Na zijn arbeiders komt
baas zelf aan de beurt
Van der Louws
„hit" sloeg in
als een bom
De gaande man"
EEN HEERLIJK
DEZE
WEEK
Plan-Mansholt:
BEDREIGING
OF KANS?
Gezegd
ZATERDAG 8 MAART 1969
door
Drs. J. de Koning
Drs. J. de Koning, algemeen
secretaris van de Ned. Chr. Boe
ren- en Tuindersbond, geeft in
twee artikelen een interessante
doorlichting van het plan-Mans-
holt en de consequenties daar
van. De schrqver werd 31 augus
tus 1926 te Zwartsluis geboren,
studeerde sociale wetenschappen
aan de VU en hield zich voordat
hq bjj de CBTB in dienst trad,
bezig met sociologisch onder
zoek ten behoeve van christelqk-
maatschappelijke organisaties.
VOOR HET SPEKTAKEL zor-
gen deze week Ajax en Apollo.
Dat hadden Sophokles en Ovidi-
us ook niet kunnen dromen. Aiax
(1) de dappere, sterke, maar
niet slimme zoon van Telamon;
(2) de snelvoetige zoon van Oi-
leus. Apollo: Griekse god
van de harmonische schoonheid
en van de zon). En juist in deze
week neemt de Tweede Kamer
•en motie aan tegen het kolo
nelsregime in Griekenland.
Na de somberste winter van
deze eeuw kondigt de lente zich
aan met zon en sneeuwklokjes,
de Hiswa en de boekenweek. En,
toe maar, de vierling Verheul In
Bodegraven.
De vaderlandse politiek wordt
gestempeld door het Haagse
PvdA-congres en de vraag of
daar knopen worden doorgehakt.
In ieder geval wordt de weg naar
„rooms-rood" geblokkeerd. Be
halve de motie over Griekenland
halen moties in de Kamer de
eindstreep niet: motie-longeling
(West-lrlan), -v.d.Stoel (Spanje),
-Barendregt (krotopruiming).
In de Senaat wordt gevraagd
naar een duidelijker regeling, wie
tot het Koninklijk Huis behoren,
en belooft de premier sanering
Cruyff, snelvoetig
van het fintjessysteem. De ver-
keersvoorschriften worden ver
rijkt met een verplichte bloed
proef en een minimumsnelheid.
Incidenten en bedreigingen in
de wereldpolitiek. Miljoenen Chi
nezen protesteren tegen beweer
de Russische grensschending bij
Wladiwostok. De zenuwenoorlog
om Berlijn bedaart als de verkie
zing van de Westduitse president
(dr. Gustav Heinemann, In derde
stemming) toch doorgaat
Washington dreigt met tegenac
tie als de Vietconq de Zuidviet-
namese steden blijft beschieten.
De dreigende wrijving tussen
Nixon en de Gaulle is omgesla
gen in een groeiende
vriendschap. Syrië beleeft de zo
veelste staatsgreep. Golda Meir
wordt premier van Israël, de ge
pensioneerde ambtenaar May
van Suriname. Het Brits-Franse
vliegtuig Concorde maakt de
langverwachte eerste proefvlucht.
Het leven wordt 0,9 procent
duurder in een maand, er komen
prijsmaatregelen of afspraken
voor allerlei sectoren, het mini
mumloon wordt hoger, de werk
loosheid lager, de spaarcijfers en
de betalingsbalans beter, wat al
lemaal niet wil zeggen dat we uit
de zorgen zijn, want om de
Franse frank is het verre van
rustig.
De AMRO-bank komt met een
grote Eurodollarlening, de Mene-
ba boekt minder gunstige resul
taten, de borstelfabrieken van
Van de Burg en de Bataafse ac-
cufabriek uit Rotterdam verhui
zen naar Heerlen. Maar om in
Rotterdam te blijven: gedeputeer
de staten hebben bezwaar tegen
de Rijnpoorthaven en minister
Schut tegen de grootscheepse
plannen met Voorne-Putten.
„Met het laten dalen van de
defensieuitgaven is de gevaar
lijke weg van een calamiteus be
leid ingeslagen. Als deze ontwik
keling doorgaat, komt er een mo
ment waarop ieder bedrag dat
men in de landmacht stopt, weg
gegooid geld is, omdat het dan
ten goede komt aan een leger
korps dat toch niet meer voor
zijn taak is berekend." (Staats
secretaris Haex)
„In ons hart zijn we allemaal
liberalen" (Toxopeus)
„...Dan zie je precies hoevee!
dat woord zegt!" (Van Mierlo)
„Ik geloof dat we bijzonder
content kunnen zi|n over de wij
ze waarop Ajax hier zijn sportie
ve plicht vervult" (Herman Kuip-
Het „Plan Mansholt" (nauwkeuriger gezegd: de voorstellen van de Europese Commissie
betreffende de hervorming van de landbouw in de E.E.G.) is als een bom ingeslagen onder de
boeren in Nederland en in Europa. Dat ligt ten dele aan de presentatie: Wie uitgerekend in
Groningen voor Nederlandse verhoudingen het gebied van de grote boeren (50 80 ha) een
bedrijfsgrootte van 1000 ha introduceert, hoeft het niet te verwonderen dat die boeren van hun
stoel vallen van verbazing en verontwaardiging. Krantenkoppen als: „vijf miljoen boeren moeten
eruit!" zijn evenmin geschikt om de rust in de landbouw te bewaren.
Toch zou dit prychologisch
effekt onvoldoende zijn om de
opschudding in de overigens
nogal bedaarde boerenstand te
verklaren. De oorzaak ligt ook
wel degelijk in de inhoud van
het Plan: Een haarscherpe ana
lyse van de toestand van de
Landbouw in Europa en zeer
verstrekkende en ook zeer
kostbare voorstellen' om
daarin verbetering te brengen.
Verstarde struktuur
De situatie van de landbouw
in Europa is eeuwenlang geken
merkt door een betrekkelijke
stabiliteit. Met handenarbeid en
met paardenkracht konden de
boeren (het overgrote deel van
de bevolking) maar net genoeg
voedsel voor iedereen voort
brengen.
Daarin is de laatste tientallen
jaren snel verandering geko
men. De mechanisatie maakte
ook in de landbouw snelle op
mars, vooral onder invloed van
de loonstijging, die dwong tot
vervanging van menselijke ar
beid door machines.
In de afgelopen vijf jaar nam
alleen al in Nederland het aan
tal tractoren toe met 40 pet. en
verdubbelde het aantal maai
dorsers. Op het ogenblik loopt
er één trekker op acht negen
ha., één combine op 80 ha. graan
en is er één melkmachine voor
twintig koeien.
Het grondpatroon van de
landbouw dat van de bodem
veranderde tijdens die op
mars van de machines echter
maar traag. De verkaveling en
de bedrijfsgrootte bleven achter
bij de technische mogelijkheden
om het land rationeel te bewer
ken en een modern bedrijf op
te zetten. In Nederland werd in
tien jaar tijds het gemiddelde
bedrijf slechts twee ha. groter,
in Duitsland nog niet een ha.!
Afvloeiing
De aanpassing aan de mecha
nisatie en aan de duurder wor
dende arbeid heeft niet plaats
gevonden door schaalvergroting
van de produktie-eenheden.
maar door afvloeiing van ar
beidskrachten. In tien jaar is
het aantal werkers in de land
bouw van de EEG-landen ver
minderd van vijftien miljoen
tot ruim tien miljoen. Dat is
een enorme ingreep geweest,
met grote economische en soci
ale consequenties.
De boer is eenzaam geworden
op zijn bedrijf. Op meer dan de
helft van de bedrijven staat hij
alleen voor het werk en de ver
antwoordelijkheid: zeven dagen
per week. vierentwintig uur per
dag. Die bedrijven zijn bijzon
der kwetsbaar geworden: ziekte
kan men zich niet veroorloven;
vakantie kan er niet af.
Arbeiders en boerenzoons
hebben elders werk moeten
vinden. Ook dat is geen een
voudige opgave in een
oaatschappii waarin vooral
vraag is naar technisch hoog
geschoolde mensen. De platte
landsgebieden liiden bovendien
gebrek aan andere werkgele
genheid. De werkloosheidscij
fers in de agriarische gebieden
van Europa zijn dan ook overal
hoog!
Het moeilijkste probleem komt
echter nog. De afvloeiing uit de
landbouw gaat door omdat de
mechanisatie en de loonstijging
doorgaat. Maar nu de arbeiders
en de zoons zijn vertrokken
komt de baas zelf aan de beurt.
Op hoderdduizenden bedrijven
>-oert de boer een achterhoede
gevecht waarvan de uitslag nu
al vast staat Dat zijn de bedrij
ven van te kleine omvang, met
versnipperde landerijen, met
verouderde gebouwen, met een
laag inkomen en geringe finan
ciële reserves. Op die b< drijven
zal geen jonge boer meei willen
beginnen en zal wellicht de zit
tende boer het niet kunn n vol
houden.
Het probleem van de afvloei
ing van bedrijfshoofden wordt
enigszins verlicht door de ver
grijzing van de boerenstand in
Europa. De gemiddelde leeftijd
van de bedrijfshoofden ligt op
57 jaar! Over een periode van
tien jaar zullen veel bedrijven
zonder opvolger dus al op na
tuurlijke wijze beëindigd worde
Niet alle landen kennen echter
een AOW als in Nederland en
zelfs dan blijft het nog pijnlijk
om een levenswerk niet voortge
zet te zien!
Lage inkomens
Een laag inkomen in verhou
ding tot andere groepen is ken
merkend voor de landbouw
over de gehele wereld, ook voor
de Europese landbouw. In Ne
derland is de situat'e nog vrij
gunstig: In 1966 lag het gemid
deld inkomen van de boeren en
tuinders op bijna 13.000.—.
Als men echter rekening houdt
met de investeringen in de
groei van het bedrijf en met de
noodzaak tot reservering voor
de kwade dagen (oogstrisico,
ontoereikende sociale voorzie
ningen), dan blijft er weinig
over om van te leven; veelal
minder dan het njinimum-loon
van de werknemer. In de ande
re E.E.G.-landen ligt het inko
men nog veel lager: gemiddeld
tussen 5000,en 7000,
Eén van de doelstellingen van
de E.E.G. is geweest om aan de
agratische bevolking een rede-
liik inkomen te geven. Daartoe
zijn de prijzen van de belang
rijkste landbouwprodukten
vastgesteld op een niveau dat
aanmerkelijk ligt boven dat
van de wereldmarkt. Die we
reldmarkt is overigens aller
minst maatgevend. Het is een
rommelmarkt, waar de spullen
waard zijn wat een gek er voor
geeft: in een wereld van over
vloed is dat niet veel.
De prijsondersteuning helpt
echter de kleine bedrijven, met
een geringe produktie, niet aan
een bevredigend inkomen. Voor
de bedrijven met een grotere
produktie-omvang is er alles
aan gelegen d'e produktie ver
der op te voeren, om op die
wijze de stijgende kosten te
bestrijden en zo mogelijk een
graantje mee te pikken van de
welvaart.
Ondanks de afvloeiing van
arbeidskrachten is de boer in
staat geweest door mechanisatie
en door vergroting van zijn
vakbekwaamheid meer te pro
duceren. De stijging van de
produktie per man ligt in de
landbouw aanmerkelijk boven
die in de industrie. De eetlust
en het aantal der consumenten
is echter niet navenant toegeno
men. In de afgelonen drie jaar
steeg de landbouwproduktie
met 10 pet.; de afzet echter
maar met 71/» pet. Het
overschot vooral zuivel, tar
we en suiker kan voorlopig
worden opgeslagen, maar moet
op den duur worden afgezet op
de wereldmarkt tegen zwaar
verliesgevende prijzen. Verlie
zen die in de miljarden lopen!
Het is duidelijk dat de mi
nisters van financier die de
ze miljarden moeten betalen
daarvan pijn in de brik krijgen
en aandringen op een land
bouwbeleid dat overschotten
voorkomt.
Nieuw beleid
De voorstellen die vervat zijn
in het „Plan Mansholt" willen
een uitweg bieden uit het di
lemma van de Europese Land
bouw: te la se inkomens -* te
hoge produktie.
De Europese Commissie wil
dit doel langs drie wegen berei
ken:
a. bevriezing of verlaging van
de prijzen
b. maatregelen om overpro
duce tegen te gaan en de
bestaande voorraden weg te
werken
c. bevordering van een aan
merkelijke vergroting van
de bedrijven, waardoor een
economische produktie mo
gelijk wordt.
Door de combinatie van deze
maatregelen hoopt de Europese
Commissie in een tijdsverloop
van tien jaar vraag en aanbod
en agrarische produkten met
elkaar in evenwicht te brengen,
de lasten voor de schatkist te
verlichten, de prijzen van le
vensmiddelen gelijk te houden
of slechts weinig te laten stij
gen en desondanks de inkomens
van de boeren te verbeteren.
De Europese boerenorganisa-
ties hebben deze ambitieuze
plannen met gemengde gevoe
lens ontvangen.
Niemand beseft beter dan zij,
dat er iets moet gebeuren om
de vastgelopen wagen van het
E.E.G.-landbouwbeleid weer op
gang te brengen. Niemand
beseft ook beter dan zij, welke
offers daartoe van de Europese
landbouw worden gevraagd.
Niemand ziet duidelijker het
risico dat aan het einde van
deze pijnlijke operatie, het
doel: een economische sterke
en welvarende landbouw, niet
zal zijn bereikt.
Kritiek prijsbeleid
De boeren wijzen unaniem
verlaging of bevriezing van de
prijzen van hun produkten van
de hand. Zij hebben daarvoor
verschillende goede redenen:
Het is niet aanvaardbaar in
een tijd van algemene wel
vaartsstijging de inkomens van
een bepaalde groep te verlagen.
Dit gebeurt evenwel als de al
gemene kostenstijging niet door
een matige prijsverhoging kan
worden opgevangen.
Struktuurverbetrring in 1980
is geen argument om de prijzen
voor 1970 te verlagen. Integen
deel, aanpassing van de bedrij
ven aan moderne landbouwme
thoden vraagt grote investerin
gen. Die zullen in de komende
jaren niet kunnen worden ver
richt als thans de bestaansbasis
van de bedrijven wordt aan
getast.
VOLGENDE WEEK:
Niet blindstaren op
overschotten zolang
elders honger is
DEN HAAG Geen roze rosetten dit keer op het congres van de
Partij van de Arbeid. Nieuw Links is er toch al, in beide betekenissen
van de uitdrukking. De enige die dit arrivé-zijn opvallend negeert is Van
der Louw zelf: een felrood vlak in een zwarte omlijsting.
Voordat de socialisten deze 20ste-eeuwse Cicero van het spreekgestoel
te kunnen aanschouwen, zijn er wat hindemissen te overwinnen. Het
Congresgebouw, een zwembadachtig geheel, maar dan wel met ondoor
zichtig water. Een warwinkel van vragende en Informerende afgevaardig
den en genodigden. Personeel dat stijf en strak volhoudt dat het
congresgebouw nog niet officieel is geopend. Niks zeggen dus, we
weten het niet, laat iedereen het maar zelf uitzoeken.
Het helpt allemaal niets. De PvdA is niet kapot te krijgen. Het congres
wordt toch geopend en burgemeester Marljnen kan het even toespreken.
Aan zijn speech te horen was geen enkele ambtenaar bereid deze
KVP'er In het hol van de leeuw bij te staan. Een collega naast ons:
straks gaat hij zeggen dat de wereld steeds kleiner wordt. En ja hoor, hij
vond de kosmos die kleiner werd. Verder leven we in een boeiende tijd,
waar de besluiten steeds sneller gaan en verstrekkender zijn, er een
kloof is tussen generaties, de ouden wijs zijn en de jeugd actief. De
vraag is: hoe krijg je dat bij elkaar?
Van Lier brengt het congres in de vereiste verwachtingsvolle stem
ming: we moeten kiezen; oude wijn uit oude zakken of nieuwe wijn
uit nieuwe zakken. „Misschien lust u wel geen wijn of wilt u niet
eens zakken".
Irene White, voorzitster van de Labour-party, slaagt er in het zinnige
te zeggen waar burgemeester Marijnen naar zocht „Ik begrijp niets van
die psychologie van onze left-wing Lagerhuisleden; ze willen nota bene
liever in de oppositie dan in de regering. We moeten hun invloed niet
overschatten, maar dan spreek ik wel alleen voor de Engelse situatie".
Haar bedoeling wordt duidelijk als zij zegt dat ook Labour problemen
had (gelach), maar dat het steeds beter gaat (meer gelach).
Tans wil daarna ook nog wel even de gebeurtenissen in de „Bundesli-
ga" in herinnering roepen waar Heinemann tot manager van alle Duitse
teams werd gekozen. Dat komt van dat televisiekijken op zondag.
Het is niet duidelijk of de tekenaar die grapjes in lijnen op het enorme
lichtscherm voor in de zaal moet toveren, bulten de orde gaat wanneer
hij zijn eerste resultaat produceert: Marcel Van Dam melden op het
secretariaat. Na een paar dagen congres begint het verdacht veel op een
grap te lijken van een politiek helderziende tekenaar.
Dat was het voor.de donderdag, nadat voorzitter Tans er nog net In
slaagde duidelijk te maken dat hij als rooms-katholiek voorzitter althans
iets heeft geleerd in de partij: iets minder clichématig te praten dan
Marljnen presteerde. In zijn onschuld droeg hij ook nog wat droge takjes
aan voor het vuur dat de volgende morgen ontstoken moest worden: er
is geen ruimte meer voor samenwerking met hen die vandaag naar links,
doch morgen even vrolijk naar rechts kunnen schuiven.
Dan-, weg wezen. Kerngroepleden van Nieuw Links rennen zoekend
door de zaal om onder het genot van een pilsje nog even de laatste
voorbereidingen voor morgen te treffen. Democratisch Appèl gaat in de
massa onder- het is een Gideonsbende van slechts veertig. De massa of
de middengroep staat apathisch In de hal te wachten tot organisatoren
het vervoer naar het nachtverblijf geregeld hebben. Zo hoort het ook: de
massa hoeft niet te denken, ze kan rustig slapen.
Pas vrijdagmorgen blijkt dat Nieuw Links ook rustig had kunnen gaan
slapen. De zaak is bekeken. Niemand durft het zich meer te permitteren
tegen Nieuw Links te zijn. De zaal is links, radicaal en wuift de KVP
gedag. Aarden slaat de ogen ten hemel in opperste gelukzaligheid.
Schmelzer doet het misschien thuis als hij hoort dat het pad van
meneer Den Uyl ook niet over rozen gaat. Deze krijgt afkeuring te
horen, de fractie sluit „Inkonsekwente compromissen" 'over de de
fensie-begroting. Uitgerekend die nog wel. Den Uyl voelt de stemming
van de zaal aan, zoals het hele partijbestuur dat schijnt te doen. Hij
vecht niet meer tegen de bierkaai.
Tans en Vondeling trouwens ook niet. Van der Louw vroeg en kreeg
toestemming van het partijbestuur even In te gaan op de ongerustheid
over het optreden van Nieuw Links. Zijn „hit" werd een succesnummer.
Men voelde het: hier staat de nieuwe voorzitter. Nu misschien nog niet,
maar wel over een paar jaar als Vondelings brug op Instorten staat. In
een vloelende beweging gaf Van der Louw en passant ook nog even
antwoord op vragen waarop Tans eigenlijk had moeten antwoorden. Het
gebeurde met een vanzelfsprekendheid of het allemaal afgesproken was.
Maar dat was het niet. Het gezicht van Tans stond op onweer.
Vondeling zwaaide afkeurend met zijn arm. De zaal werd rumoerig, het
podium steeds stiller. Maar het partijbestuur deed niets.
Toen het allemaal afgelopen was en de laatste betuigingen van bijval
verstorven waren, ging Vondeling Indringend met Van der Louw staan
praten. Zo te zien ging het niet over Cambuur.
Eyslnk, ook kandidaat-voorzitter, kwam er bij en legde bezwerend zijn
hand op Van der Louws schouder. André maakte een veelzeggend
gebaar: het leek of hij een pluisje van zijn jasje afsloeg. En hij bleef
zitten in zijn bastion achter de bestuurstafel, ingeklemd tussen twee
sympathisanten. Het was gebeurd. Met huid en haar waren het congres
en het partijbestuur verslonden. Ondanks de nederlaag van Marcel van
Dam en ds. Diekerhof. Een voorman van een groep, waarvan Tans zelf
gezegd had dat er niets mee aan de hand was, had namens het
partijbestuur tot het congres gesproken.
En Democratisch Appèl? Misschien werd deze groep nog het best
getypeerd door Eerste-Kamervoorzitter Mazure. die leunend op zijn stok,
als een eenzame in de woestijn, door de zaal dwaalde, door niemand
werd aangesproken en in arren moede maar achter in de zaal ging zitten
waar niemand hem meer zag. NaastGoedhart
C. van der WILD
Sprekend als Nederlandist, is een heerlijk boek, al dadelijk
ook als voorwerp. Het ligt zo prettig in je handen. Ook in de
trein laat het zich heel plezierig lezen. Wel moet je al wat
gewend zijn aan de nieuwe manier van drukken, waarbij aan het
eind van de regels de woorden niet worden afgebroken, waar
door men niet een volkomen vierkante of rechthoekige blad
spiegel krijgt. Het voordeel hierbij is dat de woorden intact
blijven. Er spreekt uit deze methode eerbied voor het woord in
zijn totaliteit.
over de positie van het Neder
lands buiten onze grenzen, de In-
tra muros-stukken blijven dichter
bij huis, waarna de Inter
nos-causerleën zich nader met
streektalen inlaten.
Door de helderheid van het be
toog, het ontbreken van geleerd
Heeroma heeft in dit boek acht
tien toespraken verzameld, gehou
den In een tijdsverloop van twintig
jaar, van 1948 tot 1968 Zijn stijl
heeft zich In deze periode niet
gewijzigd, zodat een chronolo
gische opstelling achterwege kan
blijven. Alle redevoeringen bewe
gen zich op het gebied van de
taalwetenschap, maar dit behoeft
niemand buiten dit vakgebied af te
schrikken doordat Heeroma een
heerlijk soepel en lenig Neder
lands hanteert, een Nederlands
van het zuiverste water en van een
onvergankelijke frisheid.
De auteur heeft zijn toespraken
voorafgegaan door een korte
inleiding gerangschikt in vier
hoofdafdelingen Ex cathedra Ex
tra muros. Intra muros en Inter
nos. „Men moet hier niet meer
achter zoeken dan er achter zit.
Het is een compositie achteraf en
het klopt dus niet helemaal.
Verschillende stukken zouden
evengoed in een andere rubriek
kunnen staan dan die waarin zij
zijn terechtgekomen" (15). Deze
ontspannen toon Is karakteristiek
voor Heeroma en heeft bovendien
het voordeel dat de lezer geneigd
is hem In zijn eigen voordeel te
gen te spreken.
In die reed9 genoemde Inleiding
licht Heeroma de term „nederlan
dist" toe. Men is nog gewend van
„neerlandicus" te spreken, een
term die vermoedelijk tegen het
einde van de vorige eeuw in stu
dentenkringen is ontstaan, maar
die zich in het bui'sn'and bezwaar-
liik laat oebruiken Ook al omdat
er aeen Neerland" bestaat. i9 de
'errn nederlandis*" te verkiezen
w-.„or, neerlandist"
De ex cathedra'oesoraken heb
ben een meer officieel karakter de
extre muros-redevoeringen gaan
Naar aanleiding van
K. Heeroma. Sprekend
als nederlandist. uitg.
Bert Bakker 'Daamen.
Den Haag, 333 blz.,
28,50.
vertoon, de grote en riike vakken
nis, het gemak waarmee de spre
ker zich uitdrukt, is dit boek Ideaal
voor e*cursisten die eens rondge
leid willen worden op een terrein
dat het hunne niet is Dit neem:
ovenwol n'et wen dat Heeroma's
bundel In de eerste o'aat" rerht
heeft oo behandelino door vakoe
noten maar dan conoen-ale vakge
noten, taalmensen dus die Heero
ma In zijn twee-eenheid van we
tenschapsman en dichter kunnen
verstaan en volgen.
Voor de lezers van onze krant is
het aardig erop te wijzen, dat
Heeroma in de loop van zijn be
toog telkens algemene uitspraken
doet. die men als aforismen eruit
kan lichten en die ook bulten het
tekstverband om hun waarde heb
ben Mag ik er enkele van aanha
len? om te onderstrepen dat
een mens biina nooit iets lelemaa)
van zichzelf heeft" (11). zuige-
linoen. en zelfs honden geeuwen
net zo als de grootste dichter"
(20).
„Beheersen leidt tot conserve
ren Maar wie wil behouden ver
liest ook altlid- iets dat men zo
zeer beheerst, dat men er niet
meer mee behoeft te worstelen,
verliest zl|n geheim, verliest zijn
zin" (21) er zijn zwakheden die
men onder woorden kan brengen,
zonder daarmen Iemands roem te
verkleinen" (85) „De groten
méken toekomst masr zij kunnen
zelf niet In de roekomst kijken, zl|
maken dikwlils een andere toe
komst dan zii zich voorstellen"
f1071
„leder goed koloniaal bewind
Kareldt z|in elrjsn onderqana voor
doordat het eerst dvnamlserend en
tenslotte »snnerend moet
werken (123) „Zo gaat het in het
leven: je hebt dikwijle het meeste
succes met een toevallig daar-
heengeworpen woord" (151).
„Goede betrekkingen zijn op
den duur alleen mogeliik. wanneer
men uit zelfrespect ook respect
voor elkaar kan opbrengen" (152).
„Als men... algemeen van de waar
heid van een leer overtuigd raakt,
wordt het tijd ook de onwaarheid
ervan in het licht te stellen" '197).
„Het renaissancistisch le
vensbeeld 's gebroken, wij leven
niet meer In een door de ratio
beoreoen en beheerste wereld"
(208) „Als de dominees slecht
ziin. betekent dat, dat de Kerk niet
In staat is andere dominees te dra
gen" (216).
Na deze citaten "oo Iets over de
figuur van Heeroma. Sport,
misdaad, conflicten en amusement
vragen In ners, radio en televisie
de meeste aandacht Gaat het over
oublleke figuren, dar krijgen de
humoristen en Iiedipszanner9 of
Tanoerpftsen de beste plaatsen In
de literatuur ziln het zil die met
hef meeste e,fect kunnen schok
ken nit oIIpq naat ten koste van
een cateoorie ve-dipno»pii'ke
mensen die hat In Hp oiib'lekp
moe'en doen Er sterven dichters
.veamaar niemanri urow>" heb Ik
in p«n oed'rht oezegd
Nu is Heeroma natuurlijk geen
achteraf-figuur; als hij wat zegt
Prof. dr. K. Heeroma
kan hij op een gehoor rekenen.
Maar toch gaan mensen van zijn
kaliber te veel schuil achter het
dagelijks rumoer. A's medewerker
aan het dlchterspsalter en aan het
nieuwe Gezannenboek om van
zlin vrlie poëzie maar te zwl|gen
heeft hii zich orote verdienste
hip Hnnr o-)nq oerecht-
vaardigde kritiek alleen maar kan
npar-r ti.eerd Oo '3 sep-
•«•nher wordt Weerome zestig |aar.
Cnn mooiP 0Plo,-»nhp: 1 voor het
w«'»er|an'!Qp volk om ziin qrote
npdpr|ant}jat ordubbelzlnrlg te
erenl
DR. C. RIJNf DORP