Hebt U misschien interesse?
ORANJEBOOM
Tsjechoslowakije
in wurgende greep
van wantrouwen
ZOMAAR WAT IDEEËN - GEERT ELFFERICH
Soestdijk:
waar
unieke
BEZOEK
3
ZATERDAG 26 APRIL 1969
Dinsdag omstreeks tien voor half elf, vlak voor de laatste uitzending van
het nieuwsjournaal op Nederland I kunt u hem weer op het scherm zien:
Geert Elfferich, de zware duifgrijze man met bril, weggezakt in een fauteuil,
die zo maar wat huiselijk zit te babbelen. Ditmaal zit er niet, zoals de drie
voorafgaande keren een andere meneer naast om met zijn „jaja" „inderdaad"
en „dat vind ik nou ook" als klankbord voor de forse spreker te fungeren.
Het wordt nu een soort kruisverhoor van Elfferich, door twee heren afgeno
men. Onderwerp van gesprek: drie ideëen van de stichting Dienst en Ruimte.
K Idee nummer I: U draagt een horloge, een bril,
schoenen, u loopt op tapijt, eet een bonbonnetje, kookt in
een pan. Maar weet u hoe dat nu allemaal wordt gemaakt?
U juicht nu wel voor Cruyffie, Kees Verkerk en Ada Kok,
maar u zou ook gaan juichen als u zag wat mej. Ingwersen,
meneer Jonkman of meneer De Zwart in hun werk
presteerden. Zoudt u niet eens willen volgen hoe allerlei
dingen die ons dagelijks omringen gemaakt worden? Dan
gaan we, door van eikaars werk kennis te nemen, ook
elkaar beter zien!
Idee nummer 2: Allemaal hebben we deel aan de
samenleving. Weet u wat zo prettig zou zijn? Voor u en
voor de ander? Als u wanneer het tenminste uitkomt
eens wat kleine dingen voor een ander deed. Een ander, die
u tevoren misschien helemaal niet kende. Wat? Bood
schappen doen. Planten water geven. De hond uitlaten van
mevrouw X, die ziek is. Een taart bakken voor meneer Y,
zo maar, om hem een plezier te doen. Het hoeft niet hoor.
maar u moet het eens proberen en dan ontdekken wat u
ervaart
I ■£- Idee nummer 3: We beginnen elkaar hier in Nederland
wel in de weg te lopen. Of vindt u van niet? Waar kunneri
onze kinderen in nieuwe wijken nog echt, avontuurlijk
spelen? Ook voor later: je armslag is toch niet zo ver
schrikkelijk groot. Wat wil je, met z'n dertien miljoenen
in ons kléine landje. Emigreren? Oké, zegt u misschien,
maar niet op een schoen en een slof. Dat hoeft ook niet!
Er zou over te praten zijn. Een groepsemigratie zou uit
voerig samen voorbereid kunnen worden. Interesse?
Misschien vergaat het u als
anderen, die vorige keren eigen
lijk naar bed wilden gaan, maar
deze programmaatjes van de
HIRO, de humanitair idealisti
sche radio-omroep, geïnteres
seerd uit bleven zitten. On
danks abominabele presentatie.
Ondanks allerlei onbeantwoor
de vragen, zoals: wat is dat
voor een stichting? wie staan
daar achter? wie is die knusse
prater? En: wat is eigenlijk
die HIRO?
Om met dat laatste te begin
nen - de HIRO bestaat al sinds
1929. liet lang, niets van zich
horen, maar komt via het
nieuwe omroepbestel weer
bescheiden aan bod als een
communicatiekanaal voor mini-
groeperingen (het Bahai-geloof
bijvoorbeeld) of zo maar inte
ressante meningen. Zoals van
deze stichting Dienst en
Ruimte.
Ja, wat is dat nou weer? In
feite een clubje geïnteresseer
den - overigens niet de eersten
de besten - rondom ideeënman,
zoals hij zichzelf noemt, Geert
Elfferich. De prater in de stoel
Precies. De hele zaak is zo
ongeveer wel op hem terug te
voeren.
Geert Elfferich (49) verdient
met ideeën zijn boterham. Een
goeie! Hij blijft staan waar
anderen aan voorbij lopen. Hij
denkt er zo es over. En in
negen van de tien gevallen
zegt hij: Eureka, ik heb het
gevonden. Dat vinden anderen
dan ook en vervolgens wordt
hij ervoor betaald.
Aan zijn klassieke jeugderva
ringen (het wou niet op school
en zo) gaan we nu maar voor
bij. Om te beginnen was hij te
vinden bij de radio. Schreef
liedjes, won eens een prijs,
schreef teksten voor strips,
maakte flmmuziek. Hij noteer
de de muziek, niet, liet dat over
aan arrangeurs, maar liet het
horen op de piano, waar hij
nogal lekker op weg kan. Ging
van lieverlee allerlei mogelijke
en onmogelijke dingen doen.
Door die ideeënhobby van hem.
Zo was hij de man die met
het idee kwam de mensen geld
in lucifersdoosjes te laten stop
pen als start voor de marathon
actie voor „Het Dorp'. En wat
voor een start! Van hem was
bijvoorbeeld ook de gedachte
van het All Star Festival: ster
ren van wereldformaat zingen
voor een lp, die ten bate van
een goed doel verkocht wordt.
Dit werd een wereldprimeur
en zijn naam prijkt nog altijd
op de hoes van de plaat, die
ten bate van Unicef honderd
duizenden kopers vond.
Enfin, zo ging het door. Met
dien verstande dat het werk
terrein zachtjes aan van de
radio naar het bedrijfsleven
werd verlegd.
Elfferich: „Een kwestie van
goodwill opbouwen. Ik heb me
aangewend altijd goed uit m"n
ogen te kijken, goed te obser
veren en goed na te denken
over allerlei gewone dingen. In
het prozaïsche vind ik een stuk
creativiteit. Daarbij interesseer
ik me voor letterlijk alles: ik
heb geen enkele voorkeur.
Denk even graag na over een
andere vorm voor een flesje,
als over het gebruik van een
meubel als over een bedrijfs
feest waar zo'n duizend mensen
een avond plezier moeten
hebben".
„Ik kwam in de loop der
jaren met allerlei milieus in
aanraking, waarover je dan
ook weer kan gaan zitten me
diteren. Zo komen we in de
buurt van de stichting Dienst
en Ruimte, de drie ideeën die
u nu zo langzamerhand wel
kent. En ook een heel legertje
Nederlanders, want de telefoon
In deze dagen, nu onze
Koningin op 30 april haar
zestigste verjaardag hoopt
te vieren, en haar ivitte pa
leis, in groen gevat, meer
dan ooit hart van het land
zal zijn, is het wellicht aan
trekkelijk eens te duiken
in de geschiedenis van dit
lustslot dat door de eeuwen
heen grote aantrekkings
kracht. heeft uitgeoefend.
De bezitting werd in 1674
aangekocht door de Staten van
Utrecht en ten geschenke ge
geven aan stadhouder Willem
III, prins van Oranje, uit dank
voor de diensten door hem aan
de bevordering van de alge
mene welvaart bewezen. Deze
vorst liet er tussen 1674 en 1678
een landelijk jachtslot bouwen,
dat. toen hij kinderloos over
leed, bij wilsbeschikking in be
zit kwam van Jan Willem Friso.
prins van Oranje en stadhouder
van Friesland. Zijn zoon Willem
Karei Hendrik Friso, die pas na
zijn dood geboren werd, heeft
het later als Willem IV be
woond en ook diens zoon Wil
lem V.
In de Franse tijd werd het
verbeurd verklaard en ontluis
terd door het tot logement te
degraderen. Wonder boven
wonder maakte Lodewijk Na
poleon hier in 1808 een eind
aan, hij koes het vervallen
paleis als residentie en liet het
zoveel mogelijk herstellen. In
i"313 werd Nederland onafhan
kelijk en kwam Soestdijk in het
bezit van kroonprins Willem,
de held van Quatre Bras en
Waterloo, de latere koning
Willem II. Hij was het die grote
veranderingen aanbracht aan
paleis en omgeving.
In de zeventiende eeuw was
de tuin volgens de gebruiken
van die tijd op aanwijzing van
stadhouder Willem III aange
legd met broderies en tuin
beelden tussen geschoren
hagen, aan beide zijden geflan
keerd door terrassen met
vruchtbomen, met zowel aan
voor- als achterzijde een herte
kamp. Toen reeds werd gebruik
gemaakt van oranjebomen om
de achtergevel op te luisteren.
En nóg staan daar de 50 enor
me kuipen met oranjebomen,
een unicum in Nederland, die
's zomers als een allee het
paleis met de oranjerie verbin
den. Of ze allemaal uit die
beginperiode afkomstig zijn,
vertelt de historie niet, maar
een feit is het dat deze zo nauw
met ons Oranjehuis verweven
bomen honderden jaren oud
kunnen worden.
Koning Willem II maakte aan
de verouderde tuinaanleg een
einde door de beroemde tuin
en landschapsarchitect J. D.
Zocher opdracht te geven dc
paleistuinen in de landschap
pelijke stijl van die tijd te her
scheppen. Na diens dood werd
dit grootse werk voltooid door
zijn zoon J. D. Zocher Jr., die
voor de tuinaanleg in ons land
van bijzondere betekenis is ge
worden.
Tot de trots van Soestdijk en
van de chef-bloemist, de heer
C. van den Brink, die al 46 jaar
het 50 ha grote terrein in be
heer heeft, behoort een gewel
dige linde in de nabijheid van
het zwembad. Het is de zwaar
ste linde van ons land met een
omvang van 6,35 meter, die nog
steeds zijn groei niet heeft vol
tooid. Dat blijkt uit metingen
die om de vijf jaar worden ver
richt.
Een tweede glanspunt van de
paleistuin is een immense tulpe
boom Liriodendron, meer dan
een eeuw oud, in de bloeitijd
een sprookje en prachtig van
vorm.
Met de lathyruscultuur treedt
Soestdijk in de openbaarheid:
de koninklijke inzendingen val
len jaarlijks op de grote lathy
rustentoonstelling hoge bekro
ningen ten deel. Lathyrus
behoort tot de lievelingsbloe
men van het koninklijk gezin
De koningin geeft de voorkeui
aan pasteltinten, hoewel voor
de tentoonstelling het gehele
sortiment aanwezig moet zyn
Alle zaaibloemen voor bor
derbeplanting en vaasvulling
worden in de paleistuin zelf
gezaaid. Naast lathyrus wordi
Tuin en park van paleis
Soestdijk zijn niet te be
zichtigen.
Wèl toegankeijk op be
paalde voorwaarden zijn:
Het Baarnse bos, ten
oosten van de Rijksweg Am
sterdamAmersfoort aan de
overzijde van het paleis.
Kaarten gratis bij het bureau
van het Kroondomein en het
Verkeersbureau te Baarn en
Soest.
Het Roosterbos, ten wes
ten van genoemde Rijksweg
en ten noorden van de pro
vinciale weg BaarnHilver-
sum, eveneens gratis en bij
de reeds genoemde instan
ties kaarten verkrijgbaar.
*- Voor het Paardenbos is
een jaarkaart nodig van
ƒ0,60 per gezin, een speci
ale hondenkaart ƒ0,50, mits
de honden goed onder appèl
staan. Het bos is gelegen
ten westen van de Rijks
straatweg en ten zuiden van
de Hllversum8e weg.
Genoemde Domeinbossen
zijn in totaal 300 ha groot
BIJ DE FOTO
Het witte paleis in zijn riante
omgeving. Links de grote cen
traal gelegen vijver, op het gazon
gezellige zitjes. Rechts vaste-plan-
tenborder en geheel rechts de oran
jerie, waar oranjebomen, laurieren
en andere niet-winterharde planten
overwinteren.
(Foto RVD Aero-Camera)
ook een speciale plaats inge
ruimd voor de zonnebloem,
eveneens een favoriet, waarvan
de heer Van den Brink maar
liefst tien soorten laat zaaien,
uiteenlopend van zéér groot-
bloemig tot kleinbloemig.
De populair geworden witte
anjers van prins Bernhard zul-
ien wij er echter tevergeefs
-.oeken. De cultuur zou te veel
voorzieningen eisen, zodat ze
/an buiten-af worden betrok-
.en.
Wat de moes- en fruitluin
jetreft. 1,5 ha groot, geheel
>mmuurd, aan de overzijde van
le weg gelegen: daar worden
behalve het geijkte groente-
•ortiment ook asperges geteeld.
Veel ruimte wordt ingenomen
door aardbeien en speciaal de
maandbloeier „Baron von Sole-
macher", die vanaf het voor
jaar tot laat in het najaar
oogstbaar is en zeer in trek is
bij de koninlijke familie, even
als de frambozenaardbei Sen
sation (Mizzi Schindler). Op
het gebied van de aalbessen
wordt Fay's New Prolific met
grote bessen het meest geteeld
naast Engelse witte kruisbes
sen. Pruimen en perziken wor
den in de koude kas gekweekt.
Waar eens de prinsessen
speelden, bloemen plukten en
vruchten snoepten, is het nu
stil geworden, maar binnenkort
zal het er wel weer sprankelen
van leven, als de kleinzoons
groot genoeg zijn om speur- en
strooptochten te ondernemen
bij hun grootouders in Soest
dijk, waar letterlijk en figuur
lijk de oranjeboom blijft bloeien!
A. C MULLER-IDZERDA
heeft na de uitzendingen niet
stil gestaan."
„Waar het mij om te doen is?
Om de hart-kant van ons
samenleven, die er de kleur, de
diepte aan geeft. In je werk:
iedereen vindt het toch fijn om
van tijd tot tijd eens te horen:
kan jij dat? Geweldig! Die be
wondering geeft de man ineens
nieuw perspectief, die waar
dering heeft hij nodig. Vandaar
dat idee: kijk nu eens hoe
allerlei mensen hun werk doen,
hoe interessant, hoé mooi. En
ook de gedachte: doe es wat
voor een ander. Zie het. Doe
niet alleen wat voor het loon
zakje. Kom er met je hart in.
Want ieder mens vraagt heel
kinderlijk om doodgewoon
medeleven."
„Het zit ook in de tijd - er
ontstaat meer behoefte aan
hartelijkheid, aan onderling
vertrouwen. Niet om daardoor
als groepjes samen te klonte
ren, maar gewoon als derde
dimensie, als geestelijke kleur
van al onze intenties, van heel
ons doen en laten."
„Nederlanders zijn geen
kwaaie rakkers, de doorsnee
Nederlander heeft iets moeder-
door
Ton v. d. Hammen
lijks, wil wel helpen als hem
daarom gevraagd wordt. Diep
onder zijn huid is hij een emo
tionele fguur, die de hart-kant
niet blijkt te kunnen missen.
Vandaar dat acties in ons land
doorgaans succes hebben. Dat
moet geleid worden. Vandaar,
dat er een boekje „Manifesta
tie Nederland" zal uitkomen,
waarin ondernemingen staan
die belangstellend bezoek graag
zullen ontvangen. Vandaar ook
een boekje straks met vraag en
aanbod in het gewone dienst
betoon."
„De Nederlander is ook van
oudsher ondernemend geweest.
Nu nog. Hij wil ook nu wel
emigreren, maar met meer
zekerheden, wat betekent: goed
voorbereid, jarenlang des
noods."
Hoe een aantal Nederlanders
goed te transplanteren naar
Canada, Australië of waar dan
ook?
„Wel, door samen te gaan
onderzoeken: wat is het beste
dat we ervan zouden kunnen
maken als we dat zouden wil
len? Daar heb ik zo wel mijn
gedachten over. Nederlandse
groepsvestigingen hebben het
altijd in den vreemde gedaan,
zeer ten voordele ook van onze
wereldindustrie. Waarom dan
ook niet belanghebbenden in
schakelen in een groepsproject,
in settlements in bepaalde lan
den? Mits goed voorbereid -
als je samen een goeie sfeer
hebt, kan alles! - zijn een aan
tal settlements te verwezen
lijken. Waarbij een familie
bijvoorbeeld eerst vijf jaar in
het ene gebied leeft en werkt,
om de volgende vijf jaar weer
naar een geheel ander gebied
te gaan. Waarom niet?"
Wat die ideeën betreft, kunt
u natuurlijk zeggen: het ligt
allemaal voor de hand, en: daar
hebben we wel meer van ge
hoord. Akkoord, maar wie dééd
wat? Daar gaat het namelijk
om. Wie weet wat er van deze
uitzendingen komt? Misschien
veel, misschien niets. Het is
volkomen vrijblijvend, hoor. Ik
heb tot driemaal toe wat ge
vraagd, maar wil daarbij nie
mand forceren."
„In elk geval hebben we vele
honderden reacties, waarmee
de stichting Dienst en Ruimte
verder wil werken. De ideeën
zijn er. Blijkt men ervoor te
voelen en is er vertrouwen dan
Drie ideeën: 1. meer belangstelling voor de ander;
voor een ander; 3. gestructureerd emigreren.
gaan we rustig verder. Niet als
vereniging of wat ook, maar
gewoon als mensen die soort
gelijke belangen en gedachten
hebben. We zien wel wat ervan
komt. Zo niet? Even goeie
vrienden.
En dat is zo ongeveer alles."
(door Link van Bruggen)
PRAAG Tsjechoslowakije is
een gebroken land. Het volk is
gefrustreerd, verdeeld, be
vreesd en gespannen. Over de
ruggen van anderen klimmen
grote en kleine partijbonzen
naar boven. Niemand weet
waar hij precies aan toe is, ook
de communistische partijleider
niet. Of ze nu liberaal zijn of
conservatief, voor Dubcek of
tegen Husak, de kat wordt nog
altijd uit de boom gekeken,
de kaarten zijn nog niet defini.
tief gevallen.
De tragiek is als het ware uit
de Praagse lucht te snijden. De
sombere, verre van „gouden
stad", ademt een sfeer van een
depressie, die de mensen op het
gezicht staat gegroefd. De oude
ren lopen haastig voorbij; ze
zijn schuw; het liefst doen ze
er het zwijgen toe.
Met de jongeren is het wat
beter gesteld, maar niet omdat
er redenen voor optimisme of
vreugde zyn. Alleen gloeit het
idealisme wat langer na. De
jeugd is soepeler en heeft een
groter incasseringsvermogen
dan vaders en moeders, die al een
mensenleven lang beladen zijn
met zorgen over hun materiële
en geestelijke bestaan.
Hoe anders was dat vorig
jaar, toen de opgekropte vrij
heidsdrang een uitweg zocht in
een verwarmend individualis
me. De staat was sinds het in
slaan van de nieuwe koers niet
langer alleenzaligmakend. Er
werden andere waarden gevon
den en genoemd, geprezen, be
sproken en toegepast.
Hel staatssocialisme bleef
weliswaar, doch er werd ruimte
geschapen voor de invoering
van moderne arbeidsmethoden
en een efficiënter produktie-
apparaat.
Tsjechenen Slowaken zwerm
den voor het eerst sinds twintig
jaar over de grenzen, zagen
Europa, proefden van de vrij
heden en de welvaartsverwor-
venheden, en keerden naar hun
land terug met de vaste over
tuiging er iets moois en goeds
•an te maken.
De dreiging van een zich ver
aden voelend Oostblok bleef,
maar mannen als Dubcek.
Smrkovsky en Svoboda wisten
de gevaren aanvankelijk af te
wenden. In Cierna, waar de
Russen in de personen van par
tijleider Brezjnef en premier
Kosygin met harde methoden
?n beledigende termen werk-
'en, wisten de nieuwe Tsjecho-
lowaakse leiders hun mannetje
'e staan.
In Bratislava, niet lang daar-
ia. werden van de zijde van dc
Sowjets bijna ontroerende be
loften, tranen, omhelzingen en
heildronken geproduceerd om
aan te geven hoe blij de par-
tijen waren met het bereikte
compromis. Aan de ene kant
zou de koers mogen worden
voortgezet. Aan de andere kant
zou een stevige verbondenheid
blijven bestaan met de commu
nistische wereld zowel in mili
taire als in economische zin.
Het bleken valse beloften te
zijn. Ook kon van krokodillen
tranen, judaskussen en doem-
dronken worden gesproken.
Slechts een paar weken na
het grote verzoeningsfeest in
Bratislava vielen Russische
tanks op verraderlijke wijze
Tsjechoslowakije binnen, wer
den de progressieve leiders naar
Moskou afgevoerd als presi
dent Svoboda niet zo flink was
opgetreden, waren partijleider
Dubcek en presidiumlid
Smrkovsky nooit teruggekeerd
terwijl Moskou als hoofd van
de satellietstaten aan een inti-
midatiepolitiek begon, die op
de herinkapseling in het com
munistisch blok was gericht
van veertien miljoen machte
loze Tsjechen en Slowaken.
Na die totale bezetting, na
werden aangericht aan Rus
sische bezittingen in Praag,
kwamen als de ontlading van
een spanning, die niet langer
kon worden opgekropt.
En nu? Sinds Dubcek, die z'n
hand duidelijk overspeelde, het
onderspit dolf, en werd opge
volgd door zyn ambitieuze Slo
waakse rivaal Husak, heeft hét
volk er het hoofd bij neerge
legd. Het wist reeds lang dat
dit gebeuren zou. Het had to
taal geen illusies meer over een
keren van het getij. Het had
zelfs al voorzien dat met de val
van Dubcek het einde werd in
geluid van de bewogen en aan
vankelijk veelbelovende episode
in de geschiedenis van de
slechts vijftig jaar oude staat.
Niettemin staan de mensen
er geteisterd bij nu de geest
van verzet door slim manoeu
vreren van het Kremlin is ge
broken. Men ervaart iets van
hun gedachtengang, en hun als
een zware verwonding gevoelde
tragiek, als men met hen praat
of alleen maar stil naar hen
luistert.
Terug naar de tijd van No-
weet dat Dubcek en Smrkovs
ky het pleit hebben verloren.
Men ervaart het Aziatische ge
duld van de Russen, hun lang
zaam en taktisch afpellen van
alles wat hen niet zint, als een
tantaluskwelling.
Het wantrouwen onderling is
sterk gegroeid. Niemand weet
wie straks zijn redder of ver
rader zal zijn. Evenmin is be
kend of men nog zal moeten
boeten voor handelingen uit de
korte periode, die als liberaal
en progressief staat vermeld.
In de partijkaders probeert
men zichzelf al te dekken. Hel
conservatief communistisch
denken krijgt duidelijk de over
hand. Velen loeren op functies,
nu nog bekleed door figuren,
die zich onder Dubcek „ver
licht" hebben getoond. Anderen
proberen woorden in te slik
ken, die ze na de val van
Novotky uitgesproken hebben
en die, in Marxistische zin al
thans, niet helemaal zuiver
Het aangrijpende drama van
het Tsjechoslowaakse volk
speelt zich nog grotendeels ach
ter de schermen af. In Praag
vraagt men zich angstig af
wanneer het in de volle open
baarheid zal treden. Elke dag
worden de duimschroeven wat
steviger aangedraaid. De cen
suur, het verbod buitenlandse
kranten te importeren, de ge
heime dienst, de geheimzinnige
arrestaties alles is er weer,
terwijl de commissie die doen
de was slachtoffers van de
Stalinistische regimes te reha
biliteren, plotseling haar werk
zaamheden heeft gestaakt.
De vluchtelingenstroom groe'
het verleggen van de binnen
landse politieke macht naar hei
Kremlin, was Tsjechoslowakije
eigenlijk al verloren. Maar hei
volk gaf het nog niet op. Red
deloos en radeloos als het was
noogde het alsnog te ontkomer
aan de ijzeren greep van het
opnieuw terrein winnende Sta
linisme, dat men zo goed hac
jekend in de zwarte dagen vai
"ïottwald, Zapotocky en Novot
ty-
Praag bl.eef passief verzei
■legen. Studenten en arbeider;
bleven protesteren, hoewel zc
■jeen schijn van kans hadden
De begrafenis van Jan Palach
die zichzelf in januari uit on
macht opofferde, werd een mas
sale demonstratie tegen het
imperialistische bewind van dc
rode supermacht.
De vernielingen in maart, die
ootny?" zegt een wat oudere
nan. „Ik moet er niet aan den
zen. Als dat gebeurt, verlies ik
uijn zelfrespect".
,Jk voel me gekrenkt", ver-
laart een student, „we worden
erraden door mensen, die geen
nkel mandaat hebben, en toch
amens ons menen te spreken".
„Wat moeten we doen?"
raagt een jonge vrouw zich af,
we staan alleen. Elke aktie
al tot zelfvernietiging leiden".
Een oudere vrouw, die ik nog
an het vorige jaar ken. uit
teel wat blijdere en hoopvol-
<>re tijden overigens, zegt niets.
VIs ik haar begroet, houdt ze
'ang m'n hand vast en haar
ogen zijn verduisterd door
tranen.
D^ brandende vraag, die
overal wordt gesteld, is, wat er
nu precies^gebeuren gaat. v
gestadig aan. Het gaat vooral
om jonge mensen, die het land
bij bosjes verlaten, omdat zc
genoeg hebben van de slechts
even onderbroken dictatuur.
De buitenlandse consulaten en
de luchtvaartmaatschappijen
moeten zoveel aanvragen ver
werken, dat ze handen te kort
komen. Het kan nu nog. Met
een geldig paspoort en een
visum kan men Tsjechoslowa
kije nog uit; over een maand
misschien al niet meer.
De hoop is verdwenen in
Praag, dat zich jaren met
hoop heeft gevoed om ver
der te kunnen leven. Er
klinken nog slechts zwakke
protesten op. Ze vinden
"hauwelijks weerklank.