F Serie over Joods dorp aan de Surinamerivier PUZZEL VAN DE WEEK Damrubriek ars" a a_w a s. m - 1 e? ''5 m j, m tii w a s n a mc 11__ a m m LHP B P B m m a 3 r i m n r s s r m m u. t Schoolmeester Uppy Uil en het ABC ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1968 In j id) Er is onlangs een serie Suri- |amse postzegels uitgegeven. de moeite waard is er een idere beschouwing aan te wij- Het gaat om drie herden- jogszegels. die op 28 augustus in faloop zijn gebracht in verband ift de restauratie van de syna- _s en andere monumenten be urende tot Jodensavanne, een ?ek ongeveer 50 km stroomop waarts de Surinamerivier gele- Jodensavanne is ontstaan uit ■derzettingen, die in de eerste elft van de 17e eeuw door uit uropa afkomstige Portugese jo- en daar in Suriname werden gevestigd. Bovendien kwam een dat overblijfselen vah een syna- groep uit Zuid-Amerika gevluch- goge veel overeenkomst vertonen te joden later ook Suriname bin- met de onderbouw van de Suri- nen. naamse synagoge. Vlak rondom Beide groepen, samen ongeveer het bedehuis lag een begraaf- 600 mensen tellend, vestigden plaats. zich op de naar hen genoemde De joden waren op de Indianen savanne. Dat men tamelijk ver na eigenlijk de eerste bezetters landinwaarts de nederzetting van de kolonie en dus ook voor vestigde, moet als een veilig- Engelsen, Fransen en Hollan- heidsmaatregel tegen invallers ders er kwamen. De joden waren van zee uit beschouwd worden, over het algemeen vermogende Toen Suriname bij de Vrede mensen, van Breda (1667) definitief onder Z'j hielden zich bezig met de Nederlands bewind kwam, werd verbouw van suiker op de plan de joden evenals aan ieder ander tages; voor de bewerking ervan vrijheid van godsdienst en het recht van oprichten van gebou wen verleend. De reeds genoem- maakte men gebruik van slaven arbeid. Het was een joodse mini- atuurstaat, een staat van plan de synagoge Beracha Ve Shalom ters, die tijdelijk zelfs eigen („zegen en vrede") was in 1685 rechtspraak mochten plegen. gereed. Uit opgravingen, die in Israël gedaan zijn, SURINAME jjc SUJOAAME Mï ■ia Pa i Met de opkomst van Paramari- gebïeken bo trokken de meeste uit het bin nenland weg en daarmede ge raakte de Jodensavanne in ver val. In 1790 moet de savanne al meer op een woestijn geleken hebben; slechts een handjevol arme joden was achtergebleven. Wat er nog van de eens zo bloeiende nederzetting over was. werd in 1382 door brandstichters met de grond gelijk gemaakt. En daarna zijn de ruïnes van huizen en de resten van de synagoge door struiken en planten over woekerd. Gedurende de oorlog werden de sporen van deze joodse kolonie blootgelegd door aldaar te werk gestelde om poli tieke redenen geïnterneerde Ne derlanders. Ironie van het lot! Het persoonlijk Europees kampioen- hap gaat over enkele dagen begin- Voor Nederland de laatste kans jaar om een titel te behouden, ndreiko schijnt begerig om als eerste „dubbel" te behalen nu hij de ereldtitel al veroverd heeft. Koeper- an en Tsjegolev vinden hier een eikome aanleiding hun prestige weer at op te vijzelen en voor titelhouder Sijbrands moeten alle remmen ladat hij in het wereldkampioen- en Turkstra-toernooi niet kon >reken. Het aanzien van ons land is groter ;worden nu onze spelers het in ysi zo voortreffelijk hebben ge- Vooral de nieuwkomers Jan de uit Alkmaar en studenten air,pioen Cces Pippel uit IJ mui den ibben zich aangediend als poten- 'le kandidaten voor topwedstrijden, j Ruiter ondanks een nederlaag gen de wereldkampioen (zijn enige) werd een glorieuze winnaar met punten met liefst 2 punten voor- irong op Andreiko. die weliswaar ngeslagen bleef doch teveel i Pippel deelde de 5e. 6e. en 7e plaats >n bleef in dit sterke milieu eveneens ongeslagen. Cees Varkevisser, de meest leroutineercie van het drietal, speelde naar verluidt niet zo'n fortuin lijke wedstrijd en eindigde als achtste. Het succes van De Ruiter zal voor menige Nederlandse jongere van on geveer dezelfde capaciteiten een aan sporing betekenen er nog een schepje op te doen. De kansen op uitzending zijn tegenwoordig veel groter dan voorheen. Aan een jongere die dit peil zeker nu nog niet bereikt heeft willen wij deze rubriek wijden. Als aanmoediging voor hem en anderen en tevens om u een indruk te geven wat deze jongens al in hun mars blijken te hebben. L. Torn, VDV Zwart- 3. 4. 6. 8. 9. 12. 13. 15. 16. 18. 22. 23. 25. Wit: 24. 26. 27. 31. 34. 35. 36. 38. 39. 42. 43. 44. 48. Eerlijk gaf Torn niet alleen voor hem winnende posities. In het jeugdkam pioenschap van Rotterdam liet hij zich aldus verschalken: 23—28 38—32 23x37 24—19 13x24 27—21 16x27 34—29 24x33 39x17 12x21 31x 2 L. Torn Enkele jaren geleden ging een Amerikaanse hotelmagnaat, die ook belangen had bij het Torari- ca-hotel zich voor de joodse ne derzetting uit een oogpunt van toeristische attractie interesseren. Hij maakte plannen om de mo numenten weer in hun oorspron kelijke status van 300 jaar gele den te brengen. Van de totale kosten die geraamd waren op 600.000, heeft de Surinaamse regering toegezegd 200.000 te zullen bijdragen. Een in Amerika in 1966 opge zette actie om geld bij elkaar te krijgen onder auspiciën van de American Jewish Historical So ciety heeft nog niet tot het ge wenste resultaat geleid. Ik neem aan. dat de uitgifte van de serie postzegels bedoeld is om deze ac tie nog eens in de publiciteit te brengen. De afbeeldingen op de postze gels zijn achtereenvolgens: een oude situatie-kaart van de savan ne met aanduiding van de plan tages en hun eigenaren; een overzicht van de savanne met de oude synagoge en een oude graf zerk uit 1733. Aan deze afbeel dingen zijn toepasselijke bijbel teksten in de Hebreeuwse taal toegevoegd: „Aan de kant der ri vier woonden zij" (Jozua 24 2); „Mijn huis is een huis des ge- beds" (Jesaja 56 7) en „de opge richte steen zij getuige" (Gen. 31 52). Een fraaie en indrukwek kende serie. J. J. M. KIGGEN Zwart: 3. 8. 9. 12. 13. 14. 15. 18. 19. 21. 23. 28. 29. Wit: 25. 31. 32. 35 t/m 41. 43. 45. 50. Beter verliep het in de jeugdkam pioenschap van Vlaardingen: Wit ver volgde met x 7 8—12 xl8 13x42 x48 26x46 W. H. Niestadt Hor. 1. vreemde taal. 5. schavuit, 10. gevangenis, 12. jongensnaam, 13. schop, 15. ik (Lat), 17. hoenderachtige vogel, 18. tweetal, 20. lip- haren, 22. landbouwwerktuig. 23. deel van de mast, 25. water in Friesl., 26. oude lengtemaat. 27. bolhoed, 31. muzieknoot, 32. voeg woord, 34. letsel, 41. bijwoord, 42. familielid, 43. deel van een ont kenning (Fr.), 44. uitroep, 45. wijnsoort, 47. voedsel. 49. rivier in Duitsland, 51. tevens, 53. ontgonnen land, 55. schraal, 58. ontkenning, 59. bosvogel, 60. vogel. Vert. 1. ingang, 2. gevangenis. 3. kwinkslag, 4. maanstand, 6. bij woord, 7. akelig, 8. tijdrekening, 9. slotgedeelte van een opera, 11. landbouwwerktuig, 14. vreemde munt, 15. bijwoord. 16. rund, 17. hoofddeksel. 19. bloeiwijze, 21. troefkaart, 24. rivier in Siberië, 27. kleefmiddel, 28. opening ener fuik, 29. oude vochtmaat 30. onbep. voornaamw., 33. plundering, 35. god der liefde. 36. zot. 37. boom, 38. boomloot, 39. draaikolk, 40. staartster. 45. soort tapijt 46. meis jesnaam, 47. maanstand, 48. slaapziekte, 50. ligplaats voor schepen, 52. nevenschikkend voegwoord, 54. boom. 56. muzieknoot. 57. berg plaats. 18 els. 20. kreen, 23. geste, 25 prieel, 26. regent 27. idool, 29. kreet, 31. Erp, 32. Weert 37 page, 39. egaal, 40. Lena, 41. emoe, 42. Amer, 43. nonna, 44 levant. 45. Geneve. OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Hor.: 1. patent, 4. tennis, 7. ronde. 9 Aïda, 10. roek. 12. ler.'g, 13. amper, 14. naar, 15. noest. li1 3 S l m o i i P 0 C' s a 4? ns V 1 B ii m S Cj i S. St S3 grp "F> rn r - s_ 32. 34. 35. 36. R. Engclbert. Het Oosten Zwart: 6, 8. 9. 11. 13. 15. 1 23. 24. 25. 26. Wit: 22. 27. 33. 40. 43. 45. De sterke en geroutineer-le rwaï speler zette foutief voort met 8—12 waarna de jeugdige Tom op vt'. fraaie wi;ze als volgt afwik'-.eide: 37—31 26x37 32*41 23x21 43—39 18x27 38—32 27x38 39—33 38:29 34x 3 25: 34 3x 4 Wel afdoende! r<irre«noTidentie voor rubriek te richten aan de heer A. .1. Ivens. Frankenslag f.9. Den Haag. Vert: 1. pralen. 2. enig, 3 traan. 4 terra. 5. noen. 6. sto ren, 8. Napels, 9. an.e. 11 kade, 16. opper. 17. Seine. 18. Eelde. 19. strop. 21. roede. 22 enter. 23 gei. 24. eel, 28 orgaan. 29. kop- kel, 30. enge. 33. ever. 34 tralie. 35, meent. 36. slaag, 38. Emma, 40. Leen. INZENDINGEN Inzendingen worden voor don derdag a.s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uitsluitend op een briefkaart worden geschreven. In de linker bovenhoek vermelden: „Puzzel oplossing". Er zijn drie prijzen: een van 10,- en twee van 5,-. VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD VOOR:: Zoals jullie wel gemerkt zullen hebben is tante Jos ziek. Daarom kan zij niet werken. Ze hoopt zo snel mogelijk loeer beter te worden Misschien gaat ze volgende week al weer werken. Tot dan moeten jullie het alleen met de puzzel en een groot verhaal doen. Zwartrok", zei Uppy Uil. „Doe je opeens hoog in de boom. „Ha. mee? Dan word je knap'io." ha... ha Dag. dag Lorita. „Waarom zou ik knap worden, dag.p ippa pappa papa Uppy. Nee hoor. mij niet gezien Lorita Marja." op je school. Elke dag met je De stem „veeg en h0, zweeg en het was doodstil in de boom. Uppy Uil durfde zich haast niet te verroe ren, zo verbaasd was hij. Wie sprak daar zo goed zo veel letters van het ABC? „Koppie krauw Lorita.Lori ta. koppie krauw", klonk het I Op een tak van een grote oude ^ik zat Uppy Uil. Hij had een plan. Een héél mooi plan. Naast hem lag een boek, dat hij in het bos had gevonden. Met een zon nebril op zijn snavel bekeek Up- j)y aandachtig het boek. De bril had naast het boek gelegen en pie had hij ook maar meegeno men. Dat staat toch veel deftiger, pns A.B..C..boek las hij. I Hij zuchtte ervan en sloeg het bpen. O. wat een leuke plaatjes en verhaaltjes stonden erin. Up py begon te lezen: „Leer het ABC en maak zelf jferhaaltjes." Uppy krabde eens achter zijn „Verhaaltjes", mompelde hij en had hij opeens dat mooie )lan. „Ja, dat zou fijn zijn, leren r 'zen.leren schrijven! O heer- ijk, dat ga ik doen.dat ga ik doen", zei hij. .Zei je iets, Uppy?" vroeg de Ook deze week Jiebben weer een zoekplafye. Het is wel wat moeilijker dan vorige week, want jullie moeten maar liefst twintig voor werpen op zoeken die met een S be ginnen. oude eik. „En wat heb je daar?" „Een leesboek, Eikman. Wan neer je dat uit hebt dan kan je lezen en verhaaltjes schrijven" „Nee. maar is het dan een to verboek", riep de eik uit „Dat is aardig zeg.héél aardig. Mag ik het ook eens lezen?" Uppy kuchte. „Lezen mag wel Eikman. maar ik ga eerst les geven, is dat geen mooi plan? Je mag mee leren." „Dat doe ik Uppy". juichte de eik. „Oehoe.oehoe!" riep Uppy blij. „Oehoe!" Ik zal jullie een handje helpen. In de boom zil een vogel, hij heet Specht En nu maar aan {het werk. IE1 De oplossing r"osl voor UT dinsdag 10 sep- 1 tember worden B ingezonden. Zoemer de bij, die juist voorbij vloog, keek naar hem. „Zoemezoeme zoem zoem", snorde hij. „Wat heb je daar voor moois, Uppy?" „Ha. Zoemer, kom bij mij zit ten", nodigde Uppy de bij uit. „Dan zal ik je iels vertellen. Ik heb een plan.een héél mooi plan! Ik ga de dieren in het bos het ABC leren." „Maar dat kan toch niet", riep Zoemer verbaasd •rit „Wil jij de dieren leren le zen? Net als de mensen? En.en dan schrijven?" „Ja. dat wil ik Zoemer. En ik doe het ook. Kijk maar eens wat ik hier heb." Zoemer de bij keek naar het boek, dat Uppy omhoog hield. Hij begreep er niets van. „Moeten de dieren dat leren. Uppy?" „Ja Zomer en als jij ook knap wilt worden, kom dan maar bij mij les nemen. Ik ben voortaan meester Uil." „O wat fijn, Uppy. Ik wil graag knap worden en dan kan ik horen wat de mensen vertel len. Kijk daar komt Pieper de muis aan, die wil ook vast bij je komen leren. Laten wij het hem vragen." „Pieper.Pieper, kom eens gauw. Upp is zo knap, hij wil ons het ABC leren. Kijk, uit dat mooie boek. Dan worden wij net zo knap als de mensen." Pieper bleef staan en stak zijn staartje in de hoogte. Leren lezen en schrijven?" lachte hij. „Dat kan jij niet, Up py. Jij bent wel een wijze uil, maar zo wijs.nee dat niet." Boos keek Uppy de muis aan. „Dat kan ik wel, Pieper. Ik ben schoolmeester en ieder dier zal ik leren deze letters die in het boek staan. „Kom eens bij lopen, maar dat durfde hij toch niet en keek naar de letters. „Ik.ik weet het niet. Ubpy". riep hij uit. ..Ik kan niet lezen." „Dat weet ik, Pieper en daar om zal ik het je leren. Denk maar eens héél goed na. Er staat een A en een B en ook een D. Nu lees je zacht BAD en dat is bad. Kijk maar eens goed naar dat plaatje wat er bij staat. „Wat ben jij knap Uppy". zei Pieper en zijn snorharen trilden ervan. „Uppydaar komt Langoor de ezel", zoemde Zoemer de bij. „Laat die maar gaan", zei de oude eik. „Een ezel is een dom en koppig dier. Die leert nooit het' ABC." „Wat ben ik?" riep Langoor boos. „De mensen zeggen dat, maar het is niet waar. Ik ben een héél goed lastdier." „Dat is zo vrienden", zei Uppy. „En dan.als hij zo dom is. dan maken wij hem knap." „Ia ia ia!" riep de ezel blij. „Horen jullie dat.riep Up py Uil. „Langoor kent twee let- tersvan het ABC. Het is net een versie: „Ia ia", zong de uil. „Wat is dat hier voor een la waai". klink de stem van Zwart rok, de kraai. „Is er soms feest? De kraai streek neer vlak naast Pieper de muis. „Kra kra kra!" kraste hij lui der dan de eerste keer. „Ik vraag nogmaals: wat doen jullie hier?" „Wij gaan schooltje spelen, vleugels over elkaar zitten in een boom op een tak. Ik vlieg liever vrij rond in het bos. Ik wil geen bolleboos worden brrr, niks hoor." „Maar Zwartrok wat praat je dom", bestrafte Uppy hem. „Kijk maar eens in het boek, dan wil je vast wel leren, want dat is fijn." weer „Zwartrok luisterde niet meer O wat schrok Uppy Uil. Aan en vloog weg en kraste luid: een sprekende papagaai had hij „Kra.kra.kra." niet gedacht. Die dieren leefden Boos keek Uppy de kraai na niet in hol bos? Waar kwam ..Wat een domme t-ogel". zei die Lorita dan vandaan? Ja, er hij. „Hij kon ai iets van hei waren knappe dieren bij. Maar ABC. De letters k..r.a Dal is drommels, hij was toch ook kra. Hij had het vast goed ge- ^nap? HÜ was meester Uil en leerd. Kom, wij gaan met de les 'eercJ? de dieren spreken en beginnen." schrijven. „Haha.ha!" klonk het „Wat kom je doen?" vroeg hij 188 Dat kan zijn, stemde Noldie toe, maar... ik houd er toch niet van, Freek, ik verdiep mij liever in andere dingen. In de Liefde bijvoorbeeld. Laten wij de modder begraven bij alle oude jassen en aan het Léven denken hier en ginder, nu en straks. Weet je, Da Costa heeft eens gezegd: „Al wat leven mist. mist God." Dat is voor mijn gevoel oneindig juist, want het Goddelijke is Leven en Liefde, in het Godde lijke is Leven en Liefde, daarom staat de eenheid in de Liefde boven de dood, boven de tijd. En nu kan ik het ook omkeren en zeggen: „Al wat God mist, mist Leven," want dat is dan eigenlijk hetzelfde.. Het was stil. Aan de andere bedden werd gesproken, zij hoorden het. Breng je de volgende keer de kinderen eens mee... Moeder, denk je nog aan die brief... Ik houd zoveel van vruchten... Mensen. Verschillende mensen. Verschillende levens. Noldie, Freeks stem was nog zachter dan anders, hij wenkte haar met zijn ogen. Zij boog zich over hem heen. Weet je, liefste, jij hebt mij God geopenbaard, of liever: Hij heeft zich door jou aan mij geopenbaard. Een mens is uit zichzelf niet in staat tot dat wat er tussen ons bestaat, dat hebben wij zo net al uitgemaakt in de modder. Dat er zoiets bestaan kan tussen ménsen: een ge voel, een binding, die je werkelijk beter maakt en je boven jezelf uittilt... Dat is voor mij hét bewijs van het onstoffe lijke, van een voortbestaan, hét bewijs ook van een onpeilba re oneindigheid en een overwinning op de dood. door een Meester, Die eenmaal werkelijk geleefd heeft en nooit is gestorven. Want er bestaat geen afsterven; zoals jij zo even hebt gezegd rijst de Liefde boven alles uit. En inderdaad, het komt van buitenaf en niet van binnenuit. Dat heb ik zelf ondervonden en ervaren. Wij zijn hoogstens een spiegel zo groot als een millimeter en kaatsen één stip van het Al-licht terug. Freek hijgde. Zijn stem was op het laatst gehaast gewor den. Hij voelde, dat de matheid weer over hem kwam. Noldie keek naar zijn ingezonken wangen, zijn donker glanzende ogen, die van zwakte bijna dichtgleden. Wonderlijk, ja, peinsde zij zacht, het is alles zo diep, dat je jezelf erin verliest pff, een stofje op de lucht, een pluisje op de lentewind, een Üeine bloesemknop, een vlinder langs de wijde hemel... De lévensomstandigheden gezien in het Grote Licht worden tot roepstemmen als je luistert, als je maar stil en verloren luistert. De bloem van het geluk, dat kleine blauwe klokje, dat zo zachtjes bengelt, bloeit in je eigen tuin. Op de open glazen deuren der ziekenzaal lachte de lente, het voorjaar hing wiegelend in de hoge kastanje voor het raam. Het is zo, zei de lente. het is zo... Maar de mensen konden dat niet horen, alleen Noldie. het kleine schilderesje, zag nog net iets ijls en vluchtigs langs het raam. Freek lag met gesloten ogen; oneindig tevreden voelde hij zich en duizelend licht ondanks de felle pijnen, die door zijn lichaam trokken. Noldie zat hier, vlak naast hem. (Wordt vervolgd) bits. „Je bent zeker weggevlogen uit de diergaarde? Je mag ons niet komen storen, het is hier een school. Ik ben meester Uppy Uil!" Lorita lachte. ..Lorita koppie krauw!" riep hij wel vier maal. Uppy zuchtte. Zo'n knappe bol was vast al op een school ge weest. Bedroefd zette hij zijn bril af. „Ik geef geen les meer. vrien den", srpak hij en pinkte een traan weg. Lorita vlooeg naar hem toe en zei; „Jij bent knap en ik ben knap. Laten wij samen de dieren les «even." „Hoera.riep Pieper, „nu hebben wij twéé meesters." Er klonk geklapwiek hoog in de lucht en daar streek Roekoe de duif op een tak neer. „Dag allemaal", groette hij. „Ik heb van Zwartrok gehoord dat jullie in het bos allemaal het ABC leren. Mag ik mee doen? Roekoe.roekoe!" „En of!" riep Uppy blij. „Wij hebben weer een leerling, Lori ta." „Dat is fijn Uppy, maar de duif kan al heel wat. luister maar goed. roekoe zegt hij. Dat zijn de letters; "roek. Hij mag op de derde tak zitten." „Hier, lees jij eens wat, Roe koe." Met zijn snavel gloeg de duif de bladzijden om. Het was doodstil in de eik. De duif kreeg het er warm van en luid riep hij opeens „Roe koe. Roekoe.roekoe". Alle dieren lachten. „Stilte!" riep Uppy luid. „Zo kan de duif niet leren. Toe Roe koe, wat staat er nu, denk eens goed na." Maar alles wat de duif kon zeggen was roekoe en zij vloog beschaamd weg. „Dat is jammer", zei Lorita. „De duif had het best geleerd." Onder de eik waren nu vele dieren gekomen en ze riepen om het hardst dat zij op Uppy's school wilden komen. Het werd een herrie van belang, en niet één van de dieren zag dat de zon onderging achter grote donkere wolken. Pas toen het onweerde en héél hard regende, snelden zij alle kanten uit. Hoog op een tak van de oude eik zat Uppy Uil nat en beverig. Zijn bril en boek vie len naar beneden in een grote plas Lappie Loep en de pruikebollen nn-n 36) Ling pakte een flesje uit een doos. „Die mensen hebben de gebruiksaanwijzing niet gelezen", zei hij beslist ij en hij begon hardop te lezen: „Smeer het middel op de plaats waar u haar wilt hebben en wrijf het goed in, enzovoort; en dan staat er aan het eind.... hè. waar staat dat nu?" Ling verbleekte. „Het staat er niet op!" riep hij. „Het staat er niet op.' Lappie kwam bij hem staan en keek op het etiket. ,,Wat staat er niet op?" vroeg hij belangstellend. Ling zette het flesje op de tafel en zijn petje recht. „Dat is inderdaad een catastrofe!" riep hij wanhopig uit. „Maar wat staat er dan niet op. Ling?" vroeg Lappie nadrukkelijk.... 1011: Voor een geoefen de agent van de B.G.D. is het heus niet moeilijk ge sloten keukenvensters te openen. Maar Sjeems Pond, alias agent 009, had betere pijlen op zijn boog. Hij greep de afvoerbuis van het regenwater en kroop katachtig lenig en onhoorbaar omhoog naar de stem van de dakgoot. Zo bereikte hij mij zitten. Pieper' JI^JBBBHH B Uppy klonk streng. „Kijk jij eens het venster van Jopie de in dat boek. Wat staat hier?" Bietel's slaapkamertje, en Pieper had zo wel weg willen dat was kennelijk zijn doel. Ongemerkt gleed hij binnen, en toen gebeurde er iets héél vreemds. Iets, PUZZELOPLOSSING Er zaten 5 jongens in het bos verstopt. PRIJSWINNAARS PUZZEL Tanneke Maris, Klun- dert en Marry Storm, Scheveningen. dat eigenlijk alleen maar kan opkomen in een B.G.D.-hoofd. Ijskoud draaide agent 009 het licht op, stapte op het bed af en grinnikte: „Zo Jopie, lekker gesla pen? En heb je nog gemerkt of er iemand bij je binnen was?" Met een forse ruk verwijderde hy de dekens van het slapertje, en toen werd duidelijk, dat er helemaal geen Jopie de Bietel in bed lae Een opgerolde extra deken had ge diend voor lichaam en dit kunstige geheel werd Smidje Verholen en de Knap-Mutator bekroond door een indrukwekkende Bielel- pruik.„Het zal me benieuwen," grinnikte agent 009. Hij begaf zich onhoorbaar naar de deur en b"kte zich naar de grond. Toen tastte hij voorzichtig langs drempel en plinten. „Dui zend bliksems en granaten," mompelde hij zacht. „Dacht ik het niet. De contactdraad is gebroken. Er is dus iemand in de kamer ge weest. Maar dank zij het polyplus-filmje zullen we gauw weten wie dat was."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 19