Philadelphia heeft de wetenschap nodig In het land der levenden BLAD ZIJ ZORG VOOR GEESTELIJK GEHANDICAPTEN HULP VAN VRIJE UNIVERSITEIT dialoog 16 ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1968 Elke dag worden in ons land 22 geestelijk gehandicapte kinderen geboren: drie procent van het totaal aantal geboorten. Er is uitge rekend dat één op de twaalf Nederlanders dagelijks met de zorg, verpleging of begelei ding van een gehandicapte medemens wordt geconfronteerd. In inrichtingen wordt een tiende deel van deze grote groep verpleegd. Het merendeel van de kin deren blijft by de ouders, die, ofschoon ze door gaans veel liefde van deze kinderen ontvangen, op een eigenlijk niet na te vertellen manier zwaar belast worden. Dit kan tot op de dag van vandaag tot ver schrikkelijke kortsluitingssituaties leiden. Een wel heel triest voorbeeld is het geval van nog niet zo heel lang geleden, dat een vader, in uiterste wanhoop, een eind aan het leven van zijn geestes zwakke kind maakte. Zó weinig weet de samenleving van de spannin gen, die kunnen voorkomen, dat men de man in kwestie bijna als een gewone moordenaar behan delde. Gelukkig werd dit, als door een wonder, nog bijtijds voorkomen, maar het is veelzeggend. Een buitenstaander bevroedt doorgaans niet in het minst wat het betekent als een geestelijk gehan dicapt kind aan de zorgen van ouders is toever trouwd. Beangstigend Vaders en moeders staan ook voor de beangsti gende vraag: hoe straks verder, als we er niet meer zijn? Wie zal dan de begeleiding en verzor ging overnemen? Voor christen-ouders geldt: hoe juridische, medische, psychologi sche. En het terrein is nog zo on ontgonnen. Hier liggen tiental len, zo niet honderden deelta ken. Wat te denken van de cateche se, speciale kerkdiensten, van de research naar de oorsprong van dit soort afwijkingen, van de mate waarin ouders van de kinderen fiscaal belast mogen worden, van de vergrijzing dezer groep minder bedeelden, van de cura tele, van de toepassing van het strafrecht, van de vraag hoe de rechten van deze gehandicapten, die ze zelf immers niet tot gel ding kunnen brengen, moeten worden gewaarborgd? Om nu maar een aantal het eerst eruit springende voorbeelden te noe men. Terecht heeft daarom onlangs de vice-voorzitter van PHILA DELPHIA, mr. M. Thoolen uit Den Haag, een en andermaal bin nenskamers èn bij officiële gele genheden, een beroep op de VU gedaan, om PHILADELPHIA als het ware te adopteren door deze specifieke problemen via re search en andere studie weten schappelijk in de kern aan te vatten. den voor nu de VU via de wet Hoger Onderwijs zich steeds meer „selfsupporting" kan gaan noemen. Niet aarzelen Bij PHILADELPHIA is men van mening, dat over de toe komstige bestemming van die ac tie niet te lang geaarzeld moet worden: hier ligt, heel duidelijk de tweede schakel, die „ingeklon ken" moet worden. De gewijzig de doelstelling zal de actie alleen maar kunnen stimuleren en de zozeer begeerde verbinding Vrije Universiteit-PHILADELPHIA al leen maar kunnen verstevigen. Dit alles niet te zien in het perspectief van een aantal energiek ploeterende mensen, die voor het heil van minder begiftigde kinderen bezig zijn, maar in het perspectief van een roeping. Sterker: als een opdracht van God. kunnen we ervan op aan, dat het gebeurt in de geest van de be lofte, die we bij het dopen van dit ons kind hebben afgelegd? Eigenlijk vrij laat. in oktober nog maar twaalf en een half jaar geleden, brak by een aantal ouders de overtuiging door, dat ze deze zo zwaar wegende belangen samen onder ogen moesten gaan zien. Dat betekende de geboorte van „PHILADELPHIA", de lan delijke protestants-christelijke vereniging van ouders en vrienden van het afwijkende kind. Een vereniging, die sindsdien een meteoor-achtige ontwikkeling te zien heeft gegeven: er werden acties gevoerd, grote, geschikte panden aangekocht, die aange past aan de moderne eisen als (gesubsidieerd) tehuis voor ge middeld 25 tot 30 gehandicapten konden dienen. Er zijn er nu al 18 en men heeft al bijna 250 personen in dienst. Voortdurend is men doende het aantal tehuizen, over het hele land verspreid, uit te breiden, want de wachtlijsten zijn bijzonder groot. Werkplaatsen Aan de tehuizen moesten in een aantal gevallen werkplaat sen worden verbonden, waar van er nu zes zijn. Verder be middelt men en geeft advies bij problemen inzake toepassing van de Bijstandswet, by vervoers problemen van en naar school; men organiseert vakantiekam pen, onderhoudt intensieve in ternationale contacten, en heeft nog tal van problemen, die om een oplossing wachten, in stu die. Dat is nog maar een greep. Kerkdiensten Sinds men zich in georgani seerd verband ging bezinnen op de totaalproblematiek is eigen lijk pas gebleken hoe veelom vattend deze is. Steeds klaarder ging voor ogen staan, dat een voortdurende veel omvattende, wetenschappelijke begeleiding nodig is. Voor een vereniging van de signatuur als PHILA DELPHIA kwam daarvoor in feite maar één wetenschappelijk instituut in aanmerking: de Vrije Universiteit in Amsterdam. Men redeneerde: onze zaak heeft zovele kanten: theologi sche, didactische, sociologische. Haast Gebleken is inmiddels, dat dit verzoek ernstig is genomen en tot positieve gevolgen in de toe komst zal kunnen leiden. Maar de vereniging heeft haast en hoopt op een ineenslaan van de handen tussen betrokkenen en wetenschap op de kortst moge lijke termijn. Immers deze zaak, die zo diep ingrijpt in tal van mensenlevens kan eigenlijk niet het geringste uitstel dulden. In nog een ander opzicht ziet PHILADELPHIA als van nature een relatie tussen haar en de Vrije Universiteit, te weten een financiële band. Al een en ander maal is op VU-dagen een te veranderen bestemming van de Vrouwen VU-hulpactie ter spra ke gekomen. Temeer is daar re- „Wat zielig". Dat is meestal de eerste reactie. En de twee de: ,/t Zal je kind maar zijn". Waarna men ietwat gegeneerd om de eigen gezondheid weer overgaat tot de orde van de dag. Voor enkele tienduizenden vaders en moeders echter is dat nu juist de orde van de dag: het is hun kind. Er is wat mee, ontdekten ze vroe ger of later zelf. En de dokter bracht het kindje in een wetenschappelijk hokje onder: debiel, imbeciel, idioot. Zwakzinnig zeiden ze vroe ger. Geestelijk gehandicapt noemen we het tegenwoordig, om het wat vriendelijker te laten klinken. Voor de ouders doet de naam er eigenlijk niet zoveel toe. Zij zitten niet zo zeer met de vraag: hoe heet „Inspraak voor studenten? Men moet niet vergeten dat heel wat studenten al meer derjarig zijn. Inspraak, dat hangt sterk van de universi teit af. Er zijn er, waar het nog knap ouderwets toegaat. Een student zou over de me thode en over de leerstof van gedachten dienen te kunnen wisselen met degene die hem les geeft. Dat gaat ook zo bij schriftelijke lessen. Bij de Leidse Onderwijs Instellingen maakt men gebruik van de voorstellen, die cursisten doen." Het woord is aan de heer J. de B. te Z., leraar MAVO. „Ik volg nu zelf een cursus tot modernisering van het leer plan Wiskunde. Over het leer plan op zich word je voorge licht. Maar je kunt zelf een afspraak maken over de tijd waarop, dat gebeurt in over leg. Ik overleg zelf ook met mijn leerlingen als het om proefwerk, bijlessen en derge lijke gaat. Als zo'n proefwerk te veel is, kan dat op verzoek van de leerlingen bijvoorbeeld in tweeën worden geplitst. Uiteindelijk ligt de beslissing bij de leraar, maar overleg moet mogelijk zijn, al denkt niet iedereen daar zo over. Over de opmerkingen van mej. G. D. wil ik dit zeggen: individueel onderwijs is het beste. Bij het groepsonderwijs gaan we het straks zo indivi dueel mogelijk proberen, met de Mammoetwet. Individueel Onderwijs is niet te organise ren. De leerlingen kunnen bij I.O. in hun eigen tempo wer ken dan raak je ook eens een beetje van de doublures af. Ons klassikaal systeem is een kwestie van financiën. Je moet nu eenmaal dertig leer lingen onder je hoede hebben. Had je er tien of twintig, dan ging het beter; Je kunt ze be ter observeren bijvoorbeeld en achter hun broek zitten. Wat betreft het internatio nale verschijnsel, dat studen ten overal opstaan, ik denk zo het is de intelligentsia. Zij hebben kijk op veel zaken, en zijn van thuis weg. Ze stellen zich kritisch op. ook ten aan zien van de politiek. Jeugd is altijd kritisch. Deze jeugd is kritisch in 't kwadraat. Zodra de politiek de straat op komt. komen de schreeuwers erbij. Dat zijn vaak niet de echte critici!" Renteloos Mejuffrouw M. de B. te Z. werkt administratief bij een scholengemeenschap in een universiteitsstad. Haar erva ring: „Ik maak het mee, dat leraressen een volledige dag taak hebben. Haar man stu deert jaren, soms is er zelfs al een baby. Moeder is de hele dag weg. vader zorgt voor het huishouden en de baby in cluis. In zo'n huishouden komt erg veel op de man neer. Nou ja. ik vind eigenlijk dat de man moet zorgen voor de inkomsten. Als zij willen stu deren moeten ze er de tijd maar voor nemen. Voordat ze trouwen, moeten ze eerst hun studie eens afma ken. Zij krijgen dan wel een renteloos voorschot, maar la ten ze zoveel mogelijk op ei gen kosten studeren, dus nog geen gezin vormen op kosten van de gemeenschap. Lerares sen met studerende mannen willen niet altijd alle lesuren geven die ze wel zouden kun nen geven, want ..dan krijg ik geen renteloos voorschot". Ze rekenen precies uit hoeveel ze kunnen „pikken". Studiehoofd Er zijn ook leerkrachten die 's morgens les geven en 's middags college lopen; daar heb ik meer respect voor. Als de vrouw de kost verdient en de man studeert? Laten ze liever nog een paar jaartjes wachten met trouwen! „Over studenten wil ik het ook eens hebben" schrijft me vrouw G. L F. te D. Vroeger was het zo dat jongelui die echt een studiehoofd hadden door mochten leren, dan kwam er later een flinke man of vrouw uit de bus. kopstuk ken van de maatschappij waarop je kon bouwen. Te genwoordig zijn er veel jonge lui die niet kunnen en niet willen studeren maar van thuis moeten. Dan nemen ze de kans waar om van dat le ren af te komen, en de monstreren! Sommige ouders denken dat hun kind intelligenter is dan het in werkelijkheid is, als kinderen te hoog moeten grij pen wordt het een lijdensweg. Het kind denkt: ik haal het toch niet en werkt er ook niet meer voor. Wij ouders zouden willen dat onze kinderen (ook de meisjes!) al jong zouden beseffen dat ze nooit teveel kunnen leren. Mijn oudste ging pas leren toe hij uit mili taire dienst kwam; ;ammervan de verloren gegane tijd! Mijn mening is dat het overal in de wereld verkeerd gaat: zij kennen geen gezag meer. Waar ieder doet wat hijzelf maar wil, gaat land of gezin ten onder. Het ergste is dat ze God ook uit hun leven bannen..." Nog u-aarde? Mevrouw S. G. K. tc L. heeft persoonlijk ondervon den wat het is te willen stu deren en niet te kunnen om dat de nodige contanten ont breken. Nu iedereen de gele genheid krijgt om te studeren vraagt men zich af: heeft de studie nog waarde? Ik denk niet alleen aan de lengharigen maar ook aan hen die zich verheffen boven degenen die niet geleerd hebben. Zij krij- gen er nog een vak bij, name lijk: zelfvernedering. Dat is moeilijk onder de knie te krij gen! Och arme. wat zal het cijfer zijn voor dat vak op uw eindrapport? De ware groot heid ligt in het kleine." Veeg uit pan Mevrouw van H. te W. geeft de ouders een veeg uit de pan. enfin, leest u maar mee: „Ik vraag mij inderdaad ook af of de heren studenten tegen woordig zo weinig plichtsbesef hebben vanwege het studeren 1 Mijn zoon heeft hard gewerkt in zijn studietijd, was lid van SSR maar deed uitermate zijn best. In de vakanties trok hij met een club naar 't buiten land en ziet daar nog altijd met vreugde op terug. Maar niet die nare uitspattingen zo als nu. Ik heb een neef, pas van Nijenrode af. maar ze rij den daar ook haast allemaal met een eigen wagen in de studietijd. Waar is dat voor nodig? Ik prijs ons gelukkig dat wij ze in een andere tijd groot mochten brengen. Toen deed men niet aan zo'n luxe. al zou het kunnen. Zijn er dan geen ouders meer met ruggegraat? Zelfs jonge kinderen wordt maar gegeven, steeds, wat ze vragen! Later vloeit daar van zelf grote ontevredenheid uit voort. Veel jongens gaan tegen woordig na hun diensttijd pas studeren. De studie is hoe langer hoe intensiever. Een huwelijk kan dus stimulerend werken op rust en concentra tie". (Zou het? Een gezin geeft allerlei Verplichtingen, neem alleen maar bezoek; onge huwd leef je uit de korf zon der zorg!) het? als wel met het pro bleem: hoe komt dat? Een vraag die zij samenvatten in één enkel woord: waarom? En. gelovig of niet-gelovig, zij voelen dat hier een geheim is, dat ver boven de mens uitgaat. Zodat hun vraag wordt: waar om, God, waarom? Was het een gevolg van de erf zonde? Sloeg het lot zo blind en willekeurig toe? Was dit nu die „ongerechtigheid" der vaderen, waarmee, zoals wij in de Tien Geboden lezen, de kinderen wor den „bezocht"? Was dit een straf voor door ouders begane zonden? Medemens Jezus geeft in Johannes 9 het antwoord: Hij geneest een blinde. Men vraagt hem of de man blind was. omdat zijn ouders zouden hebben gezondigd. Jezus zegt: „Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar de werken Gods moesten in hem openbaar worden. Wij moe ten werken de werken van Hem, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is..." Met andere woorden: het gaat niet om de schuldvraag. Waar het wel om gaat is. of wij in onze verhouding tot de lijdende medemens iets van de Heer begrepen hebben.... Zijn ontferming, Zijn mede-lijden. Zijn daadwerkelijke barmhartig heid. We zullen dus moeten leren le- iWijiiBSMlii '>L fJ,i; -vili;?.t f! IffiJ ven met het feit dat sommige ouders, onvoorbereid en onschul dig, een kindje in de armen zul len houden, dat niet is als andere kinderen. to's op deze pagina: inderdaad, ze leven. Een geestelijk kind. Begrensd. Maar de grenzen zijn heel wat ruimer geworden en ze worden steeds verder ver gehandicapt ruimd. Mede dank zij de psycholoog. Begrensd In het land der levenden. Prof. dr. J. Waterink zei eens: „De maatschappij heeft meer aan de debiel, die God vreest, dan aan een professor, die Hem vloekt". Het leven voortijdig beëindi gen? dat beslist NIET. Maar onnodig en onbeperkt verlengen? Bewijzen we daar deze jongens en meisjes, mannen en vrouwen een dienst mee? Willen ze dat zelf? Willen ze eigenlijk wel le ven? Vinden ze het leven waard om geleefd te worden? Zij zullen het u niet kunnen zeggen. Maar let eens goed op ze. Kijk eens aandachtig naar de fo- Waar blijft zodoende dankbaarheid voor het kleine. 0f)tOCht dikwijls het nuttige? vraagt mevrouw van H. zich af. Ik vind ook de netheid overal zo zoek. en het „er goed uitzien" Zelfs de groten gaan ruw om met hun eigendommen! De enkele goede niet te na gesproken... (Mevrouw Van H.. uw suggestie houden we in gedachten, red.). „Ik heb eens een interview gelezen met een studentenpre dikant. Deze beweerde dat dertig tot veertig procent van de studentenhuwelijken ge dwongen was. Een tweede factor is, wanneer een student en zijn verloofde (niet-studen- te) beiden op kamers wonen, het goedkoper is om samen een gemeubileerde etage te huren. Dikwijls is de niet-stu- dente werkend. Samen met een toelage van de ouders is het nog altijd goedkoper dan dat beiden afzonderlijk ka mers hebben. De heer S. krijgt nog een stukje op deze pagina ter aan vulling van zijn gezellige brief van veertien dagen terug, u weet wel hoe het zeventig jaar geleden toeging bij stu denten: De student waarover ik schreef, die de hoofdrol vervulde in Germanicus. kreeg van een tante de somma van honderd duizend gulden Er was ook een Romeinse op tocht: bij alle studenten die er aan meededen waren de ge vels in oude Romeinse stijl opgetrokken, wat een mooie en feestelijke aanblik gaf. Ook was er eens een opvoering van Maximiliaan van Oosten rijk met alle pracht en praal uit die tijd. heel wat anders dan de rellen die ze nu ma ken!" vindt de heer S. Voldoening Hij zoekt in de diepte. Wie is deze jongen, dit meisje? Hoe er varen ze de dingen? Het leven? Waar liggen de grenzen? En wel ke mogelijkheden liggen er bin nen die grenzen? De pedagoog gaat aan het werk om die mogelijkheden volledig uit te buiten. Denken. Leren. Begrijpen. Zien. Nadoen. Werken. Presteren. En voldoening hebben van wat je pbesteert. Waardering oogsten. Soms zelf iets verdienen met ie prestaties. Dat zit er allemaal in. In dit leven. Plus lachen en huilen, stoeien en hollen, luisteren naar muziek, soms zelf muziek maken, tv kij ken, de zuster plagen... en lief voor haar zijn. Zuster Ach ja, die zuster. Zij is het sluitstuk van het team. Zonder haar zou dit werk on mogelijk zijn. Want de dokter blijft de dokter, de psycholoog de psycholoog, de pedagoog de peda goog en al die andere hoge heren zi.in „meneer". Maar de zuster, die is bij je. Die staat naast je. Moeder, ver trouwelinge, opvoedster, trooste res bi grote en kleine dingen, medemens, naaste. Zij deelt je vreugde, zij ieelt je verdriet. Zuster! Een woord, dat een wereld inhoudt in het land der le venden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 16