Als we straks met vakantie gaan AMADEUS PUZZEL VAN DE WEEK Ondeugend Jantje JARIGEN Plaatsnamen uitvissen WAAROM? Deftige sneeuwman Wie weet het Kruiswoord-puzzel 0 L 50 EEUWEN SCHEREN en de Appelenberg John Knitlel ZATERDAG 15 FEBRUARI 196? Dag nichten en neven Hoe maken jullie het alle maal? Zie Je wel dat de winter nog lang niet voorbij is? Met sneeuwballengevechten en sleetjerijden kunnen jullie echt je hart nog ophalen. Prachtig! Jullie hadden zoveel trek in echt ijs. Nou als het een beetje toil kunnen jullie de schaatsen voor de dag halen en nog genie ten op de gladde ijzers. Wilma Schot maakte zelf dit gedichtje: Jantje was een ondeugende jon gen. Soms maakte hij grote bokke- sprongen. Midden in de klas. Terwijl de juf erbij was. Jantje was een ondeugende knul, Want één keer gaf hij een grote brul. Zomaar in juffrouws oor. Maar de juf had het direkt al door. Lang zullen ze leven! Cora Bos, Marjo van Duin, Leen van Duin, Janneke Eike lenboom, Ada de Jong, Roeland Hanemaaijer, Elly van Kaam, Joke de Kooter, Joke van Leeu wen, Marleen Loof, Ellen Maas kant, Tineke Meinema, Addie de Quaasteniet, Ria Quirijns, Paula Reedijk, Janet de Ruiter, Hannie van Rumpt, Elly van der Stege, Clasien van der Wel en Corien Wouters van harte gefeliciteerd met jullie verjaar dag van de nichten en neven. PUZZELOPLOSSING Kasteel, lantaarn, snavel, duif, eekhoorn, laars, wandel stok, paddestoel en ruiter. In rijtje één lezen we van bo ven naar beneden het woordje kandelaar. Jantje stond eens in de hoek. Maar intussen las hij een boek. M. De juffrouw zei: „Wat doe je nu toch weer?" Maar Jantje zei: „Ik doe het al niet meer." Hebben jullie mooie en grote sneeuwpoppen gemaakt? Ik heb er één gezien die met z'n hoofd helemaal boven de dakgoot ulit- kwam. Hij had een mooie hoed op en een sjaal om voor de kou... Ja, hij mocht eens kou vatten. Buiten in de natuur was het prachtig toen de sneeuw pas was gevallen. Al die witte bo men en struiken! Verleden week zag ik al een paar gele krokusjes bloeien. Jammer dat ze nu zo'n zware last van de sneeuw moeten dragen. Maar ze zijn in ieder geval een klein beetje beschermd tegen de vorst. De grote mensen vinden het allemaal niet zo fijn. Maar we gunnen jullie van harte de sneeuwpret hoor! Denken jullie nog aan oude mensen, die nu niet zo gemak kelijk naar buiten kunnen gaan. Het is voor hen veel te glad. Ze lopen niet meer zo goed als jul lie. Op je jonge gezonde benen heb je gauw genoeg een boodschap voor hen gedaan. Niet vergeten hoor Meisjes en jongens ik wens jullie nog veel plezier in de sneeuw en misschien ook nog op het ijs. Daaaag, veel groetjes van TANTEJOS Juf zei: „Jantje, ga naar de gang", Maar even later hoorde ze, pang, pang! Jantje was bezig met z'n geweer. Maar toen de juf kwam kijken, deed hij al niets meer. Zo heb je met Jantje altijd wat. Is 't niet dit, dan is het toch dat Niemand kan hem meer de baas, En dat is nog het ergste van 't hele relaas. Van de zomer, als het grote vakantie is, gaan velen van jullie leuke uitstapjes maken. Je ziet dan zoveel dat je het niet eens allemaal kunt onthouden. Als jullie bijvoorbeeld eens in Rouveen of Staphorst komen, zie je boven een „heleboel" deuren de letters I.H.S. staan. Je vraagt je natuurlijk af wat dat wel betekent Deze letters zijn afkortingen van de woorden „in hoe signo", dat „in dit teken" betekent. Dit „teken" is een kruis, dat dikwijls bij de letters staat afgebeeld. Deze uitdrukking „in hoe signo" is al heel erg oud. Het verhaal gaat dat keizer Constanten de Grote in de nacht voor de slag bij de Mulvisché brug over de Tiber, (in 312 na Christus) een kruis aan de hemel zag. De woorden die bjj dit kruis stonden waren: vin dit teken zult gij overwinnen". Hjj werd na die nacht in ieder geval „heer" van het westen. Welke beroepen zijn het? Hieronder zien jullie drie na men, maar de letters zijn hele maal door elkaar gegaan. Ze moeten de namen van beroepen vormen. Proberen jullie ze maar eens in de goede volgorde te schrijven. Hier komen ze: R. Tiroep B. Loemker Z. Treet Prijswinnaars Nelie Reijneveld, Koudekerk aan de Rijn en Annette van Vliet, Leidsdhendam, krijgen hun prijs thuisgestuurd. Jullie zien hieronder verschil lende woorden die je bijna niet kunt uitspreken. Wat is er ge beurd? De letters zijn helemaal door elkaar gegaan. Proberen jullie ze maar eens in de goede volgorde te schrijven. Jullie krijgt op school allemaal aard rijkskundeles. Het is dus hele maal niet zo moeilijk om uit te vissen welke plaatsen het zijn. Hier komen de woordjes Mrehan, Vencenschigen, Kfro- trafnen en Kwl|dherra. Doe je best maar! Een violist stond met zijn vi oolkist onder zijn arm bij een tramhalte te wachten. Een me vrouw komt aangelopen en moet ook op de tram wachten. Bewonderend vraagt ze aan de meneer: „Speelt u viool?" De violist antwoordde: „Hoe zo, hoort u iets?" Ankle v. d. Akker maakte deze mooie sneeuwpop voor ons. 't Was een hele heer die sneeuwman in de tuin. Maar toen het zonnetje ging schijnen op z'n kruin, Smolt hij weg tot een plas. Daar vonden we neus, hoed en das! De bezem was weg, o wee, Die namen de jongens stie- kumpjes mee. Als m'n laatste letter een P. is lig ik op het strand en als het een M. is ben ik een deugniet. Jullie zult wel zeggen: „Wat moeten we nu met zo'n puzzel doen?" Nu dat zal ik jullie vertel len. Als je goed kijkt zie je dat er allerlei let tergrepen aan elkaar zijn geschreven. Maar... deze lettergrepen zijn door elkaar geraakt. Als je ze op de juiste plaats naast elkaar schrijft dan komen er vier plaats namen tevoorschijn. Doe je best maar! De oplossing moet worden ingezonden vóór dinsdag 18 februari. HOR.: 1. foei; 3. bars; 7. verfstof; 10. bekend dier; 12. schran der; 15. kasteel; 17. groente; 18. voorzetsel; 19. gesloten; 20. vaar tuig; 22. korte kous; 23. afgelegen; 24. telwoord; 26. bekend frans beeldhouwer; 28. meisjesnaam; 29. bloeiwijze; 31. inhoudsmaat; 33. muzieknoot; 34. verlegen; 36. boom; 37. soort sleutel; 40. maal; 42. ontkenning; 43. plaats in Drente; 45. lengtemaat (afk.); 46. bundel; 47. voorzetsel; 48. verkeerd; 50. munt in Zwitserland; 51, bijwoord; 53. myth, figuur; 55. iemand de achting geven die hem toekomt; 57. mannelijk beroep; 60. meisjesnaam; 61. telwoord; 62. tweetal; 63. sint (afk.). VERT.1. zangstem; 2. plaats in Gelderl.; 4. voorzetsel; 5. reeks; 6. teken dat in de psalmen voorkomt; 7. jongensnaam; 8. steen; 9. bijwoord; 11. prei (ZN); 13. akelig; 14. deel van een boom; 16. voorzetsel; 18. interval van negen tonen; 21. heks; 22. gebloemd katoen; 23. verschoten; 24. slede; 25. niet vast; 27. beest; 29. plaats in Gelderl.; 30. geit; 32. bloem; 33. boom; 35. kleverige stof; rivier in Duitsland; 39. deel van een auto; 41. emeritus (afk.); 42. betreffende; 44. inwendig lichaamsdeel; 46. stad in Italië; 47. hoofd deksel; 4. nu en dan; 50. muzieknoot; 52. koor van zangers; 54. vruchtenat; 56. doorweekt; 57. dag der week (afk.); 58. water in Friesl.59. voorzetsel. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL HOR.: roes; 12. 1. onderadjudant; 11. aria; 13. gom; 14. se- C A R 1 N A Op de Voorjaara- beurs in Utrecht (2 t/m 7 maart) is uit het Braun Museum te Frankfurt een collectie te zien van scheer- apparaten uit vijftig eeuwen, o.a. van Egyp- tenaren, Grieken, Ro meinen, Germanen, Longobarden en Vikln- gers. Voorts zijn Zuld- Amerika, Turkije, Kon go, Kameroen, Soedan an Madagascar verte genwoordigd. Natuur lijk ontbreken niet de vroegste veiligheids- scheermessen en de eerste electrische ap paraten (uit 1933). De verzameling van 63 „baardschrappers" is te bezichtigen in de Jullanahal van het Jaarbeurscomplex. sam; 17. gek; 18. er; 19. vertrek; 21. te; 22. get; 23. nop; 25. men; 26. ara; 28. rol; 30. rebels; 31, aanleg; 32. pet; 33. tas; 35. uil; 37. die; 39. eis; 41. la; 43. evi dent; 46. er; 47. ore; 49. akant; 50. ode; 51. mier; 53. eren; 54. banketletters. VERT.: 1. orgel; 2. Noor; 3. dem; 4. es; 5. ader; 6. jaar; 7. da; 8. arg; 9. niet; 10. takel; 14. set; 15. ster; 16. men; 19. Vene tië; 20. kornuit; 22. gebed; 24. polis; 25. mep; 26. ast; 27. aas; 29. lel; 34. Aida; 36. plomb; 38. eva; 39. ent; 40. grens; 42. aria; 44. ikat; 45. ende; 46. Eder; 48. een; 50. ore; 52. R.K.; 53. et. INZENDINGEN Inzendingen worden voor don derdag a.s. op ons bureau verwacht Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart worden geschreven. In de linkerboven hoek vermelden: „Puzzel-oplos sing". Er zijn drie prijzen: een van 10,- en twee van 5,-. 21-4 De volgende morgen was Jonas al vroeg uit de veren, hetgeen natuurlijk niet te verwonderen was. Hij was vol over zijn nieuwe plan. Nadat hij zich gewassen had vertel de hij dan ook honderduit over zijn plannen tegen Lappie, die op het randje van het bed rustig zat te luisteren. „Maar Jonas", begon Lappie, „kun je dat nu wel doen? Je hebt toch ook gelezen wat er achter op dat schilderij geschreven stond? Overmaat schaadt!" Jonas knikte.„Dit is toch zakelijk, m'n jongen, daar begrijp jij niks van. Dat overmaat betekent natuurlijk, als je maar plukt en er niets mee doet...!" Daar was kleine Lappie het beslist niet mee eens: „Ik geloof", dacht hij, „dat Jonas het verkeerd begrijpt. Natuurlijk alleen voor eigen gebruik, zo af en toe eens een appeltje om op te eten, dat is, volgens mij de juiste behandeling." Jonas was echter overtuigd van zijn goede bedoelingen en sprong in drie stappen de trap af. om naar zijn boomgaard te kijken. Daar wachtte hem een geweldige verrassing, die Lappie de haren te berge deed rijzen... Smidje Verholen en de Knap-Mutator 1145: De Graaf van Limborg Strom bracht zijn gasten voldaan tot vlak voor de tralies en zei: „Mag ik U voorstellen? Zijne Majesteit Koning Antonyc II van Nicolagonië!" „Wel duizend bliksems en granaten!" liet 009 zich eerbiedig ontvallen, toen hu de welverzorgde grijsaard ontwaarde, die zich blijkbaar heel best op zijn gemak voelde achter de tralies. De Koning keek Sjeems Pond vriendelijk aan en zei: „Ik neem U deze ietwat ruwe ont boezeming niet kwalijk, mijn vriend. Gij meendet natuurluk ook. dat wij reeds op enigszins onvriendelijke wijze uit dit aardse tranendal verwijderd waren?" „En dat was dan ook de be doeling van die verraders hier boven!" viel de oude Graaf uit met een stem vol eerlijke haat „Dat addergebroed, die Polnyck en Allmrouwer, hebben Zijne Majesteit hier ingemetseld om hem op deze wijze prijs te geven aan een afschuwelijke hongerdood! „Maar gelukkig was daar mijn opperhoutvester en adjudant in persoonlijke dienst om ons het leven te redden", vulde de vorst dankbaar aan. „Hij kende het bestaan van de geheime gang en hij heeft ons al die jaren op voortreffelijke wijze verzorgd. Wij kregen voedsel en boeken, kammen en scharen, handdoeken, zeep en scheergerei. Zo wisten wij ons in betrekkelijk goede omstan digheden door al die moeilijke jaren heen te slaan. Doch eerlijk gezegd: het verlies van de vrijheid drukte ons op de duur wel een weinig." „Maar waarom bent U dan niet langs de geheime gang ontvlucht!?" riep smidje Verholen verbijsterd uit „Ons paleis in de steek laten? NOOIT!" sprak Koning Antonyc streng, maar waardig. „Wij ZIJN Koning van Nicolagonië, en wij BLIJ VEN het! Een Koning vlucht niet! Uit eigen viije wil verkozen wij hier te blijven!" ui Hij mocht zichzelf niet in vage beschouwingen verliezen, i... liep naar het venster en staarde naar de tuin. „Mijn vrouw schrijft aan een andere man en ondertekent alleen met haar initialen. En ze komt daarin ook openlijk uit voor haar politieke denkbeelden! Dat is toch iets onge hoords. Maar hoe 't ook zij, zoiets doet men niet in die respectabele kringen, waarin Ik ben opgevoed. Als zo'n brief al geschreven moest worden, dan moest dit op een open manier geschieden, zodat iedereen dadelijk de juiste beteke nis begrijpt!" Gusti had een gevoel, alsof 't met zijn geluk gedaan was. Dit geluk scheen als een gebroken vaas aan zijn voeten te liggen. Eindelijk viel hij zwaar en loom in een stoel neer. Hij 'hield zijn hoofd met beide handen vast en treurde over zichzelf. Neen, zoiets had hij werkelijk niet verdiend! Het was al laat, toen Pauline terugkwam. Ze was bij een van haar vriendinnen geweest, bij Nora Weckli, wier man een van de jongste advocaten uit de omgeving was. Dit was iemand, die nooit gebrek had aan een goede clientèle. Hij had veel gereisd, geloofde slechts half aan het voortbestaan van de tegenwoordige sociale en economische orde van za ken en was iemand met een enigszins cynische aanleg. Nora was de dochter van een van de oude families van Bern. Zonder een kleine kronkeling in haar neus in opgaan de richting, die zijzelf de „stijgende helling" noemde, had men in haar een gelijkenis met een oude Griekse godin kunnen ontdekken. Waar zij de mening verkondigde, dat slechts goden volmaakte dingen geschapen hebben, terwijl zij zich slechts op menselijke ouders kon beroepen, had ze aan alle verzoekingen weerstand geboden, haar door de linkervleugel van de medische wereld gedaan, om haar on gelukkig voorgebergte te veranderen. Ze was een vitaal, vrolijk persoontje, dat bijzonder veel van wintersport hield. Ze beschikte over een flinke dosis gezond verstand, dat zij 't zij tot haar eer gezegd vaak in het voordeel van haar vriendinnen aanwendde, onder welke vriendinnen Pauline een eerste plaats innam. Toen Pauline de kamer, waar Gusti zat, binnenkwam, stelde ze hem voor om die avond bij de' Weckli's te gaan dineren. „Dat zouden ze heel prettig vinden." Hij vermeed haar blik en antwoordde riiet dadelijk. Maar daar hij het plan had opgemaakt, om haar in een toestand van quasi veiligheid te brengen, waarin hij haar net zo kon observeren, als een leeuw zijn prooi observeert, ging hij dadelijk op haar voorstel in. Ze gingen om zeven uur weg en kwamen om over elven thuis. Ook een vrouw zonder Paulines gevoeligheid zou dadelijk bespeurd hebben, dat de lucht met elektriciteit geladen was. Gedurende de hele avond keek Gusti gemelijk uit zijn ogen, hij staarde haar onafgebroken verwijtend aan. „Wat heb je toch?" vroeg ze. „Is er iets gebeurd?" ..Ik ben zo moe. ik wil naar bed," wendde hij voor. „Maar waarom ga je dan niet naar bed?" Hij antwoordde niet en liep naar de slaapkamer. Ze gaf hem een vol uur, waarna zij zich in haar boudoir iitkleedde, een nachtpon aantrok, naar de slaapkamer ging en in bed stapte. Een hele tijd luisterde ze naar de regen, die op de bomen viel. Ze sloot haar ogen en deed verschillende vergeefse pogingen om te slapen. Opeens bewoog Gusti zich. Hij draaide zijn lamp op. (Een w«relrf in wording) stapte met een lome beweging uit zijn bed en gromde: „Verdraaid, als ik in slaap kan vallen. Ik wil niet langer in dit bed slapen. Verdraaid, als ik het wil!" Pauline bleef heel stil met gesloten ogen liggen. „Doe nu maar niet, alsof je slaapt!" sprak hij met stem verheffing. Hij kwam vlakbij haar staan en boog zich over haar heen: „Je droomt zeker van Amadeus Müller, hè? Van de hoofdingenieur van de Rossmerwerken!" Ze verhief zich langzaam uit haar liggende houding. Hij kon zich niet langer bedwingen. Het moest eruit! „Ik ben er achtergekomen. Uitknipsels van kranten aan mijnheer Amadeus!" „Wees niet zo dwaas," sprak ze. Ze stapte uit haar bed en stond nu voor hem. „Ik wil de waarheid over die man weten," snauwde hij. Ze keek hem met iets van medelijden in haar blik aan. Met stemverheffing vervolgde hij: „Wat denk je wel, dat ik ben. Houd je me voor een gek?" Hij sloeg met zijn vuist op het houten ledikant. „Ik wil de waarheid weten." „Wat voor waarheid?" vroeg ze. „Wat is er gebeurd? Ben je gek geworden?" „Je bent een bedriegster!" siste hij. „Hoor eens Gusti," sprak ze, „als je niet dadelijk redelijk wordt, verlaat ik het huis!" „Zo wil je dat doen. Dat zullen we nog wel eens zien." Ze liep naar haar boudoir, draaide het licht aan en wierp even een blik op haar bureautje. Neen, hij had dat rode boekje niet in handen kunnen krijgen, anders had hij haar de vragen niet gesteld. Dan zou hij anders zijn opgetreden. Hij moest de brief aan Amadeus gezien hebben. Ze ging zitten. Gusti was haar nagelopen. Hij nam het vloeipapier en wierp het door de lucht. „Daar verberg je je dingen. Ik weet 't. Maar ik ben er achtergekomen." „Je bent werkelijk onredelijk, Gusti." „Onredelijk!" Zijn stem kraakte van woede. „En ook een beetje weerzinwekkend," voegde zij eraan toe. „Wie is die man?" schreeuwde hij met een vloek. „De jaloezie maakt, dat je Je op een manier gedraagt, waar je later spijt van zult hebben." (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 18