier in het nadeel is: het zij in materiële zin, hetzij In posi tionele zin. Dat betekent dat het pat voor hem nagenoeg uitslui tend als een redding mag worden gezien. Dat verklaart dan ook dat de slecht staande speler graag op pat speelt, indien al thans de stelling zich hiertoe leent. Uiteraard zal de sterker staan de partij zich in de meeste ge vallen van het dreigend pat be wust zijn en al het mogelijke doen om te voorkomen dat zijn tegenstander pat komt te staan. Het is niet vreemd det de eindspel-studie-componisten zich gretig van dit thema hebben be diend als uitgangspunt voor „re mise-studies", waarin de zwak (1) Uit een partij BarczayFo- rintos (Hongarije 1969) staande partij zich nog weet te redden, dank zij het pat. Het Ie een grote zeldzaamheid dat in een partij een zuivere pat etelling gereed ligt. In verreweg de meeste gevallen moet de zwakker staande partij eerst nog van een of meer actieve stukken „af" zien te komen, alvorens een stelling overblijft waarin hij geen vin meer verroeren kan. Juist dit inleidende spel, het opbouwen van de patstand, is een van de aantrekkelijkheden van dit „op pat spelen". In deze rubriek dan drie van zulke posities: de nummers 1 en 2 ontleend aan het gewone par- tijspel, de laatste (no. 3) als een voorbeeld van een gecomponeer de eindspelstudie. Hieronder de oploeeingen der op gaven uit onze rubriek van 31 mei |l. (Reddlngelot). Opgave 2. Wit is de kws'lteit echter n kan niet 1. Dxel spelen wegens Df5t plus mat op de volgende zet Toch maakt hij remise. Aldus 1 Dg8ti <xg8 2. De8tl Kh7 3. Dg8tl Kh6 4 Dh7tl Kg5 5. Dh6tl Remise, want na Kxh6 staat wit pat. Men verge- jjjU de van ïpgave 3. Ziehier hoe wit zich weet te redden: 1 Tb5l (Indien nu 1 Dxb5 dan 2. Dxg8t en wint. Op 1 De6 of 1 Dc4 komt 2. Db7 mat) 1 Te8l (En nu volgt op 2 Txb5 Tel mat) 2 Tb1i Tg8' (Dat moet zwart wel doen Het Is zijn beste zet. vooral omdat hij een. stuk achter staat) 3. Tb5l Te8! enz Remise door herhaling van zetten. (2) Uit een partij Sombor Hempson (Hastings 1968/'69) miw i i (3) Eindspelstudie van dr. J. Seh- wers (Rigaer Tageblatt 1905) abcdefgh Zwart aan zet vond een redding uit zijn benarde positie. Hoe? abcdefgh En hier deed wit aan zet iets soortgelijks. Hoe? abcdefgh Wit aan zet maakt remise. plaatst, waar hij als patiënt voorkomt (zuster erbij die metj fuus-apparaat bezig is). De zou kunnen denken dat ik de met al die kritiek ben en dai wil ik dat u er op wijst dat fol stuk niets met elkaar te hebben. Bij deze meneer W. Een beetje uitbuiterig vindl de B. te L. de manier waaroi ziekenhuis zich twee dagen één dag laat betalen, nl. do< vertrekkende en komende pat Waarom opname In. het weeki als er (bij een niet acuut uiteraard) toch niets aan je worden gedaan? Ze vindt de taire voorzieningen in oudere kenhuizen (ze werd dertien opgenomen) vaak een aanflu Twee toiletten voor 34 patiënt* wel aan de lage kant, nietvi Dan het dlchtstouwen van zas met bedden, zodat bezoek piaats kan vinden. En iedereen 5 en vliegt maar (ondanks de niek) zodat van gesprekken mens tot m&ns al zouden zusters het willen geen sp kan zijn. Alleen een revplutioi sanering zou verandering ku brengen. Ervaringen van een slechfht de, J. T. te R. Zo Iemand voelt dubbel geïsoleerd, omdat het apparaat moet worden afgelegi dens behandeling. De luistere ratuur (radio) is voor een sled rende een moeilijke zaak heeft hij niets aan). Kunnen slechthorenden geen voorzieni 31 (die bestaanI) worden getrc Deze heer (Thieme, Schil 226c) zou graag van andere sl horenden ervaringen verni,, omdat hij zich met deze dee blematiek bezighoudt. Voor overige wil hij het dragen naamkaartjes door zusters en instructieboekje voor opname. Het zou al zoveel prettiger als dezelfde zusters een wee een afdeling werkten, zegt vrouw G. de J. te R. die dat r( r' ren maar onrustig vindt. Want ai is anders echt persoonlijk coi^lc mogelijk? Je krijgt de kans niet a( Ik heb heel veel lof, maar ook deze aanmerking: ik k mijn ontbijt op bed zonder di °l tevoren de handen kon wasse lc me wat kon verfrissen. En dar warmte zonder waterverdarr^o aan radiatorenl Zonder comt e( catie heeft deze oud-patiënt, I ei J. te 's-G„ zich overigens be| ;lj niet gevoeld. (n Om het besluiten het relaas >vi een jong, idealistisch verpleeg jj tje, T. van G. in M. Zij wil o aj kritiek in alle bescheidanheid verdedigends zeggen Van vooruit betalen, soms: is verve maar nodig. Er zijn nl. mensen als ze het geld van de verzeki I thuis krijgen, dit in eigen p monnee laten glijden. Via ka rechter kan een ziekenhuis dar geld zien te krijgen... Het war op het klaargemaakte bed- d jj( soms niet te vermijden. Als u w, pakje ergens moet halen, kar an toch ook wel eens even d gj, ook al wist men dat u kwam' m zaklantaarn 's nachts: u rrlei eens weten hoe vaak op die im nier al mensen gevonden zijn >ie onwel waren en niet meer kofeni roepen of bellen. Over de naam „die maag". Maar als ijl een loketbediende ziet dat ^er mevrouw bij hem haar porte or nee laat liggen, roept hij tochbor iets in de zin van „Mevrouw,toei dat rode hoedje"! Wi Daarmee wil ik de aandüidinjeu goedpraten, maar het is wel br 'a; pelijk voor een chirurg, die aiPek eikaar soms twee magen en t 'm maal een galblaas moet ooer 'ai Inderdaad is het beter da: de*aai tiënt die aanduidinqen niet t^k Patiënten hebben zeker geestr n hulD nod'n dat 7al altiid pr moeten staan. Maar ze kc ek' voor lichamelijke genezing en moet met man en macht in w tijd veel aan gedaan worden heeft consequenties voor J partijen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 16