Toch loopt 't uit de hand
Zachte krachten zullen overwinnen
„Wonderkinderen
worden elke
dag geboren"
Connie Vandenbos
geen broodzangeres
Bert v. d. Ent sprak met
ex-flower-powerman
Een kil schoolgebouw in een van Rotter
dams grauwste straatjes, de Gaffeldwars
straat. Op nummer 5 staat „Ruimtes Situatie
Centrum". Vluchtheuvel voor ongeorganiseer
de jongeren, snelkookpan voor creatieve as
piraties.
Het decemberprogramma vermeldt het op
treden van bluesgroepen, een yogademon-
stratie, een eenakter door theater Dialoog,
een expositie van Cubaanse affiches. Met de
kerstdagen is het sobertjes. Misschien film
pjes. Geen enkele vorm van kerstviering in
Ruimte. De vaste bezoekers zouden het waar
schijnlijk ook niet zo op prijs stellen.
Jtannef v. d. Hoek interviewde
Chinese optimist
Arend Veenstra bijvoorbeeld, twintig Jaar en leer
ling aan de Academie van Beeldende Kunsten. „Voor
mij Ie er geen kerstfeest, omdat er nog nooit kerst
feest Is geweest. Als je berichten hoort over Vietnam,
dan is er geen kerstfeest Iedere dag worden trou
wens wonderkinderen geboren, maar die krijgen al
leen geen kans."
Arend stelt zich kritisch op tegenover de huidige
maatschappljvorm. Je moet constant durven verande
ren. Beter wordt het nooit, maar verandering Is ge
woon nodig." Daarom maakte hij voor een expositie
In Den Haag een affiche, geïnspireerd op de Ameri
kaanse presidentsverkiezingen. Werkt hij mee aan de
aktlegroep Speelruimte voor de Jeugd en is hij lid
ven de pressiegroep Rotterdam, een enkele weken
oud Initiatief van kunstzinnige verontrusten, geboren
na de Dag van de Kunst.
Het streven is de bovenlaag, de Rotterdamse Kunst
kring, te veranderen en de kunstenaar Inspraak te
geven In het beleid. Arend: „Het zijn ambtenaars, die
geen affiniteit met het werk voelen." De pressiegroep
verzamelt alternatieven en bieden deze verpakt In een
voorstel voor de gemeentebegroting aan.
Arend werkt aan een verandering. HIJ wil dokteren
aan een maatschappij, waar hij graag over filosofeert.
Hij filosofeert over alles, ook over zichzelf. „Ik ben
protestants opgevoed en op mijn zesde katholiek her
doopt Nu ben Ik mens en anders niet*."
En verder „Ik ben anarchist wat alles betreft. Een
anarchist is iemand, die niet gelooft in autoriteit,
maar gelooft In een samenleving, waar ledereen el
kaar waardeert"
Waardering, wederzijds respect. Het „lief z(Jn voor
malkander" van de flower power staat er In elk ge
val ver vanaf. Flower power, de bloemlge bevlieging
ln een „long hot summer", die gestorven is bij de
eerste herfsttekenen. Arend: „Ik heb het verafschuwd
om het commerciële karakter. Het heeft geen grond.
Het Is gewoon harde business."
Lopen op deze punten de manier van kerstfeest
vieren en de flower power dan parallel? Mystiek en
symboliek in overvloedige weldaad, maar er achter
hurkt de commercie. „Er is geen mystieke beleving
van kerst mogelijk, omdat het traditie geworden Is.
Kerst wordt niet echt beleefd. Buiten de kerstdagen
zijn de katholieken contra de protestanten, de
boeddhisten contra de mohammedanen en ga zo maar
door. Al die mensen zijn met kerst bezig, net zoals
In de Speelweek. lief tegen elkaar te zijn om daarna
elkaar In volle hevigheid weer te haten. Iedere dag
moet er kerstfeest zijn."
Voor Arend verschillen de kerstdagen niet van an
dere dagen. Wel maakt hij zoals leder Jaar kerst
stukjes. „Want Ik ben de enige thuis die het kan.
Het is een materiële bijdrage. Voor mij betekent het
niets."
Het kerstfeest last Arend koud. Hem beroert tets
enders. „Ik heb een eigen ding waar Ik voor leef.
Dat Is de zon. Ik geloof in het zonlicht en niet In het
ker8tlicht."
Arend noemt zich anarchist. Hij is voor slles een
optimist Een Chinese optimist. „Ik ben Pootje I, een
mannetje dat lacht met een bloemetje achter zijn oren,
meer dat bloemetje doe ik weg, want dat verwelkt
toch. Een Chinees spreekwoord zegt heel waar, je
moet lachen als je verdriet hebt."
Arend Veenstra (links) en Henk I
„Het nare van kerstfeest is, dat we
er een gezellige eet- en drinkgelagen-
heid van hebben gemaakt. En het zijn
meestal de religieuze mensen, die
schrokkerig zijn en in hun eetlust de
tverkelijke betekenis vergeten. Nou, en
dan hoeft het voor mij niet meer"
Connie Vandenbosop eenzame
hoogte dè vertolkster van het Neder-
lands chanson. Ih haar knus ingerichte
woning (twee onder een kap) in Hoe
velaken geeft ze zonder emotie af op
traditionele vaderlandse zekerheden.
Op de maatschappij bijvoorbeeld:
„Ik ben een verschrikkelijke indivi
dualist en huiver soms van onze steeds
beter georganiseerde maatschappij. Hoe
meer regelingen, hoe lakser de mensen
worden. Hoe minder initiatieven ze
ontwikkelen. Van de wieg tot het graf.
weet je wel. Bergrijp me goed, ik vind
Nederland een fijn land met veel en
grote vrijheden. Maar er zou toch meer
spirit in de mensen moeten zitten"
Het klinkt allemaal erg serieus. Tè
serieus voor beeldbuis-Connie, die dit
jaar voorgoed heeft afgerekend met
haar imago van de eenzame, dieptreu-
rende en door alle mannen verlaten
Veel meer dan de glamour-zangeres
was Connie Vandenbos voor alles de
charmante gastvrouice die bij de an
tieke potkachel met de net-niet-prutte-
lende koffiekan over haar leven ver
telt: zingen. Zij lijkt een jonge vrouw
zoals er op het eerste gezicht tien in
een dozijn gaan. Knap, innemend. Ge-
minirokt, rood jasje tegen lila wand.
Ztvart-grijze ogen, die pertinent wei
geren zich neer te slaan. In grootmoe
ders tijd zou dat een eis zijn geweest,
maar Connie is even open als haar
mooie ogen.
Daarom praat ze vrij-uit over zaken,
die weinig met haar vak te maken
hebben. Dat vak misschien zelfs scha
den.
Over vrede: „Het is precies als met
het kerstfeest. Je weet het allemaal
zelf zo goed en toch loopt het uit de
hand. Natuurlijk zou ik alle mensen
echte vrede willen toewensen en dat
doe ik dan bij deze. Maar als je die
lui met banieren voor vrede ziet rond-
door
Pieter-Jan Dekkers
lopen, dan vraag ik me toch wel af
of ze niet beter in hun eigen-ik zouden
kunnen kijken. Of ze werkelijk vrede
willen en niet in onmin leven met hun
naaste omgeving. Want narigheid be
gint altijd zo onschuldig, in het klein.
En ben je zelf."
Een zedepreekster dus. Haar ,^Neel"
is even oprecht als het slippertje van
de Juffrouw op haar laatste lp.
„De mensen vonden het sneu, dat ik
altijd die droefgeestige liedjes zong.
Dan zeiden ze, meid, wat jij toch alle
maal niet moet hebben meegemaakt.
Ik heb een melancholieke, wat hese
stem die zich goed voor die liedjes
leent. Ook de teksten ivoren steengoed.
Daarom heb ik het chanson gekozen.
Het ligt me nu eenmaal
„Commercieel? Nee, beslist niet. Ik
zing niet om populair te zijn." Geen
broodzangeres: „Het is doodeenvoudig
om met één liedje drie maanden aan
de top te staan, maar daarna val je
dieper dan het niveau, waar je vandaan
kwam."
Connie heeft tien jaar moeten vech
ten om op deze hoogte te komen. Een
zaam, want ons land kent weinig blij
vende artiesten van het Nederlandse
lied, die niet liun toevlucht hebben
gezocht bij de Duitse marken.
Wat niet betekent, dat ze niet over
de grens kijkt. Ze maakt platen in
Duitsland, Engeland en Amerika. Bin
nenkort komt er op de Duitse tv een
show over haar lp en in januari komt
er in Engeland een fijne plaat uit For
ever more met aan de backside de
Stervende Zwaan van Tsjaikovsky).
Toch een vrouw van ticaalin een
dozijn? Nee, daarvoor is ze te grillig.
Blij, droevig. „Vrij normaal met wis
selende stemmingen", zegt ze zelf. Maar
ze vergeet dat ze altijd achter haar
teksten stond. En dat betekent, om bij
de lp te blijven: Alleen („dat komt
zeker") en Half beest, Half engel.
Geen zangeres voor hossende klos
sende carnavalsvierders. Wel een
vrouw die graag van een lolletje houdt.
Het praatje bij de haard is een lang
gesprek geworden. Het eindigt even
serieus als het begon: „Verdovende
middelen vindt ik verschrikkelijk. Le
vensgevaarlijk. Je mag best wel eens
gek doen en uit de band springen. Oke.
Je bent jong. Maar ditJe lichaam
is zo teer. Nee."
EEN dag uit het leven van Henk Leent-
faar, 20 jaar, getrouwd, ex-flower-
power-man, geheid Rotterdammer, inclu
sief de daarbij horende bewondering voor
de „dynamiek" enzovoort van zijn woon
plaats, al onderneemt hij zelf niets om
Rotterdam omhoog te stoten in de vaart
der volkeren.
Een doordetveekse dag uit het leven van
Henk Leentfaar: „Vandaag ben ik om elf
uur opgestaan met zoals altijd het gevoel:
nu gaat er iets gebeuren. Ik weet zelf niet
wat. Het is een gevoel van: nu ga ik iets
groots doen. Mijn eerste bezigheid is een
plaat opzetten. Mijn vrouw blijft nog langer
liggen dan ik, die is gek op ontbijt op bed.
Ik ga me wassen, eten en pak een bock. Vaak
een encyclopedie, daar kan ik uren in zitten
bladeren. Vandaag gekeken wat er onder de
„b" staat.
Als ik geïnspireerd ben door muziek, ga
ik schilderen, anders blijf ik lezen, 's Avonds
wordt het altijd laat. Soms blijf ik tol één
uur op, pak mijn gitaar en dan kan ik tot
een uur of vier zitten spelen. Ik hou van
de nacht. Vaak maak ik 's nachts een wan
deling. Dan loop ik een beetje te denken,
meestal over schilderen en muziek."
Wat doet Henk Leentfaar in deze kerst-
krant? Omdat we nieuwsgierig waren wat-
Kerst te zeggen heeft voor een flowcr-
power-man, voor wie het geloof in een
betere wereld samen valt met de algemeen
heersende stemming „vrede op aarde". Die
gedachte heerst bij velen uitsluitend tijdens
de kerstdagen, maar voor een flower-power-
aanhanger geldt die het hele jaar.
Wie is Henk Leentfaar?
Henk Leentfaar werkt niet, is sinds twee
jaar getrouwd en is nochtans in staat het
hippe hoofd financieel boven water te hou
den. Dat lukt hem door de incidentele ver
koop van schilderijen van zijn hand. Verder
is hij manager van de Brain-washing-group
Joseph Guy", een groep, die underground
muziek maakt, vergelijkbaar met die van de
..Mothers of Invention", compleet met film
beelden en gedichten, waarvoor de muziek
plotseling wordt stopgezet. Vrijdag 27 de
cember treedt zijn groep op in Rotterdams
muziektempel De Doelen.
Wat doet deze Henk Leentfaar met de
kerst? Zijn dagindeling als in de aanhef van
dit verhaal blijft ongewijzigd. „Ik ga een
boek lezen, platen draaien of iets dergelijks.
Sinds ik getrouwd ben, heb ik er niets meer
aan gedaan. Ik ben van huis uit hervormd
opgevoed, maar ik heb nooit geloofd. Mijn
ouders kochten wel een kerstboom en als zij
daar omheen zaten, bleef ik in de achter
kamer zitten. Ik koop geen kerstboom en
ik ga ook niet voor etalages staan om te
kijken wat ik 's moet kopen om de kerst
dagen prettig door te brengen.
Nee, Kerstmis zegt mij niks. Dat wil niet
zeggen, dat ik daarmee te koop loop of
andere mensen wil overtuigen, dat ze het
net zo moeten doen als ik. Ik gun andere
mensen van harte hun manier van kerstfeest
Het vrede op aarde' 'zegt Henk Leentfaar
wel iets. „Ik denk, dat ik nog zal meemaken,
dat de wapens worden afgeschaft. Daar ben
ik vast van overtuigd. Misschien wel binnen
vijftien jaar. Ik geloof namelijk, dat de men
sen van goeden icille zijn. Maar daarvoor
is het eerst nodig, dat er echte democratie
komt. Op het ogenblik hebben de werkende
mensen nog niets te vertellen, de democratie
houdt op bij de poort van de fabriek en
van kantoor. Maar langzaam groeien we naar
de democratie toe."
In de spaarzaam verlichte bar van het
Jongerencentrum „Ruimte" praat hij met
zachte stem in tegen de stroom van droevige
beatklanken, die op dat moment vanuit de
grote zaal naar binnen golft. Achter de hippe
tuw
ijn blik schuil van ienur?®
voorhand zijn vertrouilzih
brilleglazen gaat zijn
die de ander op
schenkt. in<*e
unni
„De zachte krachten zullen overwinnèeld
De dichteres Henriet te Roland Holst litre
al, maar zij zal niet vermoed hebben, Éer
deze gedachte een tiental jaren na haar t
zou worden teruggevonden in
en uitbundige wereld van hippies i
power.
en na haar dé]jeri
in de kleufl)u}'
Ippies en /Zot^t
Inkt
En al is flower-power inmiddels een blov
rijke dood gestorven, voor Henk LeentLeh
is de gedachte van het aardig zijn voor tern^
een nog springlevend. Henk Leentfaar: ,|Ho«
geest is blijven hangen. Iedereen /tee//r®g
wel wat van overgehouden. Hier in „Ruitnjdac
is het goed te merken. Ruimteis
september geopend en ik heb er nog ndln
een vechtpartij gezien. Dat was anders
„De Leiperd" (Rotterdams provo-centrufn
waar ik vroeger veel kwam, omdat er t'leng
ons soort mensen niets anders was. ^"A
Kost het hem geen moeite voortdurtti g>
aardig te zijn tegen mensen, die hij niet
zoals flower-power beoogt? „Nee, van tale,
uit sta ik nogal aardig tegenover de mertsaj1®
Hij zegt het zonder een spoor tan ironie) str
zijn stem. „Ik deed mee, omdat ik de ande\^
ook aardigzijn wilde bijbrengen." pmn
P>
kb
In het toilet van „Ruimte" staan aftro!
ongebruikelijk geen onvertogen Koordjest
uitsluitend hippe opmerkingen. En ook 1^
woord Shaloom: Vrede,