eindpunt
MAAN
WEER ZIET DE
MENS EEN
STER
DE PURPEREN
NACHT VAN
ASTRONAUT
MACDONALD
Dick Ringlever
10 11
het zeewater: groene stroken wijzen
op een hoog planktongehalte, in
staat een massa vissen aan te lokken.
Allemaal mogelijkheden, die bin
nen het bereik van de mensheid zijn
gekomen sinds ruim tien jaar ge
leden de eerste Spoetnik omhoog
ging en die tóen nauwelijks werden
vermoed.
Ook de „bezetting1" van de maan
door de mens zal de wetenschap
vele voordelen kunnen opleveren
zij zal ons meer kunnen leren over
de geschiedenis van de aarde en zelfs
over die van ons gehele zonnestelsel.
Op de aarde zelf zou men daar
nooit achter zijn gekomen. „Face
lifting" door weersomstandigheden
en bergvorming heeft het gezicht
van onze aardbol in de oer-historie
zodanig veranderd, dat vrijwel alle
littekens zijn uitgewist.
De maan kent, door het gebrek
aan een dampkring, deze invloeden
uiet. De belangrijkste verandering
daar is beperkt tot de vorming
van enkele honderdduizenden kra
ters en enorme lava-uitbarstingen,
die zijn uitgevloeid tot de donkere
zeeën of maria.
Onder deze uitstortingen, of mis
schien wel erin, moet de geschiede
nis liggen van het zonnestelsel, zoals
in de afzettingsgesteenlen van de
aarde het verloop van de biologische
evolutie is terug te vinden.
Geologisch onderzoek op deze
plaatsen zal wellicht het antwoord
kunnen geven op de vraag of de
maan is ontstaan uit een uitstul
ping van de aarde in haar neve
lig oerverleden, dan wel uit een
gaswolk, die door een voorbijschie
tende ster van de zon is weggetrok
ken, dan wel uit samengebalde
stofwolken, die eens om de zon
cirkelden.
Nu al hebben geleerden door
nauwkeurige observatie van het
maanoppervlak en door onderzoek
van foto's kunnen vaststellen, dat de
maan bedekt is met verschillende
lagen materie over elkaar heen
lavastromen; materie, die uit de
kraters is opgeworpen en zo de kra
terranden beeft gevormd, zowel 'als
materie, die er al was vóór de kraters
werden gevormd. In deze lagen moet
de geschiedenis van dit hemellichaam
opgesloten liggen.
Is de maan blootgesteld geweest
aan een bijzonder intensieve stra-
lingsstorm? Is de maan ooit door
een meteorenstorm getroffen? Zijn
er ooit meteorieten neergeploft, die
levende of dode microscopische
levensvormen bevatten? Wijst een
bepaalde laag wellicht op een voor
stadium van de evolutie van gecom
pliceerde, voor alle levensvormen
essentiële proteïne-moleculen? Bevat
de een of andere laag misschien
overblijfselen van microscopische
levensvormen
Het zijh vragcu, waarop straks
wanneer de mens vaste voet op
zijn satelliet zet wellicht een
antwoord kan worden gegeven. Op
zijn minst zal een hele berg con
troverses tussen astronomen en geo
logen op de maan de wereld uit
worden geholpen.
In hoeverre de mensheid met dit
onderzoek zal zijn gebaat, is voor
lopig nog een vraag. Zal ook de maan
een .,ster" blijken te zijn, die de mens-
beid de weg wijst, een weg, die uit
bet nevelig oerverleden naai een
nieuwe toekomst leidt?
belangrijke taken, is het verstrekken
van oogstberichten vanuit de ruimte:
dringend noodzakelijk als men weet,
dat de aarde in het jaar 2000 een
kleine zeven miljard monden zal
hebben te voeden en 35 jaar daarna
al het dubbele aantal. Met behulp
van de luchtfotografie zullen ruimte-
door
stations een belangrijke schakel
kunnen vormen voor het oplossen
van deze problemen.
Immers, zij maken het mogelijk al
die „voedingsgebieden" constant in
het oog te houden, te signaleren of
het graan in een bepaalde streek ge
zond is, of het te lijden heeft van
droogte of aangetast is door zwam
men of bacteriën. Kortom: men zal
voortdurend kunnen voorspellen hoe
de oogsten in het komende seizoen
zullen zijn en naar aanleiding daar
van ook maatregelen kunnen treffen.
Ook systematisch speurwerk naar
olie en andere mineralen gaat op
deze wijze tot de mogelijkheden be
horen. Voorts kan een wakend oog
worden gehouden op vulkanen en
andere geologisch onbetrouwbare
gebieden teneinde uitbarstingen of
aardbevingen te kunnen voorspellen.
Er kunnen methoden worden ont
wikkeld om schepen te waarschuwen
voor ijsbergen en schaars bevolkte
streken voor bosbranden.
Waarnemingen van sneeuwstormen
en overmatige regenval kunnen bete
re voorzieningen doen treffen voor
bet waterpeil van stuwbekkens, voor
industrieën, die waterkracht benut
ten en voor irrigatiestelsels.
Betere kennis van de oceanen is
eveneens een punt van belang. Grote
mogelijkheden zijn te verwachten
van voortdurende opmetingen over de
hele wereld van de stand van het
zeewater, de verplaatsingen van bet
poolijs, de temperatuur van bet wa
ter, zijn zoutgehalte uit een baau
om de aarde te bepalen niet behulp
van polarimetrie en de kleur van
Een klik in de radio doet hem opschrikken. In een fractie van een seconde is hij weer
bij zijn positieven. Snel overziet hij de panelen. Alles in orde, ook de druk van de brandstof
cellen, die een uur geleden ineens terugliep.
Door de radio hoort hij de stem van de vluchtleider: „Hallo Jim, we willen graag weten
hoe je hel maakt, bon je uitgerust?"
„Dank je, ja, alles functioneert weer, ben alleen een beetje stijf."
„Denk je, dat het nodig is .itern Bravo' te gebruiken?"
Hij wist wat dat betekende: het dextrinetablet om hem fit te houden. Zo was nu een
maal de taal in de ruimtevaart. De instructies die hij kreeg waren even zakelijk.
Tijdens de volgende ronde zou hij de raketmotor moeten inschakelen om zijn cabine
in een lagere baan te brengen. Tegelijk zou hij waarnemingen op de grond moeten doen,
waarvoor hij zijn camera moest Instellen, terwijl het grondstation hem tevens de opdracht
gaf de druk in de brandstofcellen nauwkeurig te blijven controleren en als die onder de
300 pond zou komen, zo zuinig mogelijk met de elektriciteit te zijn.
Het deed hem vreemd aan, die menselijke stemmen in deze verlatenheid. Zijn dromen
waren er even door verstoord. Zijn instrumenten, zijn computer vroegen weer de volle aan
dacht. Ze wilden precies zijn positie weten, ze wilden weten hoe warm hij het In zijn ruimte-
pak had, ze wilden weten hoeveel brandstof hij nog had.
Onzin natuurlijk, want die gegevens hadden ze via de computers op de grond al lang.
zoals ze zoveel dingen wisten, zelfs zijn hartslag en bloeddruk. Ze wilden hem alleen in actie
houden. HIJ moest fit blijven.
Het was nu volledig nacht geworden. Het witte wolkendek was verbleekt en voor hem
uit was de duisternis nog donkerder dan een kwartier geleden. Hij vloog over een slapend
continent. Alleen, temidden van de sterren. Of temiddenze waren onvoorstelbaar ver,
wist hij. Maar op dit moment waren ze zijn enig gezelschap, in een oneindige ruimte waarin
elk ander licht ontbrak. Alleen maar niets, een leeg niets, dat zwart en koud was. Een niets,
waarin hij en zijn Instrumenten nietig leken. Een droom? De grens van de werkelijkheid
moest al overschreden zijn
Terwijl Jim MacDonald tijdens een uurtje rust tussen twee opdrachten van het grond
station in wat bladert In het vluchtplan, schieten hem die woorden van zijn dochtertje weer
te binnen. „Pappie", had ze gezegd toen hij een week terug zijn woning aan de rand van
Boston verliet, „pappie, als je boven bent, pluk je dan ook een ster voor mij?" Onwillekeurig
moest hij er even om glimlachen. Wat waren fantasie en werkelijkheid toch dikwijls vreemd
met elkaar verweven. Voor haar was een ruimtereis eigenlijk alleen maar een droom. Dat
had hij meer bij haar gemerkt. De laatste avonden voor het naar bed gaan, bleef ze langer
dan normaal naar de donkere avondhemel kijken en had ze duizend en één dingen gevraagd
over de maan en de sterren. Of hij daar nou echt naar toe ging. Of je uit je cabine Boston
kon zien. Of je zo'n ster nu zomaar kon aanraken.
Begrijpelijke vragen van zo'n kind. Dat leefde nu eenmaal nog in een heel andere wereld.
Om die gaaf te houden, had hij haar maar In haar dromen gelaten. Ten slotte had ook hij
vroeger wel zo gedacht De sterren en de maan, dat waren speelgoedjes aan een enorm
groot donker gordijn.
Trouwens, dachten ook veel volwassenen er onbewust eigenlijk niet net zo over? Wat
zongen ze vroeger ook al weer, over dat licht
boven de sterren Wie het geschreven had
wist hij niet, maar 't was wel duidelijk dat de
dichter een vreemde voorstelling had van het
heelal. Licht boven de sterren
De werkelijkheid was anders, hij zag haar
voor zich: één enorm gapend diepzwart gat.
Een oneindige ruimte, die door haar afmetin
gen beangstigde. Als straaljagerpiloot had hij
wel meer zo in de ruimte gekeken, maar toen
had de hemel ten minste nog een kleur ge
had. Nu zag hij niets. Nadat de raketmotoren
hem zo'n paar honderd kilometer omhoog had
den gestuwd, was dat blauw langzaam over
gegaan in purper en toen In nachtzwart.
Maar buiten die wereld hield alles op.
aantal sterren nog wel grijpbaar?
T^EN: de blikken van de koningen waren naar de hemel gericht zij
zagen een ster, die hun de weg wees
Nu, Kerst 1968: de mensheid blikt opnieuw omhoog. Al is het dan
met een andere verwachting, de hemel zijn sterren en planeten
staat, twintig eeuwen na de verschijning van die ene Kerstster, wéér en méér
dan ooit in de belangstelling.
In de aanloop voor de eerste sprong naar een vaste voet buiten de aarde
heeft de wereld van vandaag alle aandacht gericht op de maan. Illusies, die
tóen slechts in het brein van fantasten werden gekoesterd, lijken nu werkelijk
heid te worden. De maan is binnen bereik van de mensheid. Daaraan twijfelt
de wetenschap niet meer.
Voor zover die twijfel er nog is geweest, is zij wel geheel weggenomen
na de succesvolle ruimteverkenningen van de laatste maanden. Nog even en
de eerste mens zal voetstappen drukken in het stof van een nooit betreden
barre en verlaten nieuwe wereld, waar zonder kunstgrepen leven onmogelijk
Is, waar de mens een vreemde is. Want dit staat al wel vast: die eerste mens
Amerikaan of Rus zal er vijandig worden ontvangen. Hij zal er alleen
kunnen leven door zich zwaar te wapenen tegen gevaar, dat aan alle kanten
dreigt.
Wetenschap én astronauten weten
het precies: het glimlachende gezicht
op die gelige bol, die zo'n 330.000
jot 380.000 km van onze aarde door
heelal beweegt, zal verstarren
tod ra de mens er vaste voet op zet.
Inderzoekingen met tele- en spec-
roscopen, maar vooral de experi-
nenten met Rangers, Surveyors, Or-
litcrs en Luna's, die klaarheldere
oto's en een schat van gegevens over
elieimen van eeuwen leverden, voor-
pellen toekomstige maanreizigers
lechts een barre omgeving.
Een omgeving waar tijdens de
weeweekse maandag temperaturen
eersen van 239 graden ónder nul.
die nacht zullen gassen vloeibaar
oliën keihard worden en zullen
meeste organische stoffen tot poe-
vervallen.
Daar in leven te blijven, lijkt wei
een onmogelijkheid, temeer
de mens er geen enkele na-
bescherming zal vinden,
zal geen dampkring zijn en
magnetisch veld, dat een schild
tegen zonnestraling en meteo-
Het bombardement van deze
zal bijna even hevig zijn
dat waaraan het ruimtevaartuig
de reis blootstaat.
Er komt nog bij, dat over het
verlaten landschap waar
een storm met zeer hoge
raast, waarin levensgevaar
stukken maanmaterie rondvlie-
losgebeukt door inslaande me-
Hoe hevig die storm zal zijn, weet
niet, maar aangenomen wordt,
de steentjes sneller zullen rond-
dan geweerkogels. Het ket
en suizen van dat maanstof zal
3oed eker een vertrouwd geluid worden
toekomstige bezoekers.
En dan zijn er de gevaren, die
len nog niet eens kent, zoals die
an de door sommige geleerden
oorspelde röntgenstraling, uitgezon-
cn door het maanoppervlak.
Het is de vraag of de mens zich
aartegen ooit met aardse middelen
al kunnen wapenen.
In ieder geval stellen ze zeer hoge
isen aan de maanpakken, die uit
ele lagen moeten bestaan en voor-
ien zijn van een aluminium coating
egen de enorme temperatuurschoni-
nclingen. Schoenen moeten door een
ubbel vacuüm geïsoleerd worden
egen de hitte van het oppervlak
n tegen de kou arvan, die de li-
haamswarmte eenvoudig door de
'oetzolen zou wegzuigen. En dat is
lan nog maar een bescheiden greep
lit de kunstgrepen, die de mens
noct toepassen om de reis te ovcr-
evon.
Gevaren en haast onoverkomelijk
lijkende problemen. Waarom dan
tóch naar de maan? Waarom zich
storten in een avontuur, waarvan de
afloop onzeker _en de zin vaag lijkt?
Het zijn vragen, die door de eeuwen
heen al zijn gesteld. Waarom wil de
mens steeds opnieuw onderzoeken?
De wetenschap heeft hierop maar
één antwoord: om nieuwsgierigheid
te bevredigen. En omdat de ervaring
heeft geleerd, dat die bevrediging
de mens steeds voordelen heeft op
geleverd, gaat hij altijd opnieuw
verder.
Hoewel de ruimtevaart nog maar
ruim tien jaar bestaat, heeft zij nu
al nog voordat de maansprong
een feit i9 haar vruchten afge
worpen voor de hele mensheid. Voor
beelden daarvan zijn de Syncom- en
Early Bird-satellieten, die voor de
verspreiding van tv- en radio-uitzen
dingen zorgen en het telefoonnet
over de hele wereld hebben uitge
breid. Andere zijn er ook. De Tiros-
en Nimbus-satellieten en het nieuwe
Tirossysteem zullen spoedig de vitale
elementen vormen van een weer-
voorspellingsdienst. De Transit-satel-
lieten bieden de schepen een nuttige
hulp voor de navigatie en men heeft
al nog beter uitgeruste satellieten op
het oog voor de vliegtuignavigatie en
de controle van het verkeer op zee
en in de lucht.
Bemande satellieten en ruimte
stations in banen om de aarde zullen
straks die taken overnemen en nog
andere erbij krijgen. Eén van die
Natuurlijk, door de ruiten van de cabine
kwam wel licht binnen, maar dat leek maar
één smalle bundel te zijn, die als de stralen
van een zoeklicht aan zijn vaartuig bleven
hangen. Voor de re9t verlichtten die niets,
behalve dan de aardbol en aan de andere
kant de maan. Twee logge lichamen, waar
van vooral de maan als een paraplu doelloos
In het niets leek te hangen. De aarde, die
had nog iets vertrouwds met zijn wolkendek,
dat als een vacht zee en land omhulde. En
als je goed keek, zag je ook nog die donker
blauwe wazige ring, die de atmosfeer moest
zijn.
Was die eindeloze donkerte met haar eindeloos