BE BR OOM VAN JOOST schaak AMADEUS PUZZEL VAN DE WEEK ZATERDAO 4 JANUARI 1969 (Een wereld in wording) door John Knittel 75 „U lijkt me in ieder geval een intelligent persoon. Als u met mij mee wilt gaan, zal ik u de weg naar de Rossmer-vallei wijzen. Ik woon daar in de hoogte." „Mag ik vragen, hoe u heet, mijnheer?" „Professor Witzkracher." „Aangenaam kennis te maken, mijnheer", sprak Hassan en hij schudde de professor hartelijk de hand, maar met die mate van eerbied, welke de jongemannen van zijn land tegenover oude bebaarde 'heren aan den dag te leggen. Al voortlopend praatten ze verder. Hassan verzocht zijn metgezel, of hij zijn rugzak mocht dragen. In de ogen van de jude Witz verscheen een uitdrukking van ironie. „Jongeman", sprak hij, „ik zou mijn last niet willen ver wisselen voor de last, die u op uw schouders draagt, al is die dan ook misschien onzichtbaar." Ze liepen nu over een nieuw aangelegde weg buiten het dorp en passeerden hele rijen van propere kleine huisjes met groene luiken, met bloemen voor de ramen en met aardige voortuintjes, die getuigenis aflegden van de zelfge noegzame welstand van de bewoners van het Oberland. Professor Witzkracher's oog viel dadelijk op het begin van het vernielingsproces van de natuur, hetgeen zijn hart met droefheid vervulde. Dikke aan tijdelijke masten vastge maakte elektrische kabels volgden de weg. De hele tijd moest hij een ratelende lorrie uit de weg gaan, die de hele breedte van die weg in beslag nemend, voorbijrolde. Toen ze de bergengte naderden zagen ze een man met een groene vlag, die een hele reeks van zware vrachtwagens, die hier achter elkaar stonden, het signaal gaf, dat ze door konden rijden. „Op wat voor scholen bent u geweest? Wat is het peil van de tegenwoordige opvoeding in uw land?" vroeg de oude man zijn metgezel, waarbij hij moedwillig het geraas van de schuddende werktuigen negeerde. „Wat voor scholen heeft u bezocht?" herhaalde hij en hij schreeuwde die woorden bijna in het oor van de jonge Egyptenaar. ,Ik heb het American College te Assiut bezocht", schreeuwde de jongeman terug. „Ik bezocht de Secondary School en heb het eindexamen afgelegd. Daarop bezocht ik de Polytechnische Hogeschool van Cairo, waarna mijn fami lie me naar Zürich zond om mijn studie te voleindigen." „Zo, uw familie heeft u dus in die loopbaan gedreven?" „Neen mijnheer. Het was mijn eigen wens, om ingenieur te worden." „Heeft u een gave voor mathematica meegekregen?" „Ja mijnheer. Ik heb mijn examens in rekenkunde, alge bra, meetkunde, trigonometrie afgelegd...." „En wat bent u van plan hier te gaan doen?" viel de professor hem in de rede. „Ik ben van plan hier te gaan werken, mijnheer." „Wat voor soort werk?" „Dat kan ik nog niet zeggen, maar Mviller zal wel een baantje voor me vinden." „Wat voor een baantje?" „Dat kan me niet zoveel schelen mijnheer. Ik wil als metselaar beginnen, of iedere handenarbeid verrichten, als hij me nodig heeft. Het is mijn vurig verlangen om zowel fysiek als moreel sterk te worden. Ik voel me in deze lucht heel anders dan gewoonlijk. Ons land is heel warm. „Om sterk te worden, jongeman, moet u eten." „Ik eeteen heleboel." (Wordt vervolgd) Dag niichten en neven, Hoe maken jullie het al lemaal? Goed gezond en geen last van griepaanvalletjes? Hebben jullie fijne feestdagen gehad? Tante Jos wel hoor! Ja en nu vroegen jullie in de brie ven of ik naar de wintersport ben geweest. Nee hoor! Ergens heel ver in het zuiden. Ik heb net als jullie van de zomer fijn in de zee gezwommen en aan het strand heerlijk in de zon liggen bruinbranden. Wat hebben we nu in de va kantie van de sneeuw kunnen genieten. Veel van jullie hadden verschrikkelijk veel trek in ijs, echt ijs. Maar ik heb zoveel meisjes en jongens van de sneeuw zien genieten. Sleetje rij den. Oef, heerlijk van een hoge dijk naar beneden glijden. Tan te Jos zou ook best nog een paar baantjes willen glijden. Er waren er ook die een mooie glij baan maakten of een sneeuwpop. Tante Jos heeft een „hele grote" gezien! Z'n hoofd kwam zelfs boven de dakgoot wt. Met een ladder moesten de meisjes en jongens er bij klimmen. Grappig! Mochten de grote nichten en neven dinsdagavond opblijven? Hebben de kleinere nichten en neven ook even mogen genieten swinnaars De prijzen krijgen thuisgestuurd Korstiaan Peekstok, Dirksland en Wim van Lit, Rotterdam. PUZZELOPLOSSING Horizontaal (dat is van links naar rechts), staat er: web, uil, ham, pop en bus. Vertikaal, dat is van boven naar beneden, lezen we: mes, kip, das, oog, lus. van de gillende keukenmeiden en de sterretjes? Waren de ap pelflappen en de oliebollen lek ker? Mmmm, wat hebben we gesmuld. Jullie schrijven het al lemaal maar gauw. Ik ben zeer benieuwd. Hebben we zaterdag allemaal prins Friso gezien? Wat was de kleine prins Willem-Alexander grappig. Hij moest het allemaal eens even onderzoeken. Ja en nu gaan maandag de schooldeuren weer open. Jullie kunnen nu na zo'n fijne sneeuw- vakantie weer heel goed je besl doen. Daaag, veel sterkte op school en tot de volgende keer. Tante Jos A-*#*#*#*#*#*#*#* We hebben hier een leuke puzzel meisjes en jongens. Jullie zien op de tekening allerlei iierschillende voorwer pen afgebeeld. De be doeling is dat we de na men van deze voorwer pen gaan schrijven in de vierkante kleine hokjes. De nummers en pijl tjes geven precies aan hoe je dat moet doen. De oplossing moet wor den ingezonden voor dinsdag 8 januari. 3. De tijd kroop echter voorbij en Lappie wachtte maar. De schaal met eten had hij schoon leeg gegeten, want hij had honger voor tien. „Nu maar wachten op de volgende maaltijd, als ze daar tenminste nog aan den ken...." mompelde hij. Er klonken haastige voetstappen in de gang en Lappies gezicht klaarde op. Maar tever geefs, want even snel als de voetstappen gekomen waren verwijderden ze zich weer. „Pfff, ook jammer", dacht Lappie. „Ze zullen me toch niet vergeten, dat zou een ramp betekenenDe Zwarte Ridder stond tussen zijn soldaten in en zwaaide met zijn sabel in de lucht! Toen schreeuwde hij zo 'hard hij kon. „Heer Hertog, geef je maar over! Wij zijn klaar om het kasteel in te nemen...." Even werd het angstig stil in het veld. Iedereen wachtte gespannen op het antwoord van de Hertog. Die stond boven op de transen en keek om zich heen naar zijn eigen soldaten, die allen trouw op hun posten stonden. Toen boog hij zich door de kantelen, keek omlaag en riep: „Niets daarvan! Ik geef me niet over zolang ik nog trouwe aanhangers om me heen heb! Horizontaal: 1. de onderwereld (Myth.), 5. korte kous, 7. luwe of windstille plaats, 11. stand, 12. onbep. voornaamw., 14. meisjes naam, 16. zangwijze, 18. water in Z.H., 20. plaats in ZH., 23. puntig voorwerp, 24. in het jaar onzes Heren (afk. Lat), 25 voegwoord, 27. term bij het schaakspel, 28. sociëteit (afk.), 30. maand (afk.), 31. wijze, 33. bijna, 34. muzieknoot, 36. kabouter. 38 maand van het jaar, 39. dag der week (afk.), 40. voorzetsel, 42. genieting, 44. zang stem, 45. muzieknoot, 46. mannelijk beroep, 48. honingbij, 50. plaats in N. Br., 52. bedekking van een gebouw, 53. bevel, 54. soort van hond, 55. tweetal, 57. verhindering, 59. teken, 61. spil van een wiel, 62. vreemde munt, 63. slappe koffie of thee, 66. deel van een Franse ontkenning, 67. maanstand, 68. hoefslag, 69. ijverig, 71. familielid, 73. hijswerktuig, 75. bouwstof, 76. voorzetsel, 78. vlies, 79. gesneden steen, 81. achting, 82. meervoud (afk. Lat.), 83. vogel, 85. vol bloed Hollander (Ind.), 87. gesloten, 88. snede, 90. achting, 91. boom, 93. bloem, 94. vreemde munt, 95. iemand die treitert, 96. duurzaam. Vertikaal: 1. hoofddeksel, 2. Noorse godheid, 3. lidwoord, 4. mu zieknoot, 5. puntje. 6. getimmerde bewaarplaats, 7. rund, 8. familie lid, 9. plaats in N.Br., 10. gordel. 11. reisdeken, 13. oude lengtemaat, 15. scheik. element (afk.), 17. niet dezelfde, 19 kruipend dier. 21. iemand die treitert, 22. punt van vertrek bij een wedstrijd, 25. ver ouderd woord voor kwaad, 26. vis, 28. zijtak Main, 29. Europeaan, 32. houten vat, 33. soort kachel, 35. familielid, 37. patroon, 39. vier voetig dier, 41. rijkaard, 43. lijst, 45. schermwapen, 46. zeepwater, 47. honingby, 49. palmriet, 50. bundel, 51. metaalsoort, 53. buitenmuur van een gebouw, 56. vaartuig, 57. opdracht, 58. geneeskundige leef- refgel. 60. boom. 62. misprijzen. 64. zeehond, 65. organische verbin ding (scheik.). 67. waterlelie, 68. hoofddeksel, 70. doortochtgeld, 72. de gezamenlijke hoeveelheid. 74. hoofddeksel, 77. slot. 79. vinkach- tige vogel, 80. waterketel (ZN), 82. voorwerp om het vuur op te rakelen, 84. steensoort. 85. voorzetsel, 86. klasse (afk.), 87. kever, 89. voegwoord, 90. by woord, 92. motorschip (afk.), 93. muzieknoot. om, 11 regent, 12. stoet, 13. tand, 15. silo, 17. aas, 20. eens, 25. ede len, 27. loet, 28. tros, 30. ene. 31. lente. 32. eloé, 33. m.o., 35. Pan, 36. dons, 37. slee. 38. Trees. 40. volant, 41. daar, 44. ent, 46. pier, 48. Kent. 49. Ede, 51. L.O., 52. parade. 54. moot, 56. laken. 57. fioel, 58. lork, 59. toets, 60. bons, 61. sol, 63. nare. 64. tien, 67. ree, 69. Lee, 71. er, 73. mi. INZENDINGEN Inzendingen worden voor don- ierdag a.s. op ons bureau v erwacht Oplossingen mogen uit fluitend op een briefkaart worden geschreven. In de linkerboven hoek vermelden: „Puzzel-oplos sing". Er zijn drie prijzen: een van 10,- en twee van 5,-. Smidje Verholen en de Knap-Mutator 1109: President Allmrouwer werd plotseling gestoord door de binnenkomst van zijn secretaris. „Hier is uw krachtige middag soepje, kameraad Cunrath", zei hij waardig. „Indien U mij toe staat, zal ik U graag een belangrijke mededeling doen ,die zo juist binnenkwam van de onderzeeër. Doctor Polnyck bevindt zich aan boord met een kist, waarin een zeer interessante ge vangene zit opgesloten"En wie is dat dan wel, kameraad Bravhencky?" vroeg de president. „Doctor Polnyck, Klansky en Nogrottrbegon de secretaris te antwoorden, maar de president viel hem giechelend in de rede en zei: „Was het maar! Zaten die maar in de kist!" „Met uw welnemen, kameraad Cunrath. U begrijpt mij verkeerd", verbeterde Bravhencky. „Onze zojuist genoemde landgenoten hebben belangrijke arbeid ver richt in dat broeinest van ophitsers en uitbuiters, Gravendrecht. Ze werden daarbij gestoord door de beruchte geheime agent 009. alias Sjeems Pond. Zij wisten hem evenwel te overmeesteren en„Aha! Ik begrijp het!" riep president Cunrath uit „Sjeems Pond zit in die kist! Ik ga er meteen op af, want dat whisky-drinkende en meisjes-kussende spionagewonder wil ik wel eens zien! Laat de auto voorkomen!" En even later stoof de presidentiële auto al uit het zwaarbewaakte paleis weg, naar de haven toe, waar de onderzeeër reeds was binnengelopen. Eventuele correspondentie aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. OPLOSSINGEN Hieronder volgen de oplos singen van de in het Kerst nummer opgenomen opgaven (Klein materiaal). (1 Steniczka. Het gaat als volgt: 1. Lf5f! Kxf5 (Indien 1. Kf7 dan 2. Tc8 Tc5 3. Txb5 Txb5 4. Ld7 met winst als in een gewone party 2. Tb8 Tf6U (Een slim verlei dingsidee. Na 2. Te6 wint wit met 3. Txb5f Kf6 4. Tb6! Kxe7 5. Txe6 Kxe6 6. Ke4) 3. Txb5t Ke6t! 4. Tf5ü en wit wint bijvoorbeeld na 4. Txf5t 5. Kg4! Kxe7 6. Kxf5, of 4. Kxe7 5. Txf6 Kxf6 6. Kf4, in beide gevallen door middel van winst brengende oppositie. (2) Bianchetti. Een curieuze stelling, die als vanzelf de weg naar de oplossing wijst: 1. Lb2! en wint. Bijvoorbeeld door 1. Tf7 2. Th4t Kg8 3. Th8 mat. Of 1. Tg6 2. Td8t Kh7 3. Th8 mat. Of tenslotte 1. Th6 2. Tg4t Kh7 3. Tg7t Kh8 4. Kbl! en hoe de zwarte toren ook speelt, hij gaat door aftrekschaak ver loren. (3) Wurzburg. De sleutelzet is 1. Tb8 en nu: 1 Lf2 2. Lxf2 Kh2 3. Th8 mat. Of 1 Lb4 2. Txb4 Kgl 3. Tbl mat. Of ook 1. Lxg3 2. Kxg3 Kgl 3. Tbl mat. dies is uiterst nuttig om de ei gen speelkracht te vergroten. Maar er hangt veel van af hoe die opgaven gepresenteerd worden. Indien de toegevoegde aanwijzingen te talrijk of te duidelijk zijn is de verdienste van de oplosser slechts gering. Gegeven het feit dat de speelkracht van onze lezers nogal sterk uiteenloopt geven wij meestal npgal royale aanwij zingen, om de zwakkeren onder hen niet af te schrikken. ■Ditmaal echter nemen wij een wat hardere houding aan en vertellen U per opgave niet meer dan „wie aan zet is". Aan U om die stellingen kritisch te onderzoeken en vast te stellen of er iets in zit, en zo ja wat en voor wie. De bronnen ver melden wij bij de oplossingen. Opgave 1 abcdefgh Zwart aan zet OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Hor.! 1. wals. 5. hals. 9. horst, 14. ereis, 16. nota. 18. meta, 19. emotie 21. gaar. 22. gon. 23. re. 24. slee. 26. as. 27. lees, 29 onder. 31. lont, 32. arm, 34. sen, 35. Peet, 37. sloot, 39. Levant 41. do, 42. los, 43. ree, 45. ont, 46. pan. 47. Ee, 48. kennel. 50. Elias, 52. Peet, 53. dam. 55. oer. 56. lans. 67. fenol. 60. Bart. 61. si. 62. toon. 64. To, 65. Oka. 66. poor. 68. tra lie. 70. Nede. 72. leem. 74. kreet TB. «nert 76. leis. 77. eens. Vert/ 1. Weert 2 arme. 3. Leo. rtt. o. An, 7. log, 8. staar. 10. abcdefgh Wit aan zet Het mikpunt Gerda Kranenburg stuurde het volgende gedichtje in: Als er thuis iets wordt misdreven, Word ik er altijd op aangekeken. Ook al heb ik het niet gedaan. Al heb ik er niets mee uit te staan. Maar moeder zegt toch: „dat heeft Gerda gedaan! Laatst hoorde ik vader in 't kippenhok zeggen: „Wie zou toch zulke grote eieren leggen?" Ik zei toen maar niets. 'k Ben stil weggegaan. Want moeder zegt toch: „Dat heeft Gerda gedaan!" ten. zegt de ander. Kijk eens. Grootteen zit onder een fiets. Gauw rennen de twee teentjes naar het ongeluk. De fietser heeft niets gemerkt en rijdt door. O. o, jammert grootteen. Ik heb zo'n pijn! De andere zeven teentjes staan nu ook rondom hem. Moesten jul lie maar niet van Joost weglopen, zegt één van de twee teentjes heel wijs. Ja Joost zorgt altijd goed voor ons, zeggen de anderen nu ook. We zijn hier zo vies gewor den, terwijl Joost ons nog wel zo goed boent in het bad. „Ja", jam mert grootteen weer. Jullie hebben gelijk, maar als ik nu eerst maar eens van die pijn verlost wordt. Au, aul M'n nagel. We gaan naar de dokter, zegt één van de twee kleinste teentjes. Kom mee. En daar gaan ze. En ik ga weg, roept het ene teentje. Maar ik blijf, zegt een an der. En jij bent een vervelende teen als je bij dat jochie blijft. En jij bent Joost kijkt op. Wat is dat nou? De teentjes, zijn eigen teentjes, zijn aan het vechten. Als ik jou plaats mag hebben, blijf ikl, zegt op één na het kleinste teentje van zijn linkervoet tegen de grote teen. Dat doe ik niet zegt grootteen. Jij bent een snert teenl Wie wil er nou verhuizen? Ik ga de wereld In. Naar al die auto's en fietsen. Ik wens niet langer opgekropt met jullie in een sok en een hard stuk leer te zitten. Ik ga de wereld In. Wie gaat er mee? „Ikke, Ik", riepen Joost z'n ande re teentjes. „Je wij ook de wijde wereld In." Ze rukken zich van Joost z'n voet los en gaan met z'n achten weg. Acht teentjes? Ja. acht! Twee zijn er bij Joost ge bleven. Het éne teentje zegt tegen Joost: „Ik blijf bij jou hoorl Ik durf die wijde wereld niet In. ,k Heb het bij jou toch immers goed." „Ik blijf ook bij Jou", zegt het andere kleinste teentje van zijn rechtervoet. Stel je voor al die fietsen en auto'sl Nee hoor, ik griezel al als ik er aan denk. „Zijn de anderen dan weg", vraagt Joost. Allemaal foetsie zegt het éne teentje. Dan begint Joost te snikken. Maar hoe moet het mor gen dan? Zonder teentjes kan ik niet lopen. En als ze eens een ongeluk krlj- qen? De twee teentjes horen z'n gesnik aan. Dan zegt het kleine teentje: „Maar wij zijn er toch Joost?" Ja maar ik wil tien teentjes hebben en geen twee, snikt Joost. Ja dan zit er niets anders op dan dat wij de andere acht gaan halen Ga je mee teen? Ja dan moet het JANNY VAN BOUDESTEIJN MAAKTE DIT MOOIE VERHAAL. tiet is avond. De maan schijnt over het water van het Vloedmeer. Overal is het stil. Dat het stil is spreekt eigenlijk vanzelf, want het is al één uur in de nacht. Alle mensen slapen. Slapen alle mensen? Nee hoort In een klein wit huisje ligt nog een jongetje te wachten totdat Klaas Vaak ook bij hem zal komen. Joost heet het jon getje en hij Is 6 jaar. Joost zit met z'n teentjes te spelen en hij denkt: „Komt Klaas Vaak nu toch echt wel bij alle kindertjes?" Met nog twee teentjes In zijn hand slaapt hij in. En de maan schijnt maar over dat kleine jongetje en hij vraagt zich af of het jongetje nu toch eindelijk wel genoeg zand in z'n oogjes zal hebben. wel, als Joost het zo erg vindt Joost merkt niet dat de andere twee teentjes ook weggaan. Hij huilt maar en huilt.... Ondertussen lopen de twee teentjes op straat. Oei, ik ben zo bang jo, zegt het éne teentje. „Ik ook", bekent het andere. Rake lings scheert een auto langs hem heen. 't Is dat het moet. maar an ders ging Ik terug. Al die au to'sEn fietsen niet te verge- Nelleke Verweij tekende deze volgeladen wagen voor ons. Joost wordt wakker. M'n tenen! Teentjes waar zijn jullie? Maar ze zeggen niets. Daar kijkt Joost naar z'n voet en. daar zitten ze keurig op een rijtje. „Zijn jullie er weer?" vraagt Joost. Is grootteen weer beter? Toe zeg eens wat. Maar ze zeggen helemaal niets m®«r. „Mam?", gilt Joost dan. „Ze zeggen niets." aar komt Joost z'n moeder al aan. „Wat Is er Joost? Je hoeft nog niet uit bed hoorl 't Is pas kwart voor twee in de nacht." „Mam", zegt Joost, „m'n teentjes. Ze waren weg en nu zijn ze er weer. Grootteen had i'n nagel ge broken en nu zeggen ze helemaal niets meer." „Och domme jongen", lacht moeder. „Je hebt alles ge droomd." Moeder gaat weer weg en Joost slaapt gauw in. Klaas Vaak hoeft echt geen extra zakken zand te kopen. Jarigen Bert van Andel, Plonie Boen der, Ineke Buitenweg, Bea Din- kelman, Mieke Eikelenboom, Lieke v. d. Giessen, Bert Ham huis, Gudelia Houtman, Nelleke de Jong, Hanneke Kastelein, Nellie Klinkenberg, Jan Kraak, Marijke v. d. Linden, Sammy v. d. Meij, Ton Ostermeijer, Kees Roest, Carla van Steensel, Elly Terlouw, Anneke Tuit, van har te gefeliciteerd met jullie ver jaardag van de nichten en ne ven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1969 | | pagina 12