F
Serie over Joods dorp
aan de Surinamerivier
PUZZEL VAN DE WEEK
Damrubriek
ars"
a a_w a
s.
m - 1 e? ''5
m
j, m tii
w a s
n
a mc
11__
a
m
m LHP B
P B
m
m a
3 r i m n
r s s r
m m
u. t
Schoolmeester
Uppy Uil
en het ABC
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1968
In
j
id)
Er is onlangs een serie Suri-
|amse postzegels uitgegeven.
de moeite waard is er een
idere beschouwing aan te wij-
Het gaat om drie herden-
jogszegels. die op 28 augustus in
faloop zijn gebracht in verband
ift de restauratie van de syna-
_s en andere monumenten be
urende tot Jodensavanne, een
?ek ongeveer 50 km stroomop
waarts de Surinamerivier gele-
Jodensavanne is ontstaan uit
■derzettingen, die in de eerste
elft van de 17e eeuw door uit
uropa afkomstige Portugese jo-
en daar in Suriname werden
gevestigd. Bovendien kwam een dat overblijfselen vah een syna-
groep uit Zuid-Amerika gevluch- goge veel overeenkomst vertonen
te joden later ook Suriname bin- met de onderbouw van de Suri-
nen. naamse synagoge. Vlak rondom
Beide groepen, samen ongeveer het bedehuis lag een begraaf-
600 mensen tellend, vestigden plaats.
zich op de naar hen genoemde De joden waren op de Indianen
savanne. Dat men tamelijk ver na eigenlijk de eerste bezetters
landinwaarts de nederzetting van de kolonie en dus ook voor
vestigde, moet als een veilig- Engelsen, Fransen en Hollan-
heidsmaatregel tegen invallers ders er kwamen. De joden waren
van zee uit beschouwd worden, over het algemeen vermogende
Toen Suriname bij de Vrede mensen,
van Breda (1667) definitief onder Z'j hielden zich bezig met de
Nederlands bewind kwam, werd verbouw van suiker op de plan
de joden evenals aan ieder ander tages; voor de bewerking ervan
vrijheid van godsdienst en het
recht van oprichten van gebou
wen verleend. De reeds genoem-
maakte men gebruik van slaven
arbeid. Het was een joodse mini-
atuurstaat, een staat van plan
de synagoge Beracha Ve Shalom ters, die tijdelijk zelfs eigen
(„zegen en vrede") was in 1685 rechtspraak mochten plegen.
gereed. Uit opgravingen, die in
Israël gedaan zijn,
SURINAME jjc SUJOAAME Mï
■ia Pa i
Met de opkomst van Paramari-
gebïeken bo trokken de meeste uit het bin
nenland weg en daarmede ge
raakte de Jodensavanne in ver
val. In 1790 moet de savanne al
meer op een woestijn geleken
hebben; slechts een handjevol
arme joden was achtergebleven.
Wat er nog van de eens zo
bloeiende nederzetting over was.
werd in 1382 door brandstichters
met de grond gelijk gemaakt. En
daarna zijn de ruïnes van huizen
en de resten van de synagoge
door struiken en planten over
woekerd. Gedurende de oorlog
werden de sporen van deze
joodse kolonie blootgelegd door
aldaar te werk gestelde om poli
tieke redenen geïnterneerde Ne
derlanders. Ironie van het lot!
Het persoonlijk Europees kampioen-
hap gaat over enkele dagen begin-
Voor Nederland de laatste kans
jaar om een titel te behouden,
ndreiko schijnt begerig om als eerste
„dubbel" te behalen nu hij de
ereldtitel al veroverd heeft. Koeper-
an en Tsjegolev vinden hier een
eikome aanleiding hun prestige weer
at op te vijzelen en voor titelhouder
Sijbrands moeten alle remmen
ladat hij in het wereldkampioen-
en Turkstra-toernooi niet kon
>reken.
Het aanzien van ons land is groter
;worden nu onze spelers het in
ysi zo voortreffelijk hebben ge-
Vooral de nieuwkomers Jan de
uit Alkmaar en studenten
air,pioen Cces Pippel uit IJ mui den
ibben zich aangediend als poten-
'le kandidaten voor topwedstrijden,
j Ruiter ondanks een nederlaag
gen de wereldkampioen (zijn enige)
werd een glorieuze winnaar met
punten met liefst 2 punten voor-
irong op Andreiko. die weliswaar
ngeslagen bleef doch teveel i
Pippel deelde de 5e. 6e. en 7e plaats
>n bleef in dit sterke milieu eveneens
ongeslagen. Cees Varkevisser, de meest
leroutineercie van het drietal, speelde
naar verluidt niet zo'n fortuin
lijke wedstrijd en eindigde als achtste.
Het succes van De Ruiter zal voor
menige Nederlandse jongere van on
geveer dezelfde capaciteiten een aan
sporing betekenen er nog een schepje
op te doen. De kansen op uitzending
zijn tegenwoordig veel groter dan
voorheen.
Aan een jongere die dit peil zeker
nu nog niet bereikt heeft willen wij
deze rubriek wijden. Als aanmoediging
voor hem en anderen en tevens om u
een indruk te geven wat deze jongens
al in hun mars blijken te hebben.
L. Torn, VDV
Zwart- 3. 4. 6. 8. 9. 12. 13. 15. 16. 18.
22. 23. 25.
Wit: 24. 26. 27. 31. 34. 35. 36. 38. 39.
42. 43. 44. 48.
Eerlijk gaf Torn niet alleen voor hem
winnende posities. In het jeugdkam
pioenschap van Rotterdam liet hij zich
aldus verschalken:
23—28
38—32 23x37
24—19 13x24
27—21 16x27
34—29 24x33
39x17 12x21
31x 2
L. Torn
Enkele jaren geleden ging een
Amerikaanse hotelmagnaat, die
ook belangen had bij het Torari-
ca-hotel zich voor de joodse ne
derzetting uit een oogpunt van
toeristische attractie interesseren.
Hij maakte plannen om de mo
numenten weer in hun oorspron
kelijke status van 300 jaar gele
den te brengen. Van de totale
kosten die geraamd waren op
600.000, heeft de Surinaamse
regering toegezegd 200.000 te
zullen bijdragen.
Een in Amerika in 1966 opge
zette actie om geld bij elkaar te
krijgen onder auspiciën van de
American Jewish Historical So
ciety heeft nog niet tot het ge
wenste resultaat geleid. Ik neem
aan. dat de uitgifte van de serie
postzegels bedoeld is om deze ac
tie nog eens in de publiciteit te
brengen.
De afbeeldingen op de postze
gels zijn achtereenvolgens: een
oude situatie-kaart van de savan
ne met aanduiding van de plan
tages en hun eigenaren; een
overzicht van de savanne met de
oude synagoge en een oude graf
zerk uit 1733. Aan deze afbeel
dingen zijn toepasselijke bijbel
teksten in de Hebreeuwse taal
toegevoegd: „Aan de kant der ri
vier woonden zij" (Jozua 24 2);
„Mijn huis is een huis des ge-
beds" (Jesaja 56 7) en „de opge
richte steen zij getuige" (Gen. 31
52). Een fraaie en indrukwek
kende serie.
J. J. M. KIGGEN
Zwart: 3. 8. 9. 12. 13. 14. 15. 18. 19.
21. 23. 28. 29.
Wit: 25. 31. 32. 35 t/m 41. 43. 45. 50.
Beter verliep het in de jeugdkam
pioenschap van Vlaardingen: Wit ver
volgde met
x 7 8—12
xl8 13x42
x48 26x46
W. H. Niestadt
Hor. 1. vreemde taal. 5. schavuit, 10. gevangenis, 12. jongensnaam,
13. schop, 15. ik (Lat), 17. hoenderachtige vogel, 18. tweetal, 20. lip-
haren, 22. landbouwwerktuig. 23. deel van de mast, 25. water in
Friesl., 26. oude lengtemaat. 27. bolhoed, 31. muzieknoot, 32. voeg
woord, 34. letsel, 41. bijwoord, 42. familielid, 43. deel van een ont
kenning (Fr.), 44. uitroep, 45. wijnsoort, 47. voedsel. 49. rivier in
Duitsland, 51. tevens, 53. ontgonnen land, 55. schraal, 58. ontkenning,
59. bosvogel, 60. vogel.
Vert. 1. ingang, 2. gevangenis. 3. kwinkslag, 4. maanstand, 6. bij
woord, 7. akelig, 8. tijdrekening, 9. slotgedeelte van een opera, 11.
landbouwwerktuig, 14. vreemde munt, 15. bijwoord. 16. rund, 17.
hoofddeksel. 19. bloeiwijze, 21. troefkaart, 24. rivier in Siberië,
27. kleefmiddel, 28. opening ener fuik, 29. oude vochtmaat 30. onbep.
voornaamw., 33. plundering, 35. god der liefde. 36. zot. 37. boom,
38. boomloot, 39. draaikolk, 40. staartster. 45. soort tapijt 46. meis
jesnaam, 47. maanstand, 48. slaapziekte, 50. ligplaats voor schepen,
52. nevenschikkend voegwoord, 54. boom. 56. muzieknoot. 57. berg
plaats.
18 els. 20. kreen, 23. geste, 25
prieel, 26. regent 27. idool, 29.
kreet, 31. Erp, 32. Weert 37
page, 39. egaal, 40. Lena, 41.
emoe, 42. Amer, 43. nonna, 44
levant. 45. Geneve.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Hor.: 1. patent, 4. tennis, 7.
ronde. 9 Aïda, 10. roek. 12. ler.'g,
13. amper, 14. naar, 15. noest.
li1 3 S l m
o i i
P 0 C'
s
a
4?
ns V
1
B
ii m
S Cj i
S. St
S3
grp "F> rn
r -
s_
32. 34. 35. 36.
R. Engclbert. Het Oosten
Zwart: 6, 8. 9. 11. 13. 15. 1
23. 24. 25. 26.
Wit: 22. 27.
33. 40. 43. 45.
De sterke en geroutineer-le rwaï
speler zette foutief voort met
8—12
waarna de jeugdige Tom op vt'.
fraaie wi;ze als volgt afwik'-.eide:
37—31 26x37
32*41 23x21
43—39 18x27
38—32 27x38
39—33 38:29
34x 3 25: 34
3x 4 Wel afdoende!
r<irre«noTidentie voor rubriek
te richten aan de heer A. .1. Ivens.
Frankenslag f.9. Den Haag.
Vert: 1. pralen. 2. enig, 3
traan. 4 terra. 5. noen. 6. sto
ren, 8. Napels, 9. an.e. 11 kade,
16. opper. 17. Seine. 18. Eelde.
19. strop. 21. roede. 22 enter. 23
gei. 24. eel, 28 orgaan. 29. kop-
kel, 30. enge. 33. ever. 34 tralie.
35, meent. 36. slaag, 38. Emma,
40. Leen.
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen
uitsluitend op een briefkaart
worden geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: „Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen:
een van 10,- en twee van 5,-.
VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD
VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD VOOR::
Zoals jullie wel gemerkt
zullen hebben is tante Jos
ziek. Daarom kan zij niet
werken. Ze hoopt zo snel
mogelijk loeer beter te
worden Misschien gaat ze
volgende week al weer
werken.
Tot dan moeten jullie
het alleen met de puzzel
en een groot verhaal doen.
Zwartrok", zei Uppy Uil. „Doe je opeens hoog in de boom. „Ha.
mee? Dan word je knap'io." ha... ha Dag. dag Lorita.
„Waarom zou ik knap worden, dag.p ippa pappa papa
Uppy. Nee hoor. mij niet gezien Lorita Marja."
op je school. Elke dag met je De stem „veeg en h0,
zweeg en het was
doodstil in de boom. Uppy Uil
durfde zich haast niet te verroe
ren, zo verbaasd was hij. Wie
sprak daar zo goed zo veel letters
van het ABC?
„Koppie krauw Lorita.Lori
ta. koppie krauw", klonk het
I Op een tak van een grote oude
^ik zat Uppy Uil. Hij had een
plan. Een héél mooi plan. Naast
hem lag een boek, dat hij in het
bos had gevonden. Met een zon
nebril op zijn snavel bekeek Up-
j)y aandachtig het boek. De bril
had naast het boek gelegen en
pie had hij ook maar meegeno
men. Dat staat toch veel deftiger,
pns A.B..C..boek las hij.
I Hij zuchtte ervan en sloeg het
bpen. O. wat een leuke plaatjes
en verhaaltjes stonden erin. Up
py begon te lezen:
„Leer het ABC en maak zelf
jferhaaltjes."
Uppy krabde eens achter zijn
„Verhaaltjes", mompelde hij en
had hij opeens dat mooie
)lan. „Ja, dat zou fijn zijn, leren
r 'zen.leren schrijven! O heer-
ijk, dat ga ik doen.dat ga ik
doen", zei hij.
.Zei je iets, Uppy?" vroeg de
Ook deze
week Jiebben
weer een
zoekplafye.
Het is wel
wat moeilijker
dan vorige
week, want
jullie moeten
maar liefst
twintig voor
werpen op
zoeken die
met een S be
ginnen.
oude eik. „En wat heb je daar?"
„Een leesboek, Eikman. Wan
neer je dat uit hebt dan kan je
lezen en verhaaltjes schrijven"
„Nee. maar is het dan een to
verboek", riep de eik uit „Dat is
aardig zeg.héél aardig. Mag ik
het ook eens lezen?"
Uppy kuchte.
„Lezen mag wel Eikman. maar
ik ga eerst les geven, is dat geen
mooi plan? Je mag mee leren."
„Dat doe ik Uppy". juichte de
eik.
„Oehoe.oehoe!" riep Uppy
blij. „Oehoe!"
Ik zal jullie
een handje
helpen. In de
boom zil een
vogel, hij heet
Specht En
nu maar aan
{het werk.
IE1 De oplossing
r"osl voor
UT dinsdag 10 sep-
1 tember worden
B ingezonden.
Zoemer de bij, die juist voorbij
vloog, keek naar hem.
„Zoemezoeme zoem zoem",
snorde hij. „Wat heb je daar
voor moois, Uppy?"
„Ha. Zoemer, kom bij mij zit
ten", nodigde Uppy de bij uit.
„Dan zal ik je iels vertellen. Ik
heb een plan.een héél mooi
plan! Ik ga de dieren in het bos
het ABC leren." „Maar dat kan
toch niet", riep Zoemer verbaasd
•rit „Wil jij de dieren leren le
zen? Net als de mensen? En.en
dan schrijven?"
„Ja. dat wil ik Zoemer. En ik
doe het ook. Kijk maar eens wat
ik hier heb." Zoemer de bij keek
naar het boek, dat Uppy omhoog
hield. Hij begreep er niets van.
„Moeten de dieren dat leren.
Uppy?"
„Ja Zomer en als jij ook knap
wilt worden, kom dan maar bij
mij les nemen. Ik ben voortaan
meester Uil."
„O wat fijn, Uppy. Ik wil
graag knap worden en dan kan
ik horen wat de mensen vertel
len. Kijk daar komt Pieper de
muis aan, die wil ook vast bij je
komen leren. Laten wij het hem
vragen."
„Pieper.Pieper, kom eens
gauw. Upp is zo knap, hij wil
ons het ABC leren. Kijk, uit dat
mooie boek. Dan worden wij net
zo knap als de mensen."
Pieper bleef staan en stak zijn
staartje in de hoogte.
Leren lezen en schrijven?"
lachte hij. „Dat kan jij niet, Up
py. Jij bent wel een wijze uil,
maar zo wijs.nee dat niet."
Boos keek Uppy de muis aan.
„Dat kan ik wel, Pieper. Ik
ben schoolmeester en ieder dier
zal ik leren deze letters die in
het boek staan. „Kom eens bij
lopen, maar dat durfde hij toch
niet en keek naar de letters.
„Ik.ik weet het niet. Ubpy".
riep hij uit. ..Ik kan niet lezen."
„Dat weet ik, Pieper en daar
om zal ik het je leren. Denk
maar eens héél goed na. Er staat
een A en een B en ook een D. Nu
lees je zacht BAD en dat is bad.
Kijk maar eens goed naar dat
plaatje wat er bij staat.
„Wat ben jij knap Uppy". zei
Pieper en zijn snorharen trilden
ervan.
„Uppydaar komt Langoor
de ezel", zoemde Zoemer de bij.
„Laat die maar gaan", zei de
oude eik. „Een ezel is een dom en
koppig dier. Die leert nooit het'
ABC."
„Wat ben ik?" riep Langoor
boos. „De mensen zeggen dat,
maar het is niet waar. Ik ben een
héél goed lastdier."
„Dat is zo vrienden", zei Uppy.
„En dan.als hij zo dom is. dan
maken wij hem knap."
„Ia ia ia!" riep de ezel blij.
„Horen jullie dat.riep Up
py Uil. „Langoor kent twee let-
tersvan het ABC. Het is net een
versie: „Ia ia", zong de uil.
„Wat is dat hier voor een la
waai". klink de stem van Zwart
rok, de kraai. „Is er soms feest?
De kraai streek neer vlak naast
Pieper de muis.
„Kra kra kra!" kraste hij lui
der dan de eerste keer. „Ik vraag
nogmaals: wat doen jullie hier?"
„Wij gaan schooltje spelen,
vleugels over elkaar zitten in een
boom op een tak. Ik vlieg liever
vrij rond in het bos. Ik wil geen
bolleboos worden brrr, niks
hoor."
„Maar Zwartrok wat praat je
dom", bestrafte Uppy hem. „Kijk
maar eens in het boek, dan wil je
vast wel leren, want dat is fijn." weer
„Zwartrok luisterde niet meer O wat schrok Uppy Uil. Aan
en vloog weg en kraste luid: een sprekende papagaai had hij
„Kra.kra.kra." niet gedacht. Die dieren leefden
Boos keek Uppy de kraai na niet in hol bos? Waar kwam
..Wat een domme t-ogel". zei die Lorita dan vandaan? Ja, er
hij. „Hij kon ai iets van hei waren knappe dieren bij. Maar
ABC. De letters k..r.a Dal is drommels, hij was toch ook
kra. Hij had het vast goed ge- ^nap? HÜ was meester Uil en
leerd. Kom, wij gaan met de les 'eercJ? de dieren spreken en
beginnen." schrijven.
„Haha.ha!" klonk het „Wat kom je doen?" vroeg hij
188
Dat kan zijn, stemde Noldie toe, maar... ik houd er
toch niet van, Freek, ik verdiep mij liever in andere dingen.
In de Liefde bijvoorbeeld. Laten wij de modder begraven bij
alle oude jassen en aan het Léven denken hier en ginder,
nu en straks. Weet je, Da Costa heeft eens gezegd: „Al wat
leven mist. mist God." Dat is voor mijn gevoel oneindig
juist, want het Goddelijke is Leven en Liefde, in het Godde
lijke is Leven en Liefde, daarom staat de eenheid in de
Liefde boven de dood, boven de tijd. En nu kan ik het ook
omkeren en zeggen: „Al wat God mist, mist Leven," want
dat is dan eigenlijk hetzelfde..
Het was stil.
Aan de andere bedden werd gesproken, zij hoorden het.
Breng je de volgende keer de kinderen eens mee...
Moeder, denk je nog aan die brief...
Ik houd zoveel van vruchten...
Mensen.
Verschillende mensen.
Verschillende levens.
Noldie, Freeks stem was nog zachter dan anders, hij
wenkte haar met zijn ogen. Zij boog zich over hem heen.
Weet je, liefste, jij hebt mij God geopenbaard, of
liever: Hij heeft zich door jou aan mij geopenbaard. Een
mens is uit zichzelf niet in staat tot dat wat er tussen ons
bestaat, dat hebben wij zo net al uitgemaakt in de
modder. Dat er zoiets bestaan kan tussen ménsen: een ge
voel, een binding, die je werkelijk beter maakt en je boven
jezelf uittilt... Dat is voor mij hét bewijs van het onstoffe
lijke, van een voortbestaan, hét bewijs ook van een onpeilba
re oneindigheid en een overwinning op de dood. door een
Meester, Die eenmaal werkelijk geleefd heeft en nooit is
gestorven. Want er bestaat geen afsterven; zoals jij zo even
hebt gezegd rijst de Liefde boven alles uit. En inderdaad,
het komt van buitenaf en niet van binnenuit. Dat heb ik zelf
ondervonden en ervaren. Wij zijn hoogstens een spiegel zo
groot als een millimeter en kaatsen één stip van het Al-licht
terug.
Freek hijgde. Zijn stem was op het laatst gehaast gewor
den. Hij voelde, dat de matheid weer over hem kwam.
Noldie keek naar zijn ingezonken wangen, zijn donker
glanzende ogen, die van zwakte bijna dichtgleden.
Wonderlijk, ja, peinsde zij zacht, het is alles zo diep,
dat je jezelf erin verliest pff, een stofje op de lucht, een
pluisje op de lentewind, een Üeine bloesemknop, een vlinder
langs de wijde hemel... De lévensomstandigheden gezien in
het Grote Licht worden tot roepstemmen als je luistert,
als je maar stil en verloren luistert. De bloem van het geluk,
dat kleine blauwe klokje, dat zo zachtjes bengelt, bloeit in je
eigen tuin.
Op de open glazen deuren der ziekenzaal lachte de lente,
het voorjaar hing wiegelend in de hoge kastanje voor het
raam.
Het is zo, zei de lente. het is zo...
Maar de mensen konden dat niet horen, alleen Noldie. het
kleine schilderesje, zag nog net iets ijls en vluchtigs langs
het raam.
Freek lag met gesloten ogen; oneindig tevreden voelde hij
zich en duizelend licht ondanks de felle pijnen, die door zijn
lichaam trokken.
Noldie zat hier, vlak naast hem.
(Wordt vervolgd)
bits. „Je bent zeker weggevlogen
uit de diergaarde? Je mag ons
niet komen storen, het is hier
een school. Ik ben meester Uppy
Uil!"
Lorita lachte.
..Lorita koppie krauw!" riep hij
wel vier maal.
Uppy zuchtte. Zo'n knappe bol
was vast al op een school ge
weest. Bedroefd zette hij zijn bril
af. „Ik geef geen les meer. vrien
den", srpak hij en pinkte een
traan weg.
Lorita vlooeg naar hem toe en
zei; „Jij bent knap en ik ben
knap. Laten wij samen de dieren
les «even."
„Hoera.riep Pieper, „nu
hebben wij twéé meesters."
Er klonk geklapwiek hoog in
de lucht en daar streek Roekoe
de duif op een tak neer.
„Dag allemaal", groette hij. „Ik
heb van Zwartrok gehoord dat
jullie in het bos allemaal het
ABC leren. Mag ik mee doen?
Roekoe.roekoe!"
„En of!" riep Uppy blij. „Wij
hebben weer een leerling, Lori
ta."
„Dat is fijn Uppy, maar de duif
kan al heel wat. luister maar
goed. roekoe zegt hij. Dat zijn de
letters; "roek. Hij mag op de
derde tak zitten."
„Hier, lees jij eens wat, Roe
koe." Met zijn snavel gloeg de
duif de bladzijden om. Het was
doodstil in de eik.
De duif kreeg het er warm van
en luid riep hij opeens „Roe
koe. Roekoe.roekoe". Alle
dieren lachten.
„Stilte!" riep Uppy luid. „Zo
kan de duif niet leren. Toe Roe
koe, wat staat er nu, denk eens
goed na."
Maar alles wat de duif kon
zeggen was roekoe en zij vloog
beschaamd weg.
„Dat is jammer", zei Lorita.
„De duif had het best geleerd."
Onder de eik waren nu vele
dieren gekomen en ze riepen om
het hardst dat zij op Uppy's
school wilden komen. Het werd
een herrie van belang, en niet één
van de dieren zag dat de zon
onderging achter grote donkere
wolken. Pas toen het onweerde
en héél hard regende, snelden zij
alle kanten uit. Hoog op een tak
van de oude eik zat Uppy Uil nat
en beverig. Zijn bril en boek vie
len naar beneden in een grote
plas
Lappie Loep en de pruikebollen
nn-n
36) Ling pakte een flesje uit een doos. „Die mensen
hebben de gebruiksaanwijzing niet gelezen", zei hij beslist
ij en hij begon hardop te lezen: „Smeer het middel op de
plaats waar u haar wilt hebben en wrijf het goed in,
enzovoort; en dan staat er aan het eind.... hè. waar staat
dat nu?" Ling verbleekte. „Het staat er niet op!" riep hij.
„Het staat er niet op.' Lappie kwam bij hem staan en
keek op het etiket. ,,Wat staat er niet op?" vroeg hij
belangstellend. Ling zette het flesje op de tafel en zijn
petje recht. „Dat is inderdaad een catastrofe!" riep hij
wanhopig uit. „Maar wat staat er dan niet op. Ling?"
vroeg Lappie nadrukkelijk....
1011: Voor een geoefen
de agent van de B.G.D. is
het heus niet moeilijk ge
sloten keukenvensters te
openen. Maar Sjeems
Pond, alias agent 009, had
betere pijlen op zijn boog.
Hij greep de afvoerbuis
van het regenwater en
kroop katachtig lenig en
onhoorbaar omhoog naar
de stem van de dakgoot. Zo bereikte hij
mij zitten. Pieper' JI^JBBBHH B
Uppy klonk streng. „Kijk jij eens het venster van Jopie de
in dat boek. Wat staat hier?" Bietel's slaapkamertje, en
Pieper had zo wel weg willen dat was kennelijk zijn
doel. Ongemerkt gleed hij
binnen, en toen gebeurde
er iets héél vreemds. Iets,
PUZZELOPLOSSING
Er zaten 5 jongens in het
bos verstopt.
PRIJSWINNAARS
PUZZEL
Tanneke Maris, Klun-
dert en Marry Storm,
Scheveningen.
dat eigenlijk alleen maar
kan opkomen in een B.G.D.-hoofd. Ijskoud
draaide agent 009 het licht op, stapte op het
bed af en grinnikte: „Zo Jopie, lekker gesla
pen? En heb je nog gemerkt of er iemand bij
je binnen was?" Met een forse ruk verwijderde
hy de dekens van het slapertje, en toen werd
duidelijk, dat er helemaal geen Jopie de Bietel
in bed lae Een opgerolde extra deken had ge
diend voor lichaam en dit kunstige geheel werd
Smidje Verholen en de Knap-Mutator
bekroond door een indrukwekkende Bielel-
pruik.„Het zal me benieuwen," grinnikte
agent 009. Hij begaf zich onhoorbaar naar de
deur en b"kte zich naar de grond. Toen tastte
hij voorzichtig langs drempel en plinten. „Dui
zend bliksems en granaten," mompelde hij
zacht. „Dacht ik het niet. De contactdraad is
gebroken. Er is dus iemand in de kamer ge
weest. Maar dank zij het polyplus-filmje zullen
we gauw weten wie dat was."