Koor van de King's College
Chapel zingt in Laurenskerk
PROTESTANTEN
LEVEN IN
COLUMBIA
ONDER RK DRUK
Vrouwen
GEESTELIJK LEVEN
L. M. P. Scholten
Het koor
Zestien knapen
en elf studenten
In de lange groef
19j ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1961
Op maandag 9 september zingt het koor van King's
College te Cambridge in de Laurenskerk te Rotterdam.
Een unieke gelegenheid voor de koor- en muzieklief-
-M hebbers om te genieten van een bijzonder concert,
waaraan de sfeer van de Laurenskerk zeker een apart
accent zal verlenen.
Interieur van de kapel van het King's College te Cambridge, het wereldberoemde
bouwwerk met de waaiervormige gewelven waarvoor Hendrik VI in 1446 de eerste
steen legde.
De geschiedenis van dit koor is
al heel lang en gaat meer dan vijf
honderd jaar terug. In 1441 werd
het King's College door Hendrik
VI gesticht en vijf jaar later legde
de vorst de eerste steen voor de
thans wereldvermaarde kapel,
waarvan hij de voltooiing niet
heeft mogen beleven.
De geschiedenis van de bouw
heeft met een aantal onderbrekin
gen meer dan een eeuw in beslag
genomen. Reginald Ely was de eer
ste bouwmeester die tot aan de
dood van Hendrik VI aan dit pro
ject gewerkt heeft (tot 1461) en
eerst in 1476 werd de bouw onder
koning Richard III door Simon
Clerk weer voortgezet. Na de dood
van Richard lag het werk weer
stil totdat de beroemde architect
John Wastwell in 1508 onder Hen-
-ET bezoek, dat paus Paulus vorige maand
aan Columbia heeft gebracht, vestigde
weer eens de aandacht op dit land en
ontlokte aan verschillende lezers de
vraag: wat is de huidige situatie van het Colum-
biaanse protestantisme
Deze week ontvingen wij een afschrift van de
brief, die de voorzitter van de Presbyteriaanse
Kerk van Columbia, ds. Aristobulo Porras, heeft
gezonden naar het internationaal eucharistisch
congres, dat in Bogota werd gehouden toen de
paus daar was.
dezelfde rechten, die de staat
aan de Rooms-Katholieke
Kerk toekent.
„Het zijn deze punten, die
maken, dat het gevoel van on
recht en vijandschap jegens
de Rooms-Katholieke Kerk
blijven bestaan. Als deze con-
flictpunten weggenomen zijn,
zal de verstandhouding tussen
uw kerk en de mijne belang
rijk verbeterd zijn", zo
schreef ds. Porras aan het eu
charistisch congres.
Kapitein
Ds. Porras was uit ge
nodigd, om de Oecume
nische Dag van dit con
gres mee te maken. Hij
antwoordde, dat het hem
tot zijn spijt niet moge
lijk was, deze dag bij te
wonen. Wel schreef hij:
,,Wij, protestanten in Co
lumbia, proberen te ver
geven, wat er in de afge
lopen twintig jaar is ge
beurd."
„Af en toe brengen onbe
zonnen daden van sommige
rooms-katholieke geestelij
ken de onaangename herinne
ringen van het verleden weer
terug", voegde hij daaraan
toe.
Hij vroeg de bisschoppen
van Columbia, „daadwerkelijk
de uitspraken van het Tweede
Vaticaanse concilie in praktijk
te brengen door te verzekeren,
dat protestanten de rechten,
die hun in de grondwet gega
randeerd zijn, kunnen uitoefe
nen.
Dat zou de meest indruk
wekkende daad zijn, die zij
zouden kunnen doen, om de
betrekkingen tussen
rooms-katholieken en pro
testanten te verbeteren".
Ergerlijk
Ds. Porras noemde zes pun
ten, die voor de protestanten
het meest ergerlijk zijn.
Er zijn wetten in vele pro
vincies, die protestantse kin
deren op de openbare scholen
verplichten, de mis te bezoe
ken en lessen in de rooms-ka
tholieke godsdienst te volgen.
Protestantse onderwijzers
is het niet toegestaan les te
geven op openbare scholen,
omdat de plaatselijke priester
door een regeringsbesluit in
elke gemeente het hoofd is
van de onderwijscommissie en
tegelijk de plaatselijke inspec
teur van het onderwijs.
■g. Protestanten kunnen niet
op openbare begraafplaatsen
worden begraven, omdat deze
onder toezicht van de
Rooms-Katholieke Kerk staan.
Geen scholen
In 75 procent van Colum
bia (de zogenaamde rooms-ka
tholieke missie-gebieden) mo
gen geen protestantse scholen
bestaan. Al het onderwijs
staat daar onder toezicht van
de Rooms-Katholieke Kerk.
Protestantse huwelijken
worden door de overheid niet
als geldig erkend. De procu-
dure, vereist voor een burger
lijke huwelijkssluiting, is
traag en vernederend. Boven
dien wordt zo'n huwelijk weer
niet erkend door de
Rooms-Katholieke Kerk.
-£> Protestantse denominaties
worden niet door de regering
erkend als wettige kerken met
De kerk van ds. Porras is de
grootste en oudste pro
testantse kerk van Columbia.
In 1859 kwam de eerste pro
testantse zendeling in het
land. Het was de Amerikaanse
presbyteriaan H. B. Pratt. Hij
kwam op uitnodiging van een
zekere kapitein Fraser, die
zich in Columbia gevestigd
had, nadat hij in het vreem
delingenlegioen onder Bolivar
gestreden had.
Lange tijd was de Presbyte
riaanse Kerk de enige pro
testantse groep. Hoewel
slechts weinig groeiend, ver
richtte zij toch indrukwek
kend werk, vooral op het ge
bied van het onderwijs.
Tijdens de liberale rege
ringsperiode (1930-1948) gin-
door
gen vele deuren voor het pro
testantisme open. Er kwamen
vele zendelingen uit de Vere
nigde Staten, vooral adven
tisten, baptisten en van ge-
loofszendingen.
Ommezwaai
In 1948 kwam de omme
zwaai, toen een ultra-conser
vatief regime aan het roer
kwam. Opgehitst door geeste
lijken gingen fanatieke
rooms-katholieken er toe over
kerkdiensten te verstoren,
kerken te verwoesten en gelo
vigen te mishandelen. Hon
derden protestanten werden
door de staatspolitie gevangen
gezet en gemarteld. Tientallen
vonden daarbij de dood.
De bisschop van Santa Rosa
riep in een brief in 1951 zon
der meer op tot uitroeiing van
alle „anti-katholieken". Hoog
tepunt van de vervolging was
de periode 1951-1953.
Bijzonder kwalijke gevol
gen had het verdrag, dat de
regering in 1953 met het Vati-
caan sloot, waarbij driekwart
van Columbia tot missiegebied
werd verklaard. Dit werd de
eerste jaren zo uitgelegd, dat
daar geen enkele vorm van
protestantisme mocht blijven
bestaan en dat alle predikan
ten en zendelingen uit deze
gebieden moesten verdwijnen.
Na de val van dictator Pi-
nilla in 1957 maakte de nieu
we regering onder de druk
van de wereldopinie aan de
openlijke vervolging een eind.
In de periode van 1948-1957
zijn 116 protestanten ver
moord, 67 kerken verwoest en
meer dan 200 scholen gesloten.
Plagerijen
De laatste tien jaar hebben
de vervolgingen hun georga
niseerd karakter verloren. Ze
hebben meer het karakter van
kleinzielige plagerijen gekre
gen.
De moeilijkheden, die er
nog zijn, vinden meestal in
achterlijke plattelandsgebie
den plaats. Hoewel er nog al
tijd beperkende bepalingen
zijn en de kerken nog steeds
onder een zekere druk verke
ren, kan men zeggen, dat het
nieuwe klimaat van het
Tweede Vaticaanse Concilie
toch wel tot Columbia is door
gedrongen.
Tegelijk is het aantal
protestanten verrassend
snel gegroeid. Van 1960
tot 1966 steeg het aantal
leden van de gezamen
lijke protestantse kerken
van 33.000 tot 64.000. Het
aantal kerkgangers be
droeg in 1966 naar schat
ting zelfs al 255.000. Dat
is overigens nog maar 1,4
procent van de totale be
volking.
drik VII het werk voortzette
en tot een einde bracht.
In 1512 was het geraamte
klaar, in 1515 voltooide hij de
wereldberoemde waaiervor
mige gewelven en in 1531
werden de prachtige gebrand
schilderde glasramen ge
plaatst. Sindsdien is de kapel
een ware bedevaartplaats ge
weest voor bezoekers uit alle
delen van de wereld en tot
vandaag komen er velen voor
de bezichtiging en het beluis
teren van de muziek.
Merkwaardig is, dat door
de eeuwen heen nauwelijks
wijzigingen in de samenstel
ling en de bijzondere kleding
(hoge hoed en toga) van de
koorleden is aangebracht. En
geland, bijzonder gevoelig
voor tradities heeft het voor
schrift van Hendrik VI nog
steeds gehandhaafd nl. dat
het koor uit zestien koorkna
pen en zes voorgangers zou
bestaan.
Het moesten „rechtschapen
knapen" zijn en niet ouder
dan twaalf jaar. Zij moesten
lezen en zingen in de kapel
en de geestelijken bij het zin
gen van de diensten helpen;
bovendien moesten zij de le
den van het College in de
mensa op decente en nede
rige wijze dienen.
Slechts met één onderbre
king namelijk tijdens en
na de burgeroorlogen in de
17e eeuw, toen de koordien
sten door de Puriteinen wer
den verboden zingen zij
hun diensten nu al meer dan
500 jaar zonder interrupties.
Het mannenkoor bestaat
nu uit twaalf studenten van
het college, doch het aantal
koorjongens is nog steeds on
veranderd gebleven, zestien
in getal. Het staat onder lei
ding van de muziekdirecteur
van het King's College David
Willcocks, een van de meest
vooraanstaande koordirigen
ten in Engeland.
Onder diens leiding heeft
het koor vele tournees ge
maakt, en thans zijn concer
ten gepland voor Keulen,
Arnhem, 's-Hertogenbosch,
Haarlem, Amsterdam en Rot
terdam.
Het koor heeft bovendien
grote vermaardheid gekregen
door prachtige grammofoon
opnamen, radio-uitvoeringen
etc. Beroemd zijn vooral de
uitvoeringen van de Engelse
Tudormuziek.
Voor Rotterdam is het vol
gende programma samenge
steld: Ave Maria van Robert
Parsons (koor), Psalm 122
van Richard Woodward,
Mass for five voices van Wil
liam Bird (koor en orgel),
Jesu meine Freude van
Bach, Jubilate van Britten en
Psalm 150 van Goodenough.
De organist John Wells speelt
Prelude and Fuge in e minor
van Bach. Het is muziek uit
de 16e, 17e en 18e eeuw. Wie
de grammofoonplaten kent
van dit koor zal dit concert
zeker willen bijwonen.
Het koor van King's.College Chapel te Cambridge, dat
maandag 9 september in de Laurenskerk zingt.
99
9 9
CONNY VAN DEN BOS: „Vrou- Een gitaar, Telefoongesprek,
wen zijn vrouwen zijn vrou- Niet bang zijn mijn Liefste,
wen...." Langspeelplaat van Oud, Nog een cocktail, Joe
Philips (stereo 844 065 PYWat haat ik de zondag, Blij
Win van mij, Half beest, half zijn zolang het nog kan en Al-
engel, De Juffrouw, Requiem, leen.
9 9
99
Wie de nieuwste langspeel
plaat van Conny Van den Bos
heeft beluisterd, zal tot de
konklusie komen dat zij 'de
laatste maanden ten onrechte
in de vergetelhoek is heiand.
Haar lp, die de veelzeggen
de titel draagt „Vrouwen zijn
vrouwen zijn vrou ?/en zijn
vrouwen...." bevat een scala
van chansons, evergreens,
musicalliedjes en liedjes die
naar het popgenre overhellen.
Haar forse, maar toch melo
dieuze stem kreeg van Bert
Paige een voortreffelijke be
geleiding mee, waarin deze
gerenommeerde orkestleider
bewijst, niet voor niets tot een
van de groten van de Neder
landse amusementswereld te
behoren. En dat zijn dan twee
vliegen in een klap, of liever
gezegd, twee groten op een
plaat.
Elk liedje op deze plaat zou
een aparte recensie waard
zijn. We volstaan echter met
de beste er uit te lichten.
In het liedje
mij...." herkennen
,Win van
wij haar
Alleen
oude, docr velen wel wat een-
tijdig genoemde, stijl. Niette
min het stuwende ritme en
het zoeken naar een climax,
maakt dit lied tot een van de
fraaiste creaties van haar
plaat.
Jammer is dat het orkest
iets te veel overheerst.
In het liedje „De Juffrouw"
bewijst Conny van den Bos
niet onder te doen voor welke
musicalzangeres dan ook. Een
fris liedje, dat weggelopen
99 9
kan zijn uit „The Sound of
Music".
„Requiem" wordt vertolkt
zoals de titel suggereert: som
ber, met een misschien iets te
sterke tragiek. Opvallend is
ook hier weer de climax, die
Conny van den Bos op de
haar eigen wijze probeert te
bereiken. En, wie haar kent,
weet dat zij daar in slaagt.
„Nog een cocktail, Joe..."
krijgt de slome vertolking,
waar de titel om vraagt.
Onmiddellijk daarna verrast
zij de luisteraar met „Wat
haat ik de zondag", een lied
van Charles Aznavour, dat i
door zijn gecompliceerde be
geleiding wat rommelig aan
doet. Ernst van Altena zorgde
voor een goede tekst, met ra
ke woorden.
Het „klapstuk" van de plaat
is ongetwijfeld het „Air" van
Johann Sebastian Bach, dat
de titel „Alleen" kreeg. Zang
en begeleiding corresponderen
uitstekend en vormen een
waardig sluitstuk van deze lp.
Conny van den Bos is er
ons inziens in geslaagd om
haar idee de vele gedaanten
en stemmingen van een vrouw
gestalte te geven, te verwe
zenlijken. Vooraanstaande
componisten en tekstschrij
vers, zoals Gerrit den Braber,
Ernst van Altena, Bert Paige
en Peter Koelewijn (die ver
antwoordelijk is voor het eni
ge beatachtige liedje op de lp)
leverden lovenswaardige bij
dragen aan deze lp.
Telefoongesprek
De Juffrouw
Niet bang zijn liefste