Na zijn arbeiders komt baas zelf aan de beurt Van der Louws „hit" sloeg in als een bom De gaande man" EEN HEERLIJK DEZE WEEK Plan-Mansholt: BEDREIGING OF KANS? Gezegd ZATERDAG 8 MAART 1969 door Drs. J. de Koning Drs. J. de Koning, algemeen secretaris van de Ned. Chr. Boe ren- en Tuindersbond, geeft in twee artikelen een interessante doorlichting van het plan-Mans- holt en de consequenties daar van. De schrqver werd 31 augus tus 1926 te Zwartsluis geboren, studeerde sociale wetenschappen aan de VU en hield zich voordat hq bjj de CBTB in dienst trad, bezig met sociologisch onder zoek ten behoeve van christelqk- maatschappelijke organisaties. VOOR HET SPEKTAKEL zor- gen deze week Ajax en Apollo. Dat hadden Sophokles en Ovidi- us ook niet kunnen dromen. Aiax (1) de dappere, sterke, maar niet slimme zoon van Telamon; (2) de snelvoetige zoon van Oi- leus. Apollo: Griekse god van de harmonische schoonheid en van de zon). En juist in deze week neemt de Tweede Kamer •en motie aan tegen het kolo nelsregime in Griekenland. Na de somberste winter van deze eeuw kondigt de lente zich aan met zon en sneeuwklokjes, de Hiswa en de boekenweek. En, toe maar, de vierling Verheul In Bodegraven. De vaderlandse politiek wordt gestempeld door het Haagse PvdA-congres en de vraag of daar knopen worden doorgehakt. In ieder geval wordt de weg naar „rooms-rood" geblokkeerd. Be halve de motie over Griekenland halen moties in de Kamer de eindstreep niet: motie-longeling (West-lrlan), -v.d.Stoel (Spanje), -Barendregt (krotopruiming). In de Senaat wordt gevraagd naar een duidelijker regeling, wie tot het Koninklijk Huis behoren, en belooft de premier sanering Cruyff, snelvoetig van het fintjessysteem. De ver- keersvoorschriften worden ver rijkt met een verplichte bloed proef en een minimumsnelheid. Incidenten en bedreigingen in de wereldpolitiek. Miljoenen Chi nezen protesteren tegen beweer de Russische grensschending bij Wladiwostok. De zenuwenoorlog om Berlijn bedaart als de verkie zing van de Westduitse president (dr. Gustav Heinemann, In derde stemming) toch doorgaat Washington dreigt met tegenac tie als de Vietconq de Zuidviet- namese steden blijft beschieten. De dreigende wrijving tussen Nixon en de Gaulle is omgesla gen in een groeiende vriendschap. Syrië beleeft de zo veelste staatsgreep. Golda Meir wordt premier van Israël, de ge pensioneerde ambtenaar May van Suriname. Het Brits-Franse vliegtuig Concorde maakt de langverwachte eerste proefvlucht. Het leven wordt 0,9 procent duurder in een maand, er komen prijsmaatregelen of afspraken voor allerlei sectoren, het mini mumloon wordt hoger, de werk loosheid lager, de spaarcijfers en de betalingsbalans beter, wat al lemaal niet wil zeggen dat we uit de zorgen zijn, want om de Franse frank is het verre van rustig. De AMRO-bank komt met een grote Eurodollarlening, de Mene- ba boekt minder gunstige resul taten, de borstelfabrieken van Van de Burg en de Bataafse ac- cufabriek uit Rotterdam verhui zen naar Heerlen. Maar om in Rotterdam te blijven: gedeputeer de staten hebben bezwaar tegen de Rijnpoorthaven en minister Schut tegen de grootscheepse plannen met Voorne-Putten. „Met het laten dalen van de defensieuitgaven is de gevaar lijke weg van een calamiteus be leid ingeslagen. Als deze ontwik keling doorgaat, komt er een mo ment waarop ieder bedrag dat men in de landmacht stopt, weg gegooid geld is, omdat het dan ten goede komt aan een leger korps dat toch niet meer voor zijn taak is berekend." (Staats secretaris Haex) „In ons hart zijn we allemaal liberalen" (Toxopeus) „...Dan zie je precies hoevee! dat woord zegt!" (Van Mierlo) „Ik geloof dat we bijzonder content kunnen zi|n over de wij ze waarop Ajax hier zijn sportie ve plicht vervult" (Herman Kuip- Het „Plan Mansholt" (nauwkeuriger gezegd: de voorstellen van de Europese Commissie betreffende de hervorming van de landbouw in de E.E.G.) is als een bom ingeslagen onder de boeren in Nederland en in Europa. Dat ligt ten dele aan de presentatie: Wie uitgerekend in Groningen voor Nederlandse verhoudingen het gebied van de grote boeren (50 80 ha) een bedrijfsgrootte van 1000 ha introduceert, hoeft het niet te verwonderen dat die boeren van hun stoel vallen van verbazing en verontwaardiging. Krantenkoppen als: „vijf miljoen boeren moeten eruit!" zijn evenmin geschikt om de rust in de landbouw te bewaren. Toch zou dit prychologisch effekt onvoldoende zijn om de opschudding in de overigens nogal bedaarde boerenstand te verklaren. De oorzaak ligt ook wel degelijk in de inhoud van het Plan: Een haarscherpe ana lyse van de toestand van de Landbouw in Europa en zeer verstrekkende en ook zeer kostbare voorstellen' om daarin verbetering te brengen. Verstarde struktuur De situatie van de landbouw in Europa is eeuwenlang geken merkt door een betrekkelijke stabiliteit. Met handenarbeid en met paardenkracht konden de boeren (het overgrote deel van de bevolking) maar net genoeg voedsel voor iedereen voort brengen. Daarin is de laatste tientallen jaren snel verandering geko men. De mechanisatie maakte ook in de landbouw snelle op mars, vooral onder invloed van de loonstijging, die dwong tot vervanging van menselijke ar beid door machines. In de afgelopen vijf jaar nam alleen al in Nederland het aan tal tractoren toe met 40 pet. en verdubbelde het aantal maai dorsers. Op het ogenblik loopt er één trekker op acht negen ha., één combine op 80 ha. graan en is er één melkmachine voor twintig koeien. Het grondpatroon van de landbouw dat van de bodem veranderde tijdens die op mars van de machines echter maar traag. De verkaveling en de bedrijfsgrootte bleven achter bij de technische mogelijkheden om het land rationeel te bewer ken en een modern bedrijf op te zetten. In Nederland werd in tien jaar tijds het gemiddelde bedrijf slechts twee ha. groter, in Duitsland nog niet een ha.! Afvloeiing De aanpassing aan de mecha nisatie en aan de duurder wor dende arbeid heeft niet plaats gevonden door schaalvergroting van de produktie-eenheden. maar door afvloeiing van ar beidskrachten. In tien jaar is het aantal werkers in de land bouw van de EEG-landen ver minderd van vijftien miljoen tot ruim tien miljoen. Dat is een enorme ingreep geweest, met grote economische en soci ale consequenties. De boer is eenzaam geworden op zijn bedrijf. Op meer dan de helft van de bedrijven staat hij alleen voor het werk en de ver antwoordelijkheid: zeven dagen per week. vierentwintig uur per dag. Die bedrijven zijn bijzon der kwetsbaar geworden: ziekte kan men zich niet veroorloven; vakantie kan er niet af. Arbeiders en boerenzoons hebben elders werk moeten vinden. Ook dat is geen een voudige opgave in een oaatschappii waarin vooral vraag is naar technisch hoog geschoolde mensen. De platte landsgebieden liiden bovendien gebrek aan andere werkgele genheid. De werkloosheidscij fers in de agriarische gebieden van Europa zijn dan ook overal hoog! Het moeilijkste probleem komt echter nog. De afvloeiing uit de landbouw gaat door omdat de mechanisatie en de loonstijging doorgaat. Maar nu de arbeiders en de zoons zijn vertrokken komt de baas zelf aan de beurt. Op hoderdduizenden bedrijven >-oert de boer een achterhoede gevecht waarvan de uitslag nu al vast staat Dat zijn de bedrij ven van te kleine omvang, met versnipperde landerijen, met verouderde gebouwen, met een laag inkomen en geringe finan ciële reserves. Op die b< drijven zal geen jonge boer meei willen beginnen en zal wellicht de zit tende boer het niet kunn n vol houden. Het probleem van de afvloei ing van bedrijfshoofden wordt enigszins verlicht door de ver grijzing van de boerenstand in Europa. De gemiddelde leeftijd van de bedrijfshoofden ligt op 57 jaar! Over een periode van tien jaar zullen veel bedrijven zonder opvolger dus al op na tuurlijke wijze beëindigd worde Niet alle landen kennen echter een AOW als in Nederland en zelfs dan blijft het nog pijnlijk om een levenswerk niet voortge zet te zien! Lage inkomens Een laag inkomen in verhou ding tot andere groepen is ken merkend voor de landbouw over de gehele wereld, ook voor de Europese landbouw. In Ne derland is de situat'e nog vrij gunstig: In 1966 lag het gemid deld inkomen van de boeren en tuinders op bijna 13.000.—. Als men echter rekening houdt met de investeringen in de groei van het bedrijf en met de noodzaak tot reservering voor de kwade dagen (oogstrisico, ontoereikende sociale voorzie ningen), dan blijft er weinig over om van te leven; veelal minder dan het njinimum-loon van de werknemer. In de ande re E.E.G.-landen ligt het inko men nog veel lager: gemiddeld tussen 5000,en 7000, Eén van de doelstellingen van de E.E.G. is geweest om aan de agratische bevolking een rede- liik inkomen te geven. Daartoe zijn de prijzen van de belang rijkste landbouwprodukten vastgesteld op een niveau dat aanmerkelijk ligt boven dat van de wereldmarkt. Die we reldmarkt is overigens aller minst maatgevend. Het is een rommelmarkt, waar de spullen waard zijn wat een gek er voor geeft: in een wereld van over vloed is dat niet veel. De prijsondersteuning helpt echter de kleine bedrijven, met een geringe produktie, niet aan een bevredigend inkomen. Voor de bedrijven met een grotere produktie-omvang is er alles aan gelegen d'e produktie ver der op te voeren, om op die wijze de stijgende kosten te bestrijden en zo mogelijk een graantje mee te pikken van de welvaart. Ondanks de afvloeiing van arbeidskrachten is de boer in staat geweest door mechanisatie en door vergroting van zijn vakbekwaamheid meer te pro duceren. De stijging van de produktie per man ligt in de landbouw aanmerkelijk boven die in de industrie. De eetlust en het aantal der consumenten is echter niet navenant toegeno men. In de afgelonen drie jaar steeg de landbouwproduktie met 10 pet.; de afzet echter maar met 71/» pet. Het overschot vooral zuivel, tar we en suiker kan voorlopig worden opgeslagen, maar moet op den duur worden afgezet op de wereldmarkt tegen zwaar verliesgevende prijzen. Verlie zen die in de miljarden lopen! Het is duidelijk dat de mi nisters van financier die de ze miljarden moeten betalen daarvan pijn in de brik krijgen en aandringen op een land bouwbeleid dat overschotten voorkomt. Nieuw beleid De voorstellen die vervat zijn in het „Plan Mansholt" willen een uitweg bieden uit het di lemma van de Europese Land bouw: te la se inkomens -* te hoge produktie. De Europese Commissie wil dit doel langs drie wegen berei ken: a. bevriezing of verlaging van de prijzen b. maatregelen om overpro duce tegen te gaan en de bestaande voorraden weg te werken c. bevordering van een aan merkelijke vergroting van de bedrijven, waardoor een economische produktie mo gelijk wordt. Door de combinatie van deze maatregelen hoopt de Europese Commissie in een tijdsverloop van tien jaar vraag en aanbod en agrarische produkten met elkaar in evenwicht te brengen, de lasten voor de schatkist te verlichten, de prijzen van le vensmiddelen gelijk te houden of slechts weinig te laten stij gen en desondanks de inkomens van de boeren te verbeteren. De Europese boerenorganisa- ties hebben deze ambitieuze plannen met gemengde gevoe lens ontvangen. Niemand beseft beter dan zij, dat er iets moet gebeuren om de vastgelopen wagen van het E.E.G.-landbouwbeleid weer op gang te brengen. Niemand beseft ook beter dan zij, welke offers daartoe van de Europese landbouw worden gevraagd. Niemand ziet duidelijker het risico dat aan het einde van deze pijnlijke operatie, het doel: een economische sterke en welvarende landbouw, niet zal zijn bereikt. Kritiek prijsbeleid De boeren wijzen unaniem verlaging of bevriezing van de prijzen van hun produkten van de hand. Zij hebben daarvoor verschillende goede redenen: Het is niet aanvaardbaar in een tijd van algemene wel vaartsstijging de inkomens van een bepaalde groep te verlagen. Dit gebeurt evenwel als de al gemene kostenstijging niet door een matige prijsverhoging kan worden opgevangen. Struktuurverbetrring in 1980 is geen argument om de prijzen voor 1970 te verlagen. Integen deel, aanpassing van de bedrij ven aan moderne landbouwme thoden vraagt grote investerin gen. Die zullen in de komende jaren niet kunnen worden ver richt als thans de bestaansbasis van de bedrijven wordt aan getast. VOLGENDE WEEK: Niet blindstaren op overschotten zolang elders honger is DEN HAAG Geen roze rosetten dit keer op het congres van de Partij van de Arbeid. Nieuw Links is er toch al, in beide betekenissen van de uitdrukking. De enige die dit arrivé-zijn opvallend negeert is Van der Louw zelf: een felrood vlak in een zwarte omlijsting. Voordat de socialisten deze 20ste-eeuwse Cicero van het spreekgestoel te kunnen aanschouwen, zijn er wat hindemissen te overwinnen. Het Congresgebouw, een zwembadachtig geheel, maar dan wel met ondoor zichtig water. Een warwinkel van vragende en Informerende afgevaardig den en genodigden. Personeel dat stijf en strak volhoudt dat het congresgebouw nog niet officieel is geopend. Niks zeggen dus, we weten het niet, laat iedereen het maar zelf uitzoeken. Het helpt allemaal niets. De PvdA is niet kapot te krijgen. Het congres wordt toch geopend en burgemeester Marljnen kan het even toespreken. Aan zijn speech te horen was geen enkele ambtenaar bereid deze KVP'er In het hol van de leeuw bij te staan. Een collega naast ons: straks gaat hij zeggen dat de wereld steeds kleiner wordt. En ja hoor, hij vond de kosmos die kleiner werd. Verder leven we in een boeiende tijd, waar de besluiten steeds sneller gaan en verstrekkender zijn, er een kloof is tussen generaties, de ouden wijs zijn en de jeugd actief. De vraag is: hoe krijg je dat bij elkaar? Van Lier brengt het congres in de vereiste verwachtingsvolle stem ming: we moeten kiezen; oude wijn uit oude zakken of nieuwe wijn uit nieuwe zakken. „Misschien lust u wel geen wijn of wilt u niet eens zakken". Irene White, voorzitster van de Labour-party, slaagt er in het zinnige te zeggen waar burgemeester Marijnen naar zocht „Ik begrijp niets van die psychologie van onze left-wing Lagerhuisleden; ze willen nota bene liever in de oppositie dan in de regering. We moeten hun invloed niet overschatten, maar dan spreek ik wel alleen voor de Engelse situatie". Haar bedoeling wordt duidelijk als zij zegt dat ook Labour problemen had (gelach), maar dat het steeds beter gaat (meer gelach). Tans wil daarna ook nog wel even de gebeurtenissen in de „Bundesli- ga" in herinnering roepen waar Heinemann tot manager van alle Duitse teams werd gekozen. Dat komt van dat televisiekijken op zondag. Het is niet duidelijk of de tekenaar die grapjes in lijnen op het enorme lichtscherm voor in de zaal moet toveren, bulten de orde gaat wanneer hij zijn eerste resultaat produceert: Marcel Van Dam melden op het secretariaat. Na een paar dagen congres begint het verdacht veel op een grap te lijken van een politiek helderziende tekenaar. Dat was het voor.de donderdag, nadat voorzitter Tans er nog net In slaagde duidelijk te maken dat hij als rooms-katholiek voorzitter althans iets heeft geleerd in de partij: iets minder clichématig te praten dan Marljnen presteerde. In zijn onschuld droeg hij ook nog wat droge takjes aan voor het vuur dat de volgende morgen ontstoken moest worden: er is geen ruimte meer voor samenwerking met hen die vandaag naar links, doch morgen even vrolijk naar rechts kunnen schuiven. Dan-, weg wezen. Kerngroepleden van Nieuw Links rennen zoekend door de zaal om onder het genot van een pilsje nog even de laatste voorbereidingen voor morgen te treffen. Democratisch Appèl gaat in de massa onder- het is een Gideonsbende van slechts veertig. De massa of de middengroep staat apathisch In de hal te wachten tot organisatoren het vervoer naar het nachtverblijf geregeld hebben. Zo hoort het ook: de massa hoeft niet te denken, ze kan rustig slapen. Pas vrijdagmorgen blijkt dat Nieuw Links ook rustig had kunnen gaan slapen. De zaak is bekeken. Niemand durft het zich meer te permitteren tegen Nieuw Links te zijn. De zaal is links, radicaal en wuift de KVP gedag. Aarden slaat de ogen ten hemel in opperste gelukzaligheid. Schmelzer doet het misschien thuis als hij hoort dat het pad van meneer Den Uyl ook niet over rozen gaat. Deze krijgt afkeuring te horen, de fractie sluit „Inkonsekwente compromissen" 'over de de fensie-begroting. Uitgerekend die nog wel. Den Uyl voelt de stemming van de zaal aan, zoals het hele partijbestuur dat schijnt te doen. Hij vecht niet meer tegen de bierkaai. Tans en Vondeling trouwens ook niet. Van der Louw vroeg en kreeg toestemming van het partijbestuur even In te gaan op de ongerustheid over het optreden van Nieuw Links. Zijn „hit" werd een succesnummer. Men voelde het: hier staat de nieuwe voorzitter. Nu misschien nog niet, maar wel over een paar jaar als Vondelings brug op Instorten staat. In een vloelende beweging gaf Van der Louw en passant ook nog even antwoord op vragen waarop Tans eigenlijk had moeten antwoorden. Het gebeurde met een vanzelfsprekendheid of het allemaal afgesproken was. Maar dat was het niet. Het gezicht van Tans stond op onweer. Vondeling zwaaide afkeurend met zijn arm. De zaal werd rumoerig, het podium steeds stiller. Maar het partijbestuur deed niets. Toen het allemaal afgelopen was en de laatste betuigingen van bijval verstorven waren, ging Vondeling Indringend met Van der Louw staan praten. Zo te zien ging het niet over Cambuur. Eyslnk, ook kandidaat-voorzitter, kwam er bij en legde bezwerend zijn hand op Van der Louws schouder. André maakte een veelzeggend gebaar: het leek of hij een pluisje van zijn jasje afsloeg. En hij bleef zitten in zijn bastion achter de bestuurstafel, ingeklemd tussen twee sympathisanten. Het was gebeurd. Met huid en haar waren het congres en het partijbestuur verslonden. Ondanks de nederlaag van Marcel van Dam en ds. Diekerhof. Een voorman van een groep, waarvan Tans zelf gezegd had dat er niets mee aan de hand was, had namens het partijbestuur tot het congres gesproken. En Democratisch Appèl? Misschien werd deze groep nog het best getypeerd door Eerste-Kamervoorzitter Mazure. die leunend op zijn stok, als een eenzame in de woestijn, door de zaal dwaalde, door niemand werd aangesproken en in arren moede maar achter in de zaal ging zitten waar niemand hem meer zag. NaastGoedhart C. van der WILD Sprekend als Nederlandist, is een heerlijk boek, al dadelijk ook als voorwerp. Het ligt zo prettig in je handen. Ook in de trein laat het zich heel plezierig lezen. Wel moet je al wat gewend zijn aan de nieuwe manier van drukken, waarbij aan het eind van de regels de woorden niet worden afgebroken, waar door men niet een volkomen vierkante of rechthoekige blad spiegel krijgt. Het voordeel hierbij is dat de woorden intact blijven. Er spreekt uit deze methode eerbied voor het woord in zijn totaliteit. over de positie van het Neder lands buiten onze grenzen, de In- tra muros-stukken blijven dichter bij huis, waarna de Inter nos-causerleën zich nader met streektalen inlaten. Door de helderheid van het be toog, het ontbreken van geleerd Heeroma heeft in dit boek acht tien toespraken verzameld, gehou den In een tijdsverloop van twintig jaar, van 1948 tot 1968 Zijn stijl heeft zich In deze periode niet gewijzigd, zodat een chronolo gische opstelling achterwege kan blijven. Alle redevoeringen bewe gen zich op het gebied van de taalwetenschap, maar dit behoeft niemand buiten dit vakgebied af te schrikken doordat Heeroma een heerlijk soepel en lenig Neder lands hanteert, een Nederlands van het zuiverste water en van een onvergankelijke frisheid. De auteur heeft zijn toespraken voorafgegaan door een korte inleiding gerangschikt in vier hoofdafdelingen Ex cathedra Ex tra muros. Intra muros en Inter nos. „Men moet hier niet meer achter zoeken dan er achter zit. Het is een compositie achteraf en het klopt dus niet helemaal. Verschillende stukken zouden evengoed in een andere rubriek kunnen staan dan die waarin zij zijn terechtgekomen" (15). Deze ontspannen toon Is karakteristiek voor Heeroma en heeft bovendien het voordeel dat de lezer geneigd is hem In zijn eigen voordeel te gen te spreken. In die reed9 genoemde Inleiding licht Heeroma de term „nederlan dist" toe. Men is nog gewend van „neerlandicus" te spreken, een term die vermoedelijk tegen het einde van de vorige eeuw in stu dentenkringen is ontstaan, maar die zich in het bui'sn'and bezwaar- liik laat oebruiken Ook al omdat er aeen Neerland" bestaat. i9 de 'errn nederlandis*" te verkiezen w-.„or, neerlandist" De ex cathedra'oesoraken heb ben een meer officieel karakter de extre muros-redevoeringen gaan Naar aanleiding van K. Heeroma. Sprekend als nederlandist. uitg. Bert Bakker 'Daamen. Den Haag, 333 blz., 28,50. vertoon, de grote en riike vakken nis, het gemak waarmee de spre ker zich uitdrukt, is dit boek Ideaal voor e*cursisten die eens rondge leid willen worden op een terrein dat het hunne niet is Dit neem: ovenwol n'et wen dat Heeroma's bundel In de eerste o'aat" rerht heeft oo behandelino door vakoe noten maar dan conoen-ale vakge noten, taalmensen dus die Heero ma In zijn twee-eenheid van we tenschapsman en dichter kunnen verstaan en volgen. Voor de lezers van onze krant is het aardig erop te wijzen, dat Heeroma in de loop van zijn be toog telkens algemene uitspraken doet. die men als aforismen eruit kan lichten en die ook bulten het tekstverband om hun waarde heb ben Mag ik er enkele van aanha len? om te onderstrepen dat een mens biina nooit iets lelemaa) van zichzelf heeft" (11). zuige- linoen. en zelfs honden geeuwen net zo als de grootste dichter" (20). „Beheersen leidt tot conserve ren Maar wie wil behouden ver liest ook altlid- iets dat men zo zeer beheerst, dat men er niet meer mee behoeft te worstelen, verliest zl|n geheim, verliest zijn zin" (21) er zijn zwakheden die men onder woorden kan brengen, zonder daarmen Iemands roem te verkleinen" (85) „De groten méken toekomst masr zij kunnen zelf niet In de roekomst kijken, zl| maken dikwlils een andere toe komst dan zii zich voorstellen" f1071 „leder goed koloniaal bewind Kareldt z|in elrjsn onderqana voor doordat het eerst dvnamlserend en tenslotte »snnerend moet werken (123) „Zo gaat het in het leven: je hebt dikwijle het meeste succes met een toevallig daar- heengeworpen woord" (151). „Goede betrekkingen zijn op den duur alleen mogeliik. wanneer men uit zelfrespect ook respect voor elkaar kan opbrengen" (152). „Als men... algemeen van de waar heid van een leer overtuigd raakt, wordt het tijd ook de onwaarheid ervan in het licht te stellen" '197). „Het renaissancistisch le vensbeeld 's gebroken, wij leven niet meer In een door de ratio beoreoen en beheerste wereld" (208) „Als de dominees slecht ziin. betekent dat, dat de Kerk niet In staat is andere dominees te dra gen" (216). Na deze citaten "oo Iets over de figuur van Heeroma. Sport, misdaad, conflicten en amusement vragen In ners, radio en televisie de meeste aandacht Gaat het over oublleke figuren, dar krijgen de humoristen en Iiedipszanner9 of Tanoerpftsen de beste plaatsen In de literatuur ziln het zil die met hef meeste e,fect kunnen schok ken nit oIIpq naat ten koste van een cateoorie ve-dipno»pii'ke mensen die hat In Hp oiib'lekp moe'en doen Er sterven dichters .veamaar niemanri urow>" heb Ik in p«n oed'rht oezegd Nu is Heeroma natuurlijk geen achteraf-figuur; als hij wat zegt Prof. dr. K. Heeroma kan hij op een gehoor rekenen. Maar toch gaan mensen van zijn kaliber te veel schuil achter het dagelijks rumoer. A's medewerker aan het dlchterspsalter en aan het nieuwe Gezannenboek om van zlin vrlie poëzie maar te zwl|gen heeft hii zich orote verdienste hip Hnnr o-)nq oerecht- vaardigde kritiek alleen maar kan npar-r ti.eerd Oo '3 sep- •«•nher wordt Weerome zestig |aar. Cnn mooiP 0Plo,-»nhp: 1 voor het w«'»er|an'!Qp volk om ziin qrote npdpr|ant}jat ordubbelzlnrlg te erenl DR. C. RIJNf DORP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 14