HERMAN ROBBERS ARP en onrusl „de 18" Christen Grenzen van (te macht WEL EERLIJK MAAR NIET mooie woorden kregen hnn OPINIE congé Afgedankte litteraire junta's in schoolboek en secularisatie Lotgevallen In een vreemd land BRT viert vijftiende verjaardag Karl Richters kijk op Bach J. McCarthy de rol van Amerika als wereldmacht Geen hondje aan de lijn ïe*w dagen verder Ons grote kleine land Grote stemmen van onze tijd Pinget geen vernieuwer ZATERDAG 26 OKTOBER De uitgeverij Elsevier heeft door Wim J. Simons een bloemlezing laten samenstellen uit Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift 19051937. Het is een boek geworden van 263 bladzijden, keurig en ouderwets-solide uitgegeven en niet duur 14.90). Deze bloemlezing van poëzie, verhalend proza en beschouwend proza van ongeveer 75 auteurs is bedoeld als een eerbetoon aan Herman Robbers, de man die het genoemde tijdschrift ruim dertig jaar heeft geleid en er zijn persoonlijk stempel op heeft gedrukt. Het was namelijk op 4 september j.l. honderd jaar geleden dat Robbers werd geboren. schets: Herman Robbers 1868 - 1937. En dan komen de bijdra gen van al die namen die mij uit mijn literaire jeugd zo ver trouwd zijn en waarvan ik al- leen maar enkele minder be kende vermeld: Richard de Cneudt, Dop Bles, J. J. van Geuns, Louis de Bourbon. J. van Hattum, Fenna de Meyier, Dr. A. Aletrino, Wally Moes, Frits Hopman, Johan W. Schot man en Maria Viola, om niet meer te noemen. Dit is nu echt een boek voor hen die de tijd van Robbers hebben meegemaakt Persoon lijk kijk ik niet graag terug; ik kijk liever vooruit. Leven bij het verleden is voor ouderen een verzoeking en kan een ge vaar betekenen. Maar een enke le maal is het toch wel goed geconfronteerd te worden met de literaire periode van onge veer een halve eeuw geleden. De schrijvers waren in aantal nog te overzien; ze konden met elkaar op een groepsfoto. Men kon hun werk bijhouden. Een debuut kon no£ een gebeurtenis zijn. De auteurs hoefden nog niet te concurreren met de tele visie; de lezer had nog een beetje geduld en tijd. Mag ik, na deze publicatie bij literair geïnteresseerden en le raars Nederlands te hebben aanbevolen, me nog even ver der laten gaan in de herinne ring aan de tijd van Robbers? Mijn eerste kennismaking met de Nederlandse literatuur dateert van 1904 of 1905; ik was toen tien jaar. In een plaatse lijk advertentieblad was een bon afgedrukt, die tegen beta ling van 10 ct. recht gaf op een geïllustreerd boek, getiteld Het Boek van 1904. Daar stonden ze allemaal in: Tegenover de titel een portret van Robbers, rechts van opzij gezien, met lorgnet, grijze snor en spits grijs baardje aan de wat terugwijkende kin. Vrien delijke kraaiepootjes bij het ene zichtbare oog. Door kaal heid terugwijkend voorhoofd. Stijve linnen boord met om geslagen punten. Gestreepte das. Een Verantwoording van de uitgeverij en een korte levens- Dr«. G. Puchinger schijnt er een bijna boosaardig genoegen in te hebben lezers en re censenten met de tong uit de mond achter zich aan te laten draven. Wie toevallig nog midden in de lectuur van de betrekkelijk recente serie over de veranderde gereformeerde wereld mocht zitten, reallsere zich dat weer twee verse Pu- ehingers op hem liggen te wachten: bakstenen van boe ken over resp. „Christen en secularisatie" en „Hergroepe ring der partijen". Het betreft hier de gebun delde interviews, die de schrijver in de loop van '67 en '68 heeft gehouden met een aantal coryfeeën op voorna melijk theologisch en politiek gebied. De vraaggesprekken vulden in meerderheid al eer der de kolommen van het SSR-orgaan „Libertas ex Ve- ritate". De drukinkt van ..Hergroe pering" is nog nauwelijks op gedroogd. Beperken wij ons daarom voor het ogenblik tot „Christen en secularisatie", waarin theologen als Miskotte, Gollwitzer, Küng, Berkhof, Rothuizen en Bluyssen met le ken als Schmelzer. Schut (de minister)Wijngaarden en Boekestijn hun zegje zeggen over.... ja, over heel veel dat met het zo complexe vraagstuk van de secularisatie maar weinig te maken heeft. Dat is het zwakke punt in dit boek. Het woord secula risatie fungeert als kapstok, waaraan de geïnterviewden zo losjesweg een hele massa uit eenzettingen ophangen, vooral over persoonlijke ervaringen en antecedenten, uiteenzettin gen die soms facinerend zijn, maar niet of nauwelijks bij dragen tot verheldering van het begrip waar het om gaat. Neem het interview met prof. Miskotte. Een meesterstuk. Voor ons het hoogtepunt van de bundel. Maar de secula risatie wordt er slechts en passant in behandeld en is er eigenlijk wat met de haren bij gesleept. Waar de geïnterviewden hun mening over de secula risatie als theologisch, sociolo gisch en historisch fenomeen trachten te formuleren, ontstaat een spraakverwar ring, die de naar verduidelij king snakkende leek duizelin gen bezorgt. Hier en daar gaat wel enig licht gloren, maar juist dan breekt het gesprek af en staan we weer in het schemerdonker. Nemen we de secularisatie op de koop toe en laten we nevenbegrippen als secula risme en emancipatie voor wat ze zijn. dan houden we een uiterst leesbaar boek over, paradoxaal genoeg voor al leesbaar door de uitweidin gen die niet met het onder werp te maken hebben. Want drs. Puchinger kan mensen ongelooflijk boeiend laten praten, 't doet er niet toe waarover. (Uitgave Meinema, Delft 501 blz., 12.50). Een gewoon Antwerpens ge zin vader, moeder zoon en dochter door een vreemd land. DE LOTGEVALLEN van het viertal, die Hugo Raes verhaalt, beginnen met het oversteken van een meer in een zwarte houten roeiboot. Aan de oever is men in het andere land. Eerst voldoet het gezin aan een merkwaardige opdracht. Midden in het bos laat men het achterlijke broertje ach ter, zittend in een verchroom de kinderstoel. Geen woord er verder meer over. Even later knipt moeder de nagel van de grote teen van het meisje, om dat het lopen wat moeilijk gaat. Dan beginnen de avon turen in het science fic tion-land. Hugo Raes brengt in zijn voorleesboek ongemerkt een •cherpe tegenstelling. Hij ver telt met een banale woord keus, alsof het een verslag is van een schoolreisje met snoepjes, limonade en plasjes, die nodig gedaan moeten wor den. Maar ondertussen draven daar de gevaarlijke dwergen rond; wordt men bijna ver pletterd door landbouwmachi nes als huizen zo groot; moet goeder een behandeling on- éargaan in een zoölogisch proefstation met vreemd in elkaar getransplanteerde monsters -en is daar de on bestemde oorlog tegen de be woners van geldstad. Met zijn knap gehanteerde tegenstelling bereikt Raes, dat die wereld van nachtmerries dichtbij komt. Neem de geldstad. De mensen zijn ge makzuchtig in welvaart weg gezakt. Ze zijn oppervlakkig en stompzinnig geworden. Door het bizarre heen bespeurt men een angstige toekomstvoorspelling: geeste lijke degeneratie. Maar dat is niet de con clusie van het viertal. Het ge zin stapt opgewekt verder, al le tegenslagen incasserend, om tenslotte in een inktzwarte duisternis van elkaar af te drijven. Zijn ze verloren? Of is daar toch nog het konijn of de luchtkussenboot om ze te redden? Zo belangrijk is dat niet meer in dit nachtmer rie-verhaal, dat hoogstens geschikt is aan zeer goede kennissen voor te lezen, zo men zich daartoe geroepen voelt. Want enkele obscene ta ferelen konden kennelijk in dit wat flodderig uitgevoerde Bezige Bij-boek niet verme den worden. (216 bldz. ƒ9.50) Louis Couperus, Is. Querido, de kort tevoren overleden Henri Hartog, Herman Robbers en nog enkele vrouwelijke auteurs; dat zullen wel Top Naeff en Ina Boudier-Bakker zijn geweest Een onberedeneerd gevoel van geestelijke verwantschap bond mij aan dat boek. Er stonden ook afdrukken in van kopergra vures van Dupont. Later bouwt men op zulke eerste indrukken voort. Na een interim-periode waarbij mijn belangstelling voornamelijk in muziek opging, pakte ik de lite raire draad weer op toen een groep van jonge protestanten creatief aan literatuur ging doen. We hebben in Rotterdam een jaar of zeven lang een ei gen literaire kring gehad. Hoe was het totaalbeeld van de Nederlandse literatuur zo tussen 1920 en 1940? Er was een sterke nawerking van Tachtig; deze beweging was zo ongeveer heilig verklaard. Tegenover de ouderen moest men niet wagen aan Tachtig te tornen 1 Daarna was Albert Verwey gekomen als leider van De Be weging. Wij vormden ons aan de lectuur van zijn kritieken en aan die van Carel Scharten, na vooral onder de indruk te zijn geweest van het proza van Lo- dewijk van Deyssel. Het was de tijd dat de Tachtigers zeventig werden. Het was ook de tijd van een eigen socialistische literatuur: Querido, Heijermans, Van Col- lem, en van communistische tendenzen: Herman Gorter en Henriëtte Roland Holst Het was ook de tijd van een opkomende protestants-christe lijke literatuur. Deze werd toen nog au sérieux genomen: zo prees Is. Querido De Lichte Last van G. Schrijver en wist HERMAN ROBBERS Henri Borel waardering op te brengen voor werk uit onze groep. Later erkende Menno ter Braak de betekenis van J. K. van Eerbeek. Omstreeks 1925 deden ook de roomse jongeren van zich spre ken. De zuilen waren toen nog stammen met groeikracht! Men aanvaardde om zo te zeg gen eikaars geloofsbrieven. De calvinisten (in de ruimste zin) de roomsen, de roden en de hu manisten waren onderling er kende volksgroepen en weinigen De BRT bestaat vijftien jaar en dat betekent meteen dat er even zo lang televisie is in Bel gië. Dit wordt door onze Vlaamse buren gevierd met ne gen speciale avondprogramma's op de buis, die allemaal veel geld mochten kosten. Er is gezorgd voor veel varia tie, want de produkties lopen van moordzaak via een pas sie-poppenspel tot de opera „Prinses Zonneschijn" van Paul Gilson. zagen er kwaad in dat. ze met een eigen literatuur kwamen of probeerden te komen. Maar dan komt er omstreeks 1930 toch een duidelijke wending. Het levensgevoel van de oude generatie, gevormd voor de Eerste Wereldoorlog, behoort tot de historie. De nieuwe litera tuur ïs korter aangebonden. Ir de poëzie dringt naast het ver hevene ook het gewone op. Scherpe ogen als van Ter Braak zien de scheuren in de muur van de negentiende-eeuwse burgerlijkheid. De moderne bouw- en interieurstijl ontstaat Vliegerij en radio beginnen de samenleving te veranderen. De erkende grootheden van vroeger onder wie Herman Robbers en vooral Querido en de criticus Dirk Coster, werden door de jongeren met vervroegd pensioen gestuurd. Het mooie woord, het bijzondere woord, het grote woord, de woorden die te veel waren en geen wer kelijkheden meer dekten, kre gen hun congé. Zo gaat dat nu eenmaal, omdat literatuur het leven spiegelt. De afgedankte literaire junta's komen In de schoolboeken terecht en le raars proberen nog decenniën lang dit museale cultuurgoed aan hun leerlingen kwijt te raken. Het is allemaal examenstof geworden en vooral stof. Want het lukt In Ne derland maar niet een literaire tra ditie te vestigen en levend te hou den. Evenals In een Zuldameri- kaanse republiek volgen de macht hebbers elkaar op. Maar Herman Robbers staat vandaag wel zo ver ven ons af, dat hij en de tijdgenoten die hij de moeite waard vond, met elkaar een boek kunnen vormen dat de bete kenis heeft van een literair tijdsdo cument. Literatuur was toen zelf genoegzaam en sacrosanct. Vandaag is de literatuur ongege neerd en geëngageerd. Ook dit la het laatste woord niet. Wat kan de literatuur meer zijn dan „Bruch8tücke einer grossen Con fession". geschreven door kinde ren van hun tijd? Dr. C. RIJNSDORP Karl Richter heeft zijn geheel verantwoorde kijk op Bach. Hij getuigt ervan in de beide prachtige platen waarop Ar- chiv-Produktion de zes Bran- denburgse concerten heeft vast gelegd (SAPM 104.971/2). Heer lijk, klare muziek, gespeeld door het Bach-orkest uit München, met eersteklas so listen als Pierre Thibaud, trom pet Clement hobo, Schneeber ger, viool, om ons tot hen te beperken maar ze zijn allen opmerkelijk. Zeker óók de bei de blokfluiten: Hans-Maryin Linde en Günther Höller. En de wijze waarop de klank is afge wogen is zodanig, dat er ook van èlk der instrumenten volop te genieten valt. Met de toelich ting die bij de platen is ge voegd mag men als luisteraar zeer ingenomen zijn. Amerika moet volgens senator McCarthy proberen, zijn werkelijke macht te analyseren door ze te vergelijken met de verantwoordelijkheden, die het op zich heeft ge nomen. Het moet maatstaven aanleggen bij het beantwoor den van zijn verplichtingen, zowel wat plaats als gradatie betreft. Met andere landen moet worden gezocht naar een breder en realistischer verdeling van verantwoordelijkheden in de wereld. De senator, die zich in het begin van dit jaar tegen presi dent Johnson keerde vanwege diens Vietnambeleid, zegt dit in het eerste hoofdstuk van zijn boek „The limits of power America's role in the world", waarvan onlangs een Neder landse vertaling is uitgekomen bij Uitgeverij In den Toren te Baarn (135 blz.,) onder de titel Grenzen van de macht de rol van Amerika als wereldmacht. Hij heeft kritiek op het grote aantal (militaire en andere) verdragen, die zijn land na de Tweede Wereldoorlog heeft gesloten om de gevaren af te wenden, die in Europa en Azië dreigden. In het tweede hoofdstuk blijkt al dadelijk, hoe wankel de basis is, waarop hij tot dusver heeft gebalan ceerd. Hij schrijft daar dat de Navo „ongeveer 20 jaar oud is en reeds tekenen van ouderdom vertoont. Frankrijk is er prak tisch al uitgestapt en andere le den eisen dat dit verdrag ge wijzigd wordt". Sinds de senator deze woor den schreef vielen de Russen Tsjechoslowakije binnen en bleek voor het eerst sinds 20 jaar, hoe gevaarlijk het is, zich aan illusies over te geven. Hoe bedroevend het ook mag zijn het is oonieuw bittere noodzaak geworden, de Navo te verster ken. Voor wie iets meer wil weten van de plaats die de theologie op het ogenblik inneemt in de Rooms-Katholieke Kerk, heeft de rechterhand van prof. dr. E. Schillebeeckx, drs. T. M. Schoof, een bijzonder boeiend boek geschreven. „Aggiorna- mento, de doorbraak van een nieuwe katholieke theologie", laat zien hoe de wortels van het nieuwere denken reeds vroeg in de vorige eeuw te vinden zijn. Ook de nieuwere rooms-ka- tholieke theologie is veel meer kerkgebonden dan de reforma torische. De toppen zijn minder hoog. Nog altijd beschikken, meent de schrijver, de rooms-katholieken niet over een Barth, Bultmann of Tillich. De theologie neemt een raadsel achtige plaats in de kerk in. Maar niet langer is zij het ge dweeë hondje aan de lijn van de kerkpolitiek Rome kan daar nog altijd niet aan wennen. Eer er nog iets bekend was over de moei lijkheden rondom zijn leer meester Schillebeeckx. schreef Schoof al: „Er schijnen zich achter de schermen vreemde manoeuvres af te spelen in de kerk van Rome." Die woorden hebben wel een bijzondere ac tualiteit gekregen. Belangrijker echter is dat dit boek van 288 pagina's uitgegeven in de serie ..Theologische monografieën" door Het Wereldvenster te Baarn laat zien hoe de theolo gie „bij de tijd" is gekomen. GOUD voor Jan en Ada, brons voor Mia, driemaal zilver voor roeiers en fiet sers, houd dan maar vol dat een klein land niet groot kan zijn! Drie problemen houden ons in eigen land deze week vooral bezig: onderwijs, defensie en inkomensverdeling. Onderwijs niet zozeer door de weer uitge broken onlusten in Amsterdam als wel door het stoutmoedige plan van prof. dr. K. Posthu mus om de studieduur te bekor ten, elke eerstejaars examen te laten doen en het promoveren te bevorderen. Defensie door wat de Kamer te horen krijgt: we gaan 415 Duitse Leopardtanks voor f 500 miljoen kopen, we verkopen onze Starfighters niet aan de Duitsers, mede uit Navo-be- zorgdheid voor het Russische optreden in Tsjechoslowakije en de Middellandse zee, en dat alles kan ons op een hoger de fensieplafond te staan komen. De PvdA heeft plannen voor diensttijdbekorting en reorga nisatie van de strijdkrachten, o.a. door luchtmacht en leger Ineen te doen vloeien. Derde discussiepunt: de ver deling van de koek. Groot- en kleinmetaal stellen 16 pet. loonsverbetering in drie jaar voor. De radicalen willen een parlementaire enquête naar de vraag wie er aan de econo mische touwtjes trekken, maar de werkgevers vinden zoiets overbodig (zegt trouwens ook Den Uyl niet: Dat weten we allang?). Een kritisch geluid over winstdeling doet professor Van Muiswinkel onmiddellijk delen in de algemene verkette ring die in de mode is. In de economische sfeer ver der: het Britse verfconcern MacPherson neemt de Overschiese Tollens over. De Amerikaanse Dow komt niet naar Delfzijl. B. en W. van Den Haag zijn bezorgd over de werkgelegenheid daar en ma nen tot kalmte met de spreiding van rijksdiensten. EMS, nog steeds Zwolsmans EMS. moet volgens de wijze mannen een fusie aangaan om zich uit de nesten te redden. De Végé stort zich in de prijzenslag en de zie kenfondsraad wil hogere pre mies. De kosmos is ons deze week met de geslaagde reis van de Apollo-7 weer wat vertrouwder geworden en de droomreis van de mens: richting maan. wordt steeds waarschijnlijker. Da lende vredeskansen alweer in het Nabije Oosten, bezorgdheid bij Tito over de Russische drei ging, en altijd de vraag of het er nog van zal komen: de vrede in Vietnam DEZE WEEK GEZEGD: „Harder kon ik echt niet" (Ada Kek) „Het leek wel of ik een klap in mijn gezicht kreeg toen de uitslag bekend werd gemaakt" (Rudi Lubbers, bokser) „We leven niet meer in de eeuw van het kind." (P. Brink man, voorzitter van de Kinder boekenweek, over de omzet van kinderboeken). „Discussies van vakgeleerden kan men op het ogenblik nau welijks meer buiten de algeme ne publiciteit houden. Maar men stelle zich de goegemeente voor, die zelf niet tot kritisch onderscheiden onderlegd, dag na dag wordt overstelpt door twijfelende vragen rondom vrijwel allo details van het christelijk geloof" (Kardinaal Alfrink). Hierbij behoeft niet in de eerste plaats aan militaire mid delen worden gedacht. Zelfs Frankrijk heeft begrepen, dat onder de gewijzigde omstandig heden aan nauwer samenwer king niet valt te ontkomen. Even verder in het tweede hoofdstuk beweert hij. dat de Amerikaanse regering (tijdens het bewind van Eisenhower) verstek liet gaan. toen de kri tieke vraag aan de orde kwam, of Amerika bereid was, Frank rijk in Tndochina openlijk mili tair te steunen. 3 Het is nl een bekend feit. da£ geruime tijd voor de Franse ne derlaag !n Dien Bien Phoe mili taire hulp werd aangeboden (het inschakelen van de Ameri kaanse luchtmacht), maar dat de regering te Parijs er geen gebruik van wilde maken. Ook doet het nu merkwaardig aan te lezen (op blz 87), dat „wij moeten erkennen, dat ver mindering van de spanning in Europa uiteindelijk de weg kan openen naar een non-agres siepact tussen de Navo en de landen van het Warschaupact. Alleen onder die voorwaar den zo gaat McCarthy voort en in een dergelijke context kunnen wij de bouw tegemoet zien van een Europa van onaf hankelijke kracht en invloed". Voorlopig moet dit Europa dus nog wel naar het rijk der fabe len worden verwezen. Er zijn meer voorbeelden te noemen. Ook de manier, waar op hij de gebeurtenissen in In donesië (blz. 125) afdoet om toch maar aan te tonen, dat het met de agressieve bedoelingen van Peking wel meevalt. Het is Jammer, dat McCarthy van zijn verhaal een puzzel heeft gemaakt, die nu eenmaal moest kloppen. McCarthy mag een eerlijk politicus zijn, maar dat neemt niet weg dat In zijn boek de objectivi teit zoek is, evenals het lei derschap, waarop hij aanspraak meent te mogen maken. J. DEN BOEF D tenor Fritz Wunderlich (in 1966 na een ongelukkige val overleden) was een zanger met een prachtige stem. In HMV's succesvolle serie „Grote stem men van onze tijd" werd als nummer 3 een reeks operet te-liederen bijeengebracht (SXLPH 20007). Wunderlich zingt daarop magnifiek bekende delen uit operettes van Léhar, Kalman, Künneke en Fall. Onder hetzelfde hoofd mag zeker de Decca-lp DDX 19 0045 worden gerangschikt. Deze maatschappij bracht de alt Kathleen Ferrier nog eens op een plaat met Volksliedjes uit Engeland, Schotland en Ierland. Eenvoudige liedjes, die een uit zonderlijke allure krijgen dank zij de warme alt van deze on vergetelijke zangeres. Robert Pinget vertegen woordigt in Frankrijk een van de stromingen, die vernieu wing pogen aan te brengen in de romantechniek. Zijn werk is doordrongen van de on macht om de realiteit weer te geven, omdat de werkelijk heid steeds weer anders is. In „De zoon" probeert een vader zijn zoon, die van huis is weggelopen, een brief te schrijven om hem ertoe te be wegen terug te keren. Hij slaagt er niet in zich duidelijk uit te drukke* en de zoon blijft weg. (Uitgave Polak en Van Gennep, Amsterdam, 167 blz., 7.90). (Van onze parlementsredactie) NIEUWE partijen schieten als paddestoelen uifj grond. Binding Rechts, de Verenigde Protesta Partij op de Veluwe, in Friesland stond een el „leader" op. Het zijn alle symptomen dat de werke| partijvernieuwing die even in de stroomversnelling te zijn, in rustiger water is gekomen. Hier en daar zorgt een klein rotspuntje nog voor wat 1 ring: de ARP gaat naar een „Unvollendete" met de en de PvdA gaat nu toch praten met PPR en PSP. En d er nog het draaikolkje van de christen-radicalen die don worden van de PPR. I Het is met de partijverhoudingen als met een ijsberg. B water is niet zoveel te zien, maar de massa zit onder de w| spiegel Een deel van die massa is de achterban van de partijen. kan men toch wel een interessante ontwikkeling besper dat geldt met name voor de confessionele partijen en hel sprek in „de 18". Het is niet voor het eerst, dat in CHU en I de laatste tijd ook in de ARP zelf geruchten zijn vat) zekere irritatie over de koers van de ARP. Wat willen die j\ nu eigenlijk? I Je hoort die geluiden niet bij de leiding van de partij, niet in delegaties naar het gesprek in „de 18", maar zuiva de achterban. Deri Uyl weet dat ook. Daarom vroeg hij b algemene beschouwingen zo belangstellend naar Biesher mening over Drachten: samen uit, samen thuis. Den Uyl 1 ook dat Biesheuvel in de positie verkeert enkele schakeril te moeten vertegenwoordigen. Narrig De socialist had Biesheuvels antwoord, dat hy oerigens kreeg, eigenlijk zelf wel kunnen bedenken. In hetzelfde d even vóór Den Uyls interruptie, had Biesheuvel op vry 1 wyze Aarden de grond ingestampt: een warrig verhaal Aarden, zei h(j. Uitgerekend nam hy de man op de korrel wie hy deze week is gaan praten over toenadering, sal werking. Jurgens van de PPR zei na dit gesprek, dat anti-revol nairen het nooit kunnen laten over inspiratie te praten. Hei even goed kunnen zijn: de anti's kunnen het nooit laten politiek te doen. Het gesprek met de PPR wordt voortgezet in nover „Wij voeren de resolutie van ons Partijconvent uit", zegt i zitter Veerman aan ieder die het wil horen. Maar tegeli tijd meet hij het fundamentele verschil tussen de ARP en nog eens breed uit op een vergadering in het Westland, van hij toch niet de illusie gehad zal hebben dat alles wj daar zei inderdaad besloten zou blijven. „Openheid, maa voorkeur samenwerking met andere christelijke partijei ons, de PPR zoekt zichzelf en maakt zich sterk in het afz tegen anderen." Geen concentratie, maar in wezen onverdr zaamheid, concludeert hij. Veranderen Is het voor méér mensen in zijn partij dan die besloten waar hij sprak, dat hij de populariteit van het kabinet-De signaleert? Het is alsof hij al wist van het interessante 1 kiezingsonderzoek dat gisteren is gepubliceerd, waarbij de ffy zes zetels zou winnen en de CHU twee. ^oi Uitlatingen van Veerman in de week dat hij zo'n „goe keihard" gesprek met Aarden en Jurgens had. Men magP'e benieuwd zijn wat Biesheuvel gaat zeggen bij de spreekbetëer die hij nog vervult voordat het gesprek met de PPR v£)a voortgezet. De avond daaraan voorafgaand spreekt hij in SUe kanaal, samen met Mellema. Ook Biesheuvel is anti enu het niet laten aan politiek te doen. rc En dan mislukt het kontakt met Aarden en dan zal detffll concluderen dat de basis voor samenwerking ontbreektjee?; men zich vergist heeft in de ARP. Is het een wonder dfc0( CHU en KVP zich niet te ongerust maken over de L-. van de ARP? Dan komt de duidelijkheid vanzelf wel, r» men. ficJ lij/c Voor de ARP verandert er weinig, behalve dat de maih.-. vreerruimte wat minder is geworden. Het belangrijkste r voor Biesheuvel zal z(jn. dat hy de radicaliteit van de f"" wil inbrengen in het gesprek met „de 18" en daarbij heef zijn christen-radicalen hard nodig. Voor de laatsten een r E te meer om niet al te veel ondersteboven te zijn van het j°al lukken" van het gesprek met de PPR. ooo Mertens keï, ficJi Over de PPR gesproken. Aarden c.s. zijn gelijk ingesorcf' op de rede van Mertens, dat er eens iets gedaan moet wqf aan de fusies in Nederland, aan die onbestemde „groep?! 200 mensen die de dienst in ons landje uitmaken". Aardei?"1 een parlementaire enquête. Hij grijpt meteen maar naaf®" zwaarste middel dat hij kan bedenken. We Het is een mooi voorbereid spel. Mertens heeft er op l. wachten: „Alle politieke partijen zouden zo iets mij doen". In voetbaltermen zou men zeggen: „Aarden neem ^5 voorzet van Mertens mooi samenspel meteen op de en schiet op grandioze wijzenaast. De grote oorlogsfilosoof Von Clausewitz wist het we moei geen oorlog beginnen, waarvan je zeker bent dat j verliest. In politieke termen vertaald: er mankeert iets aar politieke benul als je aan iets onmogelijks begint. Misstanden O !cfl1 Aarden stelt zich voor met een commissie uit het parle*'le' aan te komen bij Philips. Unilever, nog meer economische 7 zen en op een teken van de voorzitter van de parlemen 'ar enquêtecommissie begint de getuige omstandig de missta lp" uit te leggen, waaraan hij zich in zijn economische mar positie heeft schuldig gemaakt. Hij moet wel want volgens de wet van 1850 kan de parleir taire enquête een getuigenis afdwingen. En er moeten misstanden zijn, want anders lijkt het zware middel va 1 parlementaire enquête wel wat zwaar. tioo Aarden kan het natuurlijk ook anders formuleren: hy uit van een bekende misstand. Maar dan is zijn voorstel 01jj bodig. Den Uyl heeft al gezegd: ,.Het probleem is niet wi economische macht in handen heeft. Dat weten we vrij nr keurig. Het probleem is- hoe kunnen we die macht controle?0' Met andere woorden: Aarden, denk toch eerst eens na vod. iets voorstelt; er wordt toch al gewerkt aan herziening *s het ondernemingsrecht. r!°' - - ëint Ouc lonj Of is Mertens van het NKV als animator opgetreden? fc Albeda heeft al eens een keer gezegd: laten de vakbonden? minder aan politiek doen. Prof. Van Muiswinkel hield i week een opmerkelijke rede die enig misverstand wekte, zou zeggen van het optreden van Mertens: C'est le ton^v fait la musique. De toon die Mertens aanslaat, maakt de muziek vals. Muziek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 14