WERELDHANDEL IN UNIEK CENTRUM Boerhaave groot geleerde SNELLER GENEZEN IN BRANDWONDCENTRA il Noodzakelijk accent op wereldhaven i l^U i Jfj Paperback verovert de boekenmarkt ZATERDAG 9 NO.EMBER 1968 Voor het gedenkboek Hortus Lelden tekende Jo Spier In 1937 deze prent van Boer haave te paard op het Rapen burg. I Volgende week herdenkt Leiden de driehonderdste geboorte- I dag van Boerhaave. Tot en met zondag 1 december wordt in j het rijksmuseum voor de Geschiedenis der natuurwetenschap pen een tentoonstelling over Boerhaave gehouden. De betekenis van de 17de- eeuwee theologen voor de natuurwetenschappen mag niet worden onderschat. Boerhaave besloot tijdens zijn studie voor predikant zich geheel te wij den aan de medicijnen, che mie en plantkunde, omdat hij „den eenvoudigen Christely- ken Godsdienst beschouwde .,v.. als mismaakt door een menlg- A li 1 ta beuzelachtige geschillen, W welke de Theologische hair- sH'/u'* X. -( kloveryen daar in gedrongen hadden". Deze beslissing is van historische betekenis ge weest. Hermanus Boerhaave werd op 31 december 1668 te Voor burg geboren. Zijn vader was predikant en leidde zijn be gaafde zoon al spoedig op In j p* de studie ven de talen. Op elfjarige leeftijd las hij vlot Grieks en vertaalde Latijn In het Duits. Zijn vader liet hem elke dag op het land werken om lichaam en ziel te harden. Toen hij twaalf was kreeg hij een kwaadaardige zweer op zijn dij, die geen enkele heel meester kon genezen. Na vier Jaar had hij er genoeg van en nam op eigen Initiatief zijn toevlucht tot een paardemiddel. Hij genas zijn wond met zijn eigen water waarin hij zout oploste. Door deze Ingrijpende gebeurtenis werd hij persoonlijk be trokken bij de heelkunde en ondervond aan den lijve wat een goede dokter voor een zieke betekent. Reeds tijdens zijn studie in de godgeleerdheid bekwaamde hij zich in de wiskunde en de medicijnen en maakte snelle vorderingen in alle vakken. Op zijn 22ste promoveerde hij in de filosofie op een disser tatie tegen Spinoza en op zijn 24ste verwierf hij de doctors hoed in de medicijnen. In zijn dissertatie tegen Spinoza was hij fel van leer getrokken tegen diens stellingen. Eens hoorde hij in een debat een snob op domme en laag bij de grondse wijze Spinoza aanvallen. Om aan de grootheid van Spinoza recht te doen vroeg hij of de man Spinoza wel eens had gelezen, waarop deze in zijn schulp kroop. Nadien ging het gerucht dat Boerhaave atheïst en volgeling van Spinoza was geworden. Dit voorval heeft er mede toe bij gedragen dat hij de theologie de rug toekeerde. Overigens is hij steeds een christen gebleven. Op godsdienstig gebied leef de hij naar zijn lijfspreuk „Simplex slglllum veri", „Eenvoud is het kenmerk van het ware". In de navolgende jaren deed hij onderzoekingen op natuur wetenschappelijk gebied en besteedde heel zijn inkomen aan boeken en laboratoriumuitrustingen. Vooral op scheikundig ge bied nam hij veel proeven. Hij onderzocht of het mogelijk was goud te winnen uit kwik, maar concludeerde ten slotte dat dit niet kon. Hierdoor had hij de alchemie niet uit de wereld ge holpen, maar toch veel aan haar kracht ontnomen. Voor de moderne wetenschap is het van belang dat hij de empirische methode navolgde en slechts conclusies trok als ze proefondervindelijk waren bewezen. Zo was hij ook de eerste die zijn studenten bij het ziekbed haalde en zo aanschouwelijk onderwijs gaf. Uit vrees zijn vrijheid te verliezen wees hij een aanbod van koning Willem III om lijfarts te worden af. Na enkele lectoraten te hebben vervuld, werd hij in 1709 hoogleraar in de genees- en plantkunde te Lelden. Nu naar degelijke 18de-eeuwse opvattin gen de basis voor een huwelijk aanwezig was, trouwde hij in 1710 met Maria Drolenvaux. Ze kregen vier kinderen, maar al leen de oudste dochter overleefde hem. De Leidse Hortus Botanicus groeide onder zijn leiding uit tot één van de grootste plantentuinen van Europa. Als hoogleraar was Boerhaave in heel Europa bekend. Zijn colleges werden door Internationale gezelcchaopen gevolgd. Ziin roem werd zo groot, dat twee van zijn werken In het Arabisch werden ver taeld. Boerhaave overleed op 24 september 1738 aan waterzucht. Boerhaave met vrouw en dochter door Aert de Gelder omstreeks 1723 geportretteerd. Het schilderij bevindt zich In het Rijke museum te Amsterdam. Met het Wereldhandels centrum in Rotterdam pas seert Nederland een mar kante drempel. Van dat cen trum, zoals het Ameri kaanse architectenbureau Skidmore, Owings en Merrill het heeft ont worpen, maken de twee hoogste gebouwen van ge heel Europa meer dan 150 meter hoog deel uit, met uitzondering dan van enige televisiemasten of een Eiffeltoren, die men be zwaarlijk als „gebouw" kan aanmerken. De komst van dat cen trum heeft waarschijnlijk ook nog tot gevolg dat de De overzichtsfoto van de maquette van het Wereldhan delscentrum (links boven) laat zien, hoe dat centrum hoog uittorent boven de omliggende en toch echt niet zo lage be bouwing. De brug op de voor grond heeft twee dekken bo ven elkaar. Het plattegrondje (links onder) toont het verdub belde Plein 1940 met het mo nument van Ossip Zadkine, de Leuvehaven in een nieuwe gedaante en het Wereldhan delscentrum op de plaats, waar twee beurtvaart-insteekhaven» moeten worden gedempt. Als dr. R. P. Hermans zijn zin krijgt, bezit Nederland over enkele jaren een be perkt aantal brandwondcen tra, waaraan gespecialiseerde artsen zijn verbonden, die patiënten met derdegraads verbrandingen doeltreffend kunnen helpen. Deze wens bracht hij aan het eind van zijn proefschrift „De techniek van de behandeling van brandwonden", dat hij on langs in Amsterdam heeft verdedigd, naar voren. Door combinatie van bestaande behande lingstechnieken van derdegraadsbrandwonden is hij erin geslaagd een methode te vinden waar door patiënten sneller genezen en de functie van de getroffen lichaamsdelen eerder terugkeert.. Dr. Hermans, die in het Rodekruisziekenhuis jaarlijks een groot aantal verbrandingen op treedt, ofschoon weinig exact bekend is over aantallen per geslacht en per leeftijdsgroep. Men heeft wel de indruk dat vooral kinderen thuis door verbrandingen ernstig worden getroffen. Bij de Sociale Verzekerings Bank werden in de jaren tussen 1953 en 1960 jaarlijks aantallen verbrandingen opgegeven die variëren tussen 18.000 en ruim 20.000. Dit betreft dus uitsluitend arbeidsongevallen, waarvan slechts een klein deel in het ziekenhuis wordt behandeld. Dr. Hermans pleit voor aparte ziekenhuisafde lingen met gespecialiseerde artsen omdat de be handeling van derdegraadsverbrandingen een zeer bijzondere verzorging vereist. Bovendien is naast de chirurgische ingreep de psychologische en revaliditeitszorg voor de patiënt van uiter mate groot belang. Alleen deze drie elementen tezamen kunnen ernstige verbrandingen het hoofd bieden. PAUL VAN LANGSTRAAT Vijf dagen na het aanbrengen van microgrefts, de stukjes huid die na enige tijd een geheel zullen vormen. te Beverwijk werkt in de onmiddellijke omge ving van de Hoogovens, heeft veel patiënten die getroffen zijn door gloeiend ijzer. De methode van behandeling verloopt als volgt Van de derdegraads verbrande gebieden wordt zo snel mogelijk de huid weggesneden lotoal gezond, normaal bloedend weefsel overblijft. Bij de patiënt is inmiddels elders op het lichaam gezonde huid weggehaald, die bewerkt wordt om te transplanteren op de verbrande lichaamsde len. Wanneer dit grote verbrandingen betreft (groot deel van het lichaamsoppervlak) heeft de patiënt niet voldoende eigen huid om de brandwonden te bedekken. In een dergelijk geval wordt de eigen huid in zeer kleine stukjes gesneden (3 bij 3 mm) en als kleine „eilandjes" op het verbran de weefsel gelegd. Op deze manier kan een stuk huid tot negen maal de oorspronkelijke grootte worden verkregen. Kort na de operatie zijn de cosmetische resul taten niet fraai. De eilandstructuur is nog duide lijk te herkennen en de huid voelt vast en hard aan. Na verloop van tijd ontstaat echter heel langzaam een belangrijke verbetering van het cosmetische aspect. De eilandstructuur verdwijnt meer en meer, de onderhuidse lagen worden weer soepel. De uiteindelijke herstelperiode duurt heel lang, maar het uiteindelijke resultaat van deze „ei land transplantaat" doet nauwelijks onder voor de behandeling van brandwonden met hele lap pen vel. In zijn proefschrift wijst dr. Hermans er op, dat Handelmaatschappij Over- beek in het noordwesten van Rotterdam nog zo'n hoog bouwwerk gaat neer zetten. Dan beschikt Rotter dam over de drie hoogste gebouwen van Europa. Voor Rotterdam is het Wereldhandelscentrum zo iets als een mammoetdok voor een „bekende scheeps werf in het westen des lands": een noodzakelijk accent op een bepaalde situatie. Of men dit feit elders in Nederland leuk vindt of niet, Rotterdam is een wereldstad geworden, mis schien wel zijns ondanks. Het moet dit feit accepteren en zich de schaal van een wereldstad eigen maken. Ondanks de grote dingen, die Nederlands architecten presteren, bleek een Ameri kaans bureau noodzakelijk om zo'n Wereldhandelscen trum de visie en schaal van een wereldstad te ver wezenlijken. Die Amerikanen hebben rigoureus ingegrepen: niet alleen het Wereldhandels centrum vertegenwoordigt een grotere schaal dan Nederland tot nu toe aan vaardt, maar de omgeving, in dit geval grote pleinen, brede boulevards en het water van de Nieuwe Maas en de Leuvehaven, moest er evenzeer mee in overeen stemming worden gemaakt. Nu is de schaal van de Rotterdamse binnenstad reeds vele malen groter dan die van de andere Neder landse binnensteden. En dat vormt, eveneens weer onge wild, een goede voorberei ding voor een dergelijk hoog gebouwencomplex. Reeds nu zeggen deskun digen, dat Rotterdam stede bouwkundig méér van der gelijke accenten nodig heeft. Die zullen er in de toekomst echt wel komen. Nieuw zijn de gangen en gaanderijen binnen het „lage" toch nog altijd acht etages hoge oostelijke complex van het Wereldhandels centrum: de brede gang is vier etages hoog en voorzien van gaanderijen en luchtbruggen. Een doorkijkje langs de Leuvehaven van de voet van het ontworpen Wereldhandelscentrum uit naar de binnen stad. Op de achtergrond de brug over de Leuvehaven, die het Wereldhandelscentrum direct moet verbinden met de Schiedamsedijk en met de daaronder rijdende metro. Die brug Is geschetst met twee boven elkander liggende wegdekken. Foto boven: derdegraadsverbranding vóór de operatie. Midden: tien dagen na bedekking met „splitekingrafts". Onder: het eindresultaat van de nieuwe behandelings wijze. Het goedkope bock geeft als culturele waardemeter interessante verschuivingen te zien. In 1964 be stond 41,4% van het totaal aantal pocket-titels 12250) uit literaire warken. Voor dit jaar is het 44,7% van een aanzienlijk hoger totaal (3350), of in aantallen: een groei van 930 naar 1500 titels. Deze cijfers zijn ons verstrekt door de uitgeverij Semper Avanti bij het verschijnen van de Pocketgids '68-'69. Uit de statistieken over de laatste vijf jaren blijkt voorts dat de Ne derlandse roman in eenvoudige vorm uitgegeven, duidelijk in opmars is, nl. van 390 titels in 1964 naar 660 in 1968. Voor de dichtbundels liep de groei van 50 naar 150. Kennelijk is de belangstelling in literaire richting veel sterker groeiende dan men, gezien de zuigingskracht van televisie en platenspeler, had durven ver wachten. Al even opmerkelijk is de snel toenemende interesse voor het goedkope boek op religieus, wijsgerig en psychologisch ter rein. Had deze rubriek in 1964 negen procent van het totaal aantal titels, nu ligt het percen tage reeds bij 12,3. In cijfers: van 200 naar 413 titels, waarvan religieus gericht 135 tegen 230, filosofische boe ken van 15 naar 53 en op het gebied van psychologie en peda gogie van 50 naar 130. De poli tieke pocketlijst geeft voor dit jaar 60 nieuwe titels te zien op een totaal van 170. In steeds sterkere mate zet zich de verschuiving door van de pocket naar de paperback. In de pas versohenen gids is het aantal (op geel papier) opgeno men paperbacks 10 pet. hoger. Dat betekent ruim 1300 titels (waarvan 37 pet nieuw) op een totaal van 3350. Tegenover de groei op verscheidene gebieden staat een procentuele teruggang van de ontspanningslectuur. Het Nieuwsblad voor de boekhandel concludeert op grond van cijfers van de Open bare Leeszaal en Bibliotheek te Amsterdam dat daar in alle la gen van de bevolking het lezen voor plezier steeds meer verge zeld gaat van doelgericht zoe ken naar bepaalde informatie en kennis. Dit verschijnsel doet zich ook in andere landen voor. In Duitsland bijvoorbeeld heeft de meerderheid van de echte leesliefhebbers de grootste be langstelling voor populair-we- tenschappelijke lectuur (76 pet.). In andere categorieën waren de favorieten als volgt: harde ontspanningslectuur (61 pet.), moderne literatuur (58 pet.), hu mor- en hobbyhoeken (55 pet.), familie- en liefdesromans (42 pet), poëzie en klassieke litera tuur (22 pet.) en ten slotte reli gieuze werken en christelijke romans (13 pet.). Wist u dat meer dan de helft van de Duitse bevolking nog nooit een boek heeft gekocht? De wei-kopers zetten er overi gens wel wat tegenover: zij ga ven verleden jaar ruim een miljard Mark uit aan boeken. De helft daarvan werd neerge teld door de hoger ontwikkel den, die 23 pet. van de bevol king uitmaken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 4