Situatie in haringvisserij noodt
niet tot uitgebreid feest
Motorkotters voornaam deel
Katwijkse vloot
van
de
Er zullen andere
bronnen moeten
worden aangeboord
Katwijk drukt een
stempel op IJmuiden
Haring voor fcr is nu eenmaal maar een bepaalde
koningin hoeveelheid te vangen
Prijs
Visserijnieuws
bij de
vleet
Steun
Herstel
Eerste werd in 1920 gebouwd
Knietje geschaafd.
Mama kom gauw.
Jij hebt jodium.
Zonder au.
Spanvisserij
CAMERA INRUIL ACTIE!
FOTOHANDEL KRUYT
NfEUWE LEIDSE COURANT
WOENSDAG 21 MEI 1969
VLAGGETJESDAG is vastgesteld op dinsdag 27 med, de dag na
1/EEL tradities zijn de laatste
tijd verloren gegaan. On
langs werd bekend dat het eerste
kievitsei niet meer aan de Ko
ningin zal worden aangeboden.
Maar de presentatie van de Ko-
ninginneharing is nog niet van
de lijst geschrapt. Een paar we
ken na de aanvoer van de eerste
haring zullen in plechtig zwart
gestoken figuren de bordessen
van paleis Soestdijk bestijgen.
Zij hebben een oranje geschil
derd vaatje bij zich. Hierin be
vindt zich het zilte produkt dat
na een zorgvuldige controle kwa
litatief aan de hoogste eisen vol
doet. Dat is de Koninginneha-
ring. In het steeds wisselende ge
zelschap bevindt zich altijd de
schipper van het vaartuig dat de
uitgelezen haring heeft buitge
maakt.
Dit ceremonieel heeft een lan
ge voorgeschiedenis. We moeten
teruggaan tot de eerste helft van
de negentiende eeuw. Toen werd
altijd in Vlaardingen de eerste
nieuwe haring aan de wal ge
bracht. Het aanbieden van de
Hollandse Nieuwe was voorbe
houden aan een Vlaardingse re
der. Het transportwezen kabbel
de m die jaren traag voort.
Daarom was het voor de reders
van het grootste belang de ha
ring zo snel mogelijk in de
houden aan een Vlaardingse re-
distributie te brengen. Zij waren
bijzonder tuk om als eerste ten
paleize van koning Willem de
Eerste m Den Haag met deze zo
specifiek Nederlandse primeur te
verschijnen. De reders charter
den sjezen en snelvoetige paar
den om het traject tussen Vlaar-
dingen en de Residentie m een
ijltempo af te leggen.
Dit hippische verlengstuk van
de haringrace bracht duizenden
op de been. Het was een van de
meest enerverende gebeurtenis
sen van het jaar. Nu trekken de
mensen in drommen naar de
sportvelden-, hun voorouders
moesten het m spectaculair op
zicht hebben van deze gebeurte
nis. De ruiters voerden het ton
netje met. de kostbare inhoud
achter op het zadel gebonden
met zich mee. In de haast vergat
men wel eens voor een goede
bevestiging te zorgen. Het vaatje
vloog dan op de grond en rolde
de nonchalante ruiter in een
kansloze positie. Je zou het kun
nen vergelijken met de lekke
band die de hedendaagse .unel-
renner op een niet te overbrug
gen achterstand kan zetten.
De koning schonk de winnaar
twintig dukaten, een in die da
gen niet te versmaden som.
Historici hebben de oorsprong
van dit festijn niet precies kun
nen achterhalen. Zij hebben goe
de gronden om aan te nemen dat
de oorsprong in de Middeleeu
wen ligt. Voor de bevolking van
de Hollandse duinstreek was de
visserij indertijd de belangrijkste
bron van inkomsten.
De graven van Holland waren
de beschermheren. Voor deze
diensten verlangden zij een klei
ne belasting in natura, de zoge
naamde hofvis. Later kwamen de
vissers onder de protectie van de
stadhouders te staan. Uit deze
lange verbondenheid is de toe
wijding van de Hollandse vissers
aan het Oranjehuis te verklaren.
De stadhouders verlangden voor
hun bescherming geen bijdragen
meer. De hofvis maakte plaats
voor de presentharing. Vlaardin
gen werd haringstad nummer
één. De stadhouderlijke haring
droeg dan ook immer een Vlaar-
dings etiket. Niet één jaar werd
overgeslagen. Toen de laatste
stadhouder, prins Willem de
Vijfde, als balling m Brunswijk
verbleef, kreeg hij ver van hel
vaderland nog een vaatje haring
toegezonden.
De haringvisserij moest in de
Napoleontische jaren een flinke
tik incasseren. Het continentale
stelsel betekende de hond in de
visserijpot. De vissers probeer
den de keizer voor zich te win
nen door óók hem een vaatje
haring te bezorgen, maar de
despoot liet zich hierdoor niet
vermurwen. In 1815 konden de
haringvissers er weer voluit op
uittrekken.
De rederijen in Vlaardingen
eisten het aanbieden van de
presentharing als een ongeschre
ven recht voor zich op. Dit zette
gaandeweg kwaad bloed in de
andere vissersplaatsen: Maar
pas in 1892 kwam een eind aan
de Vlaardingse overheersing.
Toen werd de Jagerijge-
meenschap in Vlaardingen, die
dit ceremonieel als een exclusief
gezelschap regelde, ontbonden.
De andere plaatsen kwamen nu
ook aan bod.
Heel wat Katwijkse reders
hebben hun produkt aan de Ko
ningin mogen aanbieden! De
naam Koninginneharing ontstond
in 1898, het jaar waarin koningin
Wühelmina de troon besteeg.
KATWIJK AAN DEN RIJN
Donderdagavond om half zeyen is
in het verpleeghuis „De Wilbert"
protestantse kerkdienst, waarin zal
voorgaan ds. L. van der Linde.
Familieleden van de bewoners van
het tehuis zijn ook welkom.
Pinksteren. Veel zal er op die vroeger zo feestelijke dag niet te
beleven zijn. De drijfnetvloot heeft afgedaan. Voor romantiek
is geen plaats meer. De jacht op het zilte produkt is een keiharde
affaire geworden. Misschien zullen hier en daar bevlagde vaartui
gen te zien zijn maar daar zal het wel bij blijven. Nog niet zo lang
geleden was dit heel anders. Wie herinnert zich niet de Dag van de
Nederlandse Zeevisserij in 1963? Die zou voortaan de aandacht niet
alleen richten op de haringjacht maar ook op andere takken van
bedrijvigheid in de vaderlandse visserij. Het is inderdaad een groots
festijn geworden. De dag speelde zich op IJmuidens gebied af. De
Katwijkers hadden echter een behoorlijke vinger in de voorberei
dende pap. Radio, televisie en pers besteedden veel aandacht aan
dit spektakel. De propagandistische waarde was groot. Maar sinds
dien is de Dag van de Nederlandse Zeevisserij nimmer meer op een
dergelijke grandioze wijze gevierd.
Scheveningen kreeg voortaan het
accent, Katiwijik, Vlaardingen en
IJmuiden moeten met een rol op
het tweede plan genoegen nemen.
Nu moet worden toegegeven dat
de huidige situatie in de haringvis
serij niet noodt tot uitgebreide festi
viteiten. Het is de laatste jaren niet
best gegaan. Maar een beetje aan de
weg timmeren zou niet misstaan.
Ook voor het komende seizoen zijn
de verwachtingen van de biologen
niet hooggespannen. Uit de Noordzee
zal minder komen dan in 1968 en dat
was al een slecht jaar. Men bereikte
toen een produktie van 33.5 miljoen
kilo voor een waarde van f31.5 mil
joen tegen 45 miljoen kilo voor een.
waarde van £34.7 miljoen in 1967.
Ook dat jaar staat als slecht te boek.
Het ziet er dus vrij treurig uit.
Voor deze teruggang moet In
zeer belangrijke mate de ringze-
genvisserij door Scandinavië»,
vooral Noren, verantwoordelijk
worden gesteld. Zij visten in de
noordelijke Noordzee met deze
methode zonder beperkingen enor
me hoeveelheden weg. In de
meeste gevallen belandde de enor
me produktie b'j 6e vismeelin-
dustrie, slechts een gering gedeelte
was bestemd voor de menselijke
consumptie. Ook de komst van ve
le schepen uit landen, die voor
heen de Noordzee links lieten lig
gen, heeft de overbevissing in de
hand gewerkt. Er waren jaren dat
de totale vangsten niet noe
menswaardig afnamen maar de
buit per vaartuig wèl. Er is nu
eenmaal maar een bepaalde hoe
veelheid te vangen.
Ook de kwaliteit van het haring-
broed is van betekenis.
Het scheelt heel wat of de jonge
haringen in een goed of in een slecht
vel steken. Door de toeneming van
de visserij zal dit verschil echter
spoedig van minder betekenis zijn.
aan worden toegevoegd. Een prachti
ge besomming van f76.132 was het
resultaat. Deze tocht speelde zich
tussen 17 juni en 1 juli af.
Van 15 juli tot 30 juli trokken vier
andere vaartuigen erop uit, drie
Scheveningers en een Vlaardinger.
Zij zochten het gebied ten noorden
van Butt of Lewis op. Hier werden
met het grondnet uitzonderlijk goe
de vangsten geboekt, niet alleen aan
haring maar ook aan makreel. De
SOH 73 Vertrouwen spande de
kroon.
Dit schip besomde voor een reis
van 13 dagen f97.120, bijna een ton.
De buit bestond onder meer uit 538
kantjes haring en 1340 kleine kisten
makreel.
Aan het begin van het
nieuwe visseizoen heb
ben wij weer een prijsje
verbonden. Wie de op
brengst van het eerste
kantje het dichtst bena
dert, krijgt een postwis
sel van 40 thuis. Veel
Adresred.
Steenstraat 37,
N.L.C.,
Leiden.
Vandaag aan de markt
Vandaag meldde zich aan de IJmui-
dense markt onder meer de VL 142
Voorwaarts met 90 kisten en 433 klei
ne kisten diversen. Voor de donder-
dagmarkt was thuisstomend de KW
170 Anna Hillina met 800 kisten.
In Scheveningen
In Scheveningen werden aangevoerd
260 kleine kisten schelvis, 740 kleine
kisten wijting, 380 kisten gul en ka
beljauw, 4 kleine kisten haring, 265
kleine kisten makreel, 20 kisten schol
en 1860 stuks stijve kabeljauw.
Vroeger was VLAGGETJES
DAG in IJmuiden, waar o.m. de
Katwijkse vloot lag, een feeste
lijk gebeuren, dat ondanks een
miezerig regentje) duizenden
mensen op de been bracht. Er
is tegenwoordig niet zo veel
aanleiding meer om zo uitbun
dig te zijn.
Ook de resultaten van de andere
vaartuigen mochten bevredigend
worden genoemd. De SCH 21 Arie
van der Zwan besomde f55.145, de
SCH 246 Geertruida f49.779 en de
VL Voorloper f 57.808. Hier liggen
zeker mogelijkheden. De haring en
makreel waren van uitstekende
kwaliteit. De expedities bestreken
een betrekkelijk klein gebied.
Met een groter aantal vaartuigen
kan een nog beter inzicht in de
kansen voor de Nederlandse visserij
worden verkregen. De liefde kan
echter niet van één kant komen. De
regering zal weer steun verlenen
voor een nadere verkenning. Van re
derszijde zullen ook initiatieven
moeten worden ontwikkeld. Dat ge
beurt wel eens maar niet in een
voldoende mate. Zo'n tocht naar het
ongewisse is een kostbare zaak maar
dat mag geen reden zijn om in ge
breke te blijven. Voor de Neder
landse visserij mag de haringdan
niet meer de belangrijkste vissoort
wezen, de zilveren stromen hebben
nog voldoende betekenis om er met
alle kracht achter aan te zitten.
JVfU DE motorkotters zo'n belangrijke plaats bezetten in de Katwijkse
1 vloot, is het interessant de geschiedenis van dit scheepstype na te
gaan. Het eerste vaartuig dat deze naam verdiende was de RO 16, met
de toepasselijke benaming ,J2ersteling". De kotter werd in 1920 bij ge
broeders Van der Windt te Vlaardingen gebouwd. De lengte was 21.30
meter, de breedte 6.06 en de holte 2.80 meter. Voor de voortstuwing
zorgde een Van Berkel-motor van 80 pk. Aanvankelijk oefende de
„Eersteling" de gewone treilvisserij uit. Later schakelde men over op
de snurrevaadvisserij. Het eerste jaar was moeilijk. Het was een hele
toer geschikte werkkrachten voor deze nieuwe visserijvorm aan te
trekken. Later ging het stukken beter. Ook de volgende kotters waren
van het Rotterdamse visserijmerk voorzien: De RO 1 „Zeemeeuw" en
de RO „Dolfijn". Laatstgenoemd vaartuig heeft het een hele tijd uitge
houden. Het schip werd pas in 1940 van de lijst gevoerd.
Toch is er een lichtpuntje. De
vangsten in de zuidelijke contreien
zullen vermoedelijk ndet achteruitlo
pen. Dat is te danken aan de afgeno
men visserij in de verstreken jaren.
Het bestand heeft hierdoor gelegen
heid gehad zich te herstellen van de
aanslagen op zijn voortbestaan van
de laatste tijd. Al te veel mag men
er ook weer niet van verwachten.
Niet zo lang geleden kon in deze
omgeving een slecht seizoen worden
goedgemaakt. Dat zal er nu niet bij
zijn. Maar het gaat nu gelukkig
weer de goede kant op.
Zoals de zaken er nu voorstaan,
zal de Nederlandse haringvisserij
evenwel andere bronnen moeten
aanboren. Trouwens, de Noordzee
is nu al niet meer 't enige haring-
reservoir. Steeds meer schepen
wenden de steven naar de Ierse
Zee. Uit dit gebied kwam de
laatste jaren tussen de dertig cn
veertig procent van de totale ha-
ringaanvoer. Maar door de uitbrei
ding van de territoriale wateren is
de spoeling daar steeds dunner ge
worden. De haringvissers zullen
nog verder moeten kijken. In het
afgelopen jaar zijn met regerings
steun twee expedities ondernomen
naar het zeegebied ten westen en
noorden van de Hebriden. Hierbij
waren onder meer betrokken dc
KW 41 Elisabeth Christina en dc
KW 144 Cornells den Duik. De
schepen visten zowel met de treil
als met het pelagische net.
De rest van de Katwijkse eenhe
den duurde 14 dagen. Zij waren acht
dagen werkelijk in actie. Het resul
taat viel tegen. Met het grondnet
bemachtigde Elisabeth Christina 55
kantjes, met het half-pelagisch net
drie kantjes. Deze vangst leverde
een besomming op van f 11.444. De
Cornelis den Duik bemachtigde met
het grondnet 103 kantjes en met het
half-pelagische net 10 kantjes. De
besomming bedroeg f 17.434.
De Katwijkse vaartuigen hadden
gezelschap van de IJM 9 Haarlem en
de SCH 6 Alida. Laatstgenoemd
schip deed het bijzonder goed met
het vol-pelagisch net. Hieruit kon
den in betrekkelijk korte tijd 466
kantjes worden gehaald. Er konden
nog 70 met de treil gevangen kantjes
bctadine
jodium
Dat Katwijk in het op kwali
tatief peil houden van zijn
vloot het ritme van de tijd heeft
bijgehouden, bewijst deze ar
chieffoto uit 1964 wel.
Na Rotterdam kwam ook Texel op
de kottermarkt De nijvere eilandbe
woners brachten in de vooroorlogse
jaren de meeste kotters in de vaart
Bij het uitbreken van de wereld
brand droegen 12 schepen het
Texelse visserijmerk. Deze vaartui
gen hadden een gemiddelde leeftijd
van 5 jaar. In de machinekamers
stond gemiddeld genomen een motor
van 150 pk. De voordien gebouwde
kotters gingen in andere handen
over. Veelal werden zij door Kat
wijkse reders aangekocht. Deze
schepen vormden het begin van de
Katwijkse kottervloot.
In de bezettingsjaren stond de
ontwikkeling stil. Slechts enkele
vaartuigen bleven in het bezit van
de eigenaars. Het grootste gedeelte
werd door de Duitsers gevorderd.
Van de veertig kotters, die in mei
1940 ingeschreven stonden, week cr
één uit naar Engeland, 33 eenheden
kwamen in vijandelijke handen,
twee gingen bij de uitoefening van
de visserij verloren. Na de bevrij
ding moest met vier schepen aan de
ophouw worden begonnen. Een spe
ciale dienst belastte zich met liet
opsporen van gevorderde kotters in
Duitse havens. Deze instelling kon
28 schepen achterhalen. Zij
weldra weer onder Nederlandse vlag
aan de visserij deel. In 1946 werden
de eerste nieuwe schepen in de
vaart gebrach^. Steeds meer van de
ze kotters kregen het aanzien van
een kleine trciler door het plaatsen
van een dekhuis, een moderne stuur
hut en een bak.
Een haast niet te tellen aantal
nieuwe kotters is sindsdien afgele
verd. Op 1 januari 1956 waren er
230, vier jaar later 328 en in 1965
542.
De eerste plaats was toen voor
Urk met 117 eenheden. Katwijk was
met 84 kotters al tweede. De derde
positie was voor Wieringen met 49
schepen. Den Helder had er 35.
Texel 32, IJmuiden 31, Scheveningen
24, Volendam 20 en Goedereede 16.
De 134 andere waren over de overige
vissersplaatsen verdeeld. Sindsdien
is het aantal iets afgenomen. Het
totale motorvermogen steeg echter
aanzienlijk. Met de kotters kan men
alle kanten uit- De spanvisserij op
haring en de laatste tyd ook op
andere vissoorten is een belangrijk
onderdeel van de aktiviteiten gewor
den.
Een Urker combinatie zorgde in de
winter van 1948 voor de primeur.
Dit voorbeeld werd binnen zeer kor
te tijd door veel andere kotters ge
volgd. In de totale haringproduktie
hebben de kotters nu een gewichtig
aandeel. In 1948 werd het eerste
echolood bij de spanvisserij toege
past Na 1950 kwam de echograaf in
gebruik, een hulpmiddel, dat bijzon
der nuttig bleek te zijn voor het
opsporen van haringscholen. Men
zocht andere visgronden op om zo
lang mogelijk van het seizoen te
kunnen profiteren. Ook het vistuig
werd hoe langer hoe meer geperfec
tioneerd.
Buiten de spanvisserij visten de
schepen met de bordentreil op tong
en schol. De schepen met de sterkste
motoren konden ook met de haring-
treil vissen.
De laatste jaren is weer een ver
andering ingetreden. Vele kotters
beoefenen nu het hele jaar door de
visserij met boomkorren ter vervan
ging van dc bordentreil. Toen in
1960 de Nederlandse visserij werd
verrijkt met de eerste hektreiler.
kon het niet uitblijven dat ook de
hekkotter op het toneel zou verschij
nen. Dit geschiedde in 1963.
De victorie voor dit nieuwste type
begon In 1963 in Maassluis met de
MA 3 „Hendrik". Later volgde de
MA 4 „GLjsbert Jan". Beide vaartui
gen maakten slechts korte tijd deel
van de vloot uit. Zij werden ver
kocht aan een Zuidafrikaanse
maatschappij. De ontwikkeling ging
echter door. Op het ogenblik zijn er
ruim tien hekkotters in de vaart.
XTATWIJK heeft een belangrijke
vinger in de vaderlandse visse
rijpap. Een kleine dertig, over het
algemeen zeer moderne treilers, heb
ben een groot aandeel In de jaar
lijkse totale produktie. Bijzonder
trots kan men zijn op de kottervloot.
Zij bestaat uit ongeveer negentig
eenheden. Dat betekent een tweede
plaats op dc ranglijst
Katwijk moet op dit gebied alleen
Urk laten vóórgaan. De Urkers
brengen op het ogenblik 138 eenhe
den in de visserijstrijd. Maar wat de
totale sterkte betreft staat de Kat
wijkse vloot zonder meer vooraan,
want ook een groot aantal loggers
draagt het visserijmerk KW op de
boeg.
Hoewel het de Nederlandse visse
rij de laatste jaren niet voor de
wind gaat, heeft men in Katwijk
vertrouwen in de toekomst Binnen
kort zullen weer enkele eenheden
aan de kottervloot worden toege
voegd. Dan zal het aandeel van Kat
wijk in de IJmuidense aanvoer nog
groter zijn. Want nog steeds is de
Katwijkse vloot op deze haven aan
gewezen. Maar dat is een verhaal
apart, waarvan het laatste hoofdstuk
nog niet is geschreven.
Uit het overzicht van het
Staatsvissershavenbedrijf blijkt dat
in IJmuiden In het afgelopen jaar
77.631.839 kilo vis aan de wal werd
gebracht. De opbrengst bedroeg
f65.864.079,We- overdrijven niet
als het Katwijkse aandeel In beide
totalen op 75 percent wordt gesteld.
Deze cijfers tonen, meer dan ellen
lange verhalen, aan dat Katwijk als
visserijplaats bepaald niet mag wor
den verwaarloosd.
Zondr Katwijkse cshepen zou IJ
muiden in de Nederlandse visserij
een zeer ondergeschikte rol spelen.
Een buitenstaander zou zich op een
wandeling langs de vissershavens in
IJmuiden ln Katwijk kunnen wanen.
Hij zal een heel eind moeten lopen
om eens een vaartuig dat niet van
het Katwijkse visserijmerk is voor
zien tegen te komen. De vissers
langs de kant spreken in de meeste
gevallen het onvervalste Katwijkse
dialect Slechts bij hoge uitzondering
wordt een ander „taaltje" vernomen.
Katwijk drukt duidelijk zijn stempel
op IJmuiden's zilte kant Woord
kunstenaars spreken dan ook al over
Katmuiden maar deze taalkundige
vondst zal in de officiële -aard
rijkskundige geschriften wel nim
mer een plaats vinden. Goed gevon
den is het wel maar voor de Katwij
kers zal een katterig gevoel blijven
overheersen. De „verbanning" naar
de IJmuidense dreven zit de plaatse
lijke visserijgemeenschap nog steeds
hoog.
Nu moet U Uw oude camera inruilen
DEZE IS GELD WAARD
Voorstraat 9 KatwUk aan Zee.
Kerkstraat 4 RUnsburg.