Muts voor eieren
MUIZEN
PARTIJ
Hortus
AMADEUS
mË
JARIGEN
tkÓtn^tójLxxW3Tl
PUZZEL VAN DE WEEK
Lappie
Loep
IfjM
en
fWfel Hf r"'>-
1 -f-s
de
Appelenberg
iBSmSÊÊÈ
p'
p
ZATERDAG 22 MAART 1969
6
Lyda den Haan stuurde het
volgende gedichtje in.
Vier muisjes op een rijtje,
Die gaven een partijtje.
Ze droegen hoge boordjes,
Tot aan hun spitse oortjes.
De grijze jasjes, net en fijn,
Daaronder vestjes van satijn.
Toen deden ze een dansje,
En één vrolijk Fransje,
Floot rustig op een strootje,
En nam zijn vrienden in het
ootje.
De muisjes hadden grote pret,
En wilden lang nog niet naar
bed.
Ze huurden eerst een zaaltje,
En hielden toen een maaltje.
Van kaas en boterham-korstjes
Ook kleine vette worstjes.
En tot dessert een vleespastei,
Het was een ware smulpartij.
Daar plotseling door een kiertje
Zag poes naar het pleziertje.
Wat schrokken toen de muisjes!
Zo holden naar hun huisjes,
En lieten alles in de steek,
'Alleen, omdat poes zo naar hen
keek.
C
A
R
0
L
1
N
A
Y
E
S
WAT&ÊBÊURr
£R MST E6
J?ÜIM 2£ VIT Cff VJ£& I
Vie 213W STÉRK &ÊNOÊ&
OM AAN HUM
OR&ANISttnÊ' t>Ë OORLOÉ.
TP VPRKLARÉW
IS Her
LEVÊND
NI&T
MBÊt?
V/AARD r.
oajzlfjl
au c\foue t>e.ei>n£r
pRPcies -zo.'éKi zi3w
MPTH0C6W -Z13N OOK
j>6 MI3MÊ
DAG NICHTEN EN NEVEN
Hoe maken we het allemaal?
Hebben jullie het de afgelopen
week erg koud gehad? Brrrr,
het leek wel midden-winter.
Wat hebben julüe moeten vech
ten met de wind toen je op de
fiets naar school ging. Maar dat
geeft niet, hoor! Je wordt er
alleen maar erg sterk van.
Wat een sneeuw in het hoge
noorden en dan te bedenken
dat gisteren de lenteklokken
begonnen te luiden. Misschien
krijgen we nu eens een hele
mooie zomer?... We zullen het
hopen. De zon mag ons best
eens komen verwennen. Ze
houdt zich steeds maar schuil
achter al die grote wolken.
Hebben jullie ook al zoveel
mooie gekleurde krokusjes ge
zien? Ze hebben blijkbaar niet
zoveel last van de kou.
Hoe is het verkeersexamen
gegaan? Jullie schreven er niets
over. Was het zo moeilijk? Nee
toch?
Nu nog iets voor de nieuwe
lingen. Jullie moeten er goed
aan denken dat je precies je
geboortedatum in de brief ver
meldt. En niet alleen wanneer
je jarig bent. Er zijn meisjes en
jongens die verschillende data
opschrijven. Dat moet natuur
lijk niet. Als je het zelf niet
precies w^et, dan kunnen mam
ma of papa je het toch vertel
len?
Zijn de repetities erg moei
lijk? Lukt het allemaal wel?
Nichten en neven heel veel
sterkte op school en tot de vol
gende keer.
Daaaag
TANTE JOS.
Van restjes breikatoen kun
nen we een grappig mutsje
maken voor de eieren. Het is
bijna Pasen en voor jullie een
leuk werkje om het voor die
tijd klaar te hebben.
We zetten twintig steken op en
breien bijvoorbeeld zes naalden
blauw, twee naalden bruin en
twee naalden rose. Deze tien
naalden herhalen we nog zes
keer.
Mamma heeft misschien ook
nog andere kleurenrestjes over,
zodat je een heel andere sa
menstelling van kleurtjes
krijgt. Alle naalden worden
recht gebreid. Moeilijk is het
dus helemaal niet. De afkant-
rand naaien we onzichtbaar
aan de opzetrand vast. Eén zij
kant gaan we inrimpelen en dat
wordt dan de bovenkant Dat
doen we zo: we rijgen met een
draad vlak langs de kant, trek
ken hem stevig aan en hechten
af.
Als afronding maken we nog
een pompoen. Je neemt de
PUZZELOPLOSSING
Als alle letters zijn weg
gestreept, blijft het woordje
klaverblad over.
kleuren die je het mooist vindt
en naait hem dan bovenop het
gerimpelde gedeelte vast.
Wat zullen de eieren deftig
zijn met Pasen!
Ria Heger, Ada de Jong,
Wimmie de Mooy, Nellie Over-
kleeft, Willy Prince, Johan Pijl,
Leo Roobol, Corrie Rozendaal,
Ineke van Rijssel, Bea Schilt,
Antje Schoonhoven, Maarten
Souverijn, Nelleke Verbrugge,
Anje Vlot, Wim de Vos, Joob
van Westen, Sylvia van Wijk,
Hans van Wijk en Ada Zou
tendijk, van harte gefeliciteerd
met jullie verjaardag, van de
nichten en neven.
Dierennamen
verborgen
ZU hebben vast de rijstebrij
geroken.
In dit bos is niet één denne-
boom te vinden.
Zij maakten de partij gereed
voor verzending.
Goed vooruitzicht
Wel Jantje hoe gaat het met
je broertje? Kan hij al lopen?
Jantje: „Nee meneer dat nog
niet, maar hij heeft al voeten."
Jeannette Voortman tekende deze mooie lenteplaat
Meisjes en jongens
we hebben hier weer
een gezellige kruis
woordpuzzel. Zo op het
eerste gezicht lijkt het
allemaal nogal inge
wikkeld, maar dat valt
erg mee.
Jullie zien om de
hokjes allerlei verschil
lende voorwerpen staan.
De bedoeling is dat we
de namen van deze af
beeldingen gaan invul
len in de witte hokjes.
De pijltjes geven pre
cies aan welke richting
je moet gaan.
De oplossing moet
worden opgestuurd vóór
dinsdag 25 maart.
Op heuvels
gebouwd
Wisten jullie dat Rome en
Moskou op zeven heuvels zijn
gebouwd?
Een hortus botanicus is een tuin
waarin planten worden gekweekt.
Hij is meestal ingesteld door een
universiteit en belangrijk voor de
studie. De oudste hortus in Neder
land Is die van Lelden (1587). In
Amsterdam Is er ook één en in
Baam ia die van de Utrechtse uni
versiteit gehuisvest.
In het buitenland zijn bekend de
hortus van de stad Londen. Deze
heet „De Kew Gardens" en die
van Parijs wordt de „Jardin botani-
que" genoemd. Vroeger waren de
hortl (dat is het meervoud) ge
vestigd In kloostertuinen, waar
krulden werden geteeld.
Men maakte en maakt daar nog
medicijnen van voor de zieke
mensen.
sel; 68. lichaamsdeel; 70. vrucht; 71. wiel; 72. kanton in Zwitserland; 74.
afstammeling; 76. houding; 77. een tot de familie der lijsters behorende
vogel; 80. meisjesnaam; 81. overblijfsel bij verbranding; 82. bloelwljze; 83.
lichaamsdelen; 85. slede; 86. bezinksel: 87. boom; 89. bagger; 91. stijf;
92. zilt vocht; 93. vreemde munt.
VERT.: 1. patroon; 2. schalk, element (afk.); 3. hoenderachtige vogel; 4.
onbep. voornaamw.; 6. voorzetsel; 7. kraam; 8. voegwoord; 9. klank; 10.
lichaamsdeel; 11. voorzetsel; 12. nevens; 14. part; 16. lichte bedwelming;
18. ontkenning (Duits); 20. hoepel; 21. kuur; 22. schor; 24. houtrolletje; 26.
hemellichaam; 27. lusthof; 28. Europeaan; 30. dampkring; 33. stellig; 35.
bekend dier; 37. vogel; 38. nachtgewaad; 39. laddertrede; 41. krijgsmacht;
43. inlandse naam van Buitenzorg; 44. bloem; 46. plaats In België; 48. keu
rig; 49. dikke boterham; 50. bijl; 56. latwerk; 58. tevens; 60. leed (ZN);
61. bijwoord; 62. listig: 64. deel van een schip; 65. koppelriem voor jagers-
honden-, 66. tapvormig; 67. drietal; 69. profeet; 70. kleur; 71. bloem; 73.
vreemde taal; 75. gesponnen draad; 77. metalen haak; 78. soort van kraal;
79. drinkbeker op hoge voet; 82. baan voor balspel; 84. zot; 86. provincie
van Nederland (afk.): 87. lidwoord; 88. scheik. element (afk.); 90. meisjes
naam.
HOR.: 1. bloelwljze: 5. kerkelijk zangetuk; 9. woede; 13. slot; 15. puntig
voorwerp; 16. vet der melk: 17. afkorting van dyne; 19. aardworm; 21. vuil;
22. uitroep; 23. eikeschors; 25. plaats In Gelderland; 28. vruchtje; 29. kleur;
SI. Europeaan; 32. spijstafcl; 33. jongensnaam; 34. rekening; 36. zilt vocht;
CS. bontjas: 40. tegenstelling van breed; 42. myth, figuur; 43. onderpand;
45. n-schrift (afk. Lat 47. niet gesloten; 49 vaartuig; 50. spil va.i een
wiel: 51 werk van een toondichter; 52. goedertieren; 53. vloeistof; 54.
dhouï; 55 kleine bunzing; 57 salaris; 59 scheik. element (afk): 60
J iZN); 61 verkeeiJ: 63. soort van kraal: 65. oningewijde; 66. kweek-
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
HOR.: 1. bakker; 5. kaneel; 10.
ora; 12. dra; 13. kelp; 15. een; 17.
kaas; 18. mand; 20. raam; 22. af;
23. re; 25. da; 26. de; 27. pastorale;
31. do; 32. nu; 34. predikant; 41
e.k.; 42. op; 43. Ie; 44. do; 45.
Goes; 47. open; 49. eens; 51. lep;
53. rode; 55. Leo; 58. rel; 59. sne
dig; 60. morgen.
VERT.: 1. bokaal; 2 are; 3 kalm-.
4 es; 6. as; 7. Edam; 8. era; 9. las
ter; 11. de; 14. para; 15. ed; 16. nr;
17. kaal; 19. nes; 21. Ada; 24. Po;
27. pop; 28. tod; 29. rok; 30. ent;
33. rebels; 35. roos; 36. Epe; 37.
in; 38. alp; 39. Neer; 40. domein;
45. gnoe; 46. si; 47. op; 48. Norg;
50. een; 52. eg; 54. Dee; 56. ei;
57. go.
INZENDINGEN
Oplossingen, uitsluitend op
briefkaart, worden voor donderdag
aan ons bureau verwacht. In de
linkerbovenhoek vermelden: „Puz
zeloplossing". Er zijn drie prijzen:
een van 10 en twee van 5.
(Een weruld in wording)
door
John Knittel
141
„Dat kan wel zijn. Maar dat sluit nog geenszins uit, dat 't
een uitweg is. Kijken jullie maar naar de gevaarlijke politie
ke omstandigheden van het hedendaags Europa. De ingeslo
ten bevolkingen, die naar expansie zoeken, nationale min
derheden, onnatuurlijke grenzen! Misschien ligt er wel een
zekere waarheid in Müller's woorden. Ik heb altijd gedacht,
dat de moeilijkheden in Europa alleen geregeld kunnen
worden door een oorlog. Maar nu heb ik een lichte hoop
gekregen, dat 't ook anders kan. Dat idee van hem omtrent
dat gemeenschappelijk doel lacht mij bijzonder toe."
„Maar dat is zijn idee niet. Dat is een Duits idee, dat is
een idee van Soergel."
„Nu ook goed," antwoordde de sarcastische Freddy Banz.
„Ik persoonlijk heb altijd een heimelijk soort respect gehad
voor Duitse ideeën. In ieder geval weiger ik op het ogenbilk
beslist om enghartig te zijn. Dit Atlantropa-projekt heeft
altijd grote indruk op mij gemaakt Het is heel wat anders,
dan het lezen van boeken van de Engelsman Wells, of van
die Fransman Jules Verne. Het heeft beslist zowel een prak
tische, als een wetenschappelijke basis."
„Ik ben werkelijk bang, dat u een prooi bent geworden
van de persoonlijkheid van die Müller. Ik geef toe, dat ik
zelf enigszins verbaasd ben. In het begin had ik een heel
andere indruk van hém gekregen. Hij moet natuurlijk onge
twijfeld over capaciteiten beschikken om zo'n belangrijke
positie te bekleden. Maar aan de andere kant veronderstel
ik, dat zijn antecedenten niet algemeen bekend zijn."
„Ik heb u alles verteld, wat ik gehoord heb," antwoordde
Freddy op scherpe toon, „en dat nog wel in het striktste
vertrouwen."
„U kunt, dat betreft, volkomen gerust zijn", sprak
Gusti en hij wierp een snelle blik om zich heen om er zich
van te overtuigen, dat niemand hun gesprek had opgevan
gen.
Hij zag Pauline helemaal bij het venster van de hal staan.
Ze was in gezelschap van Mitzi Somers en van Berta Schu
ier. Hij wendde zich weer tot Freddy: „Ik kan er niets aan
doen, maar ik vind, dat een dergelijke tentoonstelling niet
geschikt is om onze nationale wil tot verdediging, om onze
nationale geestelijke wil om de democratie te behouden, te
stimuleren. Ik noem dat een soort van internationalisme een
verraderlijke poging om die geest te ondermijnen, die de
Bondsraad met alle krachten, waarover hij beschikt, in ons
volk wil blazen."
Freddy stak met een buitengewone lichamelijke inspanning
zijn hals naar voren, zodat die plotseling veel langer scheen
te worden. Hij trok de hoeken van zijn mond naar beneden
en schudde met zijn hoofd.
„Neemt u me niet kwalijk, maar als Atlantropa dat
overspannen, ongezonde nationalisme van onze dagen zou
kunnen doen verdwijnen om daarvoor in de plaats te stellen
die gavere vorm van patriotisme, die me zo noodzakelijk
lijkt voor het in de wereld roepen van vreedzame verhou
dingen onder de volkeren, als Atlantropa daartoe in Btaat
was, zou ik het gaarne willen aanvaarden als een reddende
leer."
Gusti voelde zich lichtelijk geïrriteerd, omdat de neef van
zijn vrouw zijn mening niet deelde en staarde enigszins
verstrooid naar de afbeelding van een gelukkige olifant, die
op zijn achterste poten balanceerde; het beest deed dit niet
op een trom, zoals olifanten dat in een circus gewoon zijn te
doen, maar op een punt van Zuid-Afrika. Zijn staart was
gekruld om Somalieland en Abessinië, zijn kop bedekte de
Noordafrikaanse koloniën en Marokko versierde de kop met
een klein licht mutsje. Zijn romp kronkelde zich langs de
kust van de Westafrikaanse koloniën. Hij had een gouden
baldakijn op zijn rug, daaronder vertoonde zich een blank
meisje, dat bijna de vrouwelijke staat had bereikt. Een van
haar goedgevormde benen strekte zich over Frankrijk en
Spanje uit, haar voet rustte op Portugal. Haar rug leunde
tegen het Oeralgebergte, haar lichaam bedekte Midden-Eu
ropa, terwijl haar lief hoofdje in de middernachtzon van het
noordelijkste punt van Scandinavië oprees. De olifant en het
meisje waren omlijst door een beschermende cirkel van
prikkeldraad. Onder die afbeelding stond: „Europa en Afrika
vormen samen een volledige onaantastbare eenheid."
Freddy bekeek onderwijl een soortgelijke voorstelling, hier
stond echter geen olifant op het Afrikaanse continent, maar
een mooi, donker meisje. Een blanke man boog zich naar
haar toe, hij nam in zijn uitgestrekte handen een mand met
fruit, graan, ivoor en andere Afrikaanse produkten van haar
aan.
„Ruil van bewerkte goederen voor ruw materiaal, ruil van
ruw materiaal voor bewerkte goederen."
Mitzi, die nu als bij toeval in die sectie verscheen, plaatste
zich tussen beide toeschouwers. Ze wendden zich tot haar.
„Wat een mooi zwart meisje," riep Gusti.
„Vindt u niet?"
In haar katachtige ogen vertoonde zich een uitdrukking
van slim genot en haar neusvleugels trilden in een poging
om een lach te onderdrukken.
„Het nichtje van mijnheer Müller heeft dat getekend,"
sprak ze.
„Zo is dat nichtje hier?"
„Ja, het is een meisje van zeventien. Erna Lang. Een
kleindochter van de dominee van Lützikon."
„Zo!"
Freddy slaakte een zucht
„Het moet wel heel prettig voor de dames zijn om hier te
werken," riep hij uit en hij las hardop, wat er onder die
tekening stond.
„Op welke manier Atlantropa het economische Wiel van
de wereld voor honderden jaren aan het draaien wil bren
gen. Het overgeïndustrialiseerde gemechaniseerde Europa en
het maagdelijke Afrika, dat zo rijk aan ruwe materialen is,
vullen elkaar aan."
Mitzi glimlachte en toonde haar kleine, vierkante tanden,
die enigszins van elkaar af stonden. In het midden van haar
wangen vertoonden zich twee kuiltjes.
„U ziet wel, mijnheer, dat die Europese heer op deze
tekening met een dankbare uitdrukking in zijn ogen de
gaven van dat Afrikaanse meisje aanneemt. Maar hij heeft
geen geneverfles en geen snoer van paarlen in zijn hand om
die in ruil aan het meisje te geven."
„Ook het meisje ziet er heel tevreden uit," sprak Freddy.
„Dat komt omdat ze niet langer bedrogen wordt. Ze weet
nu, dat er niet alleen ruwe, beestachtige blanke mensen
bestaan, maar dat er in Europa ook goede rechtvaardige
mensen zijn."
„Ja, ja, dat is iets heel belangrijks," sprak Freddy en hij
vestigde zijn blikken met een zeer bijzondere belangstelling
op Mitzi's weelderige boezem. Ze streek met haar tong over
haar lippen, als om een veelbetekenende glimlach te verber
gen, want ze verstond de kunst van het lezen van uitdruk
kingen op de menselijke gezichten.
(Wordt vervo Igd)
vU
v, ir?Sal
51. Na een half uurtje rijden bereikte het tweetal de
kust. Hoge steile rotsen torenden uit de zee op; Jonas en
Lappie leken popperige figuurtjes op deze kolossale steen
massa's.
„Zo, daar gaat 'ie dan", zei Jonas plechtig.
„Nu zal het wel afgelopen zijn", mompelde Lappie.
Met een breed gebaar gooide Jonas het schilderij langs de
rotsen naar beneden. Het zweefde nog even heen en weer
om vervolgens met een grote plons in het zeewater te
vallen, waar het, enkele seconden later, in verdween.
„Ziezo, daar zijn we vanaf", zei Lappie met een diepe
zucht. „Nu nog ons huisje redderen, hé Jonas?"
Jonas liep naar de auto terug en Lappie volgde hem met
kleine sprongetjes. Even later was het tweetal ingestapt en
reden ze weer terug naar Meeuwenoord...
Smidje Verholen en de Knap-Mutator
1175: „De rest is nu ook gauw verteld, Majesteit", zei smidje
Verholen. „Doctor Polnyck was razend en schold Kille Klansky
de kale schedel vol. Hij zwaaide woest met de krant en maakte
de Kille uit voor alles wat mooi en lelijk was." „Dan zijn wij
nu helemaal in de picsjr..., zoals de Engelsen het zo treffend
weten uit te drukken", zei Koning Antonyc II. „Die schurk van
een Polnyck was natuurlijk van oordeel, dat ze die proeven met
de KNAP-mutator nóóit op één plaats hadden mogen houden.
Daarmee waren ze veel te veel in de gaten gelopen en zodoende
was hij gedwongen uw land eerder te verlaten dan hij oorspron
kelijk misschien van plan was." „Precies!", hernam smidje
Verholen. „En daarmee zijn we aan het eind van ons verhaal.
Kolonel Plimmp hengelde Pjotr Nogrottr netjes uit mijn smidse
weg, en schoof mij in zijn plaats." „Ja ja...", knikte de Koning
geamuseerd. „Dat kon dus zo gemakkelijk, omdat U er uitzag als
een tweelingbroertje van de beruchte Pjotr Nogrottr. Vervolgens
voer U met dat hele stelletje misdadigers naar Boecograd toe.
alwaar U met de onderzeeboot voor anker ging in de haven. En
die dwaas van een Polnyck had U verteld, dat hij Koning wou
worden van Nicolagonië, Keizer van Europa, ja zelfs Imperator
van het Heelal. Nou..., we zullen hem léren koning-keizeren! Wat
jij, Bravhencky?" „Ik ben het hélemaal met U eens, Majesteit",
antwoordde de heer Bravhencky. „Doch nu de heren Verholen en
Pond U zo precies hebben verteld wat zij allemaal voor U en ons
dierbare vaderland gedaan hebben, mag ik mij dan verstouten U
even te herinneren aan de richtlijnen inzake moed er. beleid,
getoond door vreemdelingen ten gunste van ons land?" „Sak
kerloot nog-an-toe!", liet Koning Antonyc zich ontvallen. „Jt
hebt gelijk. Bravhencky! Het gouden boekje, hoofdstuk 3 sub
21!"