Hebt U misschien interesse? ORANJEBOOM Tsjechoslowakije in wurgende greep van wantrouwen ZOMAAR WAT IDEEËN - GEERT ELFFERICH Soestdijk: waar unieke BEZOEK 3 ZATERDAG 26 APRIL 1969 Dinsdag omstreeks tien voor half elf, vlak voor de laatste uitzending van het nieuwsjournaal op Nederland I kunt u hem weer op het scherm zien: Geert Elfferich, de zware duifgrijze man met bril, weggezakt in een fauteuil, die zo maar wat huiselijk zit te babbelen. Ditmaal zit er niet, zoals de drie voorafgaande keren een andere meneer naast om met zijn „jaja" „inderdaad" en „dat vind ik nou ook" als klankbord voor de forse spreker te fungeren. Het wordt nu een soort kruisverhoor van Elfferich, door twee heren afgeno men. Onderwerp van gesprek: drie ideëen van de stichting Dienst en Ruimte. K Idee nummer I: U draagt een horloge, een bril, schoenen, u loopt op tapijt, eet een bonbonnetje, kookt in een pan. Maar weet u hoe dat nu allemaal wordt gemaakt? U juicht nu wel voor Cruyffie, Kees Verkerk en Ada Kok, maar u zou ook gaan juichen als u zag wat mej. Ingwersen, meneer Jonkman of meneer De Zwart in hun werk presteerden. Zoudt u niet eens willen volgen hoe allerlei dingen die ons dagelijks omringen gemaakt worden? Dan gaan we, door van eikaars werk kennis te nemen, ook elkaar beter zien! Idee nummer 2: Allemaal hebben we deel aan de samenleving. Weet u wat zo prettig zou zijn? Voor u en voor de ander? Als u wanneer het tenminste uitkomt eens wat kleine dingen voor een ander deed. Een ander, die u tevoren misschien helemaal niet kende. Wat? Bood schappen doen. Planten water geven. De hond uitlaten van mevrouw X, die ziek is. Een taart bakken voor meneer Y, zo maar, om hem een plezier te doen. Het hoeft niet hoor. maar u moet het eens proberen en dan ontdekken wat u ervaart I ■£- Idee nummer 3: We beginnen elkaar hier in Nederland wel in de weg te lopen. Of vindt u van niet? Waar kunneri onze kinderen in nieuwe wijken nog echt, avontuurlijk spelen? Ook voor later: je armslag is toch niet zo ver schrikkelijk groot. Wat wil je, met z'n dertien miljoenen in ons kléine landje. Emigreren? Oké, zegt u misschien, maar niet op een schoen en een slof. Dat hoeft ook niet! Er zou over te praten zijn. Een groepsemigratie zou uit voerig samen voorbereid kunnen worden. Interesse? Misschien vergaat het u als anderen, die vorige keren eigen lijk naar bed wilden gaan, maar deze programmaatjes van de HIRO, de humanitair idealisti sche radio-omroep, geïnteres seerd uit bleven zitten. On danks abominabele presentatie. Ondanks allerlei onbeantwoor de vragen, zoals: wat is dat voor een stichting? wie staan daar achter? wie is die knusse prater? En: wat is eigenlijk die HIRO? Om met dat laatste te begin nen - de HIRO bestaat al sinds 1929. liet lang, niets van zich horen, maar komt via het nieuwe omroepbestel weer bescheiden aan bod als een communicatiekanaal voor mini- groeperingen (het Bahai-geloof bijvoorbeeld) of zo maar inte ressante meningen. Zoals van deze stichting Dienst en Ruimte. Ja, wat is dat nou weer? In feite een clubje geïnteresseer den - overigens niet de eersten de besten - rondom ideeënman, zoals hij zichzelf noemt, Geert Elfferich. De prater in de stoel Precies. De hele zaak is zo ongeveer wel op hem terug te voeren. Geert Elfferich (49) verdient met ideeën zijn boterham. Een goeie! Hij blijft staan waar anderen aan voorbij lopen. Hij denkt er zo es over. En in negen van de tien gevallen zegt hij: Eureka, ik heb het gevonden. Dat vinden anderen dan ook en vervolgens wordt hij ervoor betaald. Aan zijn klassieke jeugderva ringen (het wou niet op school en zo) gaan we nu maar voor bij. Om te beginnen was hij te vinden bij de radio. Schreef liedjes, won eens een prijs, schreef teksten voor strips, maakte flmmuziek. Hij noteer de de muziek, niet, liet dat over aan arrangeurs, maar liet het horen op de piano, waar hij nogal lekker op weg kan. Ging van lieverlee allerlei mogelijke en onmogelijke dingen doen. Door die ideeënhobby van hem. Zo was hij de man die met het idee kwam de mensen geld in lucifersdoosjes te laten stop pen als start voor de marathon actie voor „Het Dorp'. En wat voor een start! Van hem was bijvoorbeeld ook de gedachte van het All Star Festival: ster ren van wereldformaat zingen voor een lp, die ten bate van een goed doel verkocht wordt. Dit werd een wereldprimeur en zijn naam prijkt nog altijd op de hoes van de plaat, die ten bate van Unicef honderd duizenden kopers vond. Enfin, zo ging het door. Met dien verstande dat het werk terrein zachtjes aan van de radio naar het bedrijfsleven werd verlegd. Elfferich: „Een kwestie van goodwill opbouwen. Ik heb me aangewend altijd goed uit m"n ogen te kijken, goed te obser veren en goed na te denken over allerlei gewone dingen. In het prozaïsche vind ik een stuk creativiteit. Daarbij interesseer ik me voor letterlijk alles: ik heb geen enkele voorkeur. Denk even graag na over een andere vorm voor een flesje, als over het gebruik van een meubel als over een bedrijfs feest waar zo'n duizend mensen een avond plezier moeten hebben". „Ik kwam in de loop der jaren met allerlei milieus in aanraking, waarover je dan ook weer kan gaan zitten me diteren. Zo komen we in de buurt van de stichting Dienst en Ruimte, de drie ideeën die u nu zo langzamerhand wel kent. En ook een heel legertje Nederlanders, want de telefoon In deze dagen, nu onze Koningin op 30 april haar zestigste verjaardag hoopt te vieren, en haar ivitte pa leis, in groen gevat, meer dan ooit hart van het land zal zijn, is het wellicht aan trekkelijk eens te duiken in de geschiedenis van dit lustslot dat door de eeuwen heen grote aantrekkings kracht. heeft uitgeoefend. De bezitting werd in 1674 aangekocht door de Staten van Utrecht en ten geschenke ge geven aan stadhouder Willem III, prins van Oranje, uit dank voor de diensten door hem aan de bevordering van de alge mene welvaart bewezen. Deze vorst liet er tussen 1674 en 1678 een landelijk jachtslot bouwen, dat. toen hij kinderloos over leed, bij wilsbeschikking in be zit kwam van Jan Willem Friso. prins van Oranje en stadhouder van Friesland. Zijn zoon Willem Karei Hendrik Friso, die pas na zijn dood geboren werd, heeft het later als Willem IV be woond en ook diens zoon Wil lem V. In de Franse tijd werd het verbeurd verklaard en ontluis terd door het tot logement te degraderen. Wonder boven wonder maakte Lodewijk Na poleon hier in 1808 een eind aan, hij koes het vervallen paleis als residentie en liet het zoveel mogelijk herstellen. In i"313 werd Nederland onafhan kelijk en kwam Soestdijk in het bezit van kroonprins Willem, de held van Quatre Bras en Waterloo, de latere koning Willem II. Hij was het die grote veranderingen aanbracht aan paleis en omgeving. In de zeventiende eeuw was de tuin volgens de gebruiken van die tijd op aanwijzing van stadhouder Willem III aange legd met broderies en tuin beelden tussen geschoren hagen, aan beide zijden geflan keerd door terrassen met vruchtbomen, met zowel aan voor- als achterzijde een herte kamp. Toen reeds werd gebruik gemaakt van oranjebomen om de achtergevel op te luisteren. En nóg staan daar de 50 enor me kuipen met oranjebomen, een unicum in Nederland, die 's zomers als een allee het paleis met de oranjerie verbin den. Of ze allemaal uit die beginperiode afkomstig zijn, vertelt de historie niet, maar een feit is het dat deze zo nauw met ons Oranjehuis verweven bomen honderden jaren oud kunnen worden. Koning Willem II maakte aan de verouderde tuinaanleg een einde door de beroemde tuin en landschapsarchitect J. D. Zocher opdracht te geven dc paleistuinen in de landschap pelijke stijl van die tijd te her scheppen. Na diens dood werd dit grootse werk voltooid door zijn zoon J. D. Zocher Jr., die voor de tuinaanleg in ons land van bijzondere betekenis is ge worden. Tot de trots van Soestdijk en van de chef-bloemist, de heer C. van den Brink, die al 46 jaar het 50 ha grote terrein in be heer heeft, behoort een gewel dige linde in de nabijheid van het zwembad. Het is de zwaar ste linde van ons land met een omvang van 6,35 meter, die nog steeds zijn groei niet heeft vol tooid. Dat blijkt uit metingen die om de vijf jaar worden ver richt. Een tweede glanspunt van de paleistuin is een immense tulpe boom Liriodendron, meer dan een eeuw oud, in de bloeitijd een sprookje en prachtig van vorm. Met de lathyruscultuur treedt Soestdijk in de openbaarheid: de koninklijke inzendingen val len jaarlijks op de grote lathy rustentoonstelling hoge bekro ningen ten deel. Lathyrus behoort tot de lievelingsbloe men van het koninklijk gezin De koningin geeft de voorkeui aan pasteltinten, hoewel voor de tentoonstelling het gehele sortiment aanwezig moet zyn Alle zaaibloemen voor bor derbeplanting en vaasvulling worden in de paleistuin zelf gezaaid. Naast lathyrus wordi Tuin en park van paleis Soestdijk zijn niet te be zichtigen. Wèl toegankeijk op be paalde voorwaarden zijn: Het Baarnse bos, ten oosten van de Rijksweg Am sterdamAmersfoort aan de overzijde van het paleis. Kaarten gratis bij het bureau van het Kroondomein en het Verkeersbureau te Baarn en Soest. Het Roosterbos, ten wes ten van genoemde Rijksweg en ten noorden van de pro vinciale weg BaarnHilver- sum, eveneens gratis en bij de reeds genoemde instan ties kaarten verkrijgbaar. *- Voor het Paardenbos is een jaarkaart nodig van ƒ0,60 per gezin, een speci ale hondenkaart ƒ0,50, mits de honden goed onder appèl staan. Het bos is gelegen ten westen van de Rijks straatweg en ten zuiden van de Hllversum8e weg. Genoemde Domeinbossen zijn in totaal 300 ha groot BIJ DE FOTO Het witte paleis in zijn riante omgeving. Links de grote cen traal gelegen vijver, op het gazon gezellige zitjes. Rechts vaste-plan- tenborder en geheel rechts de oran jerie, waar oranjebomen, laurieren en andere niet-winterharde planten overwinteren. (Foto RVD Aero-Camera) ook een speciale plaats inge ruimd voor de zonnebloem, eveneens een favoriet, waarvan de heer Van den Brink maar liefst tien soorten laat zaaien, uiteenlopend van zéér groot- bloemig tot kleinbloemig. De populair geworden witte anjers van prins Bernhard zul- ien wij er echter tevergeefs -.oeken. De cultuur zou te veel voorzieningen eisen, zodat ze /an buiten-af worden betrok- .en. Wat de moes- en fruitluin jetreft. 1,5 ha groot, geheel >mmuurd, aan de overzijde van le weg gelegen: daar worden behalve het geijkte groente- •ortiment ook asperges geteeld. Veel ruimte wordt ingenomen door aardbeien en speciaal de maandbloeier „Baron von Sole- macher", die vanaf het voor jaar tot laat in het najaar oogstbaar is en zeer in trek is bij de koninlijke familie, even als de frambozenaardbei Sen sation (Mizzi Schindler). Op het gebied van de aalbessen wordt Fay's New Prolific met grote bessen het meest geteeld naast Engelse witte kruisbes sen. Pruimen en perziken wor den in de koude kas gekweekt. Waar eens de prinsessen speelden, bloemen plukten en vruchten snoepten, is het nu stil geworden, maar binnenkort zal het er wel weer sprankelen van leven, als de kleinzoons groot genoeg zijn om speur- en strooptochten te ondernemen bij hun grootouders in Soest dijk, waar letterlijk en figuur lijk de oranjeboom blijft bloeien! A. C MULLER-IDZERDA heeft na de uitzendingen niet stil gestaan." „Waar het mij om te doen is? Om de hart-kant van ons samenleven, die er de kleur, de diepte aan geeft. In je werk: iedereen vindt het toch fijn om van tijd tot tijd eens te horen: kan jij dat? Geweldig! Die be wondering geeft de man ineens nieuw perspectief, die waar dering heeft hij nodig. Vandaar dat idee: kijk nu eens hoe allerlei mensen hun werk doen, hoe interessant, hoé mooi. En ook de gedachte: doe es wat voor een ander. Zie het. Doe niet alleen wat voor het loon zakje. Kom er met je hart in. Want ieder mens vraagt heel kinderlijk om doodgewoon medeleven." „Het zit ook in de tijd - er ontstaat meer behoefte aan hartelijkheid, aan onderling vertrouwen. Niet om daardoor als groepjes samen te klonte ren, maar gewoon als derde dimensie, als geestelijke kleur van al onze intenties, van heel ons doen en laten." „Nederlanders zijn geen kwaaie rakkers, de doorsnee Nederlander heeft iets moeder- door Ton v. d. Hammen lijks, wil wel helpen als hem daarom gevraagd wordt. Diep onder zijn huid is hij een emo tionele fguur, die de hart-kant niet blijkt te kunnen missen. Vandaar dat acties in ons land doorgaans succes hebben. Dat moet geleid worden. Vandaar, dat er een boekje „Manifesta tie Nederland" zal uitkomen, waarin ondernemingen staan die belangstellend bezoek graag zullen ontvangen. Vandaar ook een boekje straks met vraag en aanbod in het gewone dienst betoon." „De Nederlander is ook van oudsher ondernemend geweest. Nu nog. Hij wil ook nu wel emigreren, maar met meer zekerheden, wat betekent: goed voorbereid, jarenlang des noods." Hoe een aantal Nederlanders goed te transplanteren naar Canada, Australië of waar dan ook? „Wel, door samen te gaan onderzoeken: wat is het beste dat we ervan zouden kunnen maken als we dat zouden wil len? Daar heb ik zo wel mijn gedachten over. Nederlandse groepsvestigingen hebben het altijd in den vreemde gedaan, zeer ten voordele ook van onze wereldindustrie. Waarom dan ook niet belanghebbenden in schakelen in een groepsproject, in settlements in bepaalde lan den? Mits goed voorbereid - als je samen een goeie sfeer hebt, kan alles! - zijn een aan tal settlements te verwezen lijken. Waarbij een familie bijvoorbeeld eerst vijf jaar in het ene gebied leeft en werkt, om de volgende vijf jaar weer naar een geheel ander gebied te gaan. Waarom niet?" Wat die ideeën betreft, kunt u natuurlijk zeggen: het ligt allemaal voor de hand, en: daar hebben we wel meer van ge hoord. Akkoord, maar wie dééd wat? Daar gaat het namelijk om. Wie weet wat er van deze uitzendingen komt? Misschien veel, misschien niets. Het is volkomen vrijblijvend, hoor. Ik heb tot driemaal toe wat ge vraagd, maar wil daarbij nie mand forceren." „In elk geval hebben we vele honderden reacties, waarmee de stichting Dienst en Ruimte verder wil werken. De ideeën zijn er. Blijkt men ervoor te voelen en is er vertrouwen dan Drie ideeën: 1. meer belangstelling voor de ander; voor een ander; 3. gestructureerd emigreren. gaan we rustig verder. Niet als vereniging of wat ook, maar gewoon als mensen die soort gelijke belangen en gedachten hebben. We zien wel wat ervan komt. Zo niet? Even goeie vrienden. En dat is zo ongeveer alles." (door Link van Bruggen) PRAAG Tsjechoslowakije is een gebroken land. Het volk is gefrustreerd, verdeeld, be vreesd en gespannen. Over de ruggen van anderen klimmen grote en kleine partijbonzen naar boven. Niemand weet waar hij precies aan toe is, ook de communistische partijleider niet. Of ze nu liberaal zijn of conservatief, voor Dubcek of tegen Husak, de kat wordt nog altijd uit de boom gekeken, de kaarten zijn nog niet defini. tief gevallen. De tragiek is als het ware uit de Praagse lucht te snijden. De sombere, verre van „gouden stad", ademt een sfeer van een depressie, die de mensen op het gezicht staat gegroefd. De oude ren lopen haastig voorbij; ze zijn schuw; het liefst doen ze er het zwijgen toe. Met de jongeren is het wat beter gesteld, maar niet omdat er redenen voor optimisme of vreugde zyn. Alleen gloeit het idealisme wat langer na. De jeugd is soepeler en heeft een groter incasseringsvermogen dan vaders en moeders, die al een mensenleven lang beladen zijn met zorgen over hun materiële en geestelijke bestaan. Hoe anders was dat vorig jaar, toen de opgekropte vrij heidsdrang een uitweg zocht in een verwarmend individualis me. De staat was sinds het in slaan van de nieuwe koers niet langer alleenzaligmakend. Er werden andere waarden gevon den en genoemd, geprezen, be sproken en toegepast. Hel staatssocialisme bleef weliswaar, doch er werd ruimte geschapen voor de invoering van moderne arbeidsmethoden en een efficiënter produktie- apparaat. Tsjechenen Slowaken zwerm den voor het eerst sinds twintig jaar over de grenzen, zagen Europa, proefden van de vrij heden en de welvaartsverwor- venheden, en keerden naar hun land terug met de vaste over tuiging er iets moois en goeds •an te maken. De dreiging van een zich ver aden voelend Oostblok bleef, maar mannen als Dubcek. Smrkovsky en Svoboda wisten de gevaren aanvankelijk af te wenden. In Cierna, waar de Russen in de personen van par tijleider Brezjnef en premier Kosygin met harde methoden ?n beledigende termen werk- 'en, wisten de nieuwe Tsjecho- lowaakse leiders hun mannetje 'e staan. In Bratislava, niet lang daar- ia. werden van de zijde van dc Sowjets bijna ontroerende be loften, tranen, omhelzingen en heildronken geproduceerd om aan te geven hoe blij de par- tijen waren met het bereikte compromis. Aan de ene kant zou de koers mogen worden voortgezet. Aan de andere kant zou een stevige verbondenheid blijven bestaan met de commu nistische wereld zowel in mili taire als in economische zin. Het bleken valse beloften te zijn. Ook kon van krokodillen tranen, judaskussen en doem- dronken worden gesproken. Slechts een paar weken na het grote verzoeningsfeest in Bratislava vielen Russische tanks op verraderlijke wijze Tsjechoslowakije binnen, wer den de progressieve leiders naar Moskou afgevoerd als presi dent Svoboda niet zo flink was opgetreden, waren partijleider Dubcek en presidiumlid Smrkovsky nooit teruggekeerd terwijl Moskou als hoofd van de satellietstaten aan een inti- midatiepolitiek begon, die op de herinkapseling in het com munistisch blok was gericht van veertien miljoen machte loze Tsjechen en Slowaken. Na die totale bezetting, na werden aangericht aan Rus sische bezittingen in Praag, kwamen als de ontlading van een spanning, die niet langer kon worden opgekropt. En nu? Sinds Dubcek, die z'n hand duidelijk overspeelde, het onderspit dolf, en werd opge volgd door zyn ambitieuze Slo waakse rivaal Husak, heeft hét volk er het hoofd bij neerge legd. Het wist reeds lang dat dit gebeuren zou. Het had to taal geen illusies meer over een keren van het getij. Het had zelfs al voorzien dat met de val van Dubcek het einde werd in geluid van de bewogen en aan vankelijk veelbelovende episode in de geschiedenis van de slechts vijftig jaar oude staat. Niettemin staan de mensen er geteisterd bij nu de geest van verzet door slim manoeu vreren van het Kremlin is ge broken. Men ervaart iets van hun gedachtengang, en hun als een zware verwonding gevoelde tragiek, als men met hen praat of alleen maar stil naar hen luistert. Terug naar de tijd van No- weet dat Dubcek en Smrkovs ky het pleit hebben verloren. Men ervaart het Aziatische ge duld van de Russen, hun lang zaam en taktisch afpellen van alles wat hen niet zint, als een tantaluskwelling. Het wantrouwen onderling is sterk gegroeid. Niemand weet wie straks zijn redder of ver rader zal zijn. Evenmin is be kend of men nog zal moeten boeten voor handelingen uit de korte periode, die als liberaal en progressief staat vermeld. In de partijkaders probeert men zichzelf al te dekken. Hel conservatief communistisch denken krijgt duidelijk de over hand. Velen loeren op functies, nu nog bekleed door figuren, die zich onder Dubcek „ver licht" hebben getoond. Anderen proberen woorden in te slik ken, die ze na de val van Novotky uitgesproken hebben en die, in Marxistische zin al thans, niet helemaal zuiver Het aangrijpende drama van het Tsjechoslowaakse volk speelt zich nog grotendeels ach ter de schermen af. In Praag vraagt men zich angstig af wanneer het in de volle open baarheid zal treden. Elke dag worden de duimschroeven wat steviger aangedraaid. De cen suur, het verbod buitenlandse kranten te importeren, de ge heime dienst, de geheimzinnige arrestaties alles is er weer, terwijl de commissie die doen de was slachtoffers van de Stalinistische regimes te reha biliteren, plotseling haar werk zaamheden heeft gestaakt. De vluchtelingenstroom groe' het verleggen van de binnen landse politieke macht naar hei Kremlin, was Tsjechoslowakije eigenlijk al verloren. Maar hei volk gaf het nog niet op. Red deloos en radeloos als het was noogde het alsnog te ontkomer aan de ijzeren greep van het opnieuw terrein winnende Sta linisme, dat men zo goed hac jekend in de zwarte dagen vai "ïottwald, Zapotocky en Novot ty- Praag bl.eef passief verzei ■legen. Studenten en arbeider; bleven protesteren, hoewel zc ■jeen schijn van kans hadden De begrafenis van Jan Palach die zichzelf in januari uit on macht opofferde, werd een mas sale demonstratie tegen het imperialistische bewind van dc rode supermacht. De vernielingen in maart, die ootny?" zegt een wat oudere nan. „Ik moet er niet aan den zen. Als dat gebeurt, verlies ik uijn zelfrespect". ,Jk voel me gekrenkt", ver- laart een student, „we worden erraden door mensen, die geen nkel mandaat hebben, en toch amens ons menen te spreken". „Wat moeten we doen?" raagt een jonge vrouw zich af, we staan alleen. Elke aktie al tot zelfvernietiging leiden". Een oudere vrouw, die ik nog an het vorige jaar ken. uit teel wat blijdere en hoopvol- <>re tijden overigens, zegt niets. VIs ik haar begroet, houdt ze 'ang m'n hand vast en haar ogen zijn verduisterd door tranen. D^ brandende vraag, die overal wordt gesteld, is, wat er nu precies^gebeuren gaat. v gestadig aan. Het gaat vooral om jonge mensen, die het land bij bosjes verlaten, omdat zc genoeg hebben van de slechts even onderbroken dictatuur. De buitenlandse consulaten en de luchtvaartmaatschappijen moeten zoveel aanvragen ver werken, dat ze handen te kort komen. Het kan nu nog. Met een geldig paspoort en een visum kan men Tsjechoslowa kije nog uit; over een maand misschien al niet meer. De hoop is verdwenen in Praag, dat zich jaren met hoop heeft gevoed om ver der te kunnen leven. Er klinken nog slechts zwakke protesten op. Ze vinden "hauwelijks weerklank.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 15