v"tElf meisjes
spelen graag
met vuur
BLAD ZIJ
Kunststofhek
is reuze
praktisch
dialoog
Wo
me
SCHOTSE ZENDINGSVERPLEEGSTERS:
„God staat
aan de
kant van
de Ibo s
en zal
hen helpen"
OPTIMISME
NORMAAL
Na een warme dag op kan
toor spoeden zich ponstypistes
en administratieve krachten
naar de kelder van het hoofd
kantoor Unilever, Rotterdam.
Ze eten hap/slok iets en hul
len zich dan in overall, broek,
jack, koppel, helm en laarzen.
Hun werkdag zit er nog niet
op. Tot half acht spelen ze met
vuur.
„Spelen", want op 28 sep
tember zullen in Hengelo
brandweerploegen strijden om
het kampioenschap Neder
land klasse IV. Marian Gijbeis,
Tineke van Gorkum, Annalies
Janssen, Ineke van den Hoek,
Ria Voormolen, Lieneke Mont-
foort, Rosita Beverloo, Nel
van Hoek, Trudi Kooke, Lucia
Hemelaar en Anneke Noorlan-
der zijn vrouwelijke brand
wachten.
De acht mannenploegen waartegen deze meis
jes uitkomen, oefenen nu om het leven. Want op
27 april lieten deze brand weervrouwen in West
maas bij de gewestelijke brandweerwedstrijden
vijf herenploegen in ranglijst achter zich en
plaatsten zich (charmant en kordaat) als eerste.
We zijn nu allemaal wel ge
wend aan allerlei plastic zaken in
huis en huishouding. Het is reuze
practisch, maar echt mooi né4
In Engeland heeft men nu iets
gefabriceerd dat op smeedijzer
lijkt maar van kunststof ver
vaardigd is. Dit zwart polypropy-
leen „smeedijzer" is in allerlei
-figuren op standaard-maten te
koop. Men kan secties van dit
materiaal aan elkaar bevestigen
met nylonschroeven en er aldus
bijv. een decoratief kamerscherm
van maken.
Ook buitenshuis is dit materi
aal bruikbaar. Het roest uiter
aard niet en heeft ook geen verf
je nodig. Kinderen kunnen er
zich niet aan bezeren want het
geeft mee wanneer men er tegen
aanloopt. Het herstelt zich daar
na onmiddellijk in de oorspron
kelijke vorm. Een ingenieuze En
gelsman heeft van deze kunststof
een hek gemaakt.
Hij hoeft nu niet meer uit zijn
auto om het hek te sluiten als hij
er doorheen is. Hij rijdt de auto
tegen de beide vleugels van het
hek aan, dat dan scharnierend
opent en zich met een veer van
zelf weer sluit, zodra hij het is
gepasseerd.
Daarmee bewezen ze dat
we niet naar Frankrijk of
Japan hoeven om vrouwen
als brandwachter werk
zaam te zien. Unilever Rot
terdam heeft ze sinds 1959!
Waarom niet? De heer N.
Doornbosch, hoofd van de
bedrijfsbrandweer en vei
ligheidsinspecteur, zegt: „In
de oorlog reed mijn Engel
se schoonzuster met een
drietonner achter het
front".
Aanvankelijk werkten hier
meisjes bij de reddingsdienst van
het bedrijf. Voor zover mij be
kend is dit de enige brandweer
ploeg met vrouwen in ons land.
Er zijn vele brandweercomman
danten die hier nogal argwanend
tegenover staan. Ik zeg: „Kijk
naar de resultaten!"
Geen maskers
Een brandweerwedstrijd ver
loopt model. Dat hameren wij er
hier in. wïj werken volgens het
landelijk „aflegsysteem"; het uit
leggen van de slang vanaf het
water tot aan de brand, werkt
namelijk volgens landelijke nor
men.
Zo kun je. waar ook in Neder
land, door de normalisering van
de handelingen min of meer sa
menwerken met andere brand
weerkorpsen. Onze meisjes wor
den, evenals de mannen, opgeleid
tot brandwacht tweede klasse.
Een van onze wedstrijdploegen
(negen personen) bestaat geheel
uit dames. In een andere zijn
twee dames ingedeeld.
Waarom zijn deze meisjes zo
goed? Door model te werken. Bij
wedstrijden krijgt de ploeg voor
elke handeling een bepaalde
punt. Opstelling, houding, kle
ding, uitrusting tellen onder
meer mee.
De reddingsploeg mag geen
grove fouten maken. Zo'n ploeg
bestaat uit negen man. Denk
erom. we spreken gewoon van
..man". De aanvalsploeg, twee
man, de waterploeg twee man
plus de bevelvoerder, twee man
in de slangenploeg, daarnaast een
ordonnans en een pompbediener.
Alle taken zijn even zwaar, er is
weinig onderscheid.
Het enige nadeel is, dat meisjes
geen persluchtmaskers kunnen
dragen. Het geval sluit niet vol
doende af door het lange kapsel
van de meisjes; we zijn toch wel
zó ver dat we een kort kapsel
niet verplichten.
Intussen rennen de meisjes met
hun witte leren laarsjes (conces
sie aan de damesmaten, niet aan
de ijdelheid) over de binnen
plaats van Unilever. Er zijn flin
ke figuren maar ook tere meisjes
bij. Ze staan hun (brand
weermannetje. Commando's
worden snel opgevolgd.
„Water!"
„Drie stralen op het dak". On
vervaard hanteren ze slangen,
koppelingen, duwen in een mum
van tijd in hun helwitte pakken
de rode motorspuit op zijn plaats.
De fotograaf heeft nog maar
net tijd zijn plaat te schieten (en
geloof me dat die lui gewiekst
zijn). Hij kan meteen doorgaan
om de aanvalsploeg, de water-
ploeg en de slangenploeg te knip
pen.
Daar staan ze al. stevig de voe
ten geschoord, drie strakke stra
len spuiten omhoog. De drie
ploegen zijn qua inzet verwissel
baar. Onder de meisjes heerst
een goede teamgeest, ze zijn vol
komen op elkaar ingespeeld. Zo
te zien lijkt het een verfrissend
karwei.
De lange Tineke van Gorkum,
bevelvoerster, vindt het „echt
ontspannend". Ze geeft toe dat je
uithoudingsvermogen moet bezit
ten. Het is zwaar werken. Met
het grootste gemak kunnen alle
meisjes tijdens zo'n wedstrijd
Fanatiek
„Je springt er tegen aan, drukt
je met je handen naar boven toe,
dan een been erover", zegt Tine
ke rustig. Marian Gijbeis vindt
het werk bij de brandweer „echt
leuk". Haar paardestaartjes zwie
ren onder de helm vandaan.
„Meisjes zijn nauwkeuriger en
voor een wedstrijd fanatieker.
Mannen hebben meer spier
kracht, zij tillen in één keer twee
slangen op, onder ieder oksel één.
Deze meisjes hebben bijzonder
veel lef', oordeelt instructeur J.
M. Th. van Beers. „Laatst bij
een oefening met een lekkende
olieleiing gingen ze rustig op
een grote vuurhaard af".
Vele brandweermannen komen
bij de ploeg om aan de BB te
ontkomen. De baan zoekt hier
het meisje. Velen van hen heb
ben ook nog een EHBO-diploma.
In principe worden vrijwil
ligsters nooit afgewezen.
Ze lopen mee, bekeken wordt
of de teamgeest in de ploeg blijft.
Want brandweerlieden moeten
volkomen op elkander kunnen
vertrouwen. Als ze getweeën het
vuur in gaan kan er niet één in
paniek terugrennen. Deze meisjes
hebben een zekere mentaliteit,
dienen moedig en sportief te zijn.
De meesten hebben vrij veel aan
sport gedaan.
Als brandweerlieden het over
„poeieren" hebben, bedoelen ze
een straal tegen het plafond rich
ten. Zij weten alles over de P
moneur, een verloopkoppelf
een Storz-koppeling. Een
acetyleengasfles zullen ze onn|
dellijk koelen door hem gen
onder water te deponeren.
kennen de gevaren die bij brf
dreigen.
Straks trouwen twee brajetie)
weermeisjes. Zij zijn dan letteT
voor de Unilever-ploeg verlof
maar nemen een portie
mee naar huis. Je kunt er 2
van zijn dat ze niet in bed zulj
roken, of een japonnetje in 1
zine reinigen onder de waakvl)
van de geiser.
Ze weten alles van kle[j
blusmiddelen en -stoffen,
zand, bluspoeder en koolzuurj
Als het moet kunnen ze zelfsj
de Rotterdamse haven bijspij -rr
gen. Want de havenmeester Jvl
digde hen uit om zaterdag 31
gustus te werken met
blusboot in de havens.
Zij nemen regelmatig deel
grote oefeningen door
drijfsbrandweren, Reddin KO
diensten en EHBO-diensyerJc<
Niet zelden krijgen ze dan
handjes op elkaar van
toeschouwers.
HU
ag
neski
lien;
uitge
zuÜc
niscf
Het gesprek over wonen in
de nieuwbouw komt aardig op
gang. „Ik kan niet begrijpen
dat er mensen zijn die kunnen
weggen: Ik zou niet graag an
ders willen", schrijft een me
vrouw. „Natuurlijk hoor je
wel altijd „iets" maar dat iets
kan volgens mij té veel zijn",
begint mevrouw S. te V.
Afgeven
„Ik wil helemaal niet afge
ven op onze flat maar als je
zo 's morgens vroeg begint bij
het eerste wekkertje dat om
vijf uur al afloopt, en als je
bij een ander om half zes de -
kraan verschrikkelijk hoort
piepen, dan ben je. vóór je
tijd, al uren wakker. Mijn
man heeft nachtdienst en van
het overdag slapen komt ook
niet veel: boem daar slaat een
deur dicht. Daar hoor je de
hele dag radio Veronica. Dan
je kinderen rustig zien te hou
den in gelijkvloerse kamers!
Vooral met zo'n zeven weken
vakantie kan je je genot op.
Wanneer mag je verlangen
dat de buren je niet uit je
slaap houden? Elf uur? Het is
gelukkig niet zo dat onze bo
venburen iedere week een
dansavondje hebben. Toch ge
beurt het vaak dat we goed
en wel in bed liggen of het
gebonk en geschuifel begint
weer. Ik heb 's nachts wel
eens van één tot half drie voor
het raam zitten kijken omdat
ik lag te trillen in mijn bed.
Maar o wee. als één van onze
kinderen een schreeuw geeft
overdag, dan kunnen ze wel
meteen bonzen. Ik heb geluk
kig met niemand woorden,
maar het valt niet mee als je
altijd met een ander rekening
moet houden. Ik wen er geloof
ik nooit aan."
Feestje*
„We waren in het begin erg
blij met onze vierkamerflat".
begint mevrouw I. te C. „Wat
viel het tegen! De flat is nl.
verschrikkelijk gehorig.
Resultaat: wij vieren elk
feestje mee, tot middernacht
vaak. Laatst hielden de buren
van tweehoog een feestje. Het
duurde tot vier uur in de
nacht U begrijpt dat wij
's morgens niet half uitgesla
pen waren, vooral omdat ook
de kinderen wakker werden.
Het had allemaal zo prettig
kunnen zijn. De flat is ruim
en goed ingedeeld. Ook heb
ben wij veel last van drui
pend wasgoed boven je bal
kon, tafellakens uitkloppen
voor je raam, e.d. Daar wij
erg nerveus werden hebben
we een eengezinswoning ge
kocht Met de hoop daar met
meer plezier te wonen."
(Was het niet mogelijk via
een gesprek eventueel met
andere bewoners die luid
ruchtige buren wat te kal
meren? Zulke zaken hoeft u
beslist niet te nemen, en als
iedereen kalm blijft hoeft er
heus geen ruzie te komen.)
Verrukkelijk
„Wonen in een flat? Ver
rukkelijk!" zegt mevrouw L.
te Z. „Gehorig zegt u? Deze
Rats zijn beslist niet gehorig.
Ja. je hoort wel eens wat.
maar veel en veel minder dan
in ons oude huis. Veel flatbe
woners zijn dat met ons
eens; hoewel er ook zijn die
het hier té stil vinden. Dat
vinden wij juist zo weldadig.
Als je uit de bus stapt onder
vind je meteen de landelijke
rust die hier nog heerst en
ruik je de buitenlucht (Zoe-
termeer).
Bezwaren van een flat?
Heel weinig. Er is wel eens
iemand die een te groot pak
in de stortkoker propt met
het gevolg dat de boel
verstopt raakt; er zijn wel
eens kinderen die met de lif
ten spelen. Ondanks sommige
kleine ongemakken (waar heb
je die niet?) zijn wij. en velen
met ons. zeer dankbaar voor
en gelukkig met ons flatje.
Natuurlijk moet je in een flat
ook kunnen wonen: je zit er
niet alleen, maar met negen
ennegentig andere bewoners."
Juichkreet
„Ik kan na dertien jaar een
vrij huis bewoond te hebben
mijn geluk niet op nu ik in
een flat woon", is de juich
kreet van mevrouw S. te H.
„Veel minder werk, alles ge
lijkvloers, rustige trap. Dat
laatste scheelt ook enorm.
Soms wel eens gehorig, maar
ach, hoor je de buren niet dan
toch altijd wel buiten de au
to's, bus op de halte of de
gierende wind om de hoeken.
Ik weet niet waarom, maar na
ruim twee jaar ben ik altijd
dolblij als ik weer in mijn flat
kom. Heerlijk centraal ver
warmd, geen grote buitenboel
te doen, alleen één voordeur.
Ik vind het heerlijk vrij
wonen in een flat. Als ik op
mijn balkon stap, kan ik staan
en zitten zo ik zelf wil. Vroe
ger in mijn tuin, als ik even
zat: burenaanspraak, wég
rustig uurtje! Nu kijk ik uit
op een grote algemene tuin,
keurig gazon, spelende kinde
ren. Zonder de zorg om dit
alles geniet ik daarvan. Ik
woonde na ons trouwen der
tien jaar in een nieuwe
vrijstaande woning maar
sinds ik flatbewoner ben wil
ik nooit meer terug in zo'n
soort huis. Ik hoef nu al mijn
tijd niet te besteden om het
huis te onderhouden, maar
heb nu ook tijd voor mijn
hobbies. Ik ben elke dag nog
dankbaar dat ik zo mag wo
nen."
Rnmen lappen
Veel glas is heel gezellig,
maar wij schreven het al: het
vereist ook onderhoud. „Een
maal per maand komt de gla
zenwasser de ramen van onze
flat lappen", aldus mevrouw
D. te R. „Maar aan de achter
kant begint hij niet. Zelf kan
ik er niet bijkomen: één
openslaand raam en twee
dichte er naast. Je kunt er
alleen maar bij als je in het
raam gaat staan. Daar zijn al
heel wat ongelukken mee ge
beurd.... Ik heb lange vitrage,
dus gelukkig zie je het niet zo
gauw dat de ramen vuil zijn.
Maar als het hard nodig is,
stap ik ook uit het raam. Weet
één van de lezeressen soms een
oplossing?"
Vrijheid....
„Wij hebben een huis mét
een tuintje, met bloemen, ide
aal dus volgens flatbewoners",
zegt mevrouw S. te P.
Maarrr.... het huis is ongeveer
honderd jaar oud, zonloos,
vochtig, tochtig en heel be
werkelijk. Ik geloof heus dat
veel nieuwbouwbewoners er
voor zouden passen hier in te
trekken, hoewel flats ook hun
bezwaren hebben. Ons huis
staat helemaal vrij, wij kun-
nn doen en laten wat we wil
len, al zouden we 's nachts
willen gaan timmeren. Dat
gaat in flats natuurlijk niet,
zo heeft alles twee kanten.
Flats zijn zeer eenvoudig in
het schoonhouden. De
huisvrouwen moesten daar
veel dankbaarder voor zijn en
de minpunten ook wat soepe
ler opnemen. Als men oud- en
nieuwbouw naast elkaar zet,
is praktisch alles wat bewo
ning betreft, vóór nieuwbouw.
Maar de bekoring van vrij
heid en rust mist men er." En
dat vonden wij zo'n mooie zin
dat wij hem graag als slotre
gel voor deze dialoog gebrui
ken.
Hebt u wel eens verande
ringen in uw flat aangebracht?
Hebt u met elkaar op een por
tiek of galerij wel eens iets
georganiseerd? Schrijf het op,
anderen kunnen er weer van
leren!
Zo snel mogelijk wordt alles in gereedheid gebracht om de
(denkbeeldige) brand te kunnen blussen.
Niet in paniek
Terwijl de meisjes razend:
slangen oprollen en de
torspuit terugrijden, verkon
het hoofd van deze
drijfsbrandweer, voorstander
zijn van inschakeling van vi
wen bij brandweerkorpsen,
raken niet gauw in paniek
kunnen bij calamiteiten
van mannen overnemen,
bij de verbindings- en
dingsdiensten.
De heer N. Doornboscl
is altijd bereid tot het gevei
van inlichtingen en demon tisc:
stratie. Aan hém zal he^^
niet liggen als de vrouv bijz
niet geaccepteerd wordt ii
wat wij tot voor kort nog;
slechts „mannelijke beroetur
pen" noemden. de]
bij
(15
m
I
„We zijn niet bang om terug te gaan naar
Biafra, ook niet nu de oorlog in een voor de
Biafranen wellicht noodlottige eindfase is ge
raakt. Wij geloven dat God aan hun kant staat
en hen zal helpen. Wij worden gesterkt door de
eensgezindheid en het enorme optimisme van de
Biafranen."
Aldus een Schotse zendingsverpleegster, die
haar verlof bij een Nederlandse collega door
brengt en nu hoopt spoedig te kunnen terugke
ren naar Biafra.
„Het optimisme van de Ibo's is bijna ongeloof
waardig als men weet dat per dag nu zo'n 6000
mensen de hongerdood sterven. Vlees, eieren,
meel zijn niet meer te krijgen. Men voedt zich
hoogstens met wat rijst en groenten. De scholen,
evenals de universiteit, zijn gesloten. Veel
schoolgebouwen zijn ingericht als vluchtelingen
kampen.
„Biafra verliest steeds meer land. Iedere lbo
wil op Biafraans grondgebied blijven en
komen er steeds meer mensen bij in een steel
kleiner wordend land en is het vluchtelinge^
probleem enorm.
„Er bestaat in Biafra geen dienstplicht zoa
wij die kennen maar er is geen man die
wapens niet opneemt. Bejaarden en gewondl
onderrichten de jongens uit hun dorp. Vrouw
en meisjes verzamelen voedsel en koken
het leger.
„Tot 1966 ging in het zendingshospitaal, waj
ik werkte, alles normaal, maar daarna werde
lichtere gevallen, ouderloze baby's en zelfs 1
prozen naar hun dorp gestuurd en kwamen J
leen de zeer ernstig zieken of gewonden no
voor behandeling in aanmerking."
„Ik hoop", zegt haar collega, „dat men na 0'
gebeurtenissen in Tsjechoslowakije en de aari'
beving in Perzië toch aandacht blijft schenfcj
aan deze oorlog."