INDONESIËRS VRAGEN NEDERLANDSE BOEKEN Doodknuppelen van zeehondjes in volle gang VOOR BONTJAS VAN MEVROUW Napoleon niet in Parijs begraven? Als sportextase frustratie wordt volgt destructie 3 TATERDAS 8 MAART I9M r DJAKARTA, maart Mijn vriend gaat mij voor, het re dactiekantoor binnen. Zoals overal in Indonesië is de be groeting joviaal. Wat me wel even verrast, is de vanzelf sprekendheid waarmee men meteen Nederlands praat. De hoofdredacteur is jurist. Met onverholen trots vertelt hij mij dat hij lid van het Leids Stu dentencorps is geweest. Indonesië is veranderd. De wilde jacht van Soekarno op Nekolims is voorbij. Een ideolo gisch versoberd en economisch enorm verarmd land is uit deze propagandaroes tevoorschijn gekomen. En de Nederlanders zijn weer ln trek. Singapores premier Lee Kwan Yew noem de dit enige weken geleden een van de wondpren van de geschiedenis van Azië. Na mijn gesprek met de hoofdredacteur komt dé direc teur binnen. Zoals vele Indo nesiërs heeft hij stijl, bijna de zwier van een grand seigneur. Hij valt met de deur in huis. „Zend ons boeken in het Ne derlands," zegt hij met nadruk. Ik ben een beetje verbluft. „Ja." vervolgt hij, „er is hier een hiaat van zestien jaar. Neem mijn generatie. Mensen van boven de 35. Wij hebben aan Nederlandse scholen gestu deerd, veertien jaar hebben we gedacht, geleerd, gesproken in het Nederlands. Soekarno heeft het Nederlands afgeschaft. Wat is er voor in de plaats geko men? Niets". ..Onze generatie kent niet voldoende Engels. Ik weet het, want ik zie de boeken ongele zen in de kasten staan. En de komende generatie? Met die twee uurtjes Engels per week bereiken ze maar weinig. De Indonesische boekproduktie heeft dit vacuum niet gevuld. Wij zijn hopeloos geïsoleerd. We willen weten wat er in de wereld te koop is. We kunnen het alleen via het Nederlands te weten komen." De man die voor mij zit, Is een zakenman. Zijn opmerkin gen zijn niet zonder bijoogmer ken. Maar niettemin zijn ze het overwegen waard. „De Neder landse boeken zijn buiten ons bereik," verzucht hij. „Eerst was er het verbod van Soekar no. Nu maakt de inflatie dat we de boeken niet kunnen betalen. „Geef ons boeken voor de helft van de prijs." Hasan Sastraatmadja, uitge ver van „Nusantara", is niet de enige die mij op het belang van het Nederlands wijst. Een land genoot, met duizenden anderen weer in Indonesië, terug, zegt het ook: „Er is een ware honger naar Nederlandse tijdschriften. Ze worden hier gretig gelezen." Sommige Duitse diplomaten, hoor ik, leren Nederlands om beter met de Indonesiërs te kunnen praten. En de we tenschappelijke literatuur over recht, land en volk zijn in onze taal geschreven. De toestand in Indonesië is nog ernstig. Maar er is verbete ring sinds de staatsgreep van 30 september 1965. President Soe- harto's rustig, bedaard beleid verdient respect. Uiterst voor zichtig heeft hij het tot dolheid opgezweepte volk teruggeleid naar de realiteit. Die realiteit is somber ge- President Soeharto en interest van de buitenlandse schuld, die 2'/t miljard dollar bedraagt, tot 1980 wil verlen gen. Dit zal een hoognodige adempauze opleveren. Naar verluidt komt hij meer op voor de belangen van de Duitse in vesteerders die van de Duitse staat een garantie tegen niet- economische risico's krijgen dan vertegenwoordigers van andere landen. Duitsland is hierom een geduchte concurrent voor Ne derlandse belangen. Volgens sommigen voelen daarentegen de Nederlanders de Indonesiërs beter aan dan hun concurren ten. Indonesië heeft de belangstel ling van buitenlandse investeer ders hard nodig. De deflatiepo- litiek heeft de bedrijvigheid ge remd, met als gevolg dat er een enorme werkloosheid is. Men zegt dat 10.000 Colombo-Plan-a- cademici zonder baan zitten om over mensen met een min der illustere opleiding maar niet te spreken. Amerika steekt grote kapita len in de ontginning van delfstoffen: olie, nikkel, enz. Dit kan in de nabije toekomst hon derden miljoenen extra-devie zen opleveren. President Soeharto maakte grote indruk op Rajmohan Gandhi, hoofdredacteur van het Indiase weekblad „Himmat" en mij toen hij ons in zijn een voudige residentie ontving. Hij bleek ons Engels te verstaan, maar richtte zich in het Indo nesisch tot ons. Een eerlijk man die ernst maakt met God. „Ik zie als mijn taak," zei hij, „Gods wil te zoeken en die dan aan mijn volk door te geven. Als de leiders God ongehoor zaam zijn, lijdt het volk daar onder." Niet iedereen heeft zijn hoge opvatting. Marinemensen ver dienen wat extra door voor ei gen rekening vrachtschepen te laten varen. Men kan als parti culier plaatsen boeken op lucht machtvliegtuigen. Er is natuur lijk ook corruptie uit harde noodzaak. Een zegsman vertelde mij dat de Indonesiërs eerlijk van aard zijn. Zodra de wan verhouding tussen lonen en prijzen kan worden gecorri geerd, zullen ook wanpraktij- ken verdwijnen, meende hij. Ook de jongere generatie voor wie de strijd tegen Soe karno reëler is dan de onafhan kelijkheidsstrijd heb ik gespro ken. Ik werd ontvangen in het vroegere Peking-Chinese consu laat dat in de betogingen tegen Soekarno werd buitgemaakt door het studentenfront, de KAMI en sindsdien hun hoofd kwartier is geweest. Wat wil deze jongere genera tie? Zij wenst behoud van de persvrijheid. Zij wil een rechts staat en een beleid dat een de mocratisch bestel naast een re delijke welvaart beoogt. De stu denten spraken hun vertrouwen in het huidige bestuur uit. De meesten hunner zullen echter na te zijn afgestudeerd geen baan kunnen vinden. Het huidige Indonesië heeft bovenal vertrouwen nodig. Het is er nog lang niet Er is veel niet in orde. Maar na jaren van demagogie en na een periode waarin een aanzienlijke hoe veelheid bloed heeft gevloeid, kan het land zich thans verheu gen in een regering die bovenal opbouw, vrede en welzijn voor het volk beoogt. Deze regering heeft zelfs enige maanden gele den de niet te onderschatten verleiding weerstaan een nieu we politiek van „konfrontasi" te lanceren toen Singapore Indo- Indonesië en Nederland samen in de betjak. Ze hadden elkaar al eerder nodig. Foto beneden: Een droombeeld voor velen: een echt „Indisch" huis met rondom de tuin die altijd groen en vol bloemen is. nesische commando's terecht stelde. Voor Nederland ligt hier een taak. Het kan Indonesië helpen zijn plaats in de wereld te vin den en dit niet door de on derzaten van weleer te beleren of door met geldelijke bijdra gen te strooien, maar door een partnership tussen een Oosters land en een Westers land die door taal en traditie, of we dit nu willen of niet, zeer veel ge meen hebben. P HINTZEN Hotel Indonesia, symbool van een nieuwe tijd noeg. Salarissen en prijzen zijn in een bijna onzinnige wanver houding geraakt. Mensen moe ten van bijna niets rondkomen. Dit lukt hun alleen omdat Indo- nesiës overvloedige natuur veel biedt zonder dat men er zich voor hoeft in te spannen. De „Gotong rojong"-geest, de geest van ik-help-jou-jij-helpt-mij die vooral in de dessa's leeft doet de rest. Er is vooruitgang. De galop perende inflatie is nu op 410 roepiah per dollar tot staan ge bracht. Dit is een prestatie die Wereldbank-, IMF- en Ford Foundation-experts hebben tot stand gebracht in goede samen werking met Indonesiës eigen kundige economen. In januari heeft Soeharto een vijfjaren plan afgekondigd, dat vooral voldoende voedselproduktie voor eigen land beoogt een te be scheiden doel, menen sommige critici. De Duitse ambassadeur in Djakarta vertelde me dat men het moratorium op de aflossing Acht dagen slechts zullen de knuppelaars nodig heb ben om meer dan 100.000 zeehondenjongen te doden en te villen. In het noorden van Canada is dit jaarlijkse „Ik wans dat mijn gebeente rust aan de oevers van de Seine te midden van het Franse volk, dat ik zo zeer lief had...." Men kent de beroemde uitspraak van Keizer Napoleon I, die tot gevolg had dat in de Parijse Dome des Invalides een praalgraf voor hem werd ge- bouwd. De tombe behoort nog steeds tot de belangrijkste be zienswaardigheden van de Franse hoofdstad. Nu is er plotseling iets verschrikkelijks gebeurd. De jon ge Franse schrijver Rétif de la Bretonne (niet te verwarren met de veelschrijver Restif De La Bretonne uit de achttiende eeuw) is met een schokkende tijding gekomen. Hij heeft er zelfs een boek over geschreven. De man beweert, dat Napoleon niet in Frankrijk is begraven, maar in een anoniem graf in de Londense Westminster Abbey ligt. In het Parijse praalgraf zou een zekere Cipriani rusten, een Engelse spi on, die zich ten onrechte een vriend van de keizer noemde. Volgens Rétif de la Bretonne zou het stoffelijk overschot ver wisseld zijn in de jaren, die er lagen tussen de voorlopige be grafenis op Sint Helena en de dag in 1840 waarop het werd opgegraven voor de definitieve bijzetting in Parijs. De Franse schrijver beweert dat de Engelsen tot hun daad zijn gekomen door hun haat te gen de Fransen. Als het waar is, kunnen wij niet anders dan me delijden hebben met de toeristen en met de Fransen. En vooral ook met de Gaulle, die nu een maal altijd bijzonder kwaad is, als er iets in Frankrijk „naar be neden wordt gehaald". En dat dit nu juist moest gebeuren In het jaar waarin wordt herdacht dat Napoleon 200 jaar geleden werd geboren. Het bewijs fs echter nog niet geleverd. De Franse schrijver wenst dat de Britse koningin zal toestaan dat er in Westminster Abbey opgravingen worden ver richt, maar het is de vraag of de vorstin er iets voor voelt... bloedbad gisteren van start gegaan, ondanks de stroom van protesten die de laatste tijd is losgekomen. De Cana dese regering heeft dan wel beloofd te zullen toezien op de jacht op bont, maar ondertussen begint deze wrede manier van doden van hulpeloze jonge zee honden toch maar weer. Dierenliefhebbers over de ge hele wereld en zij niet alleen gaan echter door met hun strijd tegen deze misdadige praktijken. In ons land is eind februari het „Brian Davies-Sa- ve the Seals Fund Nederland" opgericht, dat intensief zal pro beren de akties tegen te gaan. In verscheidene landen zijn re keningen voor dat goede doel geopend (financiële steun is welkom op postgiro 250245 van de Algemene Bank Nederland, Amsterdam). De jacht op de jonge dieren duurt acht dagen, want de pasgeboren zeehond behoudt slechts twee weken zijn witte vacht. En om die pels gaat het de jagers: ze krijgen er één dol lar per stuk voor. Als de knup pelaar wil verdienen, moet hij snel werken. Elke 40 tot 60 se conden moet hij een jong doden en villen. Hij heeft daarbij de steun van een goede organisa-i tie: 40 schepen en evenveel he likopters! Het gaat de bonthandelaren om de jonge dieren van de soort pagophilus groenlandicus. die drie broedplaatsen heeft: de Witte Zee, de omgeving van het Jan Mayén-eiland en de Golf van Sint Laurens in Canada. Rond 1900 leefden er ongeveer tien miljoen van deze zeehon den, een aantal dat 50 jaar later teruggelopen was tot drie mil joen.... Sinds 1946 wordt er op bar baarse manier op de jongen ge jaagd. Ze worden niet geknup peld of geschoten, maar met de kop tegen het ijs geslagen tot ze suf zijn. Daarna worden ze levend gevild. Toen in 1964 op de Canadese televisie een film van het ruige bestaan van de „sportieve" ja gers werd vertoond, kwam dit schandaal eindelijk in de open baarheid. Het Canadese parle ment raakte onder druk, met gevolg dat duur en omvang van de vangst werden vastgesteld. Het zou echter tot 1968 duren voordat er een doelmatige con trole kwam. In maart 1967 werden de zee- hondenvangst-praktijken voor het eerst wetenschappelijk on derzocht. Dr. Elizabeth Simpson van de afdeling dierziekten van de universiteit van Cambridge was erbij en zij schreef: „Ik onderzocht 154 pas gebo ren jongen die werden gedood -ft- Moeder-zeehond valt aan in een ontroerende poging om haar nog geen week oude jong tegen de woeste knuppelaars te beschermen. om hun pels door jagers die opereerden vanaf schepen en met vliegtuigen. De methode bestaat uit het geven van een slag met een houten knuppel op het voorhoofd. Ruim 50.000 jon ge dieren werden op deze ma nier legaal gedood. Bij mijn on derzoekingen bleek dat 95 van de 154 dieren een verbrijzelde schedel had. Zij waren dus bui ten bewustzijn toen ze werden gevild." In de vangstgebieden waar geen overheidstoezicht was, bleek dat meer dan de helft geen verbrijzelde schedel had. Het merendeel had alleen beschadigingen aan de spier weefsels, vijf dieren waren niet gewond. Zij werden dus bij be wustzijn gevild". De Canadees Brian Davies stimuleerde dit onderzoek en hij is de grote voorvechter van het tegengaan van de vangst methoden. Zijn naam is dan ook aan de aktie in ons land verbonden. Een aantal aktiviteiten zou kunnen leiden tot een vermin dering of zelfs een stopzetting van de jaarlijkse knuppel- en vilpraktijken. Dat zou kunnen zijn een zo groot mogelijk ver ontwaardiging bij zoveel moge lijk mensen, waardoor bijv. de zeehondenbont-dragende vrouw wordt geconfronteerd met de misdaden die in haar naam worden begaan. Eén ding wordt er zeker mee bereikt: geen en kele vrouw die dit bont draagt zal kunnen zeggen „dat heb ik niet geweten". Verder zouden de bonthande laren geen zeehondenbont meer moeten verkopen. Gelukkig is een enkeling daarmee reeds be gonnen. Om dit onder de Neder landse bonthandel te stimule ren, heeft de Werkgroep Zee hondenvangst een z.g. „sticker" laten maken waarop een knup pelaar met een jong staat afge beeld, met de tekst „Hier geen zeehondenbont". Dit prentje kan op de ruit of de deur van de winkel worden geplakt. In de Verenigde Staten heeft een dergelijke aktie veel succes ge had. Als iedereen die overtuigd is van de walgelijke manier waar op de pas geboren zeehondjes worden gemarteld, doet wat hij of zij denkt te moeten doen, is er misschien nog hoop. Niet al leen om het verschrikkelijke doden en villen tegen te gaan, maar ook om de zee honden soort die dit lot treft, voor uitster ving te behoeden. Want ook dat dreigt te gebeuren. In 1964 bijv. overschreed het aantal van 160.000 gedode zee hondenjongen meer dan twee maal het maximaal toelaatbare aantal ter voorkoming van uitsterving. In 1966 werden in een vangstgebied van 2000 vier kante kilometer door 700 knup pelaars met 9 schepen en 41 helikopters in de Golf van Sint Laurens 86.500 jonge en 18.000 volwassen dieren gedood en ge vild. De totale buit in dat gebied werd nog verhoogd met de moordpartijen in de Canadese kustwateren, waar de Noren daartoe gefinancierd door de Europese pelsindustrie 195.000 jonge en 40.000 volwas sen zeehonden het vilmes over de buik ritsten. Vorig jaar werden 50.000 zee honden legaal d.w.z. onder toezicht van de Canadese rege ring en nog eens 35.000 die ren klandestien vermoord: Er is één lichtpuntje, dat steeds helderder wordt: nog geen tien jaar geleden bracht een witte zeehondenpels 20 dol lar op, nu nog maar 2'lt BRAM OOSTERWIJK Volgens de laatste schat tingen zouden woensdag van de 61.000 plaatsen die het Parijse Stade de Colombes telt, ruim 35.000 door Neder landers zijn ingenomen. Dit was meer dan tweemaal zo veel als de 17.000 supporters van Feijenoord, die op 8 mei 1963 met twee speciale sche pen naar Lissabon voeren. Maar Parijs is natuurlijk wel wat dichter bij huis dan Lis sabon. Bij uitwedstrijden wordt Ajax steevast begeleid door een kern van 750 trouwe supporters. Voor belangrijke wedstrijden, zoals te gen Telstar of Feijenoord, wil het aantal supporters wel tot enkele duizendtallen toenemen. De capa citeit van het Ajax-stadion be draagt 24.000 plaatsen en gemid deld worden er per wedstrijd zo'n 20.000 kaarten verkocht. Tegen deze achtergrond gezien Is er woensdag dus wel iets bij zonders gebeurd. Het is opvallend dat dit naast gevoelens van vreug de hier en daar ook gevoelens van bezorgdheid wekt 2o wordt in een artikel in „Sport en Sportwereld" over „voer voor psychologen" gesproken en vraagt men zich af of al deze belangstelling wel ge zond is. VERSCHIJNSEL Men is enigszins verbaasd dat de overheid toestemming gaf voor een rechtstreekse t.v.-uitzending, omdat hierdoor, uiteraard, vele duizenden werknemers en werkge vers aan het arbeidsproces werden onttrokken. Op de vraag of de enorme belangstelling voor evene menten als deze gezond is, is geen eenvoudig antwoord te ge ven. We moeten sport, als een vorm van vrijetijdsbesteding zien in verband met de veranderingen die zich in onze maatschappij voor doen. De verhouding tussen wer ken en vrije tijd is op het ogenblik aan sterke veranderingen onderhe vig. In de negentiende eeuw en aan het begin van de twintigste eeuw, grofweg tot aan de tweede wereldoorlog, waren werken en ontspanning scherp van elkaar gescheiden, met dien verstande dat het spel grotendeels was wegge legd voor de beter gesitueerden en het werk hoofdzakelijk door de minder bedeelden werd verricht. Meer dan een eeuw geleden was werken voor de meeste mensen de enige manier om aanzien te ver krijgen. Het verband tussen de positieve waardering van werken en het protestantisme werd door Max Weber naar voren gebracht. Deze instelling bracht een negatie ve waardering van sport en spel met zich mee. Zo schijnt de atle tiek In Engeland els gevolg van deze mentaliteit in de Puriteinse periode en onder het bewind van Charles II in een dieptepunt te hebben verkeerd. In ons eigen land zien we. hoe ten gevolge van een stiefmoederlijke bedeling van de lichamelijke opvoeding, de li chaamsconditie van zeer velen sterk te wensen overlaat. Na de Tweede Wereldoorlog zijn we geleidelijk aan naar een wel vaartsstaat toegegroeid en dit pro ces zet zich nog steeds voort. Te gelijkertijd zijn de scherpe gren zen tussen werk en spel steeds meer aan het verdwijnen. PSYCHOLOGIE Ajax heeft wel een psycholoog die zich met de spelers bezig houdt. maar er is nog maar weinig wetenschappelijke aandacht voor de toeschouwers. Voor sociaal-psy chologen zal de vraag, hoe de toeschouwer meer actief deelge noot kan worden In het spel waar hij naar kijkt en wel op een wijze die voor hem niet vernederend is maar verrijkend, steeds klemmen der worden. Alleen wanneer dit probleem op bevredigende wijze zal worden opgelost, zal de vrije tijdsbesteding zich op een waarde volle manier kunneo ontwikkelen. Als aanduiding van het publiek in schouwburg, concertzaal of sta dion wordt wel eens het woord „massa" gebruikt Gezien het ge-j regelde karakter van dit soort ge/ beurtenissen (men komt op een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats bijeen en krijgt volgens be paalde regels zijn plaats toegewe zen, dwz. nadat men zijn plaatsbewijs heeft getoond) is het naar mijn mening niet juist om hier van „massa" te spreken. Wel kan het publiek bij dergelijke bijeen- Zo lang ze het leuk houden. Walther Micke schrij ver van dit artikel werd 15 maart 1939 te Amstelveen geboren. Hij studeerde scheikundige technologie in Delft, maar kwam na een jaar tot de ontdekking dat hij niet de juiste keuze had gedaan en besloot psycho logie te gaan studeren aan de Universiteit van Amster dam. Hij werkte mee aan het „talenprojekt" van dr. R. R. Gras op het Research Insti tuut voor de Toegepaste Psychologie aan de Uni versiteit van Amsterdam, was werkzaam als projekt- leider bij een Marktonder zoekbureau, werkte als kan didaat-assistent bij de afde ling Bouwkunde van de technische hogeschool te Delft mee aan een onder zoek over wonen dat werd uitgevoerd door dr. ir. H. Priemus en is momenteel verbonden aan het Semina rium voor Massapsycholo gie van de Universiteit van Amsterdam. komsten tot massa-gedrag komen, maar dit is dan alleen het gevolg van de aanwezigheid van een groot aantal mensen dicht bij el kaar, de betrekkelijk gemakkelijke communicatie en de grotere moge lijkheid om tot een bepaald soort optreden aan te zetten. IDENTIFICATIE Het grote aantal supporters det de tocht naar Parijs wilde onder nemen, is naar mijn mening vooral te verklaren als gevolg van de grotere Identificatiemogelijkheden. Ie«tereen, die een sport in clubver band heeft beoefend en wel eens mede geweest is, wanneer het team of de groep in een andere plaats moest spelen, zal de ervaring heb ben gehad, dat hij zich met de spelers en daardoor met zijn club kon identificeren. Wanneer Ajax in Nederland speelt, zijn het waarschijnlijk hoofdzakelijk Amsterdammers, die zich met deze club kunnen identificeren, maar wanneer Ajax In Parijs speelt, kun nen alle Nederlanders zich ln prin cipe met Ajax vereenzelvigen. Daarnaast bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat velen zich door de aantrekkelijkheden van Parijs aangetrokken voelden, maar dit was volgens mij niet de belang rijkste reden. Wat nu de bezorgdheid over het grote aantal supporters betreft, de ze is naar mijn mening In zoverre gegrond, dat een groot aantal van de „sporttoeristen" zelf niet voet balt. (Hoe groot dit aantal Is, is niet bekend en het zou op zichzelf interessant zijn dit eens na te gaan.) Deze mensen kunnen de voldoening van het spel alleen maar indirect ervaren en dit moet welhaast een frustrerend effect hebben. Een dergelijke frustratie kan zich achteraf uiten In het te buiten gaan aan vernielingen, zo els b.v. wel in Engeland gebeurde in de treinen waarmee de suppor ters van de wedstrijd naar huis werden gebracht. Er ligt hier duidelijk een taak voor het onderwijs. In het bijzon der natuurlijk voor het sportonder- wij8, maar in wijder verband ook voor het onderwijs in de expres sievakken zoals tekenen, handen arbeid. boetseren, muziek enz. Wanneer men zijn creatieve krach ten niet heeft leren ontwikkelen, zullen deze zich slechts op destructieve wijze kunnen uiten. W. MICKE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 15