KERKEN
KERK
j
ONDASS
H
Ja, ik ben hartelijk vóór
Juist in deze tijd nodig
Niet zó gelukkig Samen werken
ÏVEINIG
/ERSCHIL
OOK R.K.
JONGEREN
ZATERDAG 50 JULI 19«8
VOORBURG Officiële toe-
idering Hervormd-Gereformeerd
plaatselijk niveau is een zaak,
lie een bepaald deel uit beide
rken erg vooruitstrevend, een
ider deel al weer achterhaald
ht. Nog weer een deel (het
itste?) is er vrij onverschillig
ider: men vindt het goed, zelfs
ioi. Maar daar blijft het bij.
'Feit is, dat gedurende lange jaren van het
(kaar zoeken en trachten te vinden in strikt
okaal verband de veel bepleite „ont-
ikkeling van onderop" niet zo erg veel
rechtkwam.
Maar er is kentering uit steeds meer
ilaatscn komen de laatste tijd berichten
jrer uitingen van samenwerking. Daaraan
gt overigens meestal geen „blauwdruk" ten
rondslag; de structuur aan de samcnwer-
Ing ontbreekt veelal. Dat komt, omdat ker-
eraden, zo er al van volgehouden contact
>er en weer sprake is, het vertrekpunt niet
innen vinden.
oenadering
Hagen;
a
THEO HAGEN, gymnasiast, Gerefor-
leerd, ziet tussen Hervormden en Gerefor-
leerden niet veel verschillen en hij is er van
rertuigd dat de meeste jongeren daar pre-
jts zo over zullen denken:
het zijn twee kerken die pre-
ts hetzelfde willen en belijden,
zit het er dik in dat ze ook in
^caal verband eindelijk eens
(eer samen gaan doen.
Acht hij de zaak van de een-
id essentieel? „Zeer zeker,
liarvoor ben ik te dicht bij de
Jrk opgevoed". Hoe stelt hij
(ch een samenwerking Her-
|>rmd - Gereformeerd voor als
over de jeugd gaat? „Orga-
latorisch kan ik daar weinig
zeggen, want ik doe niet zo
tief mee aan het kerkelijke
lugdleven. Het is nu, naar ik
fgrepen heb ook veel minder
plicht" dan vroeger. Ik ga wel
naar een jongerensoos en
wel eens naar een
eksgroep, maar daar blijft
tbij.
tisch deel uiteenviel. Het eerste noemden ze
het concept basis-akkoord. Dit wilde in ei
gentijdse taal het gemeenschappelijk belij
den van beide gemeenten onder woorden
brengen. Het is een spontaan, bondig en
duidelijk gemeenschappelijk geloofsgetuige
nis geworden.
Daar werd heel wat over gedelibereerd.
Aanvankelijk botsten de meningen. De ver
dedigers zeiden: we hebben elkaar als ker
ken ernstig te nemen en dienen met dit
principiële stuk te starten. Na de nodige
toelichting (er werden heel wat opmerkin
gen, verzuchtingen, gevoelens en overpein
zingen geuit) werd dit principiële stuk aan«
vaard.
Daaruit volgde, dat nu het tweede (prak
tische) deel aan de orde moest komen: als
we het over ons gemeenschappelijk geloven
eens zijn, dan moeten we eikaars ambten
aanvaarden. We kunnen nu een aantal ge
meenschappelijke kerkdiensten beleggen
(voorlopig vier per jaar); we gaan een begin
door
Ton van der Hammen
.lij Toch blijkt die impasse te doorbreken en
ructurering van de plaatselijke toenade-
ng mogelijk. Daar is sinds kort Voorburg
aardig gemiddelde van landelijke verhou-
V ngen het bewijs van.
'o Men heeft daar tenslotte de „formule"
'4. ïtdekt: de Hervormde en Geref. kerkeraad
aar hebben volledig overeenstemming over
et vertrekpunt bereikt en een (voorzichtig)
ev -ogram van toenadering en samenwerking
tgestippeld.
g< Barrières als „het belijden" en „de ver-
i Duding tot de vrijzinnigheid" zijn daarbij
fjenomen. Het kostte wel een kleine twee
511 iar van overleg, maar men IS er uitgeko
men.
Hoe was dan wel die procedure? Twee
Sar geleden moest men in Voorburg, zoais
i zovele plaatsen, spreken van gestaakt
eerleg. Maar men wilde verder. Twee
verbindingsofficieren", de predikanten H.
Meyboom (Hervormd) en dr. L. Schuur-
a ian (Geref.), na diens vertrek door ds. J.
opgevolgd, werden door de kerkera-
n aangewezen om hernieuwd overleg voor
bereiden.
„officieren" kwamen met een stuk
fel, dat in een principieel en een prak-
maken met pastorale en apostolaire samen
werking (bijbelkringen, ambtsdragersconfe
rentie, evangelisatie). Ook daarover werd
men het in beginsel eens.
Knelpunten
Er bleven nog knelpunten. Onder meer de
plaatselijke verhouding Hervormden - Re
monstranten en Ned. Protestanten Bond.
Ook hierin vond men elkaar. De Hervorm
den zeiden: ook de Gereformeerden zijn van
nu af partij in onze relatie tot beide ge
loofsgemeenschappen. U, Gereformeerden,
staan ons het naast. Laten we een Herv.-Ge-
ref. commissie in het leven roepen inzake de
relatie Hervormd - Remonstrant - N.P.B.;
laten we afspreken in dezen niets te onder
nemen wat schadelijk kan zijn voor onze
samenwerking en laten we begrip opbrengen
voor eikaars moeilijkheden.
Na het vereiste fiat van de Geref. classis
met lof voor de wijze waarop men te
werk was gegaan was het vertrekpunt
gevonden. Tevoren waren de gemeenten via
de kansel, de kerkbladen en gemeenteverga
deringen voorgelicht over „deze bescheiden
oecumenische poging volgens de lang-
G. H. P. Veldkamp:
G. H. P. Veldkamp, algemeen se
cretaris Nederlands Instituut voor
Efficiency, Gereformeerd, jarenlang
voorzitter Centrale Evangelisatie
Commissie: Ja, ik ben hartelijk voor.
Waarom? Omdat het moet, dat sa
mengaan. Ik citeer geen bijbel
teksten, zeg alleen: lees in de bijbel
wat Jezus zegt en dan passen daar
niet zoveel kerkgenootschappen in.
Verder: wat een verspilling van
energie. Samengaan is nu veel be
langrijker dan vroeger. Zie gerust de
fusie-ontwikkeling in het maatschap
pelijk leven als achtergrond: Neder
land is klein, toch moet het meedoen.
De Geref. Kerken mogen in ons
land iets betekenen, in de wereld be
tekenen ze niets. Ook IN ons land
geldt al: in je eigen kerk(je) moge je
het bestaan ervan nog kunnen recht
vaardigen, voor de buitenstaander is
dat niet meer zo vanzelfsprekend.
Kerkelijk groeien we naar eenhe
den toe van een ander karakter. Wij
ken of parochies, die min of meer
geografisch bepaald zijn, verdwij
nen om plaats te maken voor een
heden, waarin met variaties reke
ning wordt gehouden. Daarvoor zijn
meer specialisten nodig, specialis
ten voor de jeugd, de mensen van
middelbare leeftijd, de ouderen, de
evangelisatie, om enkele varia
ties te noemen. Uit technisch-
prafktisohe overwegingen kan dit beter
in grote eenheden worden verwezen
lijkt
Dit structureel gemaakte begin,
hoewel laat, kan een startpunt zijn.
Wij Gereformeerden hebben mooie
organisaties, maar het individu krijgt
niet zo heel veel kans. Bij de Her
vormden ligt dat ongeveer tegen
gesteld. Samen zijn we in staat iets
te doen, kunnen we nieuwe wegen en
middelen zoeken om de kerkmensen
vast te houden.
ET doet een beetje merkwaardig aan, onder
staande fotomontage, waarop u links een deel
van de (pas gerestaureerde) Hervormde Oude
Kerk van Voorburg ziet en rechts een deel van
de Gereformeerde Christus Koningkerk. Het gaat ditmaal
vooral om de symboliek: van kerken tot kerk. Vandaar,
dat beide kerken door één kerksilhouet zijn omkaderd.
Is men in Voorburg dan al zo ver? Dat niet, maar de
eerste structurele stap is gezet, die misschien ten voor
beeld van andere gemeenten kan worden gesteld. Hoe dat
ging en hoe de kerkmensen daarop reageren wordt bij
gaand weergegeven. De gekozen zegslieden kunnen in
grote lijnen als vertolk(st)ers van de belangrijkste groe
pen in de gemeenten worden beschouwd.
zaam-aan-methode" zoals in een der kerk
bladen werd geschreven.
Handen gebonden
Wat zeggen de twee „officieren" nu, na dit
resultaat? Ds. Meyboom: Onze geloofsmar-
kering was uitgangspunt. We kanaliseerden
datgene, waarin we elkaar vast (moeten)
houden. We hebben onze handen gebonden.
Ons akkoord is uitgangspunt voor contacten
met andere geloofsgemeenschappen.
Die zijn er al. Dat blijkt uit onze plaatse
lijke PEP-club (predikanten en priesters)
Daar groeit iets: harten gaan open; daar
komen na een aarzelend begin de eigenlijke
vragen aan de orde: waarom bidden we?
hoe beleef je je geloof? is het wel goed zoals
we het doen? hoe zien jullie de wereld? We
zijn intens bezig. Telkens met zo'n 20 tot 25
man.
Maar het gaat eerst om Hervormd-Gere
formeerd. Afgevaardigden naar eikaars ker
keraden. We willen evangelisatie samen, we
- krijgen een cursus ambtsdragers, gezamen
lijke bijbelkringen, ook voor predikanten,
we denken aan samenwerking in jeugdwerk.
Misschien een soos voor jongeren. Dan na
tuurlijk de gezamenlijke kerkdiensten.
Wel nodig
Hoe „de" Hervormden erover denken?
Wel nodig, ja. Wat angst soms voor die
Gereformeerden, „waar je altijd voor moet
uitkijken". De moeilijkheid is: velen
beschouwen zich ongeveer als consumenten
:egenover de kerk. Over hun medewerking
denken ze niet zo erg na.
Ds. Couvée: Het geldt hier een soort lang-
zaam-aan-actie. waarbij de bedoeling voorzit
zo veel mogelijk leden mee te krijgen. We
hebben geen haast. Kan nu al zeggen: het
aantal kerkdiensten samen wordt volgend
jaar niet groter. Het moet allemaal wennen.
De Hervormden hebben ons volledig aan
vaard. Hun contacten met vrijzinnigen en
Remonstranten zijn nu afhankelijk van gro
tere inspraak. Dit resultaat is bereikt door
de procedure (zie boven), die je kennelijk
volgen moet.
Wat het vooral deed slagen was de
gesteldheid over en weer, die je zou kunnen
omschrijven als een mengeling van tact,
wijsheid, liefde en een begrip voor het den
ken van minderheden.
Bij ons, Gereformeerden, is een groep har
telijke voorstanders, onder wie weer ultra's,
die het niet hard genoeg gaat. Dan is er
een zeer grote middenmoot die afwachtend
is: men verzet zich niet, maar kan er toch
evenmin van harte „ja" op zeggen. Tenslotte
is er een heel kleine groep aperte tegenstan
ders.
Mevronw Brauii:
Mevrouw E. J. Braun-Hoekert.
Hervormd ouderlinge, is voor, omdat
ze gelooft dat samenwerking juist in
deze tijd nodig kan zijn. Beide ker
ken verkeren in een periode van ma
laise en hebben te maken met minder
belangstelling en medeleven. Samen
kunnen ze daar misschien meer aan
doen dan apart Bovendien gelooft ze,
dat er in geestelijk opzicht weinig
verschil tussen doorsnee Hervormden
en Gereformeerden bestaat.
Maarvan harte voor? Mevrouw
Braun: Laat ik vooropstellen, dat ik
iemand ben die geneigd is tevreden
te zijn met het bestaande. Weinig
avontuurlijk aangelegd, zal ik maar
zeggen. En verder? Ik dacht dat er
een aantal groepsverschillen zijn die
mij wat doen terugschrikken voor
eventuele consequenties van samen
werking. Een gevoelskwestie? Mis
schien.
Weet u, het vaak juridische en for
mele praten over allerlei kerkelijke
zaken ligt mij niet zo. Ook ben ik
een beetje bang voor „overspelen".
Gereformeerden zijn nogal stoer en
zelfbewust. Zeg niet, dat het er wel
wat af is, want ik kon het alleen al
horen aan de slotzang in onze kerk
bij de eerste gemeenschappelijke
dienst. Ik houd nu eenmaal meer van
kleine groepjes bescheiden kerk
mensen, dan van „hemelbestormers".
Ik was toen ouderlinge van dienst.
Een andere ouderling zei: Zou jij net
nu wel doen, daar schrikken de Ge
reformeerden misschien van. Ik: Nu
hébben we eens iets dat zij (nog) niet
hebbenjuist wèl doen.
Het ging door, hoor, al schijnt de
Geref. dominee die voorging nog wel
te zijn gebeld hierover. Hij vond het
prima.
Mevrouw De Langen:
E. Verboom:
Simon van Heinsberg'en:
SIMON VAN HEMSBERGEN, eindexamen
middelbare school achter de rug, een actieve
Hervormde jongere, vindt een Hervormd-Ge-
reformeerde samenwerking eigenlijk al weer
achterhaald.
Hij meent, dat je bij een officieel samen
werken ook meteen rk jongeren moet be
trekken, waarmee trouwens al prettige
relaties bestaan.
Er is onlangs een Pinksterappèl geweest,
zegt hy,
waardoor een aantal
Hervormde, Gereformeerde en
rk jongeren contact met elkaar
kregen. Simon zit nu eigenlijk
te wachten op een voortzetting
daarvan.
Hij komt in Hervormde en Ge
reformeerde diensten en kan met
de beste wil geen verschillen
ontdekken (die hebben de oude
ren er van gemaakt). Hij wil
dus best samengaan, maar vindt
dat Hervormde jongeren, althans
in zijn wijk, nog geen enkele in
breng hebben en die zal dus eerst
maar eens moeten worden gecre-
eerd. Daaraan is hij met enkele
andere Hervormde jongeren bezig:
een trefpunt in zijn wijkkerk, de
Opstandingskerk.
Samengevat: eerst willen wij
zélf iets opbouwen en dan samen
niet alleen met Gereformeerden,
maar ook met rooms-katholie
ken.
Mevrouw J. de
Langen - Verburg,
Geref., die altijd met
hart en handen kerke
lijk meeleefde (in Zus-
terhulp en bij Gezins
zorg) en de ontwikke
lingen in de oecumene,
de veranderingen die
kerkelijk gaande zijn,
nauwkeurig volgt, is
niet zo gelukkig met de
officiële samenwerking.
Ze vindt dat de voor
bereidingen zich teveel
binnenskamers hebben
afgespeeld, zodat de ge
meente onvoldoende
mee kon leven. Toen in
haar wijk een gemeen
tevergadering over de
zaak was, ging zij er
heen en praatte er voor
het eerst van haar le
ven.
Haar viel op: geringe
belangstelling, hooguit
30 mensen op een wijk
van 1000. Uit allerlei
gesprekken had ze al
geconcludeerd: men is
amper op de hoogte en
nogal onverschillig. In
één van de gemeen
schappelijke diensten
was slechts een handvol mensen. Haar vraag: leeft dit alles dan,
of doen we mee aan een modegril?
Ze vindt het een verarming van de Geref. positie, dat deze kerk
niet meer zelfstandig kan gaan praten met Chr. Geref. of vrijge
maakte gemeenschappen, die haar veel nader staan, ook al gelooft
ze graag dat Hervormden Gereformeerden hier geen strobreed in
de weg zullen leggen.
Ze heeft alles nu verwerkt, maar had het er erg moeilijk mee.
Ze zegt: Ik ben zo bang, gelet op het minder wordende medeleven,
dat we samen nog sneller afglijden dan alleen. En verder: brengen
we jongeren niet op een dwaalspoor (belijdenis doen)? Ze vindt
het allemaal zo onrustig worden in de kerk, „terwijl daar rust zo
nodig is om tot onszelf te komen".
Ze besluit: Ik ben voor samenwerking waar het kan, maar kan
me niet verantwoordelijk voelen voor de Hervormden, die onze
inbreng, gelet op onze afgang, waarschijnlijk overschatten. Mijn
vraag is: Kun je niet één zijn in het geloof in twee afzonderlijke
kerken?
Verboom, Hervormd jeugdleider en beheerder van het
jeugdcentrum De Fjord, wil het begin van een officiële samenwer
king Hervormd-Gereformeerd, die hij van harte toejuicht, aangrij
pen om samen het kerkelijk jeugdwerk op nieuwe leest te schoeien,
want zowel bij Gereformeerden als Hervormden is het volgens
hem: stoppen of op een volkomen andere basis verder. De oude
structuren zijn niet bruikbaar meer.
Een uitzondering wil hij maken voor het jeugdwerk onder de
junioren: jongens en meisjes van vijf tot 12 jaar. Die worden bij
Geref. m goed bezochte jeugdclubs opgevangen en bij de Hervorm
den m de zg. kinderdiensten op zondag (het oude, maar aan die
tud aangepaste zondagsschoolwerk). Dit kan dus blijven
Maar verder? De heer Verboom: Het CJV-werk in dit'gebouw,
dat zes jaar geleden nog 14 bloeiende clubs omvatte, is nu geredu
ceerd tot een, waaraan tussen twee haakjes een Geref. jongen lei
ding geeft. Bij de Gereformeerden is het met de jeugdverenigingen
(vroeger JV's en MV's) niet veel beter gesteld.
Zij hebben daarvoor nog geen alternatief. Wij proberen het te
vinden in jeugdkerkdiensten (van 13 tot 16 jaar), die zich door
gaans in bijzalen afspelen. Er zijn jeugdcommissies, die de dien
sten samen met de dominee, of ook wel lekepredikers voorberei
den. Verder hebben ze
een actief aandeel in [VIT. J'W'l
elke dienst. I'M I i m 1
Daaruit groeiden bij
ons sinds 1967 de jon-
gerendiensten voor bo
ven de 16 jaar. Dat is
de Jonge Gemeente, die
dan weer geïntegreerd
moet worden in de „ge
wone" gemeente. Tot nu
toe een moeizame zaak.
Of dat allemaal zo ver
der moet?
In elk geval zouden
we samen een nieuwe
aanpak verder onder
ogen kunnen zien. De
moeilijkheid zal zijn,
dat de Gereformeerden
tot nu toe principieel
geen eigen jeugddiens
ten wilden. Misschien
dat zij er mentaal al
wat aan zijn ontgroeid,
maar hun kerkeraad?
In elk geval ligt er een
enorme taak. waarbij
een gezamenlijke soos,
zoals men officieus van
beide kanten wil, voor
mij nog maar een detail
is.