Een verlengstuk
aan de zomer breien
Van
niet kon lachen
PUZZEL VAN DE WEEK
Iv00F'de%7eugdv
ZATERDAG 31 AUGUSTUS IMS
VAN BLOEM EN PLANT
Onze planten hebben in
uli te weinig zon en te veel
emelwater opgevangen, met
ls gevolg dat vele eenjari-
en, die het anders tot in de
erfst volhouden, ontijdig het
)odje hebben gelegd. Daar-
oor zijn er kale plekken ont-
taan en menige liefhebber
aat zich afvragen of een aan-
ulling met laatbloeiende
aste planten niet een oplos
ing kan zijn om de zomer
en verlengstukje te geven.
Het is nu eenmaal
dat vaste plan-
n in de praktijk
leer weerbestendig
lijken te zijn dan
et snelgroeiende
laigoed, dat, en-
de uitzonderingen
aargelaten, sneller
iteenvalt en rotting
ertoont.
Wist u dat een
ïzoek aan een
aste planten- en
jomkwekerij in
eze tijd van het
iar ons allerlei mo
elijkheden open-
lart voor een ver-
nging van de
loei in onze bor
er?
.,Is zo'n oriënterend
ezoekje niet mo-
elijk, dan kunnen
re u misschien op
reg helpen met en-
;ele nazomer- en
erstbloeiers, die
tuin weer een
pwekkende injectie
even.
Vetplant
Misschien kent u
rel de grofbladige
etplant Sedum
jectabile Brilliant',
ozebvormig en mooi
olrond groeiend
riet haar grijsgroe
ne bladeren en kar-
münrose platte
bloemschermen in
de top, des te levendiger nog
door het af en aanvliegen van
•bijen en kleurige vlinders die
op deze nazomerbloeier in gro
ten getale neerstrijken.
Ook de dofrode bloemscher-
men van Sedum telephium
.Herbstfreude' doen hun naam
alle eer aan boven het blauw
groene loof. Beide leveren ons
bovendien houdbare snijbloe
men voor vaas of schaal.
Rudlbeckia nitida ,Herbst-
sonne' vertelt ons meteen ook
al dat ze de zomer op fleurige
wijze weet te verlengen, maar
in tegenstelling tot het eerste
tweebal heeft ze plaats nodig
en vooral een zeer zonnig plek
je, waar de plant zich tot 1%
a 2 meter hoogte kan ontwik
kelen.
De kanariegele bloemblaad
jes zijn teruggeslagen en laten
het bolle groene hart zien.
Houd haar vooral op de achter
grond. Er is nog wel een la
gere soort nL Rudbeckia laci-
niata Goldquelle, 1 a 1.20 me
ter hoog met halfgevulde, ci
troengele bloemen, die de sep
tembermaand weet op te vro
lijken.
Sedum spectabile Brilliantverlengt de zomer met haar opvallende
bloemschermen en verlevendigt het tuinbeeld als grote attractie voor bijen
en vlinders.
Herfstasters
Herfstasters behoeven we u
niet meer voor te stellen, want
ze ontbreken haast in geen en
kele tuin. En toch kunnen we
niet jubelen over de keuze.
Vaak in kleine tuinen enorme
wilde, hooggroeiende planten
met vale kleuren, terwijl er toch
zoveel variatie in bestaat.
Sterk vertakt maar toch goed
van vorm is de met kleine witte
tot zachtlila bloempjes over
dekte Aster cordifolius .Silver
Spray', die door de milde bloei
en goede houdbaarheid, ook op
water, zeer aanbevolen kan
worden, evenals Astér multi-
florus .Golden Spray' met crème-
gele bloempjes.
Zéér laat bloeit Aster movae
angliae Barr's Blue, tot 2 meter
hoogte met violetblauwe bloe
men. Zet haar in de buurt van
de Rudbeckia, alle kans dat
deze nog even haar goud laat
zien tegen het paars. Heel mooi
van kleur is .Harrington Pink'
met zilverrose bloemen, die we
bij asters zelden aantreffen.
Voor de kleine tuin en de
voorgrond van de border zijn er
ook lage vormen van 2540 cm
hoogte. Iedere kweker zal u va
riëteiten van deze Aster novi
belgii nanus kunnen tonen.
Anemoon
Tenslotte nog de herfstanemo-
nen, porseleinachtig wit of rose,
komvormig of licht gevuld en
dikwijls tot december doorbloei-
end. Ze zjjn bekend als Ane
mone hybrida en Anemone ja«
ponica en geven elke tuin een
apart cachet, 's Winters houden
ze wel van een flinke laag blad,
maar overigens kunnen we er
jaren plezier van beleven en
zijn het bovendien houdbare
snijbloemen.
A. C. MULLER-IDZERDA
Kruiswoord-puzzel
Hor. 1. uitstekend, 4. zeker balspel, 7. ommegang, 9. opera van Verdi,
10. soort van kraai, 12. soort van kabeljauw, 13. ternauwernood, 14.
akelig, 15. ijverig, 18. priem, 20. kieskeurig, 23. gebaar, 25. tuinhuisje,
26. bestuurder, 27. afgodsbeeld, 29. gil, 31. plaats in N.Brab., 32. plaats
in Limb., 37. edelknaap, 39. gelijk, 40. meisjesnaam, 41. drietenige struis,
42. water in N. Brab., 43. juffrouw (Ind.), 44. het oosten, 45. stad in
Zwitserland.
Vert. 1. pronken, 2. onbep. voornaamw., 3. oogvocht. 4. aarde, grond,
5. middag, 6. hinderen, 8. stad in Italië, 9. hoekpijler, 11. wal, 16. hoopje
drogend hooi, 17. rivier in Frankrijk, 18. plaats in Drenthe, 19 tegen
valler, 21. stok, 22. eenjarig kalf, 23. lopend touw tot het inkorten der
zeilen, 24. biersoort, 28. courant van een partij. 29. paar, 30. nauwe, 33.
wild zwijn, 34. spijltje, 35. gemeenschappelijke weide, 36. ransel, 38.
meisjesnaam, 40. jongensnaam.
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Hor. 1. kapel, 6. motet, 11. fee,
12. een, 14. men, 16. al, 18. Almen,
20. ha, 21. kanaal, 22. eerder. 23.
es, 24. si, 26. e.o., 27. te, 28. elk.
30. nog, 32. Oss, 34. el, 35. ma, 37.
en, 38. uk, 40. stap, 41. leger, 42.
enig, 43. sn, 44. es, 45. pL. 47.
nn, 49. die, 51. ulk, 53. adé, 56. ag.
58. An, 59. la, 61. me, 62. letter, 64.
aardig, 65. Ot, 66. griet, 69. se, 70.
Ans. 72. eer, 73. dal, 75. massa. 76.
gesel.
Vert. 2. af, 3. pedaal, 4. Ee. 5.
demi, -7. om, 8. terras, 9. en, 10.
rakel, 12. el. 13. ne, 15. parel, 17.
las, 18. als. 19. neo, 20. het, 25. in,
26. eg. 28. eland, 29. km, 31. orgel,
32. on, 33. Sunne, 34. ets, 36. als,
37. Erp. 39. kin, 44. Ee. 46. la, 48.
salon, 50. intens. 51. un, 52. kl, 54.
dorkas, 55. neger, 57. get, 58. arg,
60. aat. 61. mis, 63. mier, 67. re, 68.
er, 70. Aa. 71.>ss. 73. de. 74. Ie.
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen
uitsluitend op een briefkaart
worden geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: „Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen:
een van 10,- en twee van 5,-.
182
Niets had hij gemerkt van de vele wenken hem door het
leven zelf gegeven, door gebeurtenissen, zowel als door
mensen en dieren. Hij lag in zijn bed en dacht zijn verwarde
gedachten. Hij wilde iets goedmaken, mevrouw Bongerasma
schrijven, dat zij toch in ieder geval terug moest komen, dat
hij genoeg verdiende dat hij voor haar zorgen kon. Hij wilde
haar schrijven hoe erg hij het vond, hoe ontzettend, wat
haar was overkomen, hij zou haar willen troosten en alles
voor haar doen.
Freek, woelend in zijn dekens, niet eens geheel voor de
nacht ontkleed, wist niet dat het oneindig veel gemakke
lijker is grote dingen aan een mens te doen, dan kleina
hartelijkheden in het dagelijks leven.
VI
Na een doorwoelde nacht met onrustige slaap en flarden
benauwde dromen, was weer een morgen, een zaterdag,
waarop dr. De Wieck kwam kijken naar het spel met de
dieren. De psycholoog zag heel goed, dat er iets aan scheel
de, dat de jongeman zijn vreugdig gezag, zijn genoegen in
de testen miste deze morgen. Zijn ogen stonden afgedwaald,
zijn antwoorden waren kort en ongeïnteresseerd. De Wieck
was benieuwd welke invloed hij zo zou hebben op de dieren.
Niet lekker? informeerde de arts vriendelijk.
Hoofdpijn en slecht geslapen, dokter, Freek ant
woordde onverschillig. Wij kunnen vandaag in het chapi-
teau gaan, in de piste, Aleksej werkt toch later vanochtend.
De dokter voLgde hem naar het chapiteau, dat grauw-wit
was in de donkere voorjaarsmorgen.
Nog helemaal geen echte lente, hè?
Nee, zei Freek. nee....
Op een toon van, dat-zal-wel; de dokter nam hem scherp
->p.
Het lijkt waarachtig wel of je een kater hebt Gebor
reld gisteravond?
Een vaag rood legde zich over Freeks wangen. Verdraaid,
A-at kende die De Wieck zijn mensen toch goedl Met een
beetje verlegen glimlach knikte hij flauw.
Ook de dokter glimlachte, maar ging niet verder erop in.
Ja, zei hij alleen wat langgerekt, daar moet je plezier
in hebben om je een stuk in je kraag te drinken....
Freek liet drie tijgers in de manége, keek tersluiks nog
naar de dokter, daar op de eerste rij bij het traliewerk.
Waarom zijn het er maar drie vanmorgen? Waar is de
vierde?
Bij haar jongen, dokter, die laat ik daar nu maar liever,
ik dacht dat deze drie wel genoeg waren, of wilt u, dat ik
nog een paar leeuwen haal?
O nee, 't is goed.
De Wieck stak een sigaar op, een vlammetje flakkerde, de
lucifer doofde onder zijn voet.
Gebukt door de loopgang gaande kwam Freek in de kool.
Nee, vandaag maar liever drie, en dan nog de meest ver
trouwde. Wonderlijk, hij voelde het zelf, er ging vanmorgen
niets van hem uit. Het gaf hem toch een schok toen hij dat
ontdekte. Waar was zijn vertrouwen, zijn liefde, zijn vaste
wil? Hij leunde tegen de ijzeren staven en keek naar de
dieren, die, verbeeldde hij het zich? onwennig
rondsnuffelden. Waren dit zijn katten, waarmee hij spelen
kon? Maar natuurlijk, welke onzin haalde hij in zijn
hoofd. De tijgers waren dezelfde en hij was dezelfde. Giste
ren nog had hij deze dieren gestreeld en zijn hand gelegd
tussen hun tanden scherp als dolken.
(Wordt vervolgd)
VOOR DE JEUGD.— VOOR DE JEÜGD~LT"VÖÖR™D'É'JEÜGD^VÖÖR''DE^EUGD—VOOR DE JEUGD VOOR
i
i
Koning Tahito had een zwaar
even. Hij was de vorst van een
foot volk en altijd had hij zor-
!en om zijn onderdanen.
Jan weer was 't de woningnood,
jraarvoor hij een oplossing moest
inden, dan weer was er geen
leid om wegen aan te leggen of
t dreigde een oorlog, waardoor
lij grote moeilijkheden had.
Altijd was er wel iets en zo
iwam 't, dat de koning 't lachen
jerleerd had. Hij keek altijd
pmber en hoewel de mensen
teel van hem hielden, durfde
iiemand in zijn nabijheid te la
aien.
De ministers, die dagelijks met
Ie koning te maken hadden, ver
tokken nooit een spier van hun
fezicht, terwijl ook de lakeien al-
jjd even ernstig keken. Als bui
en 't paleis ergens een lach op-
lonk, keek de koning verstoord,
Ssof hij wilde zeggen: „Wie
lurft er te lachen?"
Zo kwam 't. dat in de stad bij-
ia iedereen een beetje bang was
m te lachen en alle mensen met
tnstige gezichten rondliepen.
Op een goede morgen kwam
en vreemdeling de stad in en hij
(eek verbaasd naar al die
(espannen gezichten.
I De een liep hem voorbij met
en fronsend voorhoofd, een an-
er met een nors gezicht en
opeens riep hij uit: „In welke
stad ben ik hier verzeild ge
raakt? Jullie zetten gezichten als
oorwormen, wat is er voor
verschrikkelijks gebeurd? Ha, ha,
ha," bulderde, hij opeens van de
lach, toen hij een bruidsstoet
voorbij zag komen.
De mensen keken alsof ze naar
een begrafenis moesten.
„Ssssssst", riepen er een paar.
terwijl ze hun vinger tegen hun
lip legden, „sssst, je bent. hier
vlakbij 't paleis van onze ko
ning".
„Is de koning dan ziek?" vroeg
hij.
„Ziek? Hoe kom je er bij. Onze
koning is nooit ziek, hij mankeert
niets."
„Maar waarom dan die ernst?
Waarom zien jullie eruit alsof
jullie je laatste oortje versnoept
hebben? Waarom kijken jullie
allemaal zo treurig en zo triest?
De zon schijnt, 't is een prachtige
dag, maar 't lijkt hier wel nacht,
zo somber".
„U bent zeker vreemd in de
stad?" vroeg er een.
„Zeker, ik woon hier ver van
daan".
„Dan kunt u ook niet weten,
dat onze koning een ernstig man
is, die een hekel heeft aan pret
en plezier. Lachen in de omge
ving van het paleis is niet toe
gestaan, omdat dat onze koning,
die een hardwerkend mens is,
hindert en ergert".
„Ha, ha, ha", lachte de vreem
deling, „willen jullie me wijsma
ken, dat de koning niet van la
chen houdt?"
„Precies, en wees nu stil, anders
kon 't wel eens verkeerd met u
aflopen!"
„Ik heb nog nooit gehoord, dat
lachen een misdaad was. Lachen
is gezond en als ik zo eens om
me heen kijk, voel ik de kriebels
in mijn binnenste. Ha. ha, ha, ha,
hi, hi, hi". De vreemdeling brulde
't uit, sloeg van pret op z'n dijen
en schaterde.
De mensen keken wat angstig
om zich heen, maar spoedig werd
er hier en daar wat geglim
lacht.
De vreemdeling liepen de tra
nen over z'n wangen van plezier
en hikkend stamelde hij: „O. o. o,
wat heb ik een pret Nog nooit in
mijn leven heb ik zoiets mals
gezien, kijk me dat toch eens
even aan. Ha, ha, ha!"
Ook de mensen, die 't al zo'n
lange tijd zonder vrolijkheid
hadden moeten stellen, konden
hun lachten niet langer bedwin
gen en na een poosje bulderde de
stad van plezier.
't Leek wel of ze deden wie 't
hardste kon lachen, ze kregen 't
allen op hun lachspieren en ook
de bruiloftgangers zagen er niet
langer somber uit.
De koning, die in vergadering
was met z'n ministers, hief ver
bolgen zijn hoofd op.
„Wat is er aan de hand buiten,
wat is dat voor herrie?"
De eerste minister stak zijn
hoofd door 't raam om te zien
wat er gebeurde en toen.... hij
moest wel meelachen of hij wilde
of niet.
Hikkend zei hij: „Majesteit,
ik.... ik.... ha, ha, ha, ha!"
„Mijn beste man, wat heb
je?"
„Ach Sire, ha, ha, ha, haen
terwijl de koning zijn altijd zo
ernstige raadsheer verbaasd
aanstaarde, klonk 't gelach van
een andere minister. die
nieuwsgierig naar buiten keek.
PUZZELOPLOSSING 17-8
Vis, uil, vos, das, mus, mol,
lam, kat, tor.
PRIJSWINNAARS PUZZEL
Pieter Bolhuis, Den Haag, Josje
Bouman, Rijswijk, Gerda Schone-
veld, Valkenburg.
PUZZELOPLOSSING 21-8
Amsterdam, Helsinki, Londen,
Rome.
PRIJSWINNAARS PUZZEL
Teunis van Lopik, Hardinx-
veld-Giessendam. Marian van
Vliet, Zevenhuizen.
toen... een aarzelende glimlach hij en zijn ministers al heel
trok om zijn mond. gauw de oplossing van een moeï-
Ook hij kon niet ernstig blij- lijk probleem,
ven bij 't zien van zoveel vrolijk- De koning, die eigenlijk een
heid en wat gebeurde er? hekel had aan al die vervelende
De koning, de ernstige en zor- vergaderingen, deed toen een
gelijke Tahito stemde met, 't ge- voorstel, waar iedereen mee
lach in en al spoedig liepen ook instemde. Hij verplichtte nu zelfs
hem de tranen over de wangen. zijn onderdanen, minstens één uur
Toen de ministers dat zagen, per dag te lachen,
riepen ze vol vuur uit: „Hij lacht, En zo gebeurde 't voortaan. De
onze koning lacht!" stad bruiste van vrolijkheid, de
Al spoedig gonsde de stad van sombere gezichten waren ver-
't gerucht, dat de koning gela- dwenen en 't leek wel of de zon
Al spoedig was 't een lachende chen had en no§ no0it hadden de er altijd scheen,
raadkamer en de koning, die mensen zo'n plezier beleefd om... En de koning?
diep verontrust werd door 't mal- waarom eigenlijk? Zijn gezicht zit nu vol lachrim-
le gedrag van zijn raadsheren, Niemand wist precies te zeg- pels en z'n zorgen, die hem altijd
stond op en keek door 't raam 8en- waarom hij lachte. zo somber maakten, lost hij,
naar buiten. De koning, die z'n zorgen voor doordat hij 't leven nu van de
Zo ver hij kon kijken, was de eerst van zÜn teven een mo- vrolijke zonnige kant ziet, veel
straat gevuld met lachende, ment was vergeten, voelde zich sneller op.
om een nieuw mens na al die vro- De vreemdeling, die eigenlijk
lijkheid en wat hij eerst voor per ongeluk in de stad kwam, is
onmogelijk had gehouden, ge- er blijven wonen, want zoals jul-
beurde. lie weten, hield hij nu eenmaal
Dank zij de vrolijkheid vonden van lachen.
proestende mensen. Overal
zich heen hoorde hij gegier en
gebrul van de vrolijke menig-
De ministers, die lange tijd
niet zo'n plezier beleefd hadden,
konden niet meer spreken en ten
Hebben jul
lie ook in zo'n
dicht bebost
vakantieoord
gelogeerd? In
het water zien
jullie het ver
laten bootje
liggen. De jon
gens die in dit
bootje zaten
zagen zulke
mooie grote
bramen dat ze
er lekker van
zijn gaan snoe
pen.
Jullie gaan
maar eens aan
het zoeken
hoor! Je
schrijft maar
gauw hoeveel
jongens het er
zijn geweest.
De oplossing
moet voor
dinsdag 3 sep
tember worden
ingezonden.
Lappie Loep en de pruikebollen
einde raad trok de koning aan 't
bellekoord.
Een lakei, de altijd even
ernstige Lodewijk, kwam binnen,
met roodomrande pretogen, maar
toen hij de vrolijke raadsverga
dering zag met het ernstige ge
zicht van zijn koning, barstte hij
ook weer in lachen uit.
„Lodewijk, beheers je," sprak
de koning waardig.
Maar de lakei had net als de
anderen de slappe lach en of hij
wilde of niet, hij kon z'n vrolijke
gezicht niet in de plooi krijgen.
De koning keek niet begrijpend
van de een naar de ander en
III II
30) Jonas slikte iets weg en keek de tafel rond. Een
hele serie kraaloogjes loerden hem vanuit verschillende
behaarde hoofden aan. „Tja", stotterde Jonas, want hij
wist niet precies wat hem nu te doen stond. „Tja, heren,
ik weet het ook niet Ik heb al m'n haargroeimiddeltjes
verkocht en de rest moet de kapper maar doen hoor...."
„De kapper doet het niet meerl" riep een raadslid. Jonas
haalde de schouders op. „Nou, ik kan er ook niks aan
doen...." Alle ogen van de gemeenteraad waren op Jonas
gericht enze keken alle boos. Ondertussen was Lap
pie op de plaats van bestemming aangekomen en stapte
uit. Hij groette de drie mannetjes en wenste hen veel
geluk met hun wedstrijd. Toen ging hij op zoek naar
Ling, de Chinese koopman......
1005: „En nu onder de
wol, want het is morgen
weer vroeg dag", zei
smidje Verholen. „Kom
mee, Jopie. Dan 'breng ik
je naar de kamer, waar
Kareltje Knetter altijd
geslapen 'heeft. Ziezo
hierlangs de trap op. As
jeblieft, is dat een keurig
kamertje of niet?" „Een
bijzonder fijn kamertje",
antwoordde Jopie de Bie-
tel. „En nog hartelijk be
dankt, baas Verholen. Ik
zal de beste leerjongen
worden, die U ooit heeft
gehad. Zodoende."
Diezelfde avond gebeur
den er in het hartje van
het dorp ook nog enkele
andere vermeldenswaardige dingen. Enkele inwoners hadden zich verza
meld in de gezellige gelagkamer van „Het Wapen van Rijkhuyzen' en dronken
daar een rustige versnapering. Toen ging plotseling de deur open en trad
een breedgeschouderde vreemdeling binnen, gekleed in ccn trui met hoge
boord en een geruit sportjasje. Het was geheime agent 009 „Goeien-
avond samen", groette hij joviaal. „Kan een vap U mij misschien inlichtin
gen geven? Ik ben blijven staan met een klein mankementje aan de auto, en
nu zoek ik iemand, die hem snel en goed repareren kan." „Dan kan ik U
een goed adres anrekommanderen", antwoordde een der stamgasten. „Bei
Smidje Verholen en de Knap-Mutator
maay eens aan bij smidje Verholen op het pleintje, hier even verderop. Een
betere smid is er in het hele land niet te vinden." „Hmmm, ik twijfel er
aan of die goede smidje Verholen het wel zo leuk vindt 's avonds nog zo
laat aan het werk te moeten", zei 009, zorgelyk een sigaret opstekend.