Er is maar antwoord
op de nood van India
zoals ik haar gekend heb
GEESTRIJK LEVE»
PROF. GESINA VAN DER MOLEN
ZATERDAG 29 JUNI 1968
Op 27 juni zou de wereldberoemde
dove en blinde Helen Keiler 88 jaar
zijn geworden.
/"\P DE ZATERDAG voor Pinksteren stierf in
Westport, Connecticut, op de zeer hoge leeftijd
van bijna 88 jaar, één der grootste vrouwen van
onze eeuw, HELEN KELLER.
Tot aan haar tachtigste jaar
stond zij in de schijnwerpers der
belangstelling. Daarna is het heel
stil om haar heen geworden. In
dat jaar n.l. stierf de vrouw, die
haar na de dood van haar grote
1 opvoedster Anne Sullivan, altijd
begeleidde en de schakel vormde
tussen Helen en de wereld rond
om haar, zonder wie zij had te
leven in stilte en duisternis. Haar
naam was Mary Agnes Thomson,
maar iedereen noemde haar Polly
I en zo heb ook ik haar leren ken-
nen.
I Twee jaar geleden heb ik nog
een brief van Helen gehad, maar
hij was niet zoals vroeger door
haar zelf geschreven, onberispelijk
getypt, en met blokletters onder
tekend of. zoals later, door Polly,
I hartelijk en warm van toon, doch
door een secretaris, verbonden aan
de Amerikaanse Blindenbond, een
nuchter en zakelijk schrijven „na
mens Miss Keiler". En haar ken-
j nende sinds ik voor de eerste maal,
i als jonge journaliste, vlak vóór de
Tweede Wereldoorlog Amerika be
zocht. kreeg ik het gevoel dat ze
zich heel eenzaam moest voelen.
Ook haar foto wees dit viit. Zeer
vermagerd was ze een schaduw
van de vrouw, die nog zo stralend
I haar tachtigste verjaardag vierde,
maar wat me het meest aangreep
is dat van haar glimlach, waar-
i ze zó bekend was, dat men
haar dikwijls „the woman with
the smile" noemde, niets meer over
was. En zoals een ziende het doet
door de blik van zijn ogen, had
Helen altijd haar gevoelens van
sympathie, liefde, dankbaarheid,
geluk.uitgedrukt in haar stra
lende glimlach. Nu scheen haar ge
zicht een masker.
Maar misschien zal ik nog eens
te weten komen hoe haar heen
gaan is geweest Dat 'net vrede
was en geheel in overeenstemming
met haar wonderbaarlijke leven,
een leven, dat ondanks haar dub
bele handicap geheel gewijd werd
aan haar gehandicapte medemen
sen
Anne Sullivan
Ik zal misschien negen jaar zijn
geweest toen ik in een schoolboek
je las over een Amerikaans meisje.
Heien Keiler, dat toen ze ruim an
derhalf jaar oud was, doof en blind
was geworden, maar door haar on
derwijzeres, Anne Sullivan, geleerd
had met haar en anderen te spre
ken door een vingertaai. Zo was ze
verlost geworden uit haar ver
schrikkelijke isolement van zwarte
stilte, dat haar tot een woest en
wild kind had gemaakt, een gevaar
voor haar omgeving, omdat nie
mand haar benaderen kon en liaar
kon duidelijk maken wat goed en
wat verkeerd was. Dat konden
zelfs haar ouders niet, kapitein
Keiler en zijn vrouw en haar twee
broers, hoeveel ze ook van nelen
hielden.
Maar toen ze zeven jaar oud was.
kwam Anne Sullivan in haar le
ven. die zelf ook blind was ge
weest. dochter van een dronkaard,
grootgebracht in een Armhuis,
maar daarna opgenomen in het
Blindeninstituut te Boston en hier
haar opleiding kreeg.
Wat mij als kind vooral interes
seerde was dat Anne Sullivan He
len leerde hoe de wereld er onge
veer uitzag door er met zand en
water, aarde, stenen, plantjes en
wat ze verder kon vinden, een
soort miniatuur afbeelding van te
maken, die Helen dan heel voor
zichtig betastte.
Dat deed Anne in de tuin van
het landhuis te -Tuscumbia in de
staat Alabama, waarin de familie
Keiler woonde,- temidden van de
negerbevolking, die de kapitein en
zijn gezin zeer toegedaan waren.
Verscheidene families stonden in
zijn dienst en hun kinderen waren
de eersten met wie Helen op haar
manier trachtte te spelen.
Nu had ze haar „teacher", die
haar óók vertelde hoe de wereld,
waarin ze leefde, er uitzag
Bossen, akkers en weidegronden,
afgewisseld door rivieren, beekjes
en meren, maar ook heuvels en ge
weldige bergen, die uit harde rots
bestonden en dan was er ook nog
de zee
Vanaf dat ogenblik verlangde ik
er naar haar ééns te ontmoeten en
als het mogelijk was ook haar on
derwijzeres. Ik had er toen geen
flauw idee van, dat Helen Keiler,
geboren 27 juni 1880, al midden in
haar jaren stond, terwijl ik nog
een kind was
Nooit heb ik haar helemaal uit
miin gedachten verbannen, vooral
omdat, terwijl ik opgroeide, regel
matig over haar leven, dat ze ge
heel in dienst bleek te stellen van
haar gehandicapte medemensen en
vooral van gehandicapte kinderen,
werd gepubliceerd. En toen ik kort
voor het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog voor het eerst naar
Amerika zou gaan, stond boven
aan het lijstje met de namen van
mensen, die ik graag zou ontmoe
ten, die van Helen Keiler.
Maar waar moest ik haar zoe
ken? Bovendien, hoe vaak was zij
niet op een wereldreis?
Verrassing
Men denke zich mijn verrassing
in toen ik, nog maar net in New
York aangekomen, op het onver
wachtst te weten kwam waar ik
haar zou kunnen aantreffen! Ter
wijl ik op een avond in mijn
eentje in New York ronddwaalde,
het was al tegen middernacht
want ook op deze wijze wilde ik
de fantastische stad leren kennen,
passeerde ik toevallig de reus
achtige Carnegie-Hall. En tot mijn
verbazing zag ik daar in het licht
der lantaarns op gele aanplakbil
jetten in grote zwarte letters de
naam HELEN KELLER staan!
Het bleek dat de volgende
avond een concert zou worden
gegeven door het beroemde Phi-
l ad elf ia-orkest ten bate van het
werk voor de blinden en dat He
len Keiler na de uitvoering van
een werk van Bach en Beethoven
nog vóór de pauze zou spre
ken voor hetzelfde doel!
Ik wist niet wat ik las.Want
ik wist toen nog niet dat zij al
als kind had. leren spreken o.a.
door haar hand te leggen in de
mond van degenen, die haar les
gaven, ja, dat ze zelfs een beetje
had leren zingen, dit vooral om
haar stem, als zij sprak, meer in
tonatie te gevenZelfs sprak zij
eens te Parijs in de Sorbonne
voor mensen van de wetenschap
over de techniek van het spraak
onderwijs aan dove kinderen.
Haar eerste redevoering hield ze
toen ze zeventien jaar oud was!
De volgende morgen ging ik on
middellijk naar de Carnegie-Hall
om een toegangsbewijs te kopen,
maar moest tot mijn bittere te
leurstelling horen dat de zaal met
haar duizenden zitplaatsen al we
ken tevoren was uitverkocht. Wat
nu? Wel, ik heb die dag geen steen
op de andere gelaten om zo moge
lijk toch nog mijn wens in vervul
ling te zien gaan. Per bus haastte
ik mij van de ene zijde van Man
hattan naar de andere, belde bij
alle mij opgegeven adressen aan.
en toen de avond aanbrak, was ik
wel moe. maar toch ook heel ge
lukkig, want ik had een plaats! En
nog wel in de loge van de presi
dent van de Amerikaanse Blinden
bond, vlak bij die van Helen Kei
ler en Polly Thomson, haar toen
malige begeleidster, en al vele
jaren ook haar secretaresse. Anne
Sullivan was in 1937, 70 jaar oud,
gestorven, blind, zoals ze als kind
en jong meisje was geweest, tot
een operatie haar destijds het ver
mogen om te zien weer had terug
gegeven.
Toen ik plaats mocht -nemen in
de eerder genoemde loge, was die
van Helen Keiler nog leeg. Maar
zodra het publiek haar zag bin
nenkomen. stond men als één man
op, en begroette men haar en Pol
ly Thomson met langdurig ap
plaus. waarvoor beiden glim
lachend dankten.
Maar Helen dankte niet omdat zij
van haar begeleidster vernam hoe
hartelijk men haar welkom heette.
Zoals zij mij later vertelde
„hoorde" zij dit met heel haar we
zen, maar inzonderheid met haar
handen en voeten.
Dat bleek ook toen het orkest be
gon te spelen en Helen in haar loge
feilloos „mee dirigeerde", op deze
wijze met haar uiterst gevoelige
handen de muziek van Bach en
Beethoven genietend, zoals ande
ren met hun gehoor.
Tenslotte brak het ogenblik aan
dat Helen en Polly Thomson op het
podium verschenen, opnieuw be
groet door een enthousiast applaus.
Beiden waren lang en slank en
met veel smaak gekleed. Helen
droeg een uiterst eenvoudige, mat-
blauw zijden japon van uitstekende
coupe en daarop als enig sieraad
een dunne gouden ketting.
Maar wat mij het meest opviel
was de stralende glimlach op He
len's gezicht. Het was alsof zij. nu
zij dit niet in de uitdrukking van
haar ogen kon doen. haar gehele
ziel in haar glimlach legde.
Stil
Het werd zeer stil in de zaal.
Toen begon ze te spreken. Wat zij
niet door verschil van klank vol
doende in haar woorden kon leg
gen trachtte zij goed te maken
door haar articulatie en de grote
nadruk waarmee ze sprak. Ter-
wille van de duidelijkheid herhaal
de Polly Thomson telkens wat He
len had gezegd. Dan „luisterde"
deze met haar hand tegen Polly's
wang en neusvleugel. Soms knikte
ze glimlachend om haar instem
ming te betuigen.
Helen vertelde over haar grote
opvoedster Anne Sullivan en de
zelfwegcijfering, die deze haar ge
hele leven op wonderbaarlijke
wijze had getoond, i Zonder wie
haar eigen leven een nacht van
wanhoop zou zijn geweest.
Zij spoorde alle aanwezigen aan
haar grote voorbeeld te volgen en
zichzelf te geven voor anderen,
vooral aan hen, die in donkerheid
hun weg hadden te gaan.
Anne Sullivan's leven was er nu
eeu van heerlijkheid, daarvan was
ze overtuigd en haar onsterfelijk
voorbeeld bleef lichten, ook nu ze
zelf was heengegaan.
Terwijl Helen met steeds meer
overtuiging sprak, gesticuleerden
haar handen vol levendigheid en
was daar telkens die stralende
glimlach.
Met een ovatie betoonden de dui
zenden aanwezigen haar hun in
stemming en dankten haar.
Toen was het pauze. Ik zag hoe
tal van mensen haar loge binnen
gingen. Hoe gaarne had ook ik
haar hand willen drukken, maar
ik was ervan overtuigd dat dit, al
thans nu, een onmogelijkheid was.
Tot plotseling de president van de
Blindenbond, die ook naar haar
toe was geweest, haastig bij mij
terugkwam en zei: „Komt U
maar gauw mee. Helen wil U
graag ontmoeten."
Zo ontving ze mij in haar loge.
We drukten elkaar de hand en
Polly vertelde haar dóór vingerte
kens in haar halfgeopende hand
hoe ik vanaf dat ik een kind was
verlangd had haar eens te mogen
ontmoetenToen haalde ik in
een impuls de miniatuurklompjes
van Delfts blauw, die als een klein
seiraad gedragen konden worden,
uit mijn avondtasje en legde die in
Helen's hand.
Ze betastte ze glimlachend en zei
„O. u komt van Holland, het land
van het geluk van de huiskamer!
Ik ben er meermalen geweest en
als het donker wordt zijn bij u in
vele huizen de gordijnen wijdopen,
terwijl de lampen branden. Dan
ziet men het gezin in de huiskamer
verenigd, iets wat wij in Amerika
zo missen
Omdat de pauze voorbij was en
ik dus terug moest naar mijn loge,
nodigde ze mij uit diezelfde week
bij haar in Forest Hills op Long
Island te komen! Ik drukte haar
hand en Polly bracht mijn verras
sing en blijdschap bovendien nog
aan haar over.
Humor
De dag voordat ik naar Helen
toe zou gaan ontmoette ik een
oude vriend van haar. medewerker
aan de New York Times. Hij ver
telde mij over haar gevoel voor
humor en haar verlangen door een
woord van waardering of een
ander blij te maken. „O, hebt u
vandaag uw mooie bruine pak weer
aan?" vroeg ze me eens lachend,
haar hand op mijn mouw. En een
andere keer: „Ik voel dat u uw
blauwe pak weer hebt aangetrok
ken, dat wat u zo goed staat!" Ik
was eerst stom verbaasd", vervolg
de hij. „en dacht dat Helen zelfs
kleuren kon voelen! Maar natuur
lijk bleek dat ze de pakken her
kende aan hun weefsels, nok om
dat ze zo'n uitzonderlijk herinne
ringsvermogen heeft."
Nu, ook dat herkennen van de
weefsels was toch al iets 'neel bij
zonders. Ma^r toen ik er latei- He
len naar vroeg, zei ze glimlachend:
„O. dat was helemaal niet zo moei
lijk. Het is precies hetzelfde als
wanneer u zich een kostuum her
innert. omdat u het al eens eerder
zag. Mijn handen zijn voor mij mijn
ogen en dikwijls denk ik: kan een
ziende van een beeldhouwwerk zo
intens genieten als ik. die elke lijn
ervan met mijn handen voel?
Ik kan ook bijv. rode rozen van
witte onderscheiden, doordat de
tere bloemblaadjes van de ver
schillende soorten anders aanvoe
len! Ik zie en luister met mijn
handen, voeten en misschien wel
met mijn hele lichaam. Daarom
verveel ik mij nooit. Want als ik
geen deel neem aan de gesprekken,
luister ik intussen en bestudeer
mijn medemensen.
Eens zaten we in een restaurant,
waar het heel plezierig was. Er was
een strijkje en de meeste mensen
zaten vrolijk met elkaar te praten,
zo ook aan ons tafeltje. We wer
den bediend door twee kelners.
Aan de stap van de ene voelde ik
dat hij een oudere man was, rustig
en in harmonie met het leven, dus
ook toegewijd. Dat gaat samen! Hij
liep als vanzelfsprekend mee op
de maat van de muziek.
De tweede kelner had een haas
tige. veel lichtere voetstap, was dus
waarschijnlijk een jongere man.
maar bovendien in conflict met
het leven en de wereld rondom
hem, want hij hoorde de muziek
niet eens. liep dwars tegen de maat
in en de wijze, waarop hij ons be
diende, slordig en gehaast, was ge
heel daarmee in overeenstemming.
Zo zie je hoeveel alleen maar
luisteren je kan vertellen!!"
Het was een prachtige najaars
middag toen ik naar Forest Hills
ging, waar Helen Keiler samen
met Polly Thomson in die tijd
woonde. Er stond een grote blauwe
spar voor hun huis en de tuin was
zeer goed onderhouden.
Een dienstmeisje bracht mij in
de huiskamer en zei dat de dames
direct zouden komen. Ik was blij
even alleen te zijn en de omgeving
waarin een doofblinde vrouw had
te leven, in mij te kunnen opne
men. Het vertrek was vol van het
gedempte gouden najaarslicht en
in de open haard brandde een vuur
van grote houtblokken. Er lagen
kussens van dieprode zijde en er
stonden fijne. Chinese kunstvoor
werpen. Boeken rijden zich tegen
een der wanden en alles tezamen
gaf met het zilveren theeservies,
dat reeds op een laag tafeltje ge
reed stond, het vertrek een beko
ring als ik zelden in Amerikaanse
huizen heb aangetroffen.
Toen hoorde ik Helen en Polly
aankomen. Helen met haar stralen
de glimlach, waarin ze ook nu al
haar gevoelens van blijdschap en
toegenegenheid, die anderen met
hun ogen uitdrukken, trachtte
weer te geven. Al spoedig zaten we
in druk gesprek en als Polly soms
nog eens vertaalde, wat voor mij
moeilijk verstaanbaar was. luister
de Helen weer mee door haar vin
gertoppen heel licht tegen Polly's
lippen te leggen. We moesten bei
den lachen toen Helen eenmaal zei:
„Nee Polly, zo bedoel ik het niet,
ik zei het anders."
Boodschap
Van de lange gesprekken, die ik
toen en in de jaren er na met He
len Keiler heb gehad, zal ik trach
ten iets van dat eerste gesprek-
weer te geven en vooral van de
boodschap, die zij me meegaf voor
allen, die het moeilijk hebben, het
zij door een handicap of door an
dere omstandigheden.
„Wanneer we problemen in
ons leven hebben, die we niet
begrijpen of moeilijkheden heb
ben te overwinnen, dan moeten
we niet toelaten dat hetgeen ons
leven moeilijk maakt, ons klein
krijgt. Want de moeilijkheden
worden op onze weg gebracht
opdat we onze geestelijke kracht
bewust worden en opdat onze
persoonlijkheid zich kan ontwik
kelen. Bovendien kunnen we
door onze eigen levenshouding
anderen tot voorbeeld wezen en
hen, die het nog moeilijker heb
ben dan wij, tot steun zijn. Dat
kan ons leven waard maken om
geleefd te worden."
Soms zweeg ze even. Dan sche
nen haar opvallend blauwe ogen
in haar fijn gezicht dieper naar
binnen te kijken. „Daar is nog een
andere gedachte, die bij mij op
komt. Zich een maatschappij te
wensen zonder moeilijkheden te
overwinnen is een wereld fe ver
langen onzegbaar monotoon. Zij,
die het soms het moeilijkst hebben
zijn dikwijls de meest vooraan
staanden in het bereiken van hun
doel en hebben een leven oneindig
rijker van inhoud dan diegenen,
welke het ogenschijnlijk steeds
voor de wind is gegaan.
„Nooit moeten we ons blind sta
ren op hetgeen ons ontbreekt, want
dat zou ons alle levensvreugde ont
nemen, maar we moeten steeds
meer oog krijgen voor hetgeen ons
gelaten is."
Dat zei een vrouw, die volgens
onze mening het allerbelangrijkste
miste om gelukkig te zijn: het ge
zicht en gehoor. Maar toen vertel
de ze het geheim van haar geluk
kig leven.
„Het geloof in Gods liefde is
voor mij een rivier van licht. Het is
een realiteit, een weg om te leven,
hier en nu In de donkere ogen
blikken van mijn leven zing ik
maar veel: Nader mijn God tot U,
nader tot U
Het was kort na dit eerste be
zoek aan Helen dat ik door een in
fectie in mijn been plotseling opge
nomen moest worden in een New
Yorks ziekenhuis. Het was ge
sticht door vrouwen, werd geleid
door vrouwen en was uitsluitend
bestemd voor vrouwen. Maar ze
konden het toch niet af zonder een
man, want de chirurg was een
man! Dr. Aldridge.
Daar lag ik nu. doodallecn en
(Door Riet Diemer)
AERDENHOUT „De honger die ik
in India heb gezien laat me niet los".
Dat was zeven jaar geleden de reac
tie van prof. dr. Cesina H. j. van der Molen
toen nog hoogleraar in het volkenrecht
na haar studiereis naar het Verre Oosten.
Onlangs is ze voor de tweede maal naar In
dia geweest, dat land heeft haar inderdaad
nooit losgelaten
Na haar emeritaat in 1962 op zeventigjarige
leeftijd als hoogleraar aan de Vrije Universiteit
heeft ze de stichting Adjutorium (de latijnse
naam voor hulp) opgericht.
Deze stichting steunt allerlei sociaal werk, dat
de Indiase mensen, meest christenen, zelf leiden.
Het geld voor Adjutorium komt binnen van zoge
heten pleegouders in Nederland en via persoon
lijke bijdragen.
In het begin leidde mevrouw Van der Molen de
stichting alleen en deed ze alles zelf. Later vond
ze dat niet verantwoord, want het werk breidde
zich uit evenals het aantal objecten. Op het ogen
blik is er een bestuur van vijf mensen: drie pro
testanten en twee rooms-katholieken.
Een van deze laatsten is mevrouw dr. M. E.
Nolte, die samen met prof. Van der Molen in het
gezellige huis aan de rand van de duinen in Aer-
denhout woont. Dr. Nolte is
'jarenlang wethouder van on
derwijs en personeelszaken in
de gemeente Bloemendaal ge
weest.
Beide dames hebben op
eigen kosten een reis van
drie maanden naar India ge
maakt om zelf eens te zien of
het geld, dat uit Nederland
veer veertig zijn „geadopteerd"
door mensen uit Rotterdam en
omgeving. De oudere kinderen
krijgen een vakopleiding, leren
een ambacht of worden opgeleid
tot verpleegster.
dese arts doet dit werk. De we
tenschap heeft uitgewezen dat er
geen besmettingsgevaar is.
slechts in enkele gevallen.
PROF. DR. GESINA l 4,\ DER
MOLEN
hun lasten zijn ook de onze
Ten noorden van Delhi is de
kolonie Bethanië, waar hutten
van één kamer zijn. Ze zijn be-
Het tehuis dateert van voor de hoorlijk gebouwd en laten geen
wordt gezonden, goed wordt Tweede Wereldoorlog e>> is opge-
besteed.
Verantwoord
nen. De mensen, die vroeger wer-
richt door het Amerikaanse echt- den uitgestoten en moesten bede-
paar Taylor, dat zwervertjes van len, worden nu medisch behan-
de straat opnam. Op tachtigjarige deld. Werk vinden ze bij de kip-
leeftiid werkten zii nog od het Penfokkerij. het verbouwen van
leertijd werKten zi] nog op nei groenten die worden verkocht en
„Met voldoening hebben we er
varen, dat de Nederlandse bij
dragen uitstekend en verant
woord worden gebruikt, maar we
hebben ook gezien hoe bitter no
dig onze hulp is en hoe zeer zij
wordt gewaardeerd", zegt prof.
Van der Molen.
Onderhoudend, maar vooral
ook to the point, vertelt ze over
de verschillende projecten, die ze
heeft bezocht; eerst in het noor
den en later in het zuiden.
Ze is verrukt van het tehuis in
dc plaats Bhogpur voor kinderen
van melaatse ouders. Daar zijn
130 kinderen, van wie er ongc-
met handweven enz.
Hutten
zendingsveld. „In Rotterdam zegt
die naam wel iets, want deze
zendelingen zijn daar geweest,"
zegt mevrouw Van der Molen.
„Het tehuis loopt goed en de
kinderen zien er gezond en ge-
in- te- j Er moeten nu nieuwe hutten
lukklg utl. Een van de kinderen komen en mMr weeIge,ouweni
speelde met een Rotterdamse waarbij Adjutorium helpt.
voetbal. Ik heb er zelf ook een
kind. ïk heb he, Jongste kindje ^^^'"fndll "aar"Terat'
gekozen. Ze heet Jammu. Ja, ik Daar wonen naar verhouding de
was m'n kind kwijt. Ik was er meeste christenen. Dat heeft
eigenlijk al twee kwijt. Dan had- waarschijnlijk "tot gevolg dat het
den de vader of moeder het weer E"""1380 analfab,e,en e„r „het
kleinst is. Maar het is ook door
meegenomen. Zjjn schrijnende armoede een
In Delhi hebben beide dames voedingsbodem voor het commu-
rusme.
het Signal home bezocht, een "te
huis van kinderen, die door vaak
onbekende ouders op straat zijn
voor de eerste maal in New York.
In een ziekenhuis. Ik kende er nie
mand. Maar de hartelijkheid die ik
van alle kanten ontving was zó
groot daarin zijn de Amerikanen,
vooral de vrouwen, meesters dat
deze ziekenhuis-episode behoort
tot mijn mooiste herinneringen aan
dat eerste verblijf in Amerika, het
welk door vele latere reizen erheen
werd gevolgd.
Brief
Een tastbaar bewijs er aan heb
ik nog steeds in de brief, die Helen
Keiler mij zond, onberispelijk ge
typt op haar schrijfmachine en on
dertekend met blokletters. waar
mee zij ook de opdrachten op haar
foto's en in het grote boek over
haar opvoedster Anne Sullivan,
schreef. Ik heb die brief ingelijst
hangen in mijn werkkamer. De
verkorte inhoud in het Nederlands
vertaald luidt als volgt:
„M'n lieve vriendin, wees niet
ontmoedigd als je soms denkt
dat God nu ver weg is. Want de
donkerheid, die op je weg ge
bracht wordt, is niet anders dan
de schaduw van Zijn vleugels, iri
Zijn naderkomen tot je. (Dat
schreef een vrouw, die nooit
vleugels had geziennoch het
klapwieken ervan had gehoord).
Laat je leven een schijnende
weg worden, leidend tot Hem,
Wiens vriendschap niet weet van
schaduw noch omkeer. Vrees
daarom niet, maar zing steeds in
het verdergaan: „Nader mijn God
tot U, nader tot U, nader lot U..."
Had ik een schonere bemoedi
ging kunnen ontvangen? En de
vrouw, die deze mij zond, zou 27
juni de zeer hoge leeftijd van 88
jaar hebben bereikt. Doch ze heeft
deze dag niet mogen vieren. Het
zou geweest zijn zonder Anne, zon
der Polly, de twee vrouwen door
wier zelfwegcijfering en toewijding
Helen kon worden wat ze is ge
weest, een stimulerend voorbeeld,
een inspiratie voor miljoenen ge
handicapte en ook niet-gehandi-
capte medemensen, één der groot
ste vrouwen van onze eeuw.
Haar leven ls er thans één van
heerlijkheid
In de plaats Ernakulam is een
opleidingsschool bezocht waar
meisjes uit de allerarmste gezin-
achtergelaten. De politie heeft nen worden opgevai,gen en .,eren
hen bij twee
oud-verpleegsters
wie het huis is. De dertien kinde
ren vormen samen een groot ge-
Amerikaanse borduren. Hun werk wordt later
gebracht van verkocht, 's Middags krijgen ook
de jongere kinderen daar een
maaltijd, die bestaat uit een hap
je rijst en een beker melk.
wel toe. dat het een vermoeiende
reis is geweest, per boot, vlieg
tuig, trein en een keer zelfs vijf
uur in (natuurlijk) een open jeep.
„Ik beschouw het zo. dat de Heer
mij aan de hand heeft geleid, an
ders had ik het nooit kunnen
doen."
Vergeleken bij haar eerste be
zoek aan India zeven jaar ge
leden meent ze over het alge
meen wel vooruitgang te zien, af
gezien van de droogte en zware
regenval, die de oogst bederven.
Er wordt veel gebouwd, ook
nieuwe hutten. Er zijn meer au
to's en fietsen, die in het land
zelf worden gefabriceerd. In de
winkels is ook meer te koop dan
voor enkele jaren.
De gemiddelde leeftijd is geste
gen tot 44 jaar. Daarentegen is
de bevolkingsaanwas natuurlijk
een groot probleem. De bevolking
neemt per jaar met ongeveer 15
miljoen mensen toe, ondanks de
vele sterfgevallen. Family-plan
ning is daarom het gesprek van
de dag. Er wordt veel propagan
da voor gemaakt. De Unesco doet
dit bijvoorbeeld door middel van
wagens met luidsprekers in de
dorpen.
Verantwoordelijk
Junimu. het kleinste meisje uit hel
kindertehuis, is de pleegdochter
ran prof. Van der Molen. Ze is vijf
jaar.
Een bejaardenhuis bleek niet
meer dan uit grote houten barak
ken te bestaan. Tussen de bedden
stond alleen een houten stoel. Er
zijn negentig mensen, onder wie
ook blinden. Ze worden van de
straat gehaald door christenen,
die zich hun lot aantrek'—n. Er
moet in ieder geval c -ak
bijkomen.
Kleuterschool
Bij Trivandrum. de hoofdstad
van Kreala helemaal in het
zuiden van India is een
christelijk kleuterschooltje in de
rimboe bij een paar dorpen. Tus
sen moslims, christenen en hin
does die daar wonen was de ver
houding slecht.
De christenen hebben zich af
gevraagd hoe daarin verbetering
kan worden gebracht en kwamen
op het idee een kleuterschooltje
te beginnen, waar kinderen van
elke groep welkom zijn. Hierdoor
is er toenadering tussen de ou
ders ontstaan.
In dezelfde streek heeft de re
gering van Kerala zes dorpen
zin en krijgen een uitstekende overgeplaatst naar een onontgon-
opvoeding. ncn gebied omdat het oude ge-
T, b'ed door irrigatiewerken onbe-
Vanuit Krahngen wordt dit
werk gesteund. De kinderen van "°»"b»" was geworden. D.e
beide tehuizen hebben regelmatig dorpen hebben echter met elkaar
contact met hun Nederlandse één bron, zodat men mijlen ver
pleegouders via brieven. Leuke. moet lopen om water te halen,
gewone kinderen, erg aanhanke-
lijk» 6 Ieder dorp heeft sterk behoefte
Mevrouw Van der Molen heeft aa" Mn rl*en bron- Dr installatie
ook melaatsenkolonies bezocht bost 250. Men tracht ook door
waar de gezinnen bij elkaar blij- huisindustrie de mensen In-
ven. De gedachte wint steeds komsten te verschaffen
meer veld om hele gezinnen te
helpen. Een vrouwelijke Cana- Mevrouw Van der Molen geeft
„Ik doe dit werk", vertelt prof.
Van der Molen, „vanuit de
christelijke opvatting dat de we
reldgemeenschap uit één grote fa
milie bestaat. We zijn verant
woordelijk voor elkaar. Hun
lasten zijn ook onze lasten en
noden.
Wij moeten leren leven en
handelen vanuit de evangelische
saamhorigheid van heel de
mensheid, door God geschapen.
Ik heb sterk het gevoel, dat de
Heer mij geroepen heeft de
laatste jaren van mijn leven
daaraan te besteden."
Wie al lang iets voor India
heeft willen doen, weet na zo'n
reisverslag wel de weg. Het is dc
veilige weg via de stichting Ad
jutorium. p/a prof. dr. G. H. J.
van der Molen, Westerduinfveg 5,
Acrdenhout.
Bijdragen ineens, maandelijkse
of jaarlijkse kunnen worden
gestort op giro 12048 van de Al
gemene Bank Nederland in Bloe
mendaal. Vermeld kan worden
naar welk project de voorkeur
uitgaat.
Maar de nood der armen,
twee miljoen blinden, drie
miljoen melaatsen, bedelen
de kinderen en zwervende
oudjes is overal hartver
scheurend. Mevrouw Van
der Molen acht op deze ver
bijsterende armoede en el
lende onzerzijds slechts één
antwoord mogelijk: geven
met gulle hand!