ledereen ijverig in mierenmaatschappij mm Plinke Planke Pluizen AMADEUS Knutselen Wat is transparant? Blinde Vinders Lappie Loep en de fcjygwBPfe Appelenberg PUZZEL VAN DE WEEK ZATERDAG 8 MAART 1969 6 Straks als het mooie weer aanbreekt zie je de mieren letter lijk uit de grond komen. Hebben jullie ze weieens druk bezig gezien? De mierenmaatschappij bestaat uit drie soorten: wijfie, mannetje en de werkmier. De werkmieren zijn weer verdeeld in gewone werkmieren en soldaten. Meestal wordt een mierennest Jn een holte in de grond aange legd. Het heeft een onder- en Dag nichten en neven, Hoe maken jullie het alle maal? De sneeuw- en ijspret is nu toel voorgoedvoorbij voor jullie. Maar dat is helemaal niet zo erg. Jullie hebt er in ieder geval van kunnen genie ten. Het vriest 's nachts nog wel een beetje, maar overdag kunnen we nu toch eens even tjes van de zon genieten. We waren bijna vergeten hoe ze eruitzag. Misschien kunnen we in 1969 meer van haar warme zonnestralen genie ten. Hoe gaat het op school? Lukt het allemaal wel? Doen jullie goed je best? Zijn de re petities erg moeilijk? Natuur lijk krijgt de één mooiere cijfers dan de ander. Dat geeft niets. Als je maar goed je best doet, dat is de hoofdzaak. Meisjes en jongens. een poosje geleden heeft tante Jos aan jullie gevraagd geen ge kleurde tekeningen meer te stu ren. Je kunt toch ook mooie zwart-wit-tekeningen maken? Versjes en gedichtjes mag je ook insturen. Ze mogen ook zelfgemaakt zijn, maar dan na tuurlijk wel geschikt om in ons hoekje te zetten. Misschien maakt één van de nichten nog eens een mooi verhaal? Veel van jullie schreven al over de plannen voor de grote vakantie. Geweldig! Je kunt in ieder geval een hele tijd van de voorpret genieten. Dat is ook eigenlijk al een klein beetje va- kantieplezier. We doen in ieder geval eerst heel goed ons best op school. Afgesproken? Daaag, veel sterkte met de repetities en tot de volgende keer. TANTEJOS bovengronds gedeelte. De ope ningen hiervan worden zo aan gelegd dat het water niet in de kamers kan binnendringen. Alle mieren hebben krachtige getande bovenkaken. De werk mieren en de soldaten hebben een veel grotere kop dan de an dere. Zijn jullie weieens middenin een mierennest gaan zitten? Wat kunnen ze steken met hun angel! Andere die geen angel hebben, prikken met hun scher pe tanden een wondje in de huid en spuiten een soort gif in de wond. Een mierenhoop is niet zo or deloos als het wel lijkt. Ze sjouwen net zolang met takjes, blaadjes en stokjes tot het nest keurig in elkaar zit. Ze lopen elkaar nooit in de weg en hun arbeid vormt een harmonisch geheel. Als een paar mieren proberen een steentje opzij te duwen en het lukt niet, dan schieten tientallen collega's toe om ze te helpen. Iets, waar wij mensen een puntje aan kunnen zuigen hoor! De werkmieren moeten de nesten bouwen en herstellen. Zij moeten ook zorgen voor de eieren, larven en de poppen. Al deze drie soorten zijn 's zomers in het nest te vinden. De wijf- jesmier legt de kleine witte ei tjes op een hoopje in het ka mertje. Zij kijkt er verder niet meer naar om. Haar taak is af gedaan en de moederzorg voor haar kindertjes laat ze aan de werkmier over. Zij belikken de eitjes en sle pen ze bij slecht weer naar bin nen en bij mooi weer naar bui ten. De kleintjes moeten van el ke zonnestraal profiteren, net als jullie. Uit de eitjes komen na een poosje de witte wormp jes. Dat zijn de larven. Ook zij worden door de werkmieren trouw verzorgd, evenals daarna de poppen. Zijn er ijveriger beestjes te bedenken? Wanneer ze op zoek gaan naar eten hebben de soldaten de taak het voedsel te verdelen en op wacht te staan. Op verschillende tijden in de zomer worden de mieren gebo ren. Dat hangt helemaal van de temperatuur af. Sommige mieren houden er zelfs slaven op na. Ze gaan op roof uit en stelen een groot aantal larven en poppen. Zij la ten deze mieren al het werk doen. We gaan een bijouteriedoosje maken. Hier of daar is nog wel een mooie ronde doos van kar ton te vinden. Je kunt natuur lijk een kleine of een grote ge bruiken. Dat hangt helemaal van jezelf af. We halen er voorzichtig de bodem uit en het deksel wordt er afgehaald. Hierin maken we precies in het midden een gaat je en gaan het heel netjes met raffia omwinden. Het aan- en afhechten is heel gemakkelijk, want ae draden steken we ge woon aan de binnenkant van het werk weg. De opstaande kant gaan we op dezelfde manier omwinden. Met een dunne draad van raf fia, die we eerst hebben natge maakt, nu-ken we de bodem weer vast Het deksel wordt op één plaats vastgestoken. Als we hiermee klaar zijn, kunnen we op het gaatje van het deksel een kwastje maken en met wat raffia een aardig motiefje vlechten aan de ronde buitenkant. Je zult eens zien hoe leuk het wordt Deze vogel maakte Adrl v. d. Kwaak voor ons. Meisjes en jongens, we hebben hier weer eens een gezellige kruis woordpuzzel. Jullie zien op deze plaat hok jes met er omheen ver schillende voorwerpen getekend. De bedoeling is, dat we de namen van de afbeeldingen in de hokjes schrijvven. De pijltjes geven pre cies aan hoe je het moet doen. De oplossing moet worden ingezonden vóór dinsdag 11 maart. Hier zien jullie een „hele grote", de buldogmier. Mieke Eikelenboom stuurde het volgende grapje in: Meester: „Onder transparant verstaan we een voorwerp dat doorzichtig is. Wie van jullie kan me zo'n voorwerp noe men?" Wim: „Een ladder meester!" Prijswinnaars Addie van Berkel, Waddinx- veen en Connie Stam, Kinder dijk krijgen hun prijs thuisge stuurd. JARIGEN LANG ZULLEN ZE LEVEN!!!! Wilma Goudkamp, Jaap Ha genaar, Nelleke Lagerwerf, Alie van Langevelde, Jan Luijen- dijk, Arjen de Pagter, Pim van Tilborg en Heleentje Verhagen van harte gefeliciteerd met jul lie verjaardag van de nichten en neven. PUZZELOPLOSSING De boom heeft 13 gezichten. De spelers staan in de kring. In het midden staat een stoel en liggen er vijf voorwerpen verspreid op de grond. Twee kinderen worden ge blinddoekt en gaan ook binnen de kring staan. Deze twee meisjes of jongens moeten proberen de voorwer pen die op de grond liggen zo vlug mogelijk te pakken en op de stoel neerleggen. Denk erom, de gezochte buit moet één voor één naar de stoel worden ge bracht. Wie het meest heeft gevonden is winnaar. Daarna mogen twee andere spelers proberen zoveel mogelijk te vinden. Sylvia van Wijk stuurde het volgende versje in: Plinke, Planke, Pluizen, Twee heel oude muizen, Zitten samen wang aan wang, Achter het behang. Hun dochter is vandaag getrouwd, Beneden in de havermout. Ze heeft een flinke echtgenoot, En woont nu bij de tafelpoot. En moeder muis zegt aangedaan, ,,'t Is allemaal erg goed gegaan. Ze zag er o zo snoezig uit. En was een allerliefste bruid." En vader zegt erg bedroefd: Jk heb niet eens van 't spek geproefd. Ik moest zo huilen van verdriet En als ik huil, dan eet ik niet." Jazeker, ik was erg ontroerd, Maar geef mij nu dat stukje zwoerd. Het gaat per slot om hun geluk Niet om dat aangebeten stuk. Plinke, Planke, Pluizen, Twee heel oude muizen, Zitten samen wang aan wang, Achter het behang. (Een wereld in wording) door John Knitte! 129 Haar eenvoud, haar vriendelijkheid, de manier waarop ze daar bij de deur stond, namen dadelijk voor haar in. „Mag ik u misschien een paar laarzen lenen?" vroeg ze, als las ze Paulines gedachten. „O ja, i'k ben u daar ten zeerste erkentelijk voor. Dank u wel!" „Mag ik de heren ook laarzen lenen?" „Waarom?" vroeg Pauline onmeedogend, „zij zijn gewoon in de modder te baggeren." Ze namen haar woorden als een grapje op en begonnen te lachen. Pauline stond haastig op en liep langs Mitzi de kamer uit. Mitzi volgde haar. Buiten de deur nam Pauline Mitzi's hand in de hare. „Geeft u me nu een mooi paar oude laarzen," sprak ze. „Ik kan u ook een broek lenen," sprak Mitzi. „Als u zo'n broek aan heeft kunt u veel gemakkelijker lopen. U zult heel wat moeten klimmen, als u alles behoorlijk wilt zien." „Een skibroek en een oude jas, prachtig!" riep Pauline. „U bent een engel!" Mitzi keek haar enigszins onthutst aan. „Ik vind het heel aangenaam u te mogen helpen", sprak ze en ze voegde er met een gedempte stem aan toe. „U bent heel mooi." Er lag geen zweem van vleierij in die stem. Die woorden welden direct uit haar ziel op. Pauline bloosde licht en volgde Mitzi naar een groot naburig uit hout opgetrokken huis, een tijdelijk verblijf. Ze liepen een trapladder op, die naar de slaapkamer voerde. Aan de muren hingen afbeeldin gen van eigenaardige steden der toekomst. Terwijl Mitzi een berguitrusting bij elkaar haalde, bekeek Pauline de afbeeldingen met de grootste bewondering. Voor al de afbeelding van een haven trok haar aandacht. Ze zag een groot schip, dat tegen de kade lag. Palmenlanen voerden naar een grote stad van prachtige proporties. Daaronder stond geschreven: „Messina in de tussenperiode, nadat het ,zeepeil vijftig meter gedaald is!" Er was ook een kaart van de Middellandse Zee, met grote groene velden langs de kusten. Op die kaart stond geschre ven: „Nieuw land. 516.000.000 vierkante kilometers." Mitzi kwam van de andere kamer terug met een hele stapel kleren over haar arm. „Vertelt u me eens," begon Pauline, „dat zijn zeker Atlan- tropa-tekeningen. Slaapt mijnheer Müller in deze kamer?" Mitzi begon te lachen. „Neen hoor! Hier slapen Willy Schuier en zijn vrouw Berta. Maar ze zijn voor twee dagen de hoogte ingegaan om het atelier in orde te maken. Daar zijn een paar van Berta's laarzen. Ik ben er zeker van, dat ze u zullen passen." „Zou ze niet kwaad worden, als ze te weten kwam, dat ik haar laarzen heb gedragen?" „Kwaad? Alle laarzen hier boven zijn van haar. Of van mij. of van u. zolang ze gedragen kunnen worden. Wij breken ons het hoofd niet over zulke kleinigheden." „Wie heeft die tekering gemaakt?" „Erna heeft ze gekc pieerd uit het boek an Soergel." „Erna, wie is dat?" „Dat is de nicht van mijnheer Müller. Ze is pas zeventien, maar ze tekent, enfin, daar kunt u zelf over oordelen". „Erna van Lützikon?" vroeg Pauline op peinzende toon. „Ik kom ook uit Lützikon. Ik kwam daar tenminste in mijn meisjestijd gedurende, mijn vakanties. Daar heb ik mijnheer Müller ook leren kennen. We kennen elkaar heel goed. Dat is te zeggen... als hij zich mij nog herinnert Het is al zo lang geleden." „O, het zal hem veel plezier doen," riep Mitzi. „Nu, daar ben ik wel benieuwd naar. Maar vertelt u me eens, hebben jullie een soort van club of vereniging, daar in de hoogte? Als ik me niet vergis, zei u zoëven, dat u particulier voor mijnheer Müller werkt nietwaar?" Onder het spreken trok Pauline haar japon en haar laar zen uit. Mitzi kon niet dadelijk een antwoord geven, zo verrast was ze van Paulines schoonheid. „We 'hebben een Atlantropa-vereniging gesticht. De ten toonstelling van dit jaar is bijna klaar. Die wordt veel groter, dan al de vorige, die we reeds gehad hebben." „Ik zou die graag willen bezichtigen." „Die is nog niet helemaal klaar. Maar als u later eens de tijd heeft..." „Kan iedereen lid worden van die vereniging?" „Zeker. We zouden heel Europa wel als lid willen inschrij ven." „Mag i'k het dan worden?" „We zouden 't bijzonder aangenaam vinden u als lid te mogen inschrijven." „Hoeveel bedraagt de contributie?" „Er is geen contributie. Mijnheer Müller betaalt alle kosten en uitgaven." „Zo, dus hij is idealist?" „Meer dan dat, mevrouw Elfenau. Hij is een groot man," antwoordde Mitzi met een vuur, dat een lichte golf van bloed naar Paulines wangen stuwde. „Die broek staat u uitstekend," sprak Mitzi, „probeert u nu deze jumper ook eens. Daar is een leren jasje. Maar u moet er een wollen doek overheen dragen, want het is daarboven koud." Pauline was nu klaar met aankleden. „Mevrouw Somers," sprak ze, „u en ik zijn nu, hoop ik, vrienden. Ik sta op 't punt om een Atlantropa-lid te worden. Maar ik kan niet tekenen. Ik kan alleen maar wat op de piano tokkelen." „We hebben daarboven ten zeerste behoefte aan een pia nist." „Hebben jullie een piano?" „Daar is een oude kastrol, die die naam draagt. We hadden twee mannen, die wat konden spelen. Maar ik weet niet, of ze dit jaar terug zullen komen. De muziek daarboven is voor verbetering vatbaar, maar dat is helaas niet mijn afdeling." „Wat zou u ervan denken, om eens te proberen een paar laarzen voor die twee mannen op te scharrelen?" vroeg Pauline, die moedwillig van thema veranderde, „anders kon den ze nog wel eens in de modder uitglijden en hun nekken breken. Dat zou werkelijk jammer zijn." „Beslist," antwoordde Mitzi. „U moet deze kant uit." Lachend verlieten ze samen de kamer. Mitzi leidde de bezoekers rond. Om hen te helpen had ze ieder een dikke gedrukte brochure met beschrijvingen, fo to's, tabellen en diagrammen van het werk gegeven. Freddy stak de brochure in zijn zak met een air van „ik ken dat alles al", maar Gusti bestudeerde haar aandachtig en was bijzonder geïnteresseerd in het statistische gedeelte. Na een lange, moeizame tocht bereikten ze eindelijk uitgeput het oostelijk eind van de dam. Freddy begon daar de grote beweegbare kranen te prijzen, die het fabrieksmerk Inwald Banz Co. droegen en met zijn onweerlegbare technische kennis greep hij de gelegenheid aan de inlichtingen te verspreiden, die Mitzi hem geduldig verschaft had. Bij de voet van de Gandhi-rots liet Gusti eindelijk halt houden. Hij was doodmoe en veegde zijn voorhoofd af. (Wordt vervolgd) eter 39. De winkel was leeg en er verscheen niemand. Ook nadat Jonas nog eens gebeld had verscheen er niemand. „Vreemde zaak." mopperde Jonas. „Dan zal ik maar eens gaan zoeken." Hij liep naar het kleine deurtje, dat, zoals de vorige keer gebleken was, toegang gaf tot de zolder. Hij besteeg de krakende trap en stond even later tussen de schilderijen op de stoffige verdieping. „Ook niemand," mompelde hij, toen zijn ogen aan het schemerdonker ge wend waren. „Wat een rare zaak is dat hier..." Is daar iemand?" klonk opeens een vriendelijke stem onder aan de trap. „Ja", zei Jonas nijdig. „Oh, ik kom boven." Toen klonken er vlugge stappen op de houten trap en even later stond dezelfde verkoper van toen naast Jonas en zei vriendelijk: „Wat kan ik voor u doen, meneer...." onderaardse ruimte. 39. gekleurde plaat. 40. twijg, 41. ontgonnen land. 42. palmboom. 43. vorderen, 44. vogel, 45. duister. Vert: 1. plooi. 2. vogel, 3. bloem. 4. waakzaam, 5. deel van een schip. 6. vaartuig. 8. oosters lastdier, 9. Europeaan. 11. plaats In de schouwburg. 16. oude vr. datief van een, 17. vod. 18. Griekse letter. 19. buigzaam, 21. naam of opschrift van een boek. 22. rangtelwoord, 23. vruchtje. 24. ach ting. 28. op enige plaats, 29. vaartuig, 30. prei (ZN), 33. deel van een fornuis, 34. snoekbaars. 35. lans, 36. rang. 38. platvis, 40. twijg. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Hor.: 1. brand. 6. hamer, 11, aai. 12. hap. 14. sol, 16. eg. 18. Aaron, 20. ba. 21. verder, 22. opstel, 23. en, 24. si, 26. op, 27. ne, 28. aga, 30. kol. 32. elf, 34. om. 35. L.O.. 37. as. 38. in, 40. robe, 41. model, 42. Abel. 43. me, 44. la, 45. km. 47. e.k., 49. roe, 51. erf, 53. Ier, 56. at, 58. as. 59. A.B., 61. er, 62. Losser, 64. eerste. 65. in. 66. morel, 69.se. 70. per, 72. man, 73. het, 75. Du ren. 76 baret. Vert.: 2. Ra. 3. aardig. 4 ni. 5. bark. 7. as, 8. mossel, 9. el, 10. lever, 12. ha. 13. Po. 15. Dalen, 17. Gen, 18. Ars, 19. nop, 20. ben, 25. Ik, 26. o.l., 28. amber, 29. al, 31. onder 32. es, 33. fiber, 34. oom, 36. oma, 37. alk, 39. nek, 44. Ie, 46. mi, 48. kalis, 50. oester, 51. es, 52. fa, 54. eerder, 55. kreet, 57. ton, 58. arm, 60. bel, 61. ets, 63. gram, 67. om, 68. en, 70. pu, 71. re, 73. ha, 74. te INZENDINGEN Oplossingen, uitsluitend op briefkaart, worden voor donderdag aan ons bureau verwacht. In de linkerbovenhoek vermelden: „Puz zeloplossing". Er zijn drie prijzen: een van f 10 en twee van f 5. Smidje Verholen en de Knap-Mutator 1163: „Alvorens wy tot zaken komen, zul je me toch één ding eerst duidelijk moeten maken, Verholen", zei doctor Polnyck. „Hoe heb jij me die kunst precies geflikt, jij sluwe zoon van een gifslang?" „Welke kunst?" vroeg de smid argeloos. „Jij be grijpt héél goed wat ik bedoel, mijn beste", sneed Polnyck's ijs koude stem door het vertrek. „Toen we met de onderzeeër af meerden te Boecograd, was de kist van Sjeems Pond léég!" „Precies", grijnsde de smid kwaadaardig. „En jij stond mooi voor Piet Snot! De ouwe president smeet jou een handvol forse drei gementen naar je hoofd en zei, dat-ie deze belediging niet gauw vergeten zou. Maar maak je niet ongerust, ouwe jongen. De president zit veilig opgeborgen en jy kunt rustig Koning worden." „Ik vroeg je wat je met Sjeems Pond deed", drong Polnyck aan. „O niks bijzonders", lachte de gewiekste smid luid. „Ik bevrijdde hem en wierp hem op het juiste moment overboord. Eilaasik vergat hem te verlossen van zijn handboeien, zodat hij moeilijk zwemmen kon. Ik had geen pottekijkers nodig bij mijn plan, voel je wel? Die twee miljoen dnycs verdien ik liever zelf. Ik had geen zin ze te delen met ene meneer 009!" „Ver holen, jij bent een nog valser stuk schoelje dan ik dacht", ant woordde de eerzuchtige diplomaat „Daarom zal ik je nu op ge paste wijze je verradersloon gaan betalenDe schurk opende zijn koffertje, maar in plaats van geld graaide hij er bliksemsnel een revolver uit. Meteen klonk er een schoten laat het nu de heer Polnyck zijn, die „AU!" riep. Het was immer» Sjeems Pond, die achter de gordijnen vandaan gesprongen wa» en met een welgemikt schot de geladen revolver uit Polnyck'» hand geschoten had Hor.i 1. boel die overhoop is. 4 iief. 7. afzonderlijk, 9. part, 10. nobel. 12 huiedler. 13. steeds. 14 kleur. 15. jaargetijde, 18. duinvallei. 20. stengel, 23. verhindering. 25 schade, 26. wijs, eerwaardig grijsaard (flg 27. sterk iplopend. 29. eetgerei. 31. verouderd woord voor boos, 32. eensklaps, 37.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 18