Hout verzamelen geen sprokkelen a schaak Zwitserse voorjaarszegels bridge Anti-blokkade Werk meer met Dame-offer k m fi Brits Handboek FILATELISTENLAMP Dubbel offer ZATERDAO 8 FEBRUARI 1969 4 Het komt nogal eens voor dat jonggehuwden een bureau in hui* hebben. Niets bijzonders. Maar als er dan kinderen ko men, is er voor dat bureau geen plaats meer. Toch kan de ruim te in de laden van het bureau niet worden gemist. De oplos sing is de twee kastjes links en rechts onder het bureau wegha len. De pootjes wegzagen en de twee delen op elkaar zetten. Dan aan de zijkanten twee plaatjes hardboard en u hebt een ladenkastje waarvoor altijd wel een hoekje te winden is en dat eventueel te gebruiken is als telefoonkastje. Carraspondantl* aan da haar B. I. Nuya, Jaaravaltstraat 22, Rotterdam. Na de blokkade van vorige week, dit keer de anti-blokkade. Het Is immers duidelijk dat de tegenspelers zullen proberen een blokkade te vermijden, al is het voor hen niet altijd eenvoudig om een blokkade te signaleren, laat staan om die te voorkomen. Het volgende spel geeft de mogelijkheid tot anti-blokkade aan, al wordt het West wel gemakkelijker gemaakt, omdat Zuid de zaken eigenlijk ver keerd aanpakt. 10863 C 64 O H 8 4 2 «f» V 7 4 komt uit met harten vijf. De slag werd voor de boer van Zuid. nadat Oost de tien had laten zien. Zuid vervolgt nu met ruiten aas. waarbij West een lage harten legt. Daama speelt Zuid weer ruiten, die voor de vrouw van Oost wordt. Voor de tweede keer bekende West harten. Oost probeert het nu met de twee sterke kaarten van West. Begrijpt Oost dit sein. dan speelt hij van zijn langste kaart, in dit geval schoppen. Later in het spel komt West aan slag met harten aas. waarna hij van de twee reste rende schoppen eerst de heer speelt en daar na de twee. De clou is namelijk dat nu de tien van Noord eruit kan worden gesneden, HB2 N W O z V 9 7 5 4 A9753 102 B O V 10 5 H532 B 8 6 A C? HVB8 O A 9 7 6 3 A 10 9 Na biedingen In ruiten, West bood tussen door harten, besloot Zuid tot 2 SA. Op het eerste gezicht een te maken contract. We zullen het spel op de voet volgen. West schoppen vijf, die Zuid met het aas neemt. West moet schoppen boer bijspelen, want dat is anti-blokkade. Dit Is het kritieke punt in het spel, want West/Oost moeten zes slagen maken, wil Zuid down worden gespeeld. Een moeilijk punt is. hoe moet Oost te weten kómen dat hij in de vijfde slag met schoppen vijf moet komen? West heeft Oost getracht te helpen door zowel in de tweede als In de derde slag een harten te spelen op de rultenslagen Daarmee geeft hij in ieder geval aan niet te willen dat Oost in de vijfde slag met har ten terugkomt, maar met schoppen of klaver. waarna Zuid down gaat. Had West derhalve in de vijfde slag niet schoppen boer wegge speeld, dan kan Zuid nooit down gaan. Overigens mag duidelijk zijn, dat alleen el kaar goed begrijpende spelers, een speel wijze als deze kunnen afhandelen. Niettemin had Zuid toch beter kunnen spelen. Hij ver raadde namelijk in de eerste slag al de sterk te van zijn hartenkaart door de slag met de boer te nemen, in plaats van met de heer Dit helpt West immers. Hij weet nu dat Zuid ook de heer en de vrouw heeft en kan dus op de ruitenslagen gemakkelijk zijn lage har ten kwijt. Doorsnede (onder micro scoop) harskanaal Pinus (naald). BELICHTEN: Nadat we aan de hand van proefstroken hebben ge zien bij hoeveel seconden belich ting van het negatief de beste resultaten zijn te verkrijgen, gaan we het negatief dan volgens de uitslag van deze proef belichten. Een vel papier wordt In het ver- grotlngsraam gelegd. Daarna be lichten wij dat en dompelen het geheel onder In de ontwikkelaar, waarin we het met de ontwikkel- tang voorzichtig af en toe wat be wegen. Ook nu geheel laten uit-ontwikkelen, spoelen In het stopbad en fixeren gedurende vijf tot zeven minuten... met de beeld zijde „omlaag" zodat deze constant en volledig In aaraking komt met de fixeer. PROEFSTROKEN: Het lijkt onlo gisch maar hoe meer proefstroken u maakt hoe zuiniger u werkt Uit de praktijk weten wij, dat men vaak geneigd is te gokken naar de juiste belichtingstijd. Men legt dan een vel In het vergrotlngsraam, taxeert de belichting en dompelt het vel In de ontwikkelaar. Dan pas blijkt door het snelle opkomen van het beeld, dat het te lang werd belicht. Men vist het papier er (te vlug) uit en fixeert het. Het resultaat is een slappe krachteloze vergroting zonder diepe zwarten en hoge lichten. Of... er is te kort belicht en men probeert door lang te ontwikkelen, nog Iets van deze afdruk te maken. Het resultaat Is een gele, fletse afdruk die niet zelden ook nog gesluierd is. Neem als goede raad aan, dat elk negatief, dat zichtbaar afwijkt van het vorige, een eigen proefstrook vergt. Daarmee wordt voorkomen dat er stapels misbaksels In de prullebak gaan. Er zijn ook appa raten die het bepalen van de juiste belichtingstijd overnemen. Toch is het ook dan nodig even „in te spelen" met deze apparaten. EXTRA GROOT: De moderne CorropomJantle aan da haar H. J. J. Slavekoorda, Goudralnetatraal 125, Den Haag. Een van de meest spectaculaire gebeurtenissen, die men op het schaakbord kan aanschouwen, is het dame-offer. En ook de scha ker. die het offer brengt, heeft hiervan meestal grote voldoening, ten minste als het offer correct is. En dat is alles wat wij over de opgaven 1 en 2 willen zeggen. Daarentegen iets meer over op gave 3, een uiterst simpele stel ling, zo te zien. en zonder dames. Ze werd In tijdnood bereikt. In tijdnood speelt men niet alleen heel snel. maar men schaakt vaak snel door nadat het aantal ver plichte zetten al Is gedaan. Dit komt omdat men zijn zetten (onder druk van de klok) niet meer no teert en dan al gauw enkele zetten te veel doet. Dit nu overkwam de zwartspeler In de stelling van diagram 3. hoe wel hij nog drie minuten de tijd had en hoewel hij wèl zijn zetten „meegenoteerd" had en dus eigen lijk geen enkel goed excuus had om zich op extreme tijdnood te beroepen. In de diagramstelling kwamen twee zetten voor zwart in aanmerking: 1. Kd6 en 1. Kf6. Zwart koos overhaast precies de verkeerde zet en bereikte niet meer dan remise. Daarentegen zou de andere zet gewonnen hebben. Aan u. lezer, die niet In tijdnood verkeert de vraag: Welke zet leidt tot winst, welke tot remise En in beide gevallen: Hoe gaat dat? De toelichting bij deze stelling vonden wij in het Oostduitse tijdschrift Schach. Oplos»! ngen Hier volgen de oploeelngen van de opgaven uit de rubriek van 1 februari (Een onbeholpen paard). 1 (Negrea Ciocaltea). Zwart kwam ar toch door. en wel vTeemd genoeg zeidwangatelling terecht komen. (Pro beert u dat zelf eens.) Daarom apeelde bil 2 Pe2. maar nu was dit paard een gevangene In algen stalling en had zwart de touwtjes geheel in handen..Er volgde: 2. Pe3. 3 Pel Pc2. 4. Pd3 Pd4 S Ptl Kh3. 6 Pd3 Kh2. 7 Pel h5. 8 Pd3 Pxb3l. 9. PeS dxe5 en wit gaf het op wegens 10. d6 Pd4. 11. d7 Pc6 2. (Geprlndaachwlll Borlssenko). De Pxa5?7 een gewonnen pionnenelndspel te bebben. Niets daarvan", dacht zwart terecht en apeelde 2. gxh4l en liet wit haar paard behouden Er voiqde 3. Pfe4 Kc3. 4. Pf2 Kb2 en wit gaf het op. Oen zie S. Pxe4 Kxa2. 6. Pd2 h3, 7 Kf2 Kb2, enz. 3. (Mlkenaa Zagoryanaky). Hier heeft wit twee vrijpionnen die zo ver mogelijk van elkaar staan: de belde randplonnen. Wit kan zich permitteren zijn paard In de steek te laten In ruil voor de zwarte vrijpion, om vervolgens zijn h-plon naar de overwinning te voe ren: 1. Kg4! Kxd4, 2. Kxf4 Kd5. 3. Kf5 en zwart gaf zich gewonnen. Het paard op a8 mag niet te hulp komenl (1) Uit een corr. partij Drlksna Strautinsch (Letland 1968) Zwart aan zet won. Hoe? (2) Uit een partij Besser—Haakert (Teamwedstrijd West-Duitsland 1968) Iv ii l«l a «F i k HAH HA E I i m AH H 1 f 1 Bé- abcdefgh Wit aan zet won. Hoe? (3) Uit een partij Hennlngs Uhlmann (Oost-Berlijn 1968) Zwart aan zet moet kiezen tussen Kd6 en 1 Kf6. Wat is de juiste keuze? Hoe gaat het na elk van die zetten verder? films hebben het mogelijk gemaakt om grote vergrotingen van kleine negatieven te maken. U kunt van een normaal en goed belicht klelnbeeldnegatief zonder bezwaar een afdruk van bijvoorbeeld 1 x 1.50 meter maken. In het algemeen zal de amateurfotograaf geen gro tere afdrukken maken dan 50 x 60 centimeter. Dit formaat is zelfs voor de meeste tentoonstellingen het toegestane maximum. Laat uw vergrotingsapparaat het toe. dan is het experiment om een zeer grote vergroting te maken wel eens aar dig. Vanzelfsprekend kan dat niet met de bakken van 30 x 40 centi meter. Een hulpje is in dat geval een grote lap plastic, uitgespreid op een tafel. U drenkt een spons in ontwikkelaar en legt het belichte vel vergrotingspapier op tafel, daarna maakt u het hele vel voch tig met schoon water. Vervolgens gaat u met de spons met ontwik kelaar over het vel papier, maakt regelmatige streken. Het beeld zal keurig opkomen. Daarna even spoelen met stopbad en tenslotte fixeren in een lavetbad of een an dere grote bak, bijvoorbeeld een kinderbadje. WELK DEEL: Voor industriedoel einden maakt mén wel vergrotin gen "van 3x2 meter van een klein negatief. Hieruit volgt, dat het bij kleine vergrotingen niet steeds no dig is het gehele negatief te ver groten. U kunt een bepaald deel van het negatief gebruiken en de rest laten wegvallen. Soms is het mogelijk om uit een negatief twee verschillende vergrotingen te ma ken. Dit laatste duidt echter niet op een goede fotografische kijk. want nog steeds geldt deze foto grafische grondwet: maak Uw op namen zo veel mogelijk formaat- vullend. Op deze wijze kan maxi maal worden geprofiteerd van de grootte en de kwaliteitscherpte van het negatiefmateriaal. In de praktijk zal dat helaas Tweede deel les 3- Foto's vergroten maar zelden het geval zijn. Daar om doet u er verstandig aan om eerst een kleine afdruk te maken en daarop met behulp van een paar strookjes wit papier een juiste ..uitsnede" te bepalen. PORTRET: Bij portretopnamen is het meestal zo, dat rond de kop waarom het gaat, een aantal onbe langrijke details zichtbaar zijn. Ook in dit geval is „uitvergroten" nuttig. Probeer steeds alleen dat gene in uw vergroting te laten wat belangrijk Is. Vergroten maakt het u gemakkelijk om aan goede en zuivere composities te komen. In de volgende les zullen wij u laten zien. hoe van een negatief, dat wat minder goed is uitgevallen, toch nog een fijne vergroting kan worden gemaaKt. Evenals de eerder verschenen uitgaven, bevat de twintigste editie van Britain, An Official Handbook een schat van infor maties over Groot-Britannië. Het 518 bladzijden tellende boek geeft een uitgebreid over zicht van alle aspecten van de Britse samenleving. Hoofdstukken zijn: land en be volking, regering, wet en recht, defensie, maatschappelijk werk, onderwijs, planning en huisves ting, kerk, wetenschappen en kunsten, economie, industrie, landbouw, visserij, vervoer, fi nanciën. handel, arbeid, radio en televisie, pers en sport. De hoofdstukken zijn overzich telijk ingedeeld en het Hand boek 1969 is uitvoerig gedocu menteerd met tabellen en grafie ken. Opgenomen is voorts een uitgebreid register en een litera tuurlijst. De gegevens in het Engelstalige boek zijn bijge werkt tot september 1968. Hoe wel het een officiële publikatie is. is het een aantrekkelijk boek, verlevendigd met foto's. (Uitg. Her Majesty's Stationery Office. Londen. Prijs voor Ne derland 17,20.) Dat je postzegels kunt ver zamelen en ook speldjes en sleutelhangers, dat wil ieder een wel geloven. Maar wie beweert dat er ook „houtver zamelaars" zijn, die krijgt, in de meeste gevallen, slechts een ongelovig gezicht te zien. Hout? Wie verzamelt nu hout? Toch zijn er, welgeteld 325 Nederlanders die zich daar mee bezighouden. En natuurlijk, zo gaat dat in ons land, zijn ze verenigd. In de Nederlandse Vereniging van Houtsoortenver zamelaars. Die vereniging is nog niet zo bekend. En dat vindt het be stuur wat verdrietig. Want dat bestuur zou best meer namen vermeld willen zien in de leden lijst. Daarom wil men ook graag wel iets zeggen over de nog niet zo heel bekende hobby van het houtverzamelen, al bestaat die dan al vele jaren. Bestuurslid J. M. Fundter in Wageningen heeft een weder vraag als antwoord op de vraag, waarom men nu eigenlijk hout zou gaan verzamelen: „Waarom verzamelen mensen postzegels?" Hij wil daarbij kennelijk uitslui ten het antwoord, dat slechts materieel gewin inhoudt. Want hij vindt:Om een beeld, om de geschiedenis, om de merk waardigheden op het plaatje van de postzegel. Of ook: om de zeldzaamheid, of gewoon om de mooie kleuren. Wel, bij ons is dat eigenlijk net zo. Het ene lid verzamelt hout om de mooie kleuren, een ander om de teke ning, of zelfs om de geur en weer een ander om de anatomie van het hout te bestuderen Het is overigens die houtver zamelaars wel om wat anders dan alleen maar het hébben te doen. Ze zijn er niet tevreden mee, als ze alles hebben. Ze zijn De heer Fundter werpt een specialistische blik In de keurig opgebor* gen houtverzameling van een collega-hobbyist. Kristalvorming in hout. Drusen in het Parenchym. ook erg leergierig, zo leerde ik in Wageningen. Want ze willen ook weten, waar hun stukjes hout vandaan komen. En wat nu het wezenlijk verschil is tus sen verschillende soorten eiken. De echte houtverzamelaar wil bovendien niet alleen de ver schillende houtsoorten leren kennen, hij wil ook de toepassin gen weten. En die zijn vele. Bestuurslid Fundter zegt: „Het hout neemt tenslotte een heel belangrijke plaats in in ons leven. Letterlijk van de wieg, al is die niet altijd van hout, tot het graf Wie al die doeleinden wil na streven, is met zijn verzameling wel eventjes zoet. Tenslotte zijn er alleen al van de eik zo'n tweehonderd soorten Mijn vraag hoe je, als je dan aan het houtverzamelen slaat, aan al dat hout komt, ontlokt een tevreden glimlach aan de heer Fundter. „Dat is het nou precies", zegt hij. „Daarvoor zorgt onze vereniging Het staat ook met zoveel woorden in het geschriftje, dat NEHOSOC (de afgekorte vereni- gingsnaam) graag ter beschik king stelt: „De NEHOSOC ver strekt aan haar leden regelma tig monsters van alle mogelijke houtsoorten". Dat is nog niet alles. In dat zelfde drukwerk las ik ook: „De NEHOSOC stelt bij elke hout soort een keurig gedrukte tech nisch verantwoorde beschrij ving beschikbaar, zodat ieder lid van de eigenschappen van het hout kennis kan nemen". Die „technisch verantwoorde beschrijving" is te danken aan een nauwkeurig onderzoek in de werkplaats van het instituut Bosbouw van de Landbouwhoge school in Wageningen. En ver der is er nauwe samenwerking met het Houtvoorlichtingsinsti- tuut in Amsterdam en met de Nederlandse Hout Academie. Met een centrale leverancier als NEHOSOC zelf zou je veron derstellen, dat er dan weinig te ruilen valt. Want „dubbele" krijg je dan niet zo gauw. „Toch wel", vertelt de heer Fundter. „Men verzamelt zelf ook wel stukken er bij. Er kan dus toch wel geruild worden, omdat men op een gegeven ogenblik meerdere stukken heeft van één houtsoort. Het eni ge verschil is, dat de geldswaar de hier ontbreekt. Natuurlijk, je hebt wel eens een erg mooi stuk hout. Onlangs nog had ik een stuk coromandel, zo mooi van kleur dat iemand zei: ik geef er vijf gulden voor. Maar dat zijn uitzonderingen". Praten met een houtverzame laar is: ontdekken, dat ook die verzamelaars uren over hun hobby kunnen praten. Over hout is zelfs vele uren te pra ten. En ze kunnen zelf er ook uren naar kijken. Naar hun hout. Niet omdat ze er zoveel hebben (hoewel: een Amster damse houthandelaar heeft er 2000 stuks in zijn collectie) maar omdat het hout hen blijft boeien. Maar er zijn meer mogelijkhe den dan kijken en praten. Er is, om* een voorbeeld te noemen, de mogelijkheid mee te gaan met een door de vereniging georgani seerde excursie. Uteraard het bos inEn er kan geschréven worden. In het clubblad „De houtverzamelaar", dat uiteraard ook vol moet. Is de hobby duur? „Nee", zegt de heer Fundter. „Het lidmaat schap van NEHOSOC is niet zo kostbaar. Misschien wel de mi croscoop die men later wil aan schaffen. om het hout goed te bestuderen. Of de boeken. Maar verder, nee Wie het precies wil weten: het lidmaatschap van de vereni ging kost ƒ.7,50 per jaar; en treegeld 5. Wie er nog meer van wil weten, de administra teur, de heer F. J. Fortunati, woont: Okkernootstraat 89, Den Haag. En tenslotte: De aspirant- houtverzamelaar kan wel even voort. De wereld telt twintigdui zend houtsoorten SIETZO DIJKHUIZEN De Zwitserse posterijen han gen een bijzonder praktisch en economisch systeem aan van realisering van hun postzegeluit giften. Zij hebben al jaren in principe slechts vier uitgifte data per jaar: namelijk een voor Pro-Patriazegels rond 1 ju li, een voor de Pro-Juventutezc- gels rond 1 december en verder in het voorjaar een uitgiflcdag voor alle bijzondere zegels, die slaan op herdenkingen in het eerste halfjaar en een uitgifte dag voor de herdenkingszegels van het tweede halfjaar. Men veegt dus alle herdenkingsze gels van één jaar op twee hoop jes. Op 13 februari komt de voor jaarsserie 1969 van vijf zegels uit, die dus een aantal uiteenlo pende jubilea en manifestaties samenbrengt Daarbij is een ze gel van 10 rappen wegens het vijftigjarig bestaan van de Bond van Meisjespadvindsters. Deze in 1919 zeer bescheiden begon nen vereniging, is thans uitge groeid tot een organisatie met 190 afdelingen en 15.000 leden. De tweede zegel is gewijd aan het eerste Zwitserse planeta rium, dat 1 juli zal worden open gesteld. Het geheel aan instru mentarium en demonstratie ruimte voor de bezoekers wordt ondergebracht in een speciaal gebouw, behorende tot het Zwit sers Verkeersmuseum in Lu- zern. Dit museum trekt jaarlijks 3 - 400.000 bezoekers. Dank zij de zeer belangrijke financiële steun van de horlogefabriek Longines was de verwezenlij king van de eerste fase van de ze onderneming thans al mo gelijk. De projectieapparatuur, die het gehele astronomische ge beuren aan de belangstellenden moet voortoveren, komt van Carl Zeiss in het Westduitse Oberkochen. Men verwacht, me de door de toenemende belang stelling voor de ruimtevaart, dat het Planetarium in een gro te behoefte voor scholen en toe risme voorziet. Op de zegel is een afbeelding te zien van het sterrenbeeld Pegasus, getekend in dit godenros. De zegel van 30 r. viert het vijftigjarig bestaan van Comptoir Suisse, de nationale Zwitserse jaarbeurs in Lau sanne. In 1915 al bestonden er plannen om op voorbeeld van de jaarbeurs van het Franse Lyon iets dergelijks in Zwitser land op te zetten. Toen dit op de lange nationale baan dreigde te worden geschoven, nam de „kamer van koophandel" van Lausanne het initiatief in 1916 een kantonale beurs in eigen stad in te richten. En deze is uitgegroeid tot nationale Zwit serse jaarbeurs, die voor het eerst als Comptoir Suisse op 11 september 1920 zijn poorten opende. Er was toen een feitelij ke expositieruimte van 6000 vierkante meter met bijna 600 deelnemers. Tijdens de 49e foire van 1968, toen Nederland en Roemenië als eregasten deelna men, hadden 2400 exposanten de beschikking over 80.000 vier kante meter om hun waren en diensten aan te prijzen. Op de postzegel komt het embleem voor. Vervolgens een zegel van 50 r, gewijd aan de vijfde Gymnae- strada Basel 1969, een zaak, waarvan de wieg in Nederland heeft gestaan. De „gvmnaestra- da" is namelijk een door de In vele landen verschijnen regelmatig luminescerende post- zegels. In de toekomst zullen ten behoeve van opzct-stempclmachi- nes steeds meer van deze zegels worden uitgegeven. Om filatelisten in staat te stellen te beoordelen of zjj ai of niet hebben te maken met fluorescerende en soms met fosforescerende zegels, heeft Philips een lampje met een zwart-glazen ballon ontwikkeld. Dank- zy dit speciale glas wordt ultraviolet licht uitgestraald waardoor fluorescerende of fosforescerende eigenschappen onmiddellijk kun nen worden vastgesteld. De lamp (blacklightlampTW 6 W is uitgevoerd met een nor male E 27 lampvoet en kan in ieder huiskamcrarmatuur worden toegepast. Om de fluorescerende eigenschappen te kunnen vaststel len, dient echter weinig of geen ander licht in de direkte omgeving aanwezig te zjjn. De afstand lampzegel moet ongeveer vier cen timeter bedragen. De prjjs is 26,95. thans 82-jarige Nederlandse turnleraar J. H. F. Sommer in het leven geroepen internatio nale turndemonstratie, die voor het eerst in 1953 in Rotterdam werd gehouden. Sindsdien wor den deze manifestaties elke vier jaar gehouden, steeds in het jaar na de Olympische Spelen. Deelnemers zijn turnsters en turners van alle nationalitei ten en leeftijden; het zijn echter geen wedstrijden en er worden geen prijzen uitgedeeld. Door middel van groepsdemonstraties propageert men de waarde van het turnen voor de lichamelijke ontwikkeling. Gymnaestrada's werden na Rotterdam gehouden in Zagreb, Stuttgart en in 1965 in Wenen. De volgende manifes tatie is van 1-5 juli in het Zwitserse Basel. Als vijfde zegel één ter her- denking van het feit, dat vijf-' tien jaar geleden in Zwitserland het luchtpostvervoer startte. Hoewel al op 9 maart 1913 een postvlucht(je) Basel-Liestal was uitgevoerd en de Neue Ziiricher Zeitung 8 april 1919 beweerde dat postvervoer door de lucht in Zwitserland niet aan de orde kwam en dat dit pas verant woord was bij minimum afstanden van 600 kilometer, is het eerste regelmatige postver voer door de lucht Zürich - Bern - Lausanne met een oude DH 3 al op 30 april van datzelf de jaar 1919 uitgevoerd. Op de zegel afbeeldingen van de „oude kist" en van een DC 8. Op de zelfde dag van dit jaar zal een herinneringsvlucht worden uit gevoerd. Nadere filatelistische bijzonderheden hierover volgen nog. J. J. M. KIGGEN Correspondentie een de heer A. J. Ivens, Frankenslag 69, Den Haag. Het heeft de Zuidhollandse dam mers deugd gedaan dat de nieuwe studentenkampioen Daan Krom hout uit Rijnsburg Is. Tweede ein digde Fred Ong, Leiden, en derde W. Jurg, Amsterdam. Dit jaar dus geen „grote namen" onder de deelnemers. Wel spelers van be- hoorlllke kracht, sterk genoeg voor de ereklasse en nationale hoofd klasse. Dat Kromhout zo succesvol was, wijst erop dat hij mentaal sterker Is geworden. Zijn technische baga ge was reeds zeer behoorlijk, doch hij miste de hardheid die een kampioen nu eenmaal nodig heeft. Mogelijk kan dit voor hem aanlei ding zijn om pogingen in het werk te stellen nog hoger op de ladder te stijgen. Het Is de laatste jaren echt wel aantrekkelijk en de moei te waard om een poging te wa gen! Thans nog enige flitsen uit de halve finale persoonlijk landskam pioenschap en een fraai dubbelof- fer, dat net niet doorsloeg. Drs. P. Roozenburg W. van der Sluis J. van Leeuwen Zw.: 1. 7. 9, 12. 13, 15, 17, 18. 19. 23. 25. 29. Wit: 21, 26. 27, 28, 32, 35. 38. 40. 45. 38, 49. 50. Spelverloop: 28-22 17x37: 38-33 29x 38; 49-43 38x49; 48-42 37x48; 21-16 49x21; 16x8 13x2; 40-34 48x30; 35x4 18-22; 9x27 23-28 en na 13 zetten werd het remise. Een leuke afwikkeling. Jac. v. d. Ende C. Bakker Zw.: 1, 2. 3. 5 t/m 9. 11. 13. 14. 15. 17. 18. 19. 21. 23, 29. Wit: 26. 28. 31, 32, 34 35. 36, 38 40 t/m 45, 47 t/m 50. De ook taktlsch zo voortreffelijke oud-wereldkampioen vervolgde met 18-221 hopende op 31-27? (dat niet kwam). 22x33. 27x16 7-12; 16x18 23x12; 34x23 19x4611 F. Ivene Zw.: 3, 6, 8, 12 t/m 20. 24, 25. 26: Wit: 27. 28. 29. 32 t/m 40, 44, 45, 47. In deze vriendschappelijke ontmoeting liep het spel: 27-21 16x27; 32x21 nu zag wit wel: 17-22; 28x17 19-23; 37-31 26x37; *3-32 37x28: 33x22 18x16; 29x7 hij werd echter verrast door: 17-22; 28x17 25-301: 34x25 19-2311 waar na hli toch nog een redding vond met 38-32 a. b, c, 23x43; 33-29 °4x33: 44-39 met remise, a) 40-34 23-28: 33-22 24x31; 36x27 14-19. b) 39-34 24-30: 35x24 14-19. c) 37-32 23x43; 38x49 14-19

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 16