Twintig jaar Koningin bij de Barend de Graafboeiend vertellerzeventig jaar Met verstand en hart bij alles en allen „Wie ben ik, dat ik dit doen mag?" Historie zijn liefde, fantasie zijn kracht Mode voor „doe-het- QAKA Er zal bij de heren een streepje doorlopen de nijvere zelfsters Jf IT ■A 'O Gezondheid van prinses Beatrix bijzonder «oed DINSDAG 3 SEPTEMBER 19A8 ~1 Historisch moment: 6 september haar redevoering in de Nieuwe Kerk zojuist de eed als Nederlands nieuwe 1948 H. M. Koningin Juliana tijdens op de Dam in Amsterdamwaar zij vorstin had afgelegd. Sedert eergisteren ben ik geroepen tot een taak, die zo zwaar is, dat niemand, die zich daarin ook maar een ogenblik heeft ingedacht, haar zou begeren, maar ook zo mooi, dat ik alleen maar zeggen kan: „Wie ben ik, dat ik dit doen mag?" Deze woorden, op die morgen van 6 september 1948 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam door koningin Juliana uitgesproken even voor zij de eed op de Grondwet aflegde en de inhuldi ging geschiedde, zijn historische woorden geworden. Het: Wie ben ik, dat ik dit doen mag... is een zin ge worden van welhaast spreekwoorde lijke betekenis. Vrijdag is het twintig jaar geleden, dat koningin Juliana de regering aanvaardde. Een ogenblik om stil te staan en ons te bezinnen. Over die twintig jaar, waarin ons land het ru moer heeft gehad van politieke kwesties, grote en kleine. De handtekening van koningin Ju liana staat onder het document van de soevereiniteitsoverdracht aan de republiek Indonesië en onder het Ko ninkrijksstatuut met Suriname en de Antillen. Maar wanneer het Nederlandse volk terugziet op deze twintig jaar zal het, hoe vreemd het ook moge klinken, niet aan die ogenblikken het eerst denken. Eerder zal ieder op eigen wijze een antwoord geven op die vraag van de zesde september 1948: „Wie ben ik...?" Postpapier Welnu, zij is de Koningin, die op de derde dinsdag van september 1948 des morgens om tien uur in Hou trust verscheen, waar de tentoonstelling De Nederlandse Vrouw werd gehou den, een huldeblijk voor koningin Wilhelmina bij haar vijftigjarig-rege- ringsjubileum, dat tevens haar afscheid werd. Op 18 augustus had (toen nog) prinses Juliana die tentoonstelling geopend met een speech geschreven op losse velletjes zacht blauw postpa pier, die ze later glimlachend afstond om te laten fotograferen. „Ik kom terug", had de Prinses bij het afscheid gezegd, maar wie kon dromen dat zij dat doen zou een paar uur voor de plechtige opening van de Staten-Generaal? Het werd geen gehaast bezoek. Bij elke stand had de Koningin be langstelling en commentaar. Bijvoor beeld bij de vitrine met fraaie fla cons odeur, waar ze spontaan uitriep: „Hè. wat heerlijk luxueus..." En bij de kostuums van omstreeks 1914: „O ja. dat weet ik nog.... die deftige dames.." en dan een gebaar als tipte ze even aan een sleep. Laarzen Maar ze is ook de Koningin, die op de grauwe ochtend van de eerste fe bruari 1953 met een hoofddoek om en op rubber laarzen door water en modder baggerde in het overstroom de rampgebied. Ze is de Koningin, die iedere nieu we ambassadeur in verwarring en vervoering brengt wanneer hij zijn geloofsbrieven komt overhandigen. Verwarring omdat koningin Juliana er geen beleefdheidsgesprekje van maakt, maar terdege op de hoogte blijkt te zijn en zeer goede vragen kan stellen; in vervoering omdat er in plaats van een koude officiële toon een warme menselijkheid heerst. Het geheugen van koningin Juliana is formidabel. Eén staaltje: in de tijd van koning Faroeks regering over Egypte was Ali Mohammed Sadek. de oom van de latere koningin Narriman. gezant in ons land. Op de Nieuwjaarsreceptie voor het Corps Diplomatique in het Paleis op de Dam bood de Koningin hem een sigaret aan. Maar de heer Sadek rookte niet. Hij vroeg de sigaret te mogen aan nemen en te bewaren. Lachend knikte de Koningin. Een jaar ging voorbij. Weer de re ceptie. En weer een lachende Konin gin. die meneer Sadek een sigaret aanbood met de vraag of hij mis schien al rookte? Neen, dat deed hij niet, maar hij haalde een sigarettenkoker met één sigaret uit zijn zak en vroeg er die tweede koninklijke bij te mogen voe gen... Toen koning Faroek afgezet was en de heer Sadek teruggeroepen werd naar Egypte, kwam er bij zijn afscheidsbezoek ten paleize een derde bij! Het geheugen van koningin Juliana heeft anderen ook wel eens een tik keltje beschaamd doen staan. Zoals op de zilveren bruiloft van Ridder van Rappard, Gorkums alom beken de burgemeester. De gasten z roden een toneelstukje opvoeren. Maar al te zwaar had blijkbaar niemand aan zijn rol getild, behalve... de Koningin, die feilloos haar deel uitvoerde. Vriendschap Ze is de Koningin, die vele en goe de vriendschappen weet te onderhou den. Niet alleen met staatshoofden en andere hooggeplaatsten, maar ook met studiegenoten en anderen, die zij in haar en hun werk is gaan waarde ren. Met wie ze graag over heel gewone dingen praat. Hoe goed die vriendschappen zijn, wordt bewezen door de volstrekte zwijgzaamheid van allen die tot deze kring behoren. Ze is de Koningin, die zo dicht bij haar volk leeft, dat de Nederlanders ten volle in haar vreugden en haar verdriet en zorgen meeleven. Zij heeft geen masker, maar een gezicht. Heel dikwijls een gezicht, ietwat gespannen in ernstige aan dacht; soms vervuld van een ontroe ring waarin de tranen hoog zitten. 6^ OU Cm XLl, VU-Jt Z3/? /LcA,ub<r^- 6 cydZnk-AjJx-*- dtoa ZitlJ eO LiGd l/m tl 'duz yfjl. cuxjutx* dbua^i AtJL». dx 6c <£_^o clJ I/CAXJ-K-* zzpx. 6 6- tejUpCU-. =A V A-i Gil hy-OLOufci li j Onj^djLru. Het zijn ook niet alleen de vrolijke feestelijke openingen, de tewaterla tingen en de rondritten die haar wachten. Een ramp in Nederland be tekent een koninklijk bezoek aan die plaats. Moeder Zij heeft zelden een schaterende lach, maar dikwijls een milde glim lach. Ze is ook de Koningin, die kort en bondig uit de hoek kan komen. Zoals tegen de Engelse journalist, die haar bij de verloving van prinses Beatrix voor de televisie vroeg of zij niet aan abdiceren dacht. Maar vooral is zij de Koningin, die als padvindstersnaam koos: Movaver do.... Moeder van vele dochters. Het had Movavido kunnen zijn, moeder van vier dochters. Vier dochters met de problemen die bij dochters behoren, zoals in eik gezin. Het verschil is alleen, dat burger mansproblemen eigen zaak zijn en koninklijke gezinsproblemen gemeen goed, waar ieder zijn zegje over doet Soms keurige zegjes, soms staatsrechtelijk uitgeplozen zegjes, maar vooral ook kritieke zegjes, maar hier een beetje franje en daar wat boosaardigheid. Zegjes waarop nooit gereageerd kan worden door koninklijke ouders, of het moet een fijn verweven toespeling zijn in een toespraak zoals met de Kerstrede. Maar hoe groot de problemen ook waren en hoe sterk de tegenstroom, de moeder, die Koningin is. bleef al tijd achter haar kinderen staan. En achter de keuze die de dochters voor haar eigen leven deden. Familie Het familieleven op Soestdijk. dat kan elke buitenstaander gemakkelijk constateren, is hecht en levendig. Een sinterklaasfeest met pakjes, surprises en versjes voor elkaar; het Kerstfeest iets meer publiek door de viering met het personeel, waar de Koningin de chocolade schenkt. Soms helemaal openbaar, op de dertigste april bij voorbeeld met het urenlang durende défilé in de tuin. Of omringd door gasten zoals de zilveren bruiloft. Een feest waar maanden aan gewerkt is door zeer velen, maar waar de Koninklijke gastvrouwe toch de rol speelde van elke gastvrouw, die een wakend oog je houdt. Het was in het Amstelhotel, waar het galadiner gehouden werd na een genoeglijke thee in de salons. Alle koningen en hertoginnen en graven waren naar hun kamers om zich in staatsiekledij te steken. Prins Bern- hard was vertrokken naar het Paleis op de Dam om daar de voorbereidin gen voor het bal te controleren. De Koningin was als laatste naar haar kamer gegaan, maar kwam er als eerste weer uit. Helemaal gereed Stil hield ze zich achter een pilaar in het trappenhuis, vanwaar ze de deur kon zien. Die ging open en daar was de Prins in rok al.... Een lach naar elkaar. Opluch ting. Samen klaar voor de gasten. Zo is de Koningin. Een vrouw met een hoge taak en tegelijk veel kleine besognes. Die ze beide oprecht en ernstig zo goed mogelijk tracht te vervullen. Met het verstand en vooral met het hart bij alles en allen, en dat zijn wij, haar landgenoten en onder danen. BAREND DE GRAAFF bereikte de leeftijd van zeventig jaar. Een feit om even met verheugenis bij stil te staan en om te zien op de afgelegde weg, te meer wanneer men kan zeggen als deze auteur; „Ik weet dat ik zeventig ben maar voelen doe ik het niet". Zijn lust tot schrijven in zijn werkhut te Driebergen is nog steeds groot, wat wordt bewe zen door het feit dat kortgeleden nog zijn boek Moeilijke Jacob verscheen en we binnenkort zijn roman De blikken dominee mogen verwachten. Naastdeze werken heeft hij zo vertelde hij ons alweer een nieuwe historische roman in voor bereiding. Inderdaad, wie Barend de Graaff vandaag ontmoet in zijn huis en werk treft een nog vitaal mens aan. vol plannen en liefde tot zijn werk dat bovendien nog twee ledig is, want hij beweegt zich ook op muzikaal terrein als koordirigent. Hij maakt deel uit van het hoofdbestuur van de Bond van Christelijke Zang- en Oratoriumver enigingen, is verder bekend als spreker en verteller en dit alles tekent zijn benijdenswaardige energie die zijn herfstjaren verlicht.* Hij trekt rustig aan zijn pijp en spreekt wat bedacht zaam als men met hem over zijn werk praat. Hij is er duidelijk gelukkig in. De historie is hem goud, zijn fan tasie de levenwekkende glans. Zijn individuen leven sterk voor hem. Hij is geen literator die met problemen worstelt, geen diagnosticus die de verschijnselen ont leedt om het leven te onderkennen, maar de verteller die zijn mensen in een bepaalde situatie levendig weet te tekenen. Geen schrijver kan er zich op beroemen dat al zijn werk geslaagd is. Ook De Graaf niet, die de zwakke bladzijden wel kent. waardoor het ene werk hem liever is dan het andere. Doch wie de moed heeft deze door een steeds nieuw begin te overwinnen schept zich over winningskansen. Populair is hij in ieder geval, zeker bij de georgani seerde lezersschaar van de Spiegelserie. doch ook daar buiten. wat bevestigd wordt door het feit dat van zijn boeken reeds meer dan een miljoen exemplaren is ver kocht. Voor een klein taalgebied als Nederland veelzeg gend genoeg. Zijn werk ligt duidelijk in het waarderings- vlak van de gemiddelde lezer die gezellige uren verlangt met een boeiend verhaalen dat geeft hij. Bij een kroonjaar als dit is uiteraard een levensbe schrijving onmisbaar, derhalve volgt zij hier. Barend de Graaff werd op 3 september 1898 te Bennekom geboren als zoon van een huisschilder, die later predikant in Zeeland werd. Al jong publiceerde hij in De Ster, die te Rotterdam verscheen en De Spiegel te Amsterdam. Hij be zocht de Rotterdamse kweekschool van de bekende H. J. Wijlen en daarbij het conservatorium en werd koordirigent. Dat laatste werd zijn grote liefde en hij vestigde zich lang voor de Tweede Wereldoorlog in de Hoeksche Waard als muziekonderwijzer en koordirigent In die tijd schreef hij ook biografische verhalen over figuren uit de kerkge schiedenis. In 1941 verscheen van hem de avonturenroman „Gebrandmerkt", die we nog steeds tot zijn beste boeken rekenen. Nog steeds. Na de oorlog verhuisde hij met zijn gezin naar Driebergen, waar zijn be kendste romans zijn geboren. Erfenis in de pruikentijd (1946). Zijn Bijbelse verhalen voor kinderen en dan zijn beste prestatie: Het geslacht Van Gar deren, een uitstekende historische tri logie (1953). Daarna kregen we de be kende trilogie Om 't stenen paard, eveneens een boeiende romanserie (1955-"57). Verder noemen we nog De man uit de boerenhemel (1957). Zoon zonder vader (1962), De andere we; (1963), Het groene mutsje (1965) en de boeken die we reeds noemden in 1968. En nu nog steeds schrijft hij en diri geert hij koren, stopt nadenkend zijn pijp en schept nieuwe ideeën en ver telt tot vreugde van velen. Allicht raken zijn verhalen door de rijkdom der jaren aan een verdieping toe. H. STEGGERDA (Van onze moderedactrice) AMSTERDAM In de ko mende weken houdt De Bijen korf een reeks stoffenshows, waar voor doe-het-zelfsters heel wat te zien is. Er worden in ons land nog jaarlijks miljoenen knippatronen verkocht „mode per meter" is dus ook belangrijk. Buiten beheersen vooral de jonge mode en dan liefst in felle kleuren met rood voorop. Veel honderd pro cent wol en dus niet bepaald goed koop, zo van bijna zestien gulden af. Voordeel natuurlijk dat de stof 140 cm breed is. Jersey, niet meer rond maar met twee zelfkanten geweven is populair. Men moet wel een goede kwaliteit nemen, anders is het verwerken heel moeilijk. Nieuw is de Heek-fur, 100 pet. acryl, leuk voor joppers bijvoor beeld. W indsor look Heel mooi gedessineerde jersey's voor japonnen met prijzen van f li - 30 per meter. Een collectie voor de ouderen, die zich niet meer aan felle kleuren en grote ruiten wagen is de Windsor Look, met kleine ruitjes, die al of niet met effen kunnen worden ge combineerd. Veel fluweel, cableroy. suède. be drukt, of geruwd zelfs tot imitatie schapenbont toe. Voor de avond velours met breitschwan effect of met heel kleur rijke grote dessins bedrukt. I Bijzonder was een chenille jar- i quard in beige met goud. waarvan j een fraai tailleur was gemaakt. I Verder kant en mousseline in champagne kleur, waaruit zoals de tekening laat zien iets heel feestelijks tc maken is. 1 (Van onze moderedactrice) AMSTERDAM Per jaar worden in Nederland 2.200.000 herenkostuums gemaakt, 1.500.000 colberts, 4.400.000 pan talons, 1.200.000 regenjassen en 1.000.000 overjassen. Gemiddeld koopt de Nederlandse man elk jaar een nieuw pak of een sport- combinatie en drie overhemden; om de vijf jaar koopt hij een re genjas. De totaal omzet van de herencon- fectie is ongeveer 500 miljoen gulden, terwijl 15.000 mensen er werk vin den. De export bedraagt ongeveer 80 miljoen gulden, waartegen overstaat, dat er voor 100 miljoen gulden geïmporteerd wordt. Een groot per centage komt voor rekening van de overhemden: tegen één geëxporteerd hemd komen er vijf van andere lan den onze grens over. Op het ogenblik heeft de confec- tie-industrie het druk met de collec ties van 1969. Laten we er ons maar op voorbereiden, dat de man dan vooral keuze zal hebben uit costuums in nuances orange, van fel via terra tot abrikoos, steenrood en rossig. Of turquoise van groenig tot ijsblauw. Er loopt een streepje door, niet dik ker dan een potloodlijn maar met nogal brede marge. Voor het strand veel elastische badstof, die eventueel ook als voering van katoen gebruikt wordt; zoals bij een ensemble dal een soort rokje had, zoiets alsof de man na het bad haastig een handdoek had omgesla gen. Cowboy-jasjes Voor bos en hei cowboy-jasjes met franjeaan hals. mouwen, armtop en zoom. Bij de „nette" pakken meestal éénrijige kostuums, die of klassiek lange smalle revers hebben of avant- garde hoge kleine. De pantalons zijn recht of lopen tot ongeveer 25 cm uit op de voet. Bij een enkele is bij de enkel een plissée stukje ingezet of is er een split met knoopjes. We zagen maar één panta lon met omslag. Nieuw zijn heren- pakken in jersey, die echter nauwe lijks als zodanig te herkennen zijn. De Beau Brummelprijs voor het fraaiste kostuum ging naar een grijs-blauw costuum met weggesne den voorpanden en 3-knoopsluiting. Het jasje was vrij lang en had een split tot de taille. Het allermooiste costuum was, zo vonden wij. een zandkleurig lichtge wicht pak. waarvan het lange jasje een smalle geincrustreerde ceintuur had en een split met couture plooi. Het kreeg de Beau Brummelprijs in de sector vrijetijdskleding. maar dan is het pak wel voor een gedistingeer de vrijetijdsbesteding. M V DEN HAAG De gezondheidstoe stand van prinses Beatrix is bijzon der goed, aldus concludeert de Utrechtse vrouwenarts prof. dr. W. P. Plate, die gistermorgen de Prinses op kasteel Drakensteyn heeft bezocht voor een routine-onderzoek. Het is de bedoeling, dat de beval ling, die zoals bekend is. in de twee de helft van deze maand wordt ver wacht, in het academisch ziekenhuis te Utrecht zal plaats vinden. Evenals bij de geboorte van prins Willem-Alexander. zal professor Pla te terzijde worden gestaan door de kinderarts dr. J. Drukker. de anesthesist G. M. at Nijhuis en de hoofdverpleegster mejuffrouw C. L. van Beizekom. Zodra professor Plate de tijd gekomen acht om zijn mede werkers op te roepen, zal dit worden bekendgemaakt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 5