INDONESIËRS VRAGEN
NEDERLANDSE BOEKEN
Doodknuppelen
van zeehondjes
in volle gang
VOOR BONTJAS
VAN MEVROUW
Napoleon niet in Parijs begraven?
Als sportextase
frustratie wordt
volgt destructie
3
TATERDAS 8 MAART I9M
r DJAKARTA, maart Mijn
vriend gaat mij voor, het re
dactiekantoor binnen. Zoals
overal in Indonesië is de be
groeting joviaal. Wat me wel
even verrast, is de vanzelf
sprekendheid waarmee men
meteen Nederlands praat. De
hoofdredacteur is jurist. Met
onverholen trots vertelt hij mij
dat hij lid van het Leids Stu
dentencorps is geweest.
Indonesië is veranderd. De
wilde jacht van Soekarno op
Nekolims is voorbij. Een ideolo
gisch versoberd en economisch
enorm verarmd land is uit deze
propagandaroes tevoorschijn
gekomen. En de Nederlanders
zijn weer ln trek. Singapores
premier Lee Kwan Yew noem
de dit enige weken geleden een
van de wondpren van de
geschiedenis van Azië.
Na mijn gesprek met de
hoofdredacteur komt dé direc
teur binnen. Zoals vele Indo
nesiërs heeft hij stijl, bijna de
zwier van een grand seigneur.
Hij valt met de deur in huis.
„Zend ons boeken in het Ne
derlands," zegt hij met nadruk.
Ik ben een beetje verbluft.
„Ja." vervolgt hij, „er is hier
een hiaat van zestien jaar.
Neem mijn generatie. Mensen
van boven de 35. Wij hebben
aan Nederlandse scholen gestu
deerd, veertien jaar hebben we
gedacht, geleerd, gesproken in
het Nederlands. Soekarno heeft
het Nederlands afgeschaft. Wat
is er voor in de plaats geko
men? Niets".
..Onze generatie kent niet
voldoende Engels. Ik weet het,
want ik zie de boeken ongele
zen in de kasten staan. En de
komende generatie? Met die
twee uurtjes Engels per week
bereiken ze maar weinig. De
Indonesische boekproduktie
heeft dit vacuum niet gevuld.
Wij zijn hopeloos geïsoleerd.
We willen weten wat er in de
wereld te koop is. We kunnen
het alleen via het Nederlands te
weten komen."
De man die voor mij zit, Is
een zakenman. Zijn opmerkin
gen zijn niet zonder bijoogmer
ken. Maar niettemin zijn ze het
overwegen waard. „De Neder
landse boeken zijn buiten ons
bereik," verzucht hij. „Eerst
was er het verbod van Soekar
no. Nu maakt de inflatie dat we
de boeken niet kunnen betalen.
„Geef ons boeken voor de helft
van de prijs."
Hasan Sastraatmadja, uitge
ver van „Nusantara", is niet de
enige die mij op het belang van
het Nederlands wijst. Een land
genoot, met duizenden anderen
weer in Indonesië, terug, zegt
het ook: „Er is een ware honger
naar Nederlandse tijdschriften.
Ze worden hier gretig gelezen."
Sommige Duitse diplomaten,
hoor ik, leren Nederlands om
beter met de Indonesiërs te
kunnen praten. En de we
tenschappelijke literatuur over
recht, land en volk zijn in onze
taal geschreven.
De toestand in Indonesië is
nog ernstig. Maar er is verbete
ring sinds de staatsgreep van 30
september 1965. President Soe-
harto's rustig, bedaard beleid
verdient respect. Uiterst voor
zichtig heeft hij het tot dolheid
opgezweepte volk teruggeleid
naar de realiteit.
Die realiteit is somber ge-
President Soeharto
en interest van de buitenlandse
schuld, die 2'/t miljard dollar
bedraagt, tot 1980 wil verlen
gen. Dit zal een hoognodige
adempauze opleveren. Naar
verluidt komt hij meer op voor
de belangen van de Duitse in
vesteerders die van de Duitse
staat een garantie tegen niet-
economische risico's krijgen dan
vertegenwoordigers van andere
landen. Duitsland is hierom een
geduchte concurrent voor Ne
derlandse belangen. Volgens
sommigen voelen daarentegen
de Nederlanders de Indonesiërs
beter aan dan hun concurren
ten.
Indonesië heeft de belangstel
ling van buitenlandse investeer
ders hard nodig. De deflatiepo-
litiek heeft de bedrijvigheid ge
remd, met als gevolg dat er een
enorme werkloosheid is. Men
zegt dat 10.000 Colombo-Plan-a-
cademici zonder baan zitten
om over mensen met een min
der illustere opleiding maar
niet te spreken.
Amerika steekt grote kapita
len in de ontginning van
delfstoffen: olie, nikkel, enz. Dit
kan in de nabije toekomst hon
derden miljoenen extra-devie
zen opleveren.
President Soeharto maakte
grote indruk op Rajmohan
Gandhi, hoofdredacteur van het
Indiase weekblad „Himmat" en
mij toen hij ons in zijn een
voudige residentie ontving. Hij
bleek ons Engels te verstaan,
maar richtte zich in het Indo
nesisch tot ons. Een eerlijk man
die ernst maakt met God. „Ik
zie als mijn taak," zei hij,
„Gods wil te zoeken en die dan
aan mijn volk door te geven.
Als de leiders God ongehoor
zaam zijn, lijdt het volk daar
onder."
Niet iedereen heeft zijn hoge
opvatting. Marinemensen ver
dienen wat extra door voor ei
gen rekening vrachtschepen te
laten varen. Men kan als parti
culier plaatsen boeken op lucht
machtvliegtuigen. Er is natuur
lijk ook corruptie uit harde
noodzaak. Een zegsman vertelde
mij dat de Indonesiërs eerlijk
van aard zijn. Zodra de wan
verhouding tussen lonen en
prijzen kan worden gecorri
geerd, zullen ook wanpraktij-
ken verdwijnen, meende hij.
Ook de jongere generatie
voor wie de strijd tegen Soe
karno reëler is dan de onafhan
kelijkheidsstrijd heb ik gespro
ken. Ik werd ontvangen in het
vroegere Peking-Chinese consu
laat dat in de betogingen tegen
Soekarno werd buitgemaakt
door het studentenfront, de
KAMI en sindsdien hun hoofd
kwartier is geweest.
Wat wil deze jongere genera
tie? Zij wenst behoud van de
persvrijheid. Zij wil een rechts
staat en een beleid dat een de
mocratisch bestel naast een re
delijke welvaart beoogt. De stu
denten spraken hun vertrouwen
in het huidige bestuur uit. De
meesten hunner zullen echter
na te zijn afgestudeerd geen
baan kunnen vinden.
Het huidige Indonesië heeft
bovenal vertrouwen nodig. Het
is er nog lang niet Er is veel
niet in orde. Maar na jaren van
demagogie en na een periode
waarin een aanzienlijke hoe
veelheid bloed heeft gevloeid,
kan het land zich thans verheu
gen in een regering die bovenal
opbouw, vrede en welzijn voor
het volk beoogt. Deze regering
heeft zelfs enige maanden gele
den de niet te onderschatten
verleiding weerstaan een nieu
we politiek van „konfrontasi" te
lanceren toen Singapore Indo-
Indonesië en Nederland samen in de betjak. Ze hadden elkaar al
eerder nodig. Foto beneden: Een droombeeld voor velen: een echt
„Indisch" huis met rondom de tuin die altijd groen en vol bloemen is.
nesische commando's terecht
stelde.
Voor Nederland ligt hier een
taak. Het kan Indonesië helpen
zijn plaats in de wereld te vin
den en dit niet door de on
derzaten van weleer te beleren
of door met geldelijke bijdra
gen te strooien, maar door een
partnership tussen een Oosters
land en een Westers land die
door taal en traditie, of we dit
nu willen of niet, zeer veel ge
meen hebben.
P HINTZEN
Hotel Indonesia, symbool
van een nieuwe tijd
noeg. Salarissen en prijzen zijn
in een bijna onzinnige wanver
houding geraakt. Mensen moe
ten van bijna niets rondkomen.
Dit lukt hun alleen omdat Indo-
nesiës overvloedige natuur veel
biedt zonder dat men er zich
voor hoeft in te spannen. De
„Gotong rojong"-geest, de geest
van ik-help-jou-jij-helpt-mij
die vooral in de dessa's leeft
doet de rest.
Er is vooruitgang. De galop
perende inflatie is nu op 410
roepiah per dollar tot staan ge
bracht. Dit is een prestatie die
Wereldbank-, IMF- en Ford
Foundation-experts hebben tot
stand gebracht in goede samen
werking met Indonesiës eigen
kundige economen. In januari
heeft Soeharto een vijfjaren
plan afgekondigd, dat vooral
voldoende voedselproduktie voor
eigen land beoogt een te be
scheiden doel, menen sommige
critici.
De Duitse ambassadeur in
Djakarta vertelde me dat men
het moratorium op de aflossing
Acht dagen slechts zullen
de knuppelaars nodig heb
ben om meer dan 100.000
zeehondenjongen te doden
en te villen. In het noorden
van Canada is dit jaarlijkse
„Ik wans dat mijn gebeente
rust aan de oevers van de Seine
te midden van het Franse volk,
dat ik zo zeer lief had...."
Men kent de beroemde
uitspraak van Keizer Napoleon I,
die tot gevolg had dat in de
Parijse Dome des Invalides een
praalgraf voor hem werd ge-
bouwd. De tombe behoort nog
steeds tot de belangrijkste be
zienswaardigheden van de
Franse hoofdstad.
Nu is er plotseling iets
verschrikkelijks gebeurd. De jon
ge Franse schrijver Rétif de la
Bretonne (niet te verwarren met
de veelschrijver Restif De La
Bretonne uit de achttiende eeuw)
is met een schokkende tijding
gekomen. Hij heeft er zelfs een
boek over geschreven. De man
beweert, dat Napoleon niet in
Frankrijk is begraven, maar in
een anoniem graf in de Londense
Westminster Abbey ligt. In het
Parijse praalgraf zou een zekere
Cipriani rusten, een Engelse spi
on, die zich ten onrechte een
vriend van de keizer noemde.
Volgens Rétif de la Bretonne
zou het stoffelijk overschot ver
wisseld zijn in de jaren, die er
lagen tussen de voorlopige be
grafenis op Sint Helena en de
dag in 1840 waarop het werd
opgegraven voor de definitieve
bijzetting in Parijs.
De Franse schrijver beweert
dat de Engelsen tot hun daad
zijn gekomen door hun haat te
gen de Fransen. Als het waar is,
kunnen wij niet anders dan me
delijden hebben met de toeristen
en met de Fransen. En vooral
ook met de Gaulle, die nu een
maal altijd bijzonder kwaad is,
als er iets in Frankrijk „naar be
neden wordt gehaald". En dat dit
nu juist moest gebeuren In het
jaar waarin wordt herdacht dat
Napoleon 200 jaar geleden werd
geboren.
Het bewijs fs echter nog niet
geleverd. De Franse schrijver
wenst dat de Britse koningin zal
toestaan dat er in Westminster
Abbey opgravingen worden ver
richt, maar het is de vraag of de
vorstin er iets voor voelt...
bloedbad gisteren van start
gegaan, ondanks de stroom
van protesten die de laatste
tijd is losgekomen. De Cana
dese regering heeft dan wel
beloofd te zullen toezien op
de jacht op bont, maar
ondertussen begint deze
wrede manier van doden
van hulpeloze jonge zee
honden toch maar weer.
Dierenliefhebbers over de ge
hele wereld en zij niet alleen
gaan echter door met hun
strijd tegen deze misdadige
praktijken. In ons land is eind
februari het „Brian Davies-Sa-
ve the Seals Fund Nederland"
opgericht, dat intensief zal pro
beren de akties tegen te gaan.
In verscheidene landen zijn re
keningen voor dat goede doel
geopend (financiële steun is
welkom op postgiro 250245 van
de Algemene Bank Nederland,
Amsterdam).
De jacht op de jonge dieren
duurt acht dagen, want de
pasgeboren zeehond behoudt
slechts twee weken zijn witte
vacht. En om die pels gaat het
de jagers: ze krijgen er één dol
lar per stuk voor. Als de knup
pelaar wil verdienen, moet hij
snel werken. Elke 40 tot 60 se
conden moet hij een jong doden
en villen. Hij heeft daarbij de
steun van een goede organisa-i
tie: 40 schepen en evenveel he
likopters!
Het gaat de bonthandelaren
om de jonge dieren van de
soort pagophilus groenlandicus.
die drie broedplaatsen heeft: de
Witte Zee, de omgeving van het
Jan Mayén-eiland en de Golf
van Sint Laurens in Canada.
Rond 1900 leefden er ongeveer
tien miljoen van deze zeehon
den, een aantal dat 50 jaar later
teruggelopen was tot drie mil
joen....
Sinds 1946 wordt er op bar
baarse manier op de jongen ge
jaagd. Ze worden niet geknup
peld of geschoten, maar met de
kop tegen het ijs geslagen tot
ze suf zijn. Daarna worden ze
levend gevild.
Toen in 1964 op de Canadese
televisie een film van het ruige
bestaan van de „sportieve" ja
gers werd vertoond, kwam dit
schandaal eindelijk in de open
baarheid. Het Canadese parle
ment raakte onder druk, met
gevolg dat duur en omvang van
de vangst werden vastgesteld.
Het zou echter tot 1968 duren
voordat er een doelmatige con
trole kwam.
In maart 1967 werden de zee-
hondenvangst-praktijken voor
het eerst wetenschappelijk on
derzocht. Dr. Elizabeth Simpson
van de afdeling dierziekten van
de universiteit van Cambridge
was erbij en zij schreef:
„Ik onderzocht 154 pas gebo
ren jongen die werden gedood
-ft- Moeder-zeehond valt aan in een
ontroerende poging om haar nog
geen week oude jong tegen de
woeste knuppelaars te beschermen.
om hun pels door jagers die
opereerden vanaf schepen en
met vliegtuigen. De methode
bestaat uit het geven van een
slag met een houten knuppel op
het voorhoofd. Ruim 50.000 jon
ge dieren werden op deze ma
nier legaal gedood. Bij mijn on
derzoekingen bleek dat 95 van
de 154 dieren een verbrijzelde
schedel had. Zij waren dus bui
ten bewustzijn toen ze werden
gevild."
In de vangstgebieden waar
geen overheidstoezicht was,
bleek dat meer dan de helft
geen verbrijzelde schedel had.
Het merendeel had alleen
beschadigingen aan de spier
weefsels, vijf dieren waren niet
gewond. Zij werden dus bij be
wustzijn gevild".
De Canadees Brian Davies
stimuleerde dit onderzoek en
hij is de grote voorvechter van
het tegengaan van de vangst
methoden. Zijn naam is dan
ook aan de aktie in ons land
verbonden.
Een aantal aktiviteiten zou
kunnen leiden tot een vermin
dering of zelfs een stopzetting
van de jaarlijkse knuppel- en
vilpraktijken. Dat zou kunnen
zijn een zo groot mogelijk ver
ontwaardiging bij zoveel moge
lijk mensen, waardoor bijv. de
zeehondenbont-dragende vrouw
wordt geconfronteerd met de
misdaden die in haar naam
worden begaan. Eén ding wordt
er zeker mee bereikt: geen en
kele vrouw die dit bont draagt
zal kunnen zeggen „dat heb ik
niet geweten".
Verder zouden de bonthande
laren geen zeehondenbont meer
moeten verkopen. Gelukkig is
een enkeling daarmee reeds be
gonnen. Om dit onder de Neder
landse bonthandel te stimule
ren, heeft de Werkgroep Zee
hondenvangst een z.g. „sticker"
laten maken waarop een knup
pelaar met een jong staat afge
beeld, met de tekst „Hier geen
zeehondenbont". Dit prentje
kan op de ruit of de deur van
de winkel worden geplakt. In
de Verenigde Staten heeft een
dergelijke aktie veel succes ge
had.
Als iedereen die overtuigd is
van de walgelijke manier waar
op de pas geboren zeehondjes
worden gemarteld, doet wat hij
of zij denkt te moeten doen, is
er misschien nog hoop. Niet al
leen om het verschrikkelijke
doden en villen tegen te gaan,
maar ook om de zee honden soort
die dit lot treft, voor uitster
ving te behoeden. Want ook dat
dreigt te gebeuren.
In 1964 bijv. overschreed het
aantal van 160.000 gedode zee
hondenjongen meer dan twee
maal het maximaal toelaatbare
aantal ter voorkoming van
uitsterving. In 1966 werden in
een vangstgebied van 2000 vier
kante kilometer door 700 knup
pelaars met 9 schepen en 41
helikopters in de Golf van Sint
Laurens 86.500 jonge en 18.000
volwassen dieren gedood en ge
vild.
De totale buit in dat gebied
werd nog verhoogd met de
moordpartijen in de Canadese
kustwateren, waar de Noren
daartoe gefinancierd door de
Europese pelsindustrie
195.000 jonge en 40.000 volwas
sen zeehonden het vilmes over
de buik ritsten.
Vorig jaar werden 50.000 zee
honden legaal d.w.z. onder
toezicht van de Canadese rege
ring en nog eens 35.000 die
ren klandestien vermoord:
Er is één lichtpuntje, dat
steeds helderder wordt: nog
geen tien jaar geleden bracht
een witte zeehondenpels 20 dol
lar op, nu nog maar 2'lt
BRAM OOSTERWIJK
Volgens de laatste schat
tingen zouden woensdag van
de 61.000 plaatsen die het
Parijse Stade de Colombes
telt, ruim 35.000 door Neder
landers zijn ingenomen. Dit
was meer dan tweemaal zo
veel als de 17.000 supporters
van Feijenoord, die op 8 mei
1963 met twee speciale sche
pen naar Lissabon voeren.
Maar Parijs is natuurlijk wel
wat dichter bij huis dan Lis
sabon.
Bij uitwedstrijden wordt Ajax
steevast begeleid door een kern
van 750 trouwe supporters. Voor
belangrijke wedstrijden, zoals te
gen Telstar of Feijenoord, wil het
aantal supporters wel tot enkele
duizendtallen toenemen. De capa
citeit van het Ajax-stadion be
draagt 24.000 plaatsen en gemid
deld worden er per wedstrijd zo'n
20.000 kaarten verkocht.
Tegen deze achtergrond gezien
Is er woensdag dus wel iets bij
zonders gebeurd. Het is opvallend
dat dit naast gevoelens van vreug
de hier en daar ook gevoelens van
bezorgdheid wekt 2o wordt in een
artikel in „Sport en Sportwereld"
over „voer voor psychologen"
gesproken en vraagt men zich af
of al deze belangstelling wel ge
zond is.
VERSCHIJNSEL
Men is enigszins verbaasd dat
de overheid toestemming gaf voor
een rechtstreekse t.v.-uitzending,
omdat hierdoor, uiteraard, vele
duizenden werknemers en werkge
vers aan het arbeidsproces werden
onttrokken. Op de vraag of de
enorme belangstelling voor evene
menten als deze gezond is, is
geen eenvoudig antwoord te ge
ven.
We moeten sport, als een vorm
van vrijetijdsbesteding zien in
verband met de veranderingen die
zich in onze maatschappij voor
doen. De verhouding tussen wer
ken en vrije tijd is op het ogenblik
aan sterke veranderingen onderhe
vig. In de negentiende eeuw en
aan het begin van de twintigste
eeuw, grofweg tot aan de tweede
wereldoorlog, waren werken en
ontspanning scherp van elkaar
gescheiden, met dien verstande dat
het spel grotendeels was wegge
legd voor de beter gesitueerden
en het werk hoofdzakelijk door de
minder bedeelden werd verricht.
Meer dan een eeuw geleden was
werken voor de meeste mensen de
enige manier om aanzien te ver
krijgen. Het verband tussen de
positieve waardering van werken
en het protestantisme werd door
Max Weber naar voren gebracht.
Deze instelling bracht een negatie
ve waardering van sport en spel
met zich mee. Zo schijnt de atle
tiek In Engeland els gevolg van
deze mentaliteit in de Puriteinse
periode en onder het bewind van
Charles II in een dieptepunt te
hebben verkeerd. In ons eigen
land zien we. hoe ten gevolge van
een stiefmoederlijke bedeling van
de lichamelijke opvoeding, de li
chaamsconditie van zeer velen
sterk te wensen overlaat.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn
we geleidelijk aan naar een wel
vaartsstaat toegegroeid en dit pro
ces zet zich nog steeds voort. Te
gelijkertijd zijn de scherpe gren
zen tussen werk en spel steeds
meer aan het verdwijnen.
PSYCHOLOGIE
Ajax heeft wel een psycholoog
die zich met de spelers bezig
houdt. maar er is nog maar weinig
wetenschappelijke aandacht voor
de toeschouwers. Voor sociaal-psy
chologen zal de vraag, hoe de
toeschouwer meer actief deelge
noot kan worden In het spel waar
hij naar kijkt en wel op een wijze
die voor hem niet vernederend is
maar verrijkend, steeds klemmen
der worden. Alleen wanneer dit
probleem op bevredigende wijze
zal worden opgelost, zal de vrije
tijdsbesteding zich op een waarde
volle manier kunneo ontwikkelen.
Als aanduiding van het publiek
in schouwburg, concertzaal of sta
dion wordt wel eens het woord
„massa" gebruikt Gezien het ge-j
regelde karakter van dit soort ge/
beurtenissen (men komt op een
bepaalde tijd en op een bepaalde
plaats bijeen en krijgt volgens be
paalde regels zijn plaats toegewe
zen, dwz. nadat men zijn
plaatsbewijs heeft getoond) is het
naar mijn mening niet juist om hier
van „massa" te spreken. Wel kan
het publiek bij dergelijke bijeen-
Zo lang ze het leuk houden.
Walther Micke schrij
ver van dit artikel werd 15
maart 1939 te Amstelveen
geboren. Hij studeerde
scheikundige technologie in
Delft, maar kwam na een
jaar tot de ontdekking dat
hij niet de juiste keuze had
gedaan en besloot psycho
logie te gaan studeren aan
de Universiteit van Amster
dam.
Hij werkte mee aan het
„talenprojekt" van dr. R. R.
Gras op het Research Insti
tuut voor de Toegepaste
Psychologie aan de Uni
versiteit van Amsterdam,
was werkzaam als projekt-
leider bij een Marktonder
zoekbureau, werkte als kan
didaat-assistent bij de afde
ling Bouwkunde van de
technische hogeschool te
Delft mee aan een onder
zoek over wonen dat werd
uitgevoerd door dr. ir. H.
Priemus en is momenteel
verbonden aan het Semina
rium voor Massapsycholo
gie van de Universiteit van
Amsterdam.
komsten tot massa-gedrag komen,
maar dit is dan alleen het gevolg
van de aanwezigheid van een
groot aantal mensen dicht bij el
kaar, de betrekkelijk gemakkelijke
communicatie en de grotere moge
lijkheid om tot een bepaald soort
optreden aan te zetten.
IDENTIFICATIE
Het grote aantal supporters det
de tocht naar Parijs wilde onder
nemen, is naar mijn mening vooral
te verklaren als gevolg van de
grotere Identificatiemogelijkheden.
Ie«tereen, die een sport in clubver
band heeft beoefend en wel eens
mede geweest is, wanneer het team
of de groep in een andere plaats
moest spelen, zal de ervaring heb
ben gehad, dat hij zich met de
spelers en daardoor met zijn club
kon identificeren. Wanneer Ajax in
Nederland speelt, zijn het
waarschijnlijk hoofdzakelijk
Amsterdammers, die zich met deze
club kunnen identificeren, maar
wanneer Ajax In Parijs speelt, kun
nen alle Nederlanders zich ln prin
cipe met Ajax vereenzelvigen.
Daarnaast bestaat natuurlijk de
mogelijkheid dat velen zich door
de aantrekkelijkheden van Parijs
aangetrokken voelden, maar dit
was volgens mij niet de belang
rijkste reden.
Wat nu de bezorgdheid over het
grote aantal supporters betreft, de
ze is naar mijn mening In zoverre
gegrond, dat een groot aantal van
de „sporttoeristen" zelf niet voet
balt. (Hoe groot dit aantal Is, is
niet bekend en het zou op zichzelf
interessant zijn dit eens na te
gaan.) Deze mensen kunnen de
voldoening van het spel alleen
maar indirect ervaren en dit moet
welhaast een frustrerend effect
hebben. Een dergelijke frustratie
kan zich achteraf uiten In het te
buiten gaan aan vernielingen, zo
els b.v. wel in Engeland gebeurde
in de treinen waarmee de suppor
ters van de wedstrijd naar huis
werden gebracht.
Er ligt hier duidelijk een taak
voor het onderwijs. In het bijzon
der natuurlijk voor het sportonder-
wij8, maar in wijder verband ook
voor het onderwijs in de expres
sievakken zoals tekenen, handen
arbeid. boetseren, muziek enz.
Wanneer men zijn creatieve krach
ten niet heeft leren ontwikkelen,
zullen deze zich slechts op
destructieve wijze kunnen uiten.
W. MICKE