Er is maar antwoord op de nood van India zoals ik haar gekend heb GEESTRIJK LEVE» PROF. GESINA VAN DER MOLEN ZATERDAG 29 JUNI 1968 Op 27 juni zou de wereldberoemde dove en blinde Helen Keiler 88 jaar zijn geworden. /"\P DE ZATERDAG voor Pinksteren stierf in Westport, Connecticut, op de zeer hoge leeftijd van bijna 88 jaar, één der grootste vrouwen van onze eeuw, HELEN KELLER. Tot aan haar tachtigste jaar stond zij in de schijnwerpers der belangstelling. Daarna is het heel stil om haar heen geworden. In dat jaar n.l. stierf de vrouw, die haar na de dood van haar grote 1 opvoedster Anne Sullivan, altijd begeleidde en de schakel vormde tussen Helen en de wereld rond om haar, zonder wie zij had te leven in stilte en duisternis. Haar naam was Mary Agnes Thomson, maar iedereen noemde haar Polly I en zo heb ook ik haar leren ken- nen. I Twee jaar geleden heb ik nog een brief van Helen gehad, maar hij was niet zoals vroeger door haar zelf geschreven, onberispelijk getypt, en met blokletters onder tekend of. zoals later, door Polly, I hartelijk en warm van toon, doch door een secretaris, verbonden aan de Amerikaanse Blindenbond, een nuchter en zakelijk schrijven „na mens Miss Keiler". En haar ken- j nende sinds ik voor de eerste maal, i als jonge journaliste, vlak vóór de Tweede Wereldoorlog Amerika be zocht. kreeg ik het gevoel dat ze zich heel eenzaam moest voelen. Ook haar foto wees dit viit. Zeer vermagerd was ze een schaduw van de vrouw, die nog zo stralend I haar tachtigste verjaardag vierde, maar wat me het meest aangreep is dat van haar glimlach, waar- i ze zó bekend was, dat men haar dikwijls „the woman with the smile" noemde, niets meer over was. En zoals een ziende het doet door de blik van zijn ogen, had Helen altijd haar gevoelens van sympathie, liefde, dankbaarheid, geluk.uitgedrukt in haar stra lende glimlach. Nu scheen haar ge zicht een masker. Maar misschien zal ik nog eens te weten komen hoe haar heen gaan is geweest Dat 'net vrede was en geheel in overeenstemming met haar wonderbaarlijke leven, een leven, dat ondanks haar dub bele handicap geheel gewijd werd aan haar gehandicapte medemen sen Anne Sullivan Ik zal misschien negen jaar zijn geweest toen ik in een schoolboek je las over een Amerikaans meisje. Heien Keiler, dat toen ze ruim an derhalf jaar oud was, doof en blind was geworden, maar door haar on derwijzeres, Anne Sullivan, geleerd had met haar en anderen te spre ken door een vingertaai. Zo was ze verlost geworden uit haar ver schrikkelijke isolement van zwarte stilte, dat haar tot een woest en wild kind had gemaakt, een gevaar voor haar omgeving, omdat nie mand haar benaderen kon en liaar kon duidelijk maken wat goed en wat verkeerd was. Dat konden zelfs haar ouders niet, kapitein Keiler en zijn vrouw en haar twee broers, hoeveel ze ook van nelen hielden. Maar toen ze zeven jaar oud was. kwam Anne Sullivan in haar le ven. die zelf ook blind was ge weest. dochter van een dronkaard, grootgebracht in een Armhuis, maar daarna opgenomen in het Blindeninstituut te Boston en hier haar opleiding kreeg. Wat mij als kind vooral interes seerde was dat Anne Sullivan He len leerde hoe de wereld er onge veer uitzag door er met zand en water, aarde, stenen, plantjes en wat ze verder kon vinden, een soort miniatuur afbeelding van te maken, die Helen dan heel voor zichtig betastte. Dat deed Anne in de tuin van het landhuis te -Tuscumbia in de staat Alabama, waarin de familie Keiler woonde,- temidden van de negerbevolking, die de kapitein en zijn gezin zeer toegedaan waren. Verscheidene families stonden in zijn dienst en hun kinderen waren de eersten met wie Helen op haar manier trachtte te spelen. Nu had ze haar „teacher", die haar óók vertelde hoe de wereld, waarin ze leefde, er uitzag Bossen, akkers en weidegronden, afgewisseld door rivieren, beekjes en meren, maar ook heuvels en ge weldige bergen, die uit harde rots bestonden en dan was er ook nog de zee Vanaf dat ogenblik verlangde ik er naar haar ééns te ontmoeten en als het mogelijk was ook haar on derwijzeres. Ik had er toen geen flauw idee van, dat Helen Keiler, geboren 27 juni 1880, al midden in haar jaren stond, terwijl ik nog een kind was Nooit heb ik haar helemaal uit miin gedachten verbannen, vooral omdat, terwijl ik opgroeide, regel matig over haar leven, dat ze ge heel in dienst bleek te stellen van haar gehandicapte medemensen en vooral van gehandicapte kinderen, werd gepubliceerd. En toen ik kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor het eerst naar Amerika zou gaan, stond boven aan het lijstje met de namen van mensen, die ik graag zou ontmoe ten, die van Helen Keiler. Maar waar moest ik haar zoe ken? Bovendien, hoe vaak was zij niet op een wereldreis? Verrassing Men denke zich mijn verrassing in toen ik, nog maar net in New York aangekomen, op het onver wachtst te weten kwam waar ik haar zou kunnen aantreffen! Ter wijl ik op een avond in mijn eentje in New York ronddwaalde, het was al tegen middernacht want ook op deze wijze wilde ik de fantastische stad leren kennen, passeerde ik toevallig de reus achtige Carnegie-Hall. En tot mijn verbazing zag ik daar in het licht der lantaarns op gele aanplakbil jetten in grote zwarte letters de naam HELEN KELLER staan! Het bleek dat de volgende avond een concert zou worden gegeven door het beroemde Phi- l ad elf ia-orkest ten bate van het werk voor de blinden en dat He len Keiler na de uitvoering van een werk van Bach en Beethoven nog vóór de pauze zou spre ken voor hetzelfde doel! Ik wist niet wat ik las.Want ik wist toen nog niet dat zij al als kind had. leren spreken o.a. door haar hand te leggen in de mond van degenen, die haar les gaven, ja, dat ze zelfs een beetje had leren zingen, dit vooral om haar stem, als zij sprak, meer in tonatie te gevenZelfs sprak zij eens te Parijs in de Sorbonne voor mensen van de wetenschap over de techniek van het spraak onderwijs aan dove kinderen. Haar eerste redevoering hield ze toen ze zeventien jaar oud was! De volgende morgen ging ik on middellijk naar de Carnegie-Hall om een toegangsbewijs te kopen, maar moest tot mijn bittere te leurstelling horen dat de zaal met haar duizenden zitplaatsen al we ken tevoren was uitverkocht. Wat nu? Wel, ik heb die dag geen steen op de andere gelaten om zo moge lijk toch nog mijn wens in vervul ling te zien gaan. Per bus haastte ik mij van de ene zijde van Man hattan naar de andere, belde bij alle mij opgegeven adressen aan. en toen de avond aanbrak, was ik wel moe. maar toch ook heel ge lukkig, want ik had een plaats! En nog wel in de loge van de presi dent van de Amerikaanse Blinden bond, vlak bij die van Helen Kei ler en Polly Thomson, haar toen malige begeleidster, en al vele jaren ook haar secretaresse. Anne Sullivan was in 1937, 70 jaar oud, gestorven, blind, zoals ze als kind en jong meisje was geweest, tot een operatie haar destijds het ver mogen om te zien weer had terug gegeven. Toen ik plaats mocht -nemen in de eerder genoemde loge, was die van Helen Keiler nog leeg. Maar zodra het publiek haar zag bin nenkomen. stond men als één man op, en begroette men haar en Pol ly Thomson met langdurig ap plaus. waarvoor beiden glim lachend dankten. Maar Helen dankte niet omdat zij van haar begeleidster vernam hoe hartelijk men haar welkom heette. Zoals zij mij later vertelde „hoorde" zij dit met heel haar we zen, maar inzonderheid met haar handen en voeten. Dat bleek ook toen het orkest be gon te spelen en Helen in haar loge feilloos „mee dirigeerde", op deze wijze met haar uiterst gevoelige handen de muziek van Bach en Beethoven genietend, zoals ande ren met hun gehoor. Tenslotte brak het ogenblik aan dat Helen en Polly Thomson op het podium verschenen, opnieuw be groet door een enthousiast applaus. Beiden waren lang en slank en met veel smaak gekleed. Helen droeg een uiterst eenvoudige, mat- blauw zijden japon van uitstekende coupe en daarop als enig sieraad een dunne gouden ketting. Maar wat mij het meest opviel was de stralende glimlach op He len's gezicht. Het was alsof zij. nu zij dit niet in de uitdrukking van haar ogen kon doen. haar gehele ziel in haar glimlach legde. Stil Het werd zeer stil in de zaal. Toen begon ze te spreken. Wat zij niet door verschil van klank vol doende in haar woorden kon leg gen trachtte zij goed te maken door haar articulatie en de grote nadruk waarmee ze sprak. Ter- wille van de duidelijkheid herhaal de Polly Thomson telkens wat He len had gezegd. Dan „luisterde" deze met haar hand tegen Polly's wang en neusvleugel. Soms knikte ze glimlachend om haar instem ming te betuigen. Helen vertelde over haar grote opvoedster Anne Sullivan en de zelfwegcijfering, die deze haar ge hele leven op wonderbaarlijke wijze had getoond, i Zonder wie haar eigen leven een nacht van wanhoop zou zijn geweest. Zij spoorde alle aanwezigen aan haar grote voorbeeld te volgen en zichzelf te geven voor anderen, vooral aan hen, die in donkerheid hun weg hadden te gaan. Anne Sullivan's leven was er nu eeu van heerlijkheid, daarvan was ze overtuigd en haar onsterfelijk voorbeeld bleef lichten, ook nu ze zelf was heengegaan. Terwijl Helen met steeds meer overtuiging sprak, gesticuleerden haar handen vol levendigheid en was daar telkens die stralende glimlach. Met een ovatie betoonden de dui zenden aanwezigen haar hun in stemming en dankten haar. Toen was het pauze. Ik zag hoe tal van mensen haar loge binnen gingen. Hoe gaarne had ook ik haar hand willen drukken, maar ik was ervan overtuigd dat dit, al thans nu, een onmogelijkheid was. Tot plotseling de president van de Blindenbond, die ook naar haar toe was geweest, haastig bij mij terugkwam en zei: „Komt U maar gauw mee. Helen wil U graag ontmoeten." Zo ontving ze mij in haar loge. We drukten elkaar de hand en Polly vertelde haar dóór vingerte kens in haar halfgeopende hand hoe ik vanaf dat ik een kind was verlangd had haar eens te mogen ontmoetenToen haalde ik in een impuls de miniatuurklompjes van Delfts blauw, die als een klein seiraad gedragen konden worden, uit mijn avondtasje en legde die in Helen's hand. Ze betastte ze glimlachend en zei „O. u komt van Holland, het land van het geluk van de huiskamer! Ik ben er meermalen geweest en als het donker wordt zijn bij u in vele huizen de gordijnen wijdopen, terwijl de lampen branden. Dan ziet men het gezin in de huiskamer verenigd, iets wat wij in Amerika zo missen Omdat de pauze voorbij was en ik dus terug moest naar mijn loge, nodigde ze mij uit diezelfde week bij haar in Forest Hills op Long Island te komen! Ik drukte haar hand en Polly bracht mijn verras sing en blijdschap bovendien nog aan haar over. Humor De dag voordat ik naar Helen toe zou gaan ontmoette ik een oude vriend van haar. medewerker aan de New York Times. Hij ver telde mij over haar gevoel voor humor en haar verlangen door een woord van waardering of een ander blij te maken. „O, hebt u vandaag uw mooie bruine pak weer aan?" vroeg ze me eens lachend, haar hand op mijn mouw. En een andere keer: „Ik voel dat u uw blauwe pak weer hebt aangetrok ken, dat wat u zo goed staat!" Ik was eerst stom verbaasd", vervolg de hij. „en dacht dat Helen zelfs kleuren kon voelen! Maar natuur lijk bleek dat ze de pakken her kende aan hun weefsels, nok om dat ze zo'n uitzonderlijk herinne ringsvermogen heeft." Nu, ook dat herkennen van de weefsels was toch al iets 'neel bij zonders. Ma^r toen ik er latei- He len naar vroeg, zei ze glimlachend: „O. dat was helemaal niet zo moei lijk. Het is precies hetzelfde als wanneer u zich een kostuum her innert. omdat u het al eens eerder zag. Mijn handen zijn voor mij mijn ogen en dikwijls denk ik: kan een ziende van een beeldhouwwerk zo intens genieten als ik. die elke lijn ervan met mijn handen voel? Ik kan ook bijv. rode rozen van witte onderscheiden, doordat de tere bloemblaadjes van de ver schillende soorten anders aanvoe len! Ik zie en luister met mijn handen, voeten en misschien wel met mijn hele lichaam. Daarom verveel ik mij nooit. Want als ik geen deel neem aan de gesprekken, luister ik intussen en bestudeer mijn medemensen. Eens zaten we in een restaurant, waar het heel plezierig was. Er was een strijkje en de meeste mensen zaten vrolijk met elkaar te praten, zo ook aan ons tafeltje. We wer den bediend door twee kelners. Aan de stap van de ene voelde ik dat hij een oudere man was, rustig en in harmonie met het leven, dus ook toegewijd. Dat gaat samen! Hij liep als vanzelfsprekend mee op de maat van de muziek. De tweede kelner had een haas tige. veel lichtere voetstap, was dus waarschijnlijk een jongere man. maar bovendien in conflict met het leven en de wereld rondom hem, want hij hoorde de muziek niet eens. liep dwars tegen de maat in en de wijze, waarop hij ons be diende, slordig en gehaast, was ge heel daarmee in overeenstemming. Zo zie je hoeveel alleen maar luisteren je kan vertellen!!" Het was een prachtige najaars middag toen ik naar Forest Hills ging, waar Helen Keiler samen met Polly Thomson in die tijd woonde. Er stond een grote blauwe spar voor hun huis en de tuin was zeer goed onderhouden. Een dienstmeisje bracht mij in de huiskamer en zei dat de dames direct zouden komen. Ik was blij even alleen te zijn en de omgeving waarin een doofblinde vrouw had te leven, in mij te kunnen opne men. Het vertrek was vol van het gedempte gouden najaarslicht en in de open haard brandde een vuur van grote houtblokken. Er lagen kussens van dieprode zijde en er stonden fijne. Chinese kunstvoor werpen. Boeken rijden zich tegen een der wanden en alles tezamen gaf met het zilveren theeservies, dat reeds op een laag tafeltje ge reed stond, het vertrek een beko ring als ik zelden in Amerikaanse huizen heb aangetroffen. Toen hoorde ik Helen en Polly aankomen. Helen met haar stralen de glimlach, waarin ze ook nu al haar gevoelens van blijdschap en toegenegenheid, die anderen met hun ogen uitdrukken, trachtte weer te geven. Al spoedig zaten we in druk gesprek en als Polly soms nog eens vertaalde, wat voor mij moeilijk verstaanbaar was. luister de Helen weer mee door haar vin gertoppen heel licht tegen Polly's lippen te leggen. We moesten bei den lachen toen Helen eenmaal zei: „Nee Polly, zo bedoel ik het niet, ik zei het anders." Boodschap Van de lange gesprekken, die ik toen en in de jaren er na met He len Keiler heb gehad, zal ik trach ten iets van dat eerste gesprek- weer te geven en vooral van de boodschap, die zij me meegaf voor allen, die het moeilijk hebben, het zij door een handicap of door an dere omstandigheden. „Wanneer we problemen in ons leven hebben, die we niet begrijpen of moeilijkheden heb ben te overwinnen, dan moeten we niet toelaten dat hetgeen ons leven moeilijk maakt, ons klein krijgt. Want de moeilijkheden worden op onze weg gebracht opdat we onze geestelijke kracht bewust worden en opdat onze persoonlijkheid zich kan ontwik kelen. Bovendien kunnen we door onze eigen levenshouding anderen tot voorbeeld wezen en hen, die het nog moeilijker heb ben dan wij, tot steun zijn. Dat kan ons leven waard maken om geleefd te worden." Soms zweeg ze even. Dan sche nen haar opvallend blauwe ogen in haar fijn gezicht dieper naar binnen te kijken. „Daar is nog een andere gedachte, die bij mij op komt. Zich een maatschappij te wensen zonder moeilijkheden te overwinnen is een wereld fe ver langen onzegbaar monotoon. Zij, die het soms het moeilijkst hebben zijn dikwijls de meest vooraan staanden in het bereiken van hun doel en hebben een leven oneindig rijker van inhoud dan diegenen, welke het ogenschijnlijk steeds voor de wind is gegaan. „Nooit moeten we ons blind sta ren op hetgeen ons ontbreekt, want dat zou ons alle levensvreugde ont nemen, maar we moeten steeds meer oog krijgen voor hetgeen ons gelaten is." Dat zei een vrouw, die volgens onze mening het allerbelangrijkste miste om gelukkig te zijn: het ge zicht en gehoor. Maar toen vertel de ze het geheim van haar geluk kig leven. „Het geloof in Gods liefde is voor mij een rivier van licht. Het is een realiteit, een weg om te leven, hier en nu In de donkere ogen blikken van mijn leven zing ik maar veel: Nader mijn God tot U, nader tot U Het was kort na dit eerste be zoek aan Helen dat ik door een in fectie in mijn been plotseling opge nomen moest worden in een New Yorks ziekenhuis. Het was ge sticht door vrouwen, werd geleid door vrouwen en was uitsluitend bestemd voor vrouwen. Maar ze konden het toch niet af zonder een man, want de chirurg was een man! Dr. Aldridge. Daar lag ik nu. doodallecn en (Door Riet Diemer) AERDENHOUT „De honger die ik in India heb gezien laat me niet los". Dat was zeven jaar geleden de reac tie van prof. dr. Cesina H. j. van der Molen toen nog hoogleraar in het volkenrecht na haar studiereis naar het Verre Oosten. Onlangs is ze voor de tweede maal naar In dia geweest, dat land heeft haar inderdaad nooit losgelaten Na haar emeritaat in 1962 op zeventigjarige leeftijd als hoogleraar aan de Vrije Universiteit heeft ze de stichting Adjutorium (de latijnse naam voor hulp) opgericht. Deze stichting steunt allerlei sociaal werk, dat de Indiase mensen, meest christenen, zelf leiden. Het geld voor Adjutorium komt binnen van zoge heten pleegouders in Nederland en via persoon lijke bijdragen. In het begin leidde mevrouw Van der Molen de stichting alleen en deed ze alles zelf. Later vond ze dat niet verantwoord, want het werk breidde zich uit evenals het aantal objecten. Op het ogen blik is er een bestuur van vijf mensen: drie pro testanten en twee rooms-katholieken. Een van deze laatsten is mevrouw dr. M. E. Nolte, die samen met prof. Van der Molen in het gezellige huis aan de rand van de duinen in Aer- denhout woont. Dr. Nolte is 'jarenlang wethouder van on derwijs en personeelszaken in de gemeente Bloemendaal ge weest. Beide dames hebben op eigen kosten een reis van drie maanden naar India ge maakt om zelf eens te zien of het geld, dat uit Nederland veer veertig zijn „geadopteerd" door mensen uit Rotterdam en omgeving. De oudere kinderen krijgen een vakopleiding, leren een ambacht of worden opgeleid tot verpleegster. dese arts doet dit werk. De we tenschap heeft uitgewezen dat er geen besmettingsgevaar is. slechts in enkele gevallen. PROF. DR. GESINA l 4,\ DER MOLEN hun lasten zijn ook de onze Ten noorden van Delhi is de kolonie Bethanië, waar hutten van één kamer zijn. Ze zijn be- Het tehuis dateert van voor de hoorlijk gebouwd en laten geen wordt gezonden, goed wordt Tweede Wereldoorlog e>> is opge- besteed. Verantwoord nen. De mensen, die vroeger wer- richt door het Amerikaanse echt- den uitgestoten en moesten bede- paar Taylor, dat zwervertjes van len, worden nu medisch behan- de straat opnam. Op tachtigjarige deld. Werk vinden ze bij de kip- leeftiid werkten zii nog od het Penfokkerij. het verbouwen van leertijd werKten zi] nog op nei groenten die worden verkocht en „Met voldoening hebben we er varen, dat de Nederlandse bij dragen uitstekend en verant woord worden gebruikt, maar we hebben ook gezien hoe bitter no dig onze hulp is en hoe zeer zij wordt gewaardeerd", zegt prof. Van der Molen. Onderhoudend, maar vooral ook to the point, vertelt ze over de verschillende projecten, die ze heeft bezocht; eerst in het noor den en later in het zuiden. Ze is verrukt van het tehuis in dc plaats Bhogpur voor kinderen van melaatse ouders. Daar zijn 130 kinderen, van wie er ongc- met handweven enz. Hutten zendingsveld. „In Rotterdam zegt die naam wel iets, want deze zendelingen zijn daar geweest," zegt mevrouw Van der Molen. „Het tehuis loopt goed en de kinderen zien er gezond en ge- in- te- j Er moeten nu nieuwe hutten lukklg utl. Een van de kinderen komen en mMr weeIge,ouweni speelde met een Rotterdamse waarbij Adjutorium helpt. voetbal. Ik heb er zelf ook een kind. ïk heb he, Jongste kindje ^^^'"fndll "aar"Terat' gekozen. Ze heet Jammu. Ja, ik Daar wonen naar verhouding de was m'n kind kwijt. Ik was er meeste christenen. Dat heeft eigenlijk al twee kwijt. Dan had- waarschijnlijk "tot gevolg dat het den de vader of moeder het weer E"""1380 analfab,e,en e„r „het kleinst is. Maar het is ook door meegenomen. Zjjn schrijnende armoede een In Delhi hebben beide dames voedingsbodem voor het commu- rusme. het Signal home bezocht, een "te huis van kinderen, die door vaak onbekende ouders op straat zijn voor de eerste maal in New York. In een ziekenhuis. Ik kende er nie mand. Maar de hartelijkheid die ik van alle kanten ontving was zó groot daarin zijn de Amerikanen, vooral de vrouwen, meesters dat deze ziekenhuis-episode behoort tot mijn mooiste herinneringen aan dat eerste verblijf in Amerika, het welk door vele latere reizen erheen werd gevolgd. Brief Een tastbaar bewijs er aan heb ik nog steeds in de brief, die Helen Keiler mij zond, onberispelijk ge typt op haar schrijfmachine en on dertekend met blokletters. waar mee zij ook de opdrachten op haar foto's en in het grote boek over haar opvoedster Anne Sullivan, schreef. Ik heb die brief ingelijst hangen in mijn werkkamer. De verkorte inhoud in het Nederlands vertaald luidt als volgt: „M'n lieve vriendin, wees niet ontmoedigd als je soms denkt dat God nu ver weg is. Want de donkerheid, die op je weg ge bracht wordt, is niet anders dan de schaduw van Zijn vleugels, iri Zijn naderkomen tot je. (Dat schreef een vrouw, die nooit vleugels had geziennoch het klapwieken ervan had gehoord). Laat je leven een schijnende weg worden, leidend tot Hem, Wiens vriendschap niet weet van schaduw noch omkeer. Vrees daarom niet, maar zing steeds in het verdergaan: „Nader mijn God tot U, nader tot U, nader lot U..." Had ik een schonere bemoedi ging kunnen ontvangen? En de vrouw, die deze mij zond, zou 27 juni de zeer hoge leeftijd van 88 jaar hebben bereikt. Doch ze heeft deze dag niet mogen vieren. Het zou geweest zijn zonder Anne, zon der Polly, de twee vrouwen door wier zelfwegcijfering en toewijding Helen kon worden wat ze is ge weest, een stimulerend voorbeeld, een inspiratie voor miljoenen ge handicapte en ook niet-gehandi- capte medemensen, één der groot ste vrouwen van onze eeuw. Haar leven ls er thans één van heerlijkheid In de plaats Ernakulam is een opleidingsschool bezocht waar meisjes uit de allerarmste gezin- achtergelaten. De politie heeft nen worden opgevai,gen en .,eren hen bij twee oud-verpleegsters wie het huis is. De dertien kinde ren vormen samen een groot ge- Amerikaanse borduren. Hun werk wordt later gebracht van verkocht, 's Middags krijgen ook de jongere kinderen daar een maaltijd, die bestaat uit een hap je rijst en een beker melk. wel toe. dat het een vermoeiende reis is geweest, per boot, vlieg tuig, trein en een keer zelfs vijf uur in (natuurlijk) een open jeep. „Ik beschouw het zo. dat de Heer mij aan de hand heeft geleid, an ders had ik het nooit kunnen doen." Vergeleken bij haar eerste be zoek aan India zeven jaar ge leden meent ze over het alge meen wel vooruitgang te zien, af gezien van de droogte en zware regenval, die de oogst bederven. Er wordt veel gebouwd, ook nieuwe hutten. Er zijn meer au to's en fietsen, die in het land zelf worden gefabriceerd. In de winkels is ook meer te koop dan voor enkele jaren. De gemiddelde leeftijd is geste gen tot 44 jaar. Daarentegen is de bevolkingsaanwas natuurlijk een groot probleem. De bevolking neemt per jaar met ongeveer 15 miljoen mensen toe, ondanks de vele sterfgevallen. Family-plan ning is daarom het gesprek van de dag. Er wordt veel propagan da voor gemaakt. De Unesco doet dit bijvoorbeeld door middel van wagens met luidsprekers in de dorpen. Verantwoordelijk Junimu. het kleinste meisje uit hel kindertehuis, is de pleegdochter ran prof. Van der Molen. Ze is vijf jaar. Een bejaardenhuis bleek niet meer dan uit grote houten barak ken te bestaan. Tussen de bedden stond alleen een houten stoel. Er zijn negentig mensen, onder wie ook blinden. Ze worden van de straat gehaald door christenen, die zich hun lot aantrek'—n. Er moet in ieder geval c -ak bijkomen. Kleuterschool Bij Trivandrum. de hoofdstad van Kreala helemaal in het zuiden van India is een christelijk kleuterschooltje in de rimboe bij een paar dorpen. Tus sen moslims, christenen en hin does die daar wonen was de ver houding slecht. De christenen hebben zich af gevraagd hoe daarin verbetering kan worden gebracht en kwamen op het idee een kleuterschooltje te beginnen, waar kinderen van elke groep welkom zijn. Hierdoor is er toenadering tussen de ou ders ontstaan. In dezelfde streek heeft de re gering van Kerala zes dorpen zin en krijgen een uitstekende overgeplaatst naar een onontgon- opvoeding. ncn gebied omdat het oude ge- T, b'ed door irrigatiewerken onbe- Vanuit Krahngen wordt dit werk gesteund. De kinderen van "°»"b»" was geworden. D.e beide tehuizen hebben regelmatig dorpen hebben echter met elkaar contact met hun Nederlandse één bron, zodat men mijlen ver pleegouders via brieven. Leuke. moet lopen om water te halen, gewone kinderen, erg aanhanke- lijk» 6 Ieder dorp heeft sterk behoefte Mevrouw Van der Molen heeft aa" Mn rl*en bron- Dr installatie ook melaatsenkolonies bezocht bost 250. Men tracht ook door waar de gezinnen bij elkaar blij- huisindustrie de mensen In- ven. De gedachte wint steeds komsten te verschaffen meer veld om hele gezinnen te helpen. Een vrouwelijke Cana- Mevrouw Van der Molen geeft „Ik doe dit werk", vertelt prof. Van der Molen, „vanuit de christelijke opvatting dat de we reldgemeenschap uit één grote fa milie bestaat. We zijn verant woordelijk voor elkaar. Hun lasten zijn ook onze lasten en noden. Wij moeten leren leven en handelen vanuit de evangelische saamhorigheid van heel de mensheid, door God geschapen. Ik heb sterk het gevoel, dat de Heer mij geroepen heeft de laatste jaren van mijn leven daaraan te besteden." Wie al lang iets voor India heeft willen doen, weet na zo'n reisverslag wel de weg. Het is dc veilige weg via de stichting Ad jutorium. p/a prof. dr. G. H. J. van der Molen, Westerduinfveg 5, Acrdenhout. Bijdragen ineens, maandelijkse of jaarlijkse kunnen worden gestort op giro 12048 van de Al gemene Bank Nederland in Bloe mendaal. Vermeld kan worden naar welk project de voorkeur uitgaat. Maar de nood der armen, twee miljoen blinden, drie miljoen melaatsen, bedelen de kinderen en zwervende oudjes is overal hartver scheurend. Mevrouw Van der Molen acht op deze ver bijsterende armoede en el lende onzerzijds slechts één antwoord mogelijk: geven met gulle hand!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 15