GEEN VREDE Bestraling verdubbelt eiwitgehalte van rijst JAPAN ONTDEKT 1DCK I) ENERAAL-MAJOOR I W. PH. WEITZEL Een chronique scandaleuse of een historisch geschrift dat nieuw licht werpt op het leven van koning Willem III en de 19e eeuw? Moeilijk op deze vraag een antwoord te geven na lezing van Maar Majesteit!, gedeelten uit het dagboek van „zijn" minister van Oorlog generaal-majoor A. W. P. Weitzel en bewerkt door Het Vrije Volk redacteur Paul van 't Veer. (Uitgave De Arbei derspers, Amsterdam, 214 blz., 14,50). Op de 19e eeuw ligt een doem van onbelang rijkheid. Er zijn weinig geschriften uit die tijd bekend. Paul van 't Veer, bezig met een studie over de Atjeh-oorlog, stuitte daarbij op een hem onbekende minister Weitzel, die ooit nog eens een rol gespeeld had in de Atjeh-verwikkelingen. De collectie-Weitzel, een mengeling van anek doten en historische feitjes, lag opgeslagen in het Rijksarchief sinds 1918 met de bepaling dat de collectie tot november 1968 geheim zou blij ven. KONING WILLEM III inventaris was nietszeg- I en dat moet de bedoeling had hebben argeloze onder- fckers op een dwaalspoor te tngen, want na lezing bleek 't Veer dat hij dynamiet in [nden hield. Weitzel, grootvader van Guus leitzel van de radio, was in officiersloopbaan wat ge- Estreerd door koning Willem Willem III weigerde zijn totie tot luitenant - gene- Het is mogelijk dat dit Jeitzel dermate dwars heeft ge iten dat hij bewust een wat rtekend beeld heeft gegeven n de koning. „Ongunstiger dan De Vries, tnstiger dan Meeter", zegt Veer zelf. Maar de Soms vertoont een dier of een ant een vorm of een eigenschap. niet eerder bekend was. Dit aemt men mutatie. In het verle- an Is het kweken van planten ïornamelijk van natuurlijke muta- afhankelijk geweest. Aangezien e verandering slechts zelden Joorkomt. is een methode toege laat om kunstmatig mutaties te eroorzaken door middel toomenergie. Dit is het grondprin- i in| ipe van de gamma-proeftuin. 80 In Omiya zijn sedert 1960 al jer'schcidene opmerkelijke resulta ten bereikt. Typische voorbeelden Mn o.a. rijstplanten met korte gesprekken met de koning die Weitzel in zijn dagbotft weer geeft, zijn authentiek en laten geen twijfel bestaan aan het moeilijke, opvliegende en wispelturige karakter van Wil lem in. Door het dagboek heen loopt als een rode draad de veron derstelling van Weitzel, dat ko ning Willem III erfelijk belast zou zijn door zijn Russische afstamming. Is het beeld van de koning ongunstig, heel anders dan tot nu toe bekend worden de prinsen Willem en Alexander getekend. In tegenstelling tot Weitzel heeft de koning van hen geen hoge dunk. Van niemand trou wens. die een stukje van de majesteitelijke eerbied zou kunnen opeisen. Prins Hendrik bijvoorbeeld haalde zich de toorn van zijn koninklijke broer op de hals toen bekend werd dat hem een zijtak van de Oosterspoorweg naar Soestdijk was beloofd. Van zijn oont Fre- derik zei hij eens: „Mijnheer Frederik, in het Voorhout." In een van zijn vele driftbui en noemde hij zijn overleden vrouw Sophie: „Dat infame sahepsel!" In 1851 vroeg Sophie echtscheiding aan, maar dit werd door prins Frederik ver hinderd. Onverkwikkelijk zijn de tonelen aan het sterfbed van koningin Sophie. Willem besteedt nauwelijks aandacht aan haar en is zelfs kwaad als deputaties hun rouwbeklag ko men aanbieden. Uiteraard zijn vele gesprek ken van de ministers met de koning weergegeven. De koning beschouwt hen als dienaren. Dat kan zo gaan: „Hij (de koning) blijft mij aanstaren met blik ken die niets goeds voorspellen en zegt eindelijk: Hebt ge me iets te rapporteren? Ik: Ja Sire. de officieren die op Uw bevel naar Rumenië werden gezonden, zijn terugge keerd en De Koning (mij bulderend in de rede vallend): Wat kan mij dat scheelen! Ik (verrast, overvallen door zulk een grove bejegening riep uit): Sire!! en, na een oogen- blik zwijgens. Die Officieren zijn door de. Rumeensclie rege ring en vooral door den Koning, met bijzonder veel onderschei ding ontvangen: zij zijn met de- coratiën begiftigd, en het is mijn plicht U.M. daarvan rap port te doen. Pauze, wij blijven elkander aanstaren, weder keerig met boze blikken. De Koning: Hebt ge nog iets? Ik: Neen, Sire. De Koning: Dan zullen wij het voor gezien houden" (Af.) Een typerend slot van het gesprek. Een andere keer: „Je laat me dien vent dood schieten". Ik zag den Koning met een paar groote oogen aan doch wachtte af wat er zou volgen. Ik be greep eindelijk dat het een offi cier gold die eenige dagen gele den was gedeserteerd en sprak toen: Zeer goed Sire, maar we moeten hem eerst hebben." „Dat spreekt vanzelf, maar je zult hem wel krijgen." „Maar dan is er ook nog een krijgsraad. Sire". „Oh, die con- dcmneert hem en dan geen gra tie hoor." In Zwitserland hadden toe risten geklaagd dat de koning vaak minder goed gekleed op het balkon van zijn hotel stond. Toen de koning terugkwam vroeg hij de minister van mari ne hoe de mariniers in Atjeh het maakten. Het antwoord was: „Goed Sire, maar de sterfte onder hen is groot ge weest, wij hebben er 25 procent van verloren". Dit scheen de Koning onverschillig te zijn, hij nam er geen de minste notitie van maar zeïde: „Nu, ge zorgt maar dat ze in het volgend voorjaar allen weder thuis zijn. Ik neem er een paar hon derd mede naar Zwitserland met eenige getrokken 30 pon ders." De samenwerking van de mi nisters met de koning is zo moeilijk dat de notulen van de ministerraad opzettelijk onvol ledig worden gehouden, zodat de koning geen reden heeft zich met een bepaalde zaak te be moeien, want aldus Weitzel, men kan aannemen dat menige moeilijkheid zou zijn ontstaan. Weitzels boek zet koning Wil lem III in een nieuw licht. De schrijver verloor de tragiek van deze figuur niet uit het oog. Maar het is vooral zo'n le zenswaardig boek, omdat Weit zel, zoals hij zelf zegt, de kans kreeg „een naderen blik In dat Zonderlinge Karakter te wer pen." Uit een onderzoek van twee la- Inse landbouwinstituten is geble- In, dat door bestraling een |stsoort is te verkrijgen die twee- laal zoveel eiwitten bevat als ge en* rijst. De methode maakt het logelijk, dat rijst een even be- ngrijke bron van eiwitten wordt t vlees en vis. Gelet op het look van overbevolking en de laruit voortvloeiende voedselte- Drten In de wereld, 16 het wel uldelljk van welk een betekenis 4ze ontdekking kan zijn. De rijst met het hoge eiwitgehal- ontwlkkeld op een jksproefstation In Omlya. In het Idden van een ronde akker met doorsnede van tweehonderd iter, staat een toren, waarin zich een loden omhulsel kobalt-60 •indt, dat gammastralen uit- indt. Fruitbomen, groenten, rijst- mten en bloemen worden hier idurende het gehele groeiproces pg en nacht bestraald, met uit- pnderinq van vier morgenuren die zijn voor bemesten en wie- Het kobalt-60 dat een radio- stralingskracht van 3000 g9ürie heeft wordt op afstand vanuit een honderd meter an de toren verwijderde controle Ter voorkoming van „iekka- van de gammastralen tot bui- n de proeftuin, is deze door een :htmeter hoge wal omringd. Bo- mdlen zijn rondom de tuin verbo- v| in zones ingesteld. mer mer t' stengel, die zelfs bij sterke wind toch niet omvallen, planten met een grotere hoeveelheid rijstkor rels en moerbeibomen waarvan de bladeren dertig procent groter zijn dan die van de gewone soort (be langrijk voor de zijderupsenteelt). Samen met andere deskundigen heeft de onderzoeker Yukihito Ta- n8ka in de proefperiode van enige jaren honderden verschillende soorten rijst geplant en dagelijks gedurende twintig uren aan gam mastralen blootgesteld. Dit leidde tot uiteenlopende mutaties, o.a. korte stengels, ronde in plaats van langwerpige korrels en zelfs drie variëteiten die liggend groeien. Ongeveer zeventig variëteiten, die van deze mutaties zijn ge oogst. zijn dit Jaar met de amino- zuuranalysator op hun eiwitgehalte onderzocht. Ontdekt werd, dat drie van de rijstsoorten alle van de „Norin no. 8"-variëteit onge woon hoge percentages eiwit be vatten. De cijfers waren- 10.2 gram per 100 gram bij de Norin no. 4. 9,5 tot 11,3 gram bij no. 5 en 8.9 gram eiwit op 100 gram rijst bij no. 177. Dit betekent een verdub beling van het eiwitgehalte, want de oorspronkelijke Norin-8 bevat 5.5 gram eiwit per 100 gram rijst. Twee van de drie mutanten, nl no. 4 en no. 5. blijken bijzonder geschikt te zijn voor de rijstbouw Ook in on» land wordt strallngsonder- zoek verricht. Hier de gammabeatrallngi- kaa van het Inatituut voor toepassing van atoomenergie in de landbouw te Wageningen. De bron heeft een rende ment van 300 curlea, caesium-137. op grote schaal, niet slechts van wege het ongewoon hoge eiwitge halte, maar ook omdat bij deze variëteiten het rijpingsproces aan zienlijk sneller is dan bij normale rijstsoorten. De aren vormden zich door de bestraling ongeveer twee maanden eerder dan die van be kende Norln-8. Japanse deskundigen verwachten dat de mutanten, na te zijn verbe terd, over vijf of zes jaar vaste variëteiten zullen zijn. Dan zal het zaad onder de boeren worden verspreid als onderdeel van het regeringsprogramma voor de ver betering van rijst. Het kan dus niet zo lang meer duren dat rijst met een hoog eiwitgehalte dagelijks voedsel zal zijn voor de Japanse bevolking. Wat betekent nu deze ontwikke ling voor het alledaagse bestaan? U zult waarschijnlijk wel weten dat mens en dier zonder eiwitten te gronde gaan. De Europese mens heeft dagelijks per kilogram van zijn lichaamsgewicht één gram ei wit nodig.' In Japan is het gemid delde op het ogenblik 74 gram per hoofd van de bevolking per dag. Het aandeel van de plantaardige eiwitten bedraagt daar 47 gram, waarvan rijst eenderde levert. In dien de nieuwe rijst het volksvoedsel wordt, zal de eiwit consumptie tot circa 90 gram per dag stijgen. De belangrijkheid van deze ver hoging van de voedingswaarde wordt eerst goed duidelijk als men weet, dat de huidige voornaamste eiwitbronnen, nl. vis en vlees, In de nabije toekomst ontoereikend zullen blijken te zijn. Daarom is de ontdekking in de proeftuin van Omiya niet alleen voor Japan van geweldige betekenis. De helft van de wereldbevolking leeft immers van rijst. Daarenboven staat de wereld voor grote voedseltekorten. Aangezien het winnen van eiwitten uit dierlijke producten beperkt is, zal men er over de gehele wereld wel toe over moeten gaan, op gro ter schaal plantaardige eiwitten te gebruiken. door J. DEN BOEF HET is gemakkelijker een oorlog te winnen, dan de vrede. Dat bleek vijftig jaar geleden, toen (op 11 november) een wapenstilstand werd gesloten, die een eind zou maken aan de Eerste Wereldoorlog. Georges Clemenceau heeft een gezegd, dat vrede voortzetting van de oorlog met andere middelen is. Na de oorlog van de gemiste kansen, brak zo'n „vredestoestand" aan. Er was nog vrij plotseling een eind aan de oorlog gekomen. De oorzaak daarvan moest in Duitsland zelf worden gezocht. De honger had geleidelijk niet alleen de volksgezondheid, maar ook de bereidheid om de strijd voort te zetten, ondermijnd. De geallieerde blokkade was doeltreffend gebleken. De Duitsers hadden niet op een langdurige oorlog gerekend. In het najaar van 1918 hadden zich allerlei ziekten onder de bevolking verspreid, als gevolg van ontbering. De 'Spaanse griep' had in de nazomer veel slachtoffers gemaakt. Bovendien eiste de oorlog steeds meer mannen op. Zelfs de 18-jarigen waren niet buiten schot gebleven. OFFENSIEF Militaire nederlagen leken onafwendbaar, sinds de Fransen in begin augustus een nieuw offensief over het gehele front hadden ontketend, daarbij gebruik makend van tanks. Dat waren toen nog op benzine lopende, door stalen platen beschermde voertuigen, uitgerust met rupsbanden en draaibare mitrailleurtorens*). De militaire leiders beseften, dat de kans op een overwinning niet langer bestond. Zij probeerden stand te houden, maar bepleitten tegelijkertijd een onderzoek naar de mogelijkheid van een wapenstilstand en vrede. Maar de diplomaten bleven een afwachtende houding aannemen, ondanks het feit. dat de grote Sociaal-demo cratische partij de oorlogspolitiek fel bestreed. Nadat prins Max von Baden rijkskanselier was ge worden zond de Duitse regering een nota aan de Ame rikaanse president Wilson, waarin werd gevraagd om een wapenstilstand 'op grond van' diens befaamde 14 punten. De president had echter geen haast en liet doorschemeren, dat eerst de keizers van Duitsland en Oostenrijk moesten verdwijnen. OPSTAND Toen de Oostenrijkers hadden gedaan, wat Wilson blijkbaar van hen verwachtte, kwam het op 3 november tot een revolte onder de matrozen te Kiel. In Berlijn brak een hongeropstand uit. Beieren werd een vrijstaat onder leiding van bolsjewistische artiesten en intellec tuelen. Er werden soldatenraden opgericht, naar Rus sisch voorbeeld. Prins Max von Baden werd tot aftreden gedwongen. Keizer Wilhelm II, die eind oktober Berlijn had ver laten en naar het hoofdkwartier te Spa in België was gegaan, vluchtte met de kroonprins naar Nederland. Na pijnlijke onderhandelingen had men hem ertoe ge bracht, afstand te doen van de Duitse en Pruisische troon voor zichzelf en zijn nakomelingen. REPUBLIEK Duitsland leek rijp te zijn voor het communisme. De onafhankelijke socialisten in Berlijn, die al geruime tijd in nauw contact stonden met de Russische gezant, Joffe, waren de haard van het oproer. Troepen begonnen zich bij de revolutie aan te sluiten. Evén dreigde de leiding van de arbeidersmassa's de Sociaal-democratische partij uit de hand te lopen. Onmiddellijk nadat Wilhelm II afstand van de troon had gedaan proclameerde de socialist Scheidemann op de trap van het Rijksdaggebouw de republiek. Toen ook Karl Liebknecht, leider van de onafhankelijke socialis ten, zich tot de Duitsers richtte, was de omwenteling al een feit. Mede dank zij hun samenwerking met de hoog ste militaire autoriteiten konden de sociaal-democraten een bolsjewistische revolutie voorkomen. Er begonnen onderhandelingen over het beëindigen van de oorlog. Van geallieerde zijde werd de Franse maarschalk Foch gemachtigd, een wapenstilstand te sluiten. Foch was tot opperbevelhebber van het Franse leger benoemd, nadat Clemenceau (de man met de niets ontziende wil) minister-president van Frankrijk was ge- Max Reichpietsch en Albin Koebis, organisatoren van de revolutie op de Duitse vloot. Reeds in 1917 werden zij daarvoor ter dood veroordeeld. worden. Dezelfde Clemenceau, die 'vrede als voortzetting van de oorlog met andere middelen' beschouwde. Foch achtte bezetting van de Linker Rijnoever en bruggehoofden op de rechteroever noodzakelijk. Verder wilde hij, dat de Duitsers afstand zouden doen van enorme hoeveelheden oorlogsmaterieel en transport middelen. VERNEDERING De onderhandelingen werden gevoerd in de salon wagen van de maarschalk in het bos van Compiègne, bij het dorpje Rhétondes. Het was dezelfde wagon, waarin Hitler in 1940 op zijn beurt de Fransen zou vernederen. Aanvankelijk trachtten de Duitsers zo gunstig moge lijke voorwaarden te bedingen. Foch onderbrak hen echter met de vraag, of zij om een wapenstilstand kwa men vragen, of niet. Erzberger (leider van de Duitse delegatie, die later in eigen land zou worden vermoord) moet toen het hoofd hebben gebogen en bevestigend hebben geantwoord. Nadat Foch zijn voorwaarden had voorgelezen, kregen de Duitsers 72 uur om de tekst te bestuderen en te ondertekenen. En zo werd Foch op 11 november 1918, heel vroeg in de morgen, gewekt met de mededeling, dat de Duitsers er weer waren. De maarschalk begaf zich in nachtgewaad naar de wachtende delegatie, die de wapenstilstandsvoorwaarden ondertekende. Onder het geraas van het motorescorte, dat de Duit sers over de frontlinie terugbracht, keerde Foch zich tot een adjudant en beval: „Gelast dat het vuren over het gehele front vanochtend om elf uur wordt gestaakt." Op die morgen ging een zucht van verlichting door de wereld. Bij de overwinnaars was er uitbundige vreugde, terwijl bij de verliezende partij, die eerst opgelucht leek te zijn, een dreigende revolutie de nationale hemel ver duisterde. Slechts zij die aan het front waren konden zich niet indenken, dat al hun opofferingen vergeefs waren ge weest en dat de strijd verloren was. Want de beslissing was eigenlijk niet op het slagveld gevallen. Ook aan geallieerde zijde kon men aanvankelijk moeilijk geloven, dat de oorlog werkelijk was afgelopen. REVANCHE In München werd het nieuws van de Duitse nederlaag door een oude dominee meegedeeld aan de gewonden in een ziekenhuis. Tot de zieken behoorde een soldaat met halfblinde ogen, ten gevolge van een gasaanval. Hij kon de mededeling niet tot het eind toe aanhoren, verliet de vergaderzaal en wierp zich op zijn ziekbed, het hoofd in de kussens begravend. De man stortte hete tranen van machteloze woede. Het was Adolf Hitler, nu vijftig jaar geleden. Wie kon toen vermoeden, dat hij ruim 20 jaar later de man der hartstochtelijke revanche zou zijn? Gewapende arbeiders marcheren door het van revolutie kolkende Berlijn Wereldgeschiedenis, pocketuitgave van Bosch Keuning nv te Baern, bij wie ook de eerste van zes delen zijn verschenen van de 'Geschiedenis van de eerste wereldoorlog in foto's en documenten' met inleidende overzichten van mr. G. B. J. Hiltermann. ZATERDAG 2 NOVEMBER 1968

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 13