Achtergrond verdoezelen
werkt als hersenspoeling
Held op sokkel of sokken?
DEZE
WEEK
C. Kuijlman
verzamelt
prenten
om mensen
te kennen
1500 DAGEN SOLDAAT OVERZEE
Gezegd
JOURNAAL
van onze
samenleving
ZATERDAG 1 FEBRUARI 196»
Na da landing trekken Nederlandse troepen over zwaar beschadigde
wegen het republikeinse gebied binnen.
DE KOP is er af: januari verglijdt
in de vergetelheid, een sombere,
haast zonloze maand, en in de
laatste week weinig sensatie,
maar toch veel nieuws van alle
kanten, beginnend en eindigend
op gla9 ijs, Inzeil en Grenoble,
zeg maar Cees Verkerk en Stien
Kaiser.
De regering belooft een onder
zoek naar de beweerde excessen
bij de politiële acties (een gron
dig onderzoek is nimmer vol
tooid). Kamer en regering zoeken
nieuwe wegen om de hongeren
den in Biafra en Nigeria nog op
tijd te helpen, met bemiddeling
wellicht van de Ethiopische kei
zer Haile Selassie, bij wie Koning
in en Prins, prinses Beatrix en
prins Claus op staatsiebezoek
zijn.
Het onderduiken en bescher
ming vragen van de Chinese
zaakgelastigde Liao doet vrees
rijzen voor nieuwe represailles
van Peking op Nederlanders daar,
maar er wordt niets op de spits
gedreven. Dat gebeurt wel door
de studentenpastoors, die met
een afscheiding dreigen als hun
verloofde collega Vrijburg niet
meer mag preken.
Onrust op Schiphol over nieu
we fouten op startbanen, branden
In een fabriek te Amsterdam-
Liao, gevlucht
Noord en een pension in Breda
(twee doden), een poging tot
moord in Vlaardingen en een be
kentenis van een vijftienjarige
dat hij in Venray een verpleeg
ster heeft gedood.
Het overlijden van Schiphol-
directeur S. de Mul (62), de dich
ter A. J. D. van Oosten (70), bui
ten de grenzen ex-CIA-directeur
Alan Dulles en Nobelprijswinnaar
pater Pire. Een Gronings ere
doctoraat o.a. voor dominee-dich
ter Jan Wit, een rechterlijke be
risping voor Willem Duys, die
kruidendokter Van de Moosdljk
onfatsoenlijk aanviel.
Over onze bedrijvigheid: de re
gering laat de nylonkousenfabri-
kanten een prijsverlaging beloven
en komt met prijsmaatregelen te
gen horeca, autorijscholen en
wasserettes. Minister Roolvink
waarschuwt tegen doorberekening
van loonsverhogingen in de prij
zen en belooft twee AOW-ver-
hogingen dit jaar. Minister Bak
ker overtuigt de Kamer dat de
verhoging van de posttarleven
niet meer kan worden terugge
draaid.
Er vallen ontslagen bij Sphinx
(aardewerk) in Maastricht. De be
leggingsmaatschappijen Interunie
en Unitas fuseren tot de op één
na grootste. De Amevgroep (ver
zekeringen) zoekt contact met een
buitenlands concern. Amerika
wraakt de toestand in sommige
van onze slachthuizen. De Con
sumentenbond heeft opnieuw si
garetten op teer- en nicotine on
derzocht.
Behalve de Parijse mode en de
ziekto van Kosygin, de noodtoe
stand in Spanje en de arrestatie
van dominee Paisley in Noord-
lerland. de dreigende schorsing
van Griekenland door de Raad
van Europa en de moeizame
voortgang van de Parijse vredes
besprekingen is het vooral de
branding in het Nabije Oosten
die de wereld in spanning houdt,
en de executie van „spionnen",
onder wie joden, in Irak, die In
de gehele wereld afschuw wekt.
„Vanaf deze plaats vraag Ik
ds gehele wereld te handelen,
leder naar zijn beste vermogen,
ten einde verdere moorddaden te
voorkomen. Als er een geweten
Is in deze wereld, laat zijn stem
dan nu horen." (Esjkol)
Wie, zoals het Vara-team, in snel tempo een aantal excessen
van Nederlandse militairen in Indonesië de revue laat passeren zonder
zich ook maar te bekommeren om de omstandigheden waaronder
ze konden voorkomen, is niet objectief en trekt de zaak volkomen
scheef. De afschuwelijke indruk die zo wordt gewekt, werkt dan als
een soort hersenspoeling, die de argeloze kijker nergens anders van
blijkt te kunnen doordringen dan: wat een schoften, wat een verschrik
kelijke oorlogsmisdadigers zijn wij geweest
Ook dit Is een beeld van
de soldaat overzee en van
de werkelijke verhouding tus
sen Nederlandse militairen en
de Indonesische bevolking.
Het is daarom dat Ik graag
wat noodzakelijke achtergron
den zou willen geven, zegt de
heer C. T. A. M. Leo, destijds
voorlichtingsofficier bij de
Dienst Legercontacten bij het
hoofdkwartier van generaal
Spoor. Een man, die door zijn
Inspectiereizen (o.m. met gene
raal Kruis, de toenmalige
hoogste chef van de Land
macht) en zijn activiteiten als
oorlogscorrespondent, zowel tij
dens de eerste als de tweede
politiële actie, tot oordelen be
voegd is.
Tot vandaag de dag ben lk
ervan overtuigd dat Neder
landse militairen destijds in In
donesië bezig waren iets posi
tiefs te doen. De totaal-indruk
die ik van het leger heb over
gehouden en die op zeer vele,
langdurige waarnemingen en
ervaringen steunt, is goed.
De opdracht was, zoals ieder
een weet, orde en rust in het
land waar een grote janboel
heerste, naar vermogen te
herstellen. Dat betekende bij
voorbeeld heel concreet in een
bepaald geval dat een kapitein
met een man of twintig in een
gebied zo groot als het West-
land de zaak moest „paciferen".
Hij was daar praktisch de
hoogste gezagsdrager en veler
raadsman, hij organiseerde de
bevoorrading voor zo'n gebied,
liet de wegen herstellen, bracht
de medische zorg weer op gang
(het Rode Kruis deed prachtig
werk onder bescherming van
het leger) en liet voortdurend
patrouilleren om de veiligheid
van allen in dat gebied zo goed
mogelijk te waarborgen.
Nu houdt iedere rege
ringsbeslissing. volgens welke
het leger moet worden ingezet
om bepaalde doelstellingen te
verwezenlijken. meteen een
groot risico in: uit de aard van
de situatie kunnen dan dingen
gebeuren, die anders niet ge
beuren.
Ik bedoel dit. Al die orde- en
rustmaatregelen moesten tot
stand komen in een wezenlijke
conflictsituatie, rmmers. Indo
nesische vrijheidsstrijders pro
beerden van hun kant te
recht de Nederlandse militai
ren waar mogelijk afbreuk te
doen via hun guerrilla-activitei
ten. Let wel: het was dus geen
georganiseerd leger, dat tegeno
ver de Nederlanders stond. Elke
(ogenschijnlijk) vreedzame tani,
Een mens in die situatie rea
geert allesbehalve zoetsappig
(zie ook Israël-Elf Fatah, Viet
nam). Hij vraagt echt niet bij
het tegenkomen van een rij ta
ni's: Wil degene, die gisteren
die hinderlaag heeft gelegd of
zoveel van onze jongens heeft
doodgeschoten, de vinger opste
ken?
Dat rauwe reageren kon in
herent zijn aan de positie waar
in je verkeerde en waar je
overigens echt niet om had ge
vraagd. Al weer: verschrikke
lijk. Maar de relatie is dan niet:
wij, oorlogsmisdadigers. Wel:
onder die omstandigheden komt
generaal Spoor nog maar eens
op na.
De vraag rest: waarom moest
deze zaak zo nodig in de herin
nering worden gebracht? Om
dat er oorlogsmisdaden zijn ge
pleegd? Daar was geen sprake
van. Om duidelijk te maken dat
Nederlanders in deze situaties
geen uitzondering op de regel
vormen? Maar dat mag toch bij
de grote meerderheid als be
kend worden verondersteld. Om
eventuele schuldigen alsnog te
vervolgen? Dat is praktisch on
mogelijk; bovendien is de zaak
bijna verjaard.
Blijft over een rel om de rel,
Da heer Leo (op de rug ge
zien) in gesprek met generaal
Kruis tijdens diens inspectiereis
door Indonesië. Hij vergezelde de
generaal als voorilchtingsofficier
van de Dienst Leger Contacten.
iedereen daar helaas toe, ook
wij.
Er is nog iets. We praten
hier over een periode die zo'n
1500 dagen omvat. En over een
gebied, dat. op de Europese
kaart gelegd, zich uitstrekt van
Skandinavië tot Turkije. Om de
kwestie in zijn ware proporties
te kunnen beoordelen, moeten
ook deze aspecten in de over
wegingen worden betrokken.
Het kernpunt: de kwalificatie
oorlogsmisdaden is hier niet op
zijn olaats. Daarbij denk je, al
thans ik, aan Neurenberg en
aan een systematiek in deze zin
van bovenaf, zoals bij de SS
bijvoorbeeld: genocide en con
centratiekampen. De Neder
landse legerleiding was zo niet
Men leze er de dagorders van
die bij een emotionele zaak als
deze de gemoederen weer eens
heftig in beweging kan bren
gen. Effect zeker, als van de
macht der tv gebruik wordt ge
maakt. Maar als dat het enige
is dan viel er toch eigenlijk
niets te scoren. Trouwens, dat
heeft met zoveel woorden dezer
dagen de Indonesische verte
genwoordiger in ons land ook al-
gezegd. Terwijl van die kant
naar de Vara-inquisiteurs onge
twijfeld hoopten, het hoera-ge-
roep had moeten komen.
Vandaag wordt in het Rijksprentenkabinet van Amster
dam een expositie geopend met grafisch werk van Jan
Toorop. Een deel van deze tentoonstelling is geput uit
de collectie van de heer C. Kuijlman. In het Rotterdamse
museum Boymans-van Beuningen hangt werk van Co
Westerik, eveneens uit zijn collectie. Zekvelds zijn te zien
in het Amsterdams Stedelijk: collectie Kuijlman. En bij
Fenna de Vries in Rotterdam zijn prenten van Henri de
Haas: eveneens van Kuijlman.
Wie is deze man die zo ineens aan alle kanten
museumzalen doordringt?
de
Cees Kuijlman is- een won
derlijke figuur met een ex
plosieve levensstijl. Van beroep
is hij mededirecteur van Druk
kerij Van Dooren in Vlaardin
gen. Maar al tien jaar is hij een
verwoed collectioneur van voor
al grafisch werk, van Toorop
tot de meest modernen als Pe
ter Vos, Zekveld en Henri de
Haas.
Om de eerste contouren wat
minder schimmig te maken: de
thans 51-jarige kwam in het
bedrijf terecht waar nu de pla
ten in offset voor Openbaar
Kunstbezit worden gedrukt:
Van Doorens Drukkerijen. Hij
is bestuurslid van de Neder
landse Leicakring, zit in de
Raad van Toezicht van de Vrije
Academie te Vlaardingen, houdt
als jager lezingen over grof
wild, introduceerde in ons land
de werphengelsport, is al zoda
nig oprichter van de Interna
tional Casting Federation, ere
voorzitter van de Nederlandse
afdeling hiervan en heeft boven
dien nog een kast vol medaille
die hij gewonnen heeft, als er
varen kleiduivenschutter.
Toch zit hij urenlang tussen
zijn honderden prenten, teke
ningen, schilderijen en etnogra
fica. Temidden van kasten vol
kunstboeken geniet hij dan van
wat die tekenaars, grafici en
schilders hem te zeggen hebben.
In zijn prachtige, maar bij
zonder gezellige huis tussen de
bomen in Maasland vlak bij de
Noordvliet is zo in tien jaar tijd
een collectie opgebouwd die nu
naar buiten begint te komen.
„Hoe het begonnen is? Bij
mij als een explosie. Ik kreeg
een aquarel van Wiessenbruch,
die ik bewonderde om zijn be
heerste vorm. Als drukkerijdi
recteur heb ik te maken met de
mensen die prenten uitzoeken
voor de uitgaven van Openbaar
Kunstbezit. Zij vertelden me
waarom ze bepaalde tekeningen
uitzochten. Zo kwamen er her
kenningspunten voor mij. Ik
was niet meer tevreden met de
dingen die ik in een museum
Eerst was ik blind, ook voor
moderne kunst en (nog steeds)
ontstellend eigenwijs. Ik kocht
wat ik zelf wilde, maar wel in
een bepaalde lijn. De Hollandse
traditie, te beginnen met Toor
op. Jesserun de Mesquita met
zijn metafysische tekeningen,
Kruyder, Charley Toorop, in de
oorlog Ouborg, Constant en dan
Westerik. Wat ik fijn vond,
kocht ik. Ook wel eens wat
zijsprongetjes als Haagse
school, Hollandse impressio
nisten. Daar heb ik ook een
paar laden van".
Wat is die lijn dan?
„Ik doe bewust niet aan
kunstgeschiedenis. Ik ben per
ongeluk met Toorop begonnen.
Ik kocht in de lijn van Weste
rik ook Esnor en Tijtgat, Peter
Vos en Doek Cassee. Ik noem
dat maar de Cees Kuijlmanlijn.
Al die prenten hebben namelijk
betrekking op het contact tus
sen mensen met dingen. Ze zijn
een bepaalde vorm van poëzie.
Ik verzamel mensen, geen pla
ten. Door mijn aankopen corri
geer ik het beeld dat „men"
heeft van een kunstenaar. Ik
koop tot ik het beeld compleet
heb. Zo heb ik alle prenten van
Westerik. Ik haal ze onder zijn
handen vandaan."
„Natuurlijk koop en verkoop
ik wel via veilingen. Als ik er
niets meer in zie. doe ik het
weg. Wat ik heb, moet me boos
of blij maken. Van elke veiling
krijg ik een catalogus. Ik volg
elke galerie die iets goeds te
bieden heeft."
Waaom alleen prenten?
„Ik geloof dat de gevoeligheid
van een artiest in een tekening
beter tot zijn recht komt. Mis
schien komt dat omdat ik door
mijn vak grafisch geïnteres
seerd ben. Ik ga niet alleen
naar musea. Ik rijp thuis."
De heer Kuijlman blijkt in
staat door zijn grote collectie
duidelijk lijnen te trekken die
men nauwelijks in een kunst
geschiedenis zal aantreffen. Hij
corrigeert het beeld van Toorop
als de symbolist. De bomen van
Toorops vroegere periode ko
men in details overeen met d:e
van Ouborg of Krnvder Kruv-
der blijkt, vrouwenfiguren gete
kend te hebben die ..voor" la
gen op dat we nu zonder met
Picasso aardu'den M?ar in de
lang verguisde Ouborg zitten
evengoed e'ementer van Leger.
„Diezelfde Ouborg bi'ikt een
„Appel" geschilderd te hebben
voor Appel en een „Constant"
eerder dan Constant en een Wes
terik" voor Westerik".
Geen wonder dat kort gele
den de Canadese kunsthisto
ricus Robert Siebeehof naa
Kuilman kwam in verband met
een proefschrift over Toorop, die
door sommige de grondlegger
wordt genoemd van een deel
der moderne vormgeving.
Verrassend zijn de verbindin
gen tussen Westerik, Tijtgat,
en Ensor. In enkele minuten
tijd golven stromen prenten
achter elkaar over de tafel uit
één van zijn bergruimten.
Samenhang komt vooral tot
stand door het feit dat men
veel onbekend werk ziet. Deze
collectie draagt heel gemakke
lijk bewondering over van de
verzamelaar zelf.
Terwijl iedereen over de gra
ficus Escher praat, heeft Jesse
run de Mesquita wentelteef-
manneties gemaakt die zo uit
de Jugendstil voortvloeien en
die zo weer een andere bron
aangeven voor Eschers grafiek
die men zo graag met „mathe
matisch" afdoet.
Het ziet er naar uit dat deze
particuliere collectie nu voor
veel meer mensen dan alleen de
heer Kuijlman plezier gaat
verschaffen. Zo komt ook de le
vende en minder bekende
kunstenaar dichter en beter bij
zijn publiek.
Zo ervaart men ook iets van
de verzamelwoede van de man
die zegt: „Er is geen eind aan.
Waar kom je terecht...?"
Nederlandse soldaten to mid
den van dessabewoners die
voor het eerst 9inds jaren waren
gevrijwaard van hongersnood en
die weer konden lachen om het
hervinden van een beetje mense
lijk geluk.
op weg naar zijn werk, kon tot
de guerrillastrijders behoren.
Dat bracht spanning teweeg.
Je eigen lijf je eigen veiligheid
kwam in het geding. Welnu,
daéruit konden situaties
ontstaan als die waarvan nu
weer allerlei schokkende voor
beelden worden gegeven. Voor
beelden die met nog tal van
andere zijn aan te vullen.
Afschuwelijk, in één woord.
Men trachtte zich achter in
de situatie te verplaatsen. Die
voortdurende spanning om ei
gen lijfsbehoud. Dan sneuvelen
nlotscline enige van je kamera
den door een trekbom, een
booby-trap of een landmijn.
Gesteld, u wilt in een roman een figuur beschrijven. Hoe zult
u te werk gaan? Het kan op verschillende manieren. Er is een
rechtstreekse manier, die op zichzelf al verscheidene mogelijk
heden toelaat. De auteur kan in de huid van zijn hoofdfiguur
kruipen en deze beschrijven op de wijze van een autobiografie.
Of hij kan als alles-wetende toeschouwer de man of vrouw be
schrijven, desverlangd van de wieg tot het graf, op de manier
van een biografie.
Naar aanleiding van Libbe van der
Wal, Een exempel van deugd, uitg.
H. P. Leopolds Uitgeversmij N.V.,
Den Haag. 173 blz.
Er is ook een indirecte methode
mogelijk. Dat is de methode van
interview en documentatie. De
schrijver van de roman bedenkt
dan allerlei gegevens over zijn fi
guur. b.v. publicaties van diens
hand, persberichten en persartike
len die op die man of vrouw be
trekking hebben: hi| laat mensen
die de hoofdfiguur gekend hebben
uitvragen, verzint brieven van aar
en over de hoofdfiguur.
Zo ontstaat er een gevarieerd
beeld, of anders gezegd: men
krijgt een soort stereoscopisch ef
fect. de figuur komt in de ruimte te
staan, je kunt er als het ware om
heen lopen. De romanschrijver
moet dan wèl de kunst verstaan al
die gegevens zo aan te reiken, dat
de lezer helemaal vanzelf, zonder
inspanning maar toch zelfstandig
het totaalbeeld vormt! De lezer
legt dan de laatste hand aan de
figuur, zet om zo te zeggen de
punt op de i.
Een soortgelijk effect bereikt
men ook, door bepaalde gebeurte
nissen -nu eens door de ogen van
A, dan weer door die van B en C
enz. te laten weergeven. Ook de
roman in brieven werkt op deze
indirecte wijze.
Llbbe van der Wal heeft met zijn
boek het betrekkelijke van de
menselijke grootheid en heldhaftig
heid willen aantonen. Het aardige
van zijn opzet (met als centrale
figuur de verzetsheld Sebastiaan
Van Stakerveld de namen in dit
boek zijn allemaal een beetje Sta
kerig is dat de leraar geschie
denis Floris Halverts. die voor de
keus staat een minder geslaagd
docent te blijven, of zich via een
biografie van Van Stakerveld we
tenschappelijke naam te verwerven
met de mooeliikheid van een we-
tenschappellike baan in hel
verschiet, begint in de moderne
ontluisteringsstemming maar daar
van toch halverwege terugkomt
(de naam Halverts is hier mis
schien verhelderend).
De ontluisterinqsgedachte Im
mers brengt mee dat er aan Iets of
iemand niets mooie, edels. Idea
listisch. dappers overblijft. Er is
vandaag een algemene horizontale
nivellering gaande, ledereen heeft
vuile handen, boter op zijn hoofd
enz Als react'e hierop Is bi| de
:eugd een snms onwerkeliike hel
denverering op te merken. Maar
terzake Van Stakerveld heeft op
ziin onderduikadres bi| de vrouw
des huizes een kind verwekt en is
intiem met koeriersters geweest.
Floris begint met de man deswege
diens aureool te ontzeggen, maar
krijgt gaandeweg meer begrip voor
de omstandiaheden en achtergron
den, vooral ook wanneer hi| ont
dekt dat hii ziin eigen vrouw meer
door geluk dan door wijsheid
trouw blijft.
Het boek eindigt ermee dat Flo
ris de biografie toch maar niet zal
schrijven. Aardig gevonden, want
volgens de Indirecte methode die
de auteur volgt, is zijn praten, wik
ken en wegen zélf een soort le
vensbeschrijving van Van Staker
veld aeworden En zo heeft hil het
erotiek, en een filosofletle omtrent
deze man In het bijzonder en over
de mens als complicatie van goe
de en kwade eigenschappen in het
algemeen.
Mijn literair bezwaar is dat het
aanreiken van de gegevens niet
-esulteert in een spontane
voorstelling bil de lezer van die
""■ote man Van Stakerveld Over
ziin fvsieke varschünlng. gezicht,
manier van kllken karakteristieke
opbaren, tics. Innerliik leven enz
komt men niets te weten hil blijft
de orote X. En wat dat filosofletie
betreft- verder dan een slap relati
visme komt de auteur niet. De
mens is niet aoed en niet slecht,
bij de een ligt hef accent wat
"unstiger dan bil de ander, boven
dien bliift de mens zichzelf niet
altiid aelllk doordat hil zichzelf
soms overtreft, soms beneden zi|n
eigen niveau blilft enz.
Het volstrekte onvermogen van
de mens ten goede in de zin van
de calvinistische theologie wordt
verworoen. maar nergens wordt
met de vraag geworsteld hoe het
dan wèl met de mens gesteld Is
Zoveel Inspanning heeft de auteur
zich in dit boek niet getroost en
van zijn lezers niet gevergd.
Maar daardoor reikt het boek dan
ook niet tot de hooate van litera
tuur. want bi' echte literatuur wor
den toch d>eoere peilinqen ver
richt hPtzii .-fat de auteur zich dit
Smwnst is of niet.
Enkele uitspraken die het relati
visme van de schrilver Illustreren.
De dinoen ziin haast altlld een
»ikie minder eenvoudig dan wij ze
trachten te maken" (52). ..De
mensen willen altiid dat of het een
of hef ander waar Is Meestal klopt
dat niet" (53). „Dat hil verschil
lende mankementen heeft gehad,
dat maakt hem iulst tot een her
kenbaar evemplaar van het qenus
mens" (87. interpunctie aange-
089t).
Het belanoriikste citaat Is tevens
het lanaste De auteur laat de Initi
atiefnemer tot het 8chri|ven van
Van Stakerveld9 biografie, name-
'iik de oude lood Danlfils. In een
brief o a het volgende zeggen-
miin stelliqe indruk (bliift).
dat de mensen er tegenwoordig
verschrikkelijk bang voor zijn zich
t» ia»»n bedotten Ze zijn er zo
bang voor; dat ze juist daardoor
bedot worrt*n Alles wat mooi lijkt,
wantrouwen ze al bil voorbaat, ze
••'■"en met alle oewelH door welke
"*1!" »»an ook heenki'ken,
en x" ȟn niet van olan hun ogen
t« eb.'ton voor He rottige rea'ltelt
-tie or natuurlek wel weer achter
-al r»«n! Ach ia. het ontluisteren
ie hnoUnd en aanstekeWk. en
«ommmen raken er zo van beze
ten. Hat ?e z'ch tenslotte rriet meer
knnnon voorstellen dat er noq Iets
te vinden zou zHn. dat niet met
tarmon als „waardeloos" of ..rot-
tlnhotfl" kan wnrdor afgedaan. Ze
heninnen met zich voor te nemen
van niets en van niem«nd de duoe
te worden, en ze eindlqen met
luist van dit voornemen de dupe te
M361.
Een wija woord, ook voor som
mige radio- en t.v.-|ournallsten!
Maar dit tilt de roman toch niet op
het literaire niveau.
Dr. C. RIJNSDORP