Taak van ds® Beyers Naedë wordt niet gemakkelijker en nu NO». Rome: evolutie of revolutie? HOEVEEL TUD HEEFT NOG? j Raad voor christenen in Nederland Een woord voor vandaag alles goed en wel KLANKEN BON y°EN "N Lekenactie in Engeland CONFERENTIE IN ZURICH BEROEPINfiSWERK ZATERDAG 11 MEI 1961 Jesaja 55 laat de mens een heleboel doen. De dorstigen mogen drinken, de hongerigen brood kopen, de eenzamen de Heer zoeken, de goddelozen moeten hun weg verlaten, de onge- rechtigen moeten hun gedachtenleven reinigen en zich bekeren. Maar er blijft een vraag: Hoe kan de mens dat alles? In onze tijd is de mens wat cynisch geworden. Hij is niet al te snel te winnen voor hooggestemde idealen, of dat nu een wereld zonder oorlog, een natie zonder ongerechtigheid, of een in dividueel leven zonder zonde is. In onze tijd vraagt de mens niet zozeer „Wat moet ik doen?", maar zegt hij: „Hoé moet ik het doen?". „Hoe kan ik de wereld, hoe kan ik mijzelf veranderen?" Het antwoord ligt in Jesaja 55. „Mijn gedachten zijn niet uw gedachten"zegt God, „Mijn wegen zijn niet uw wegen." Wat zijn onze gedachten? Wij willen ons inspannen, wij willen ons best doen. Wij willen strijden tegen het onrecht in de wereld en in onszelf. Hoe doet God het? Zijn antwoord is (vers 11„Mijn Woord zal niet ledig tot Mij wederkeren." God zegt: Ik doe het op Mijn wijze, door Mijn scheppend Woord. Ik spreek tot u en door Mijn Woord verandert uw leven. Uit het luisteren volgt het doen. We lezen vandaag: I Koningen 10 1429. We lezen morgen: I Koningen 11114. Poëzie Met volledige instemming las ik het ingezonden stuk van dr. A. Stolk. Hij leverde kritiek op flauwe grappenma kers, die zich zelf als kunstenaars beschouwen. Ik geef de heer Stolk volkomen ge lijk, wanneer hij het gewauwel van heren als Buddingh' en Schippers (de belangrijkste leuteraars) nihilistische poëzie noemt. Eigenlijk is het alleen maar nihilistisch, niets meer en niets minder. Je kunt namelijk zomaar anekdotes, gekke stripverhalen, een adreslijst, een treintabel van het Cen traal Station, een schaakanalyse en spelletjes (zie bijvoorbeeld 128 vel schrijfpapier) moeilijk rangschikken onder poëzie. Gelukkig spreken ze zelf ook meer van teksten dan van poëzie. Het tijdschrift van deze dwaze jongens. Barbarder, heeft namelijk als onder titel: „tijdschrift voor teksten". En toch willen ze dichters zijn. „Waarom willen de mensen in vredesnaam tege lijk anti-dichterlijk werkzaam zijn en dichter heten?" Dr. C. Rijnsdorp stelde in één van zijn door mij bijzonder gewaardeerde recensies deze vraag en gaf het vol gende antwoord: „Zouden ze zich geen dichter noemen (en uitgevers vinden en lezers en beschrijvers), dan waren ze nergens, maar nu ze wel pretende ren de Nederlandse poëzie voort te zetten, zijn ze evenmin ergens." Dat een toch kundig criticus als Adriaan Morriën „Wil het bezoek afscheid nemen? een bestarium". van Buddingh' uitstekend vindt, is ook voor mij onbegrijpelijk. Morriën weet toch warempel wel wat poëzie is. Zelf schreef hij bundels als Hartslag (1939), Landwind (1942), Het vaderland (1946) en daarin treft men zeer goede ge dichten aan. Conclusie: of Adr. Mor riën is op zijn retour of hij is een huichelaar. Er is nog een andere mo gelijkheid: dat ik het allemaal ver keerd zie en dat Buddingh' c.s. wel tot de echte kunst gerekend moeten wor den. Degene, die mij ervan weet te overtuigen, dat Buddingh' humo ristische poëzie schrijft, moet echter nog geboren worden. Zowel de humor als de poëzie is niet aanwezig. Daarom houd ik het voorlopig maar op de woorden van Otto Weiss: „Som mige mensen hebben zo weinig gevoel voor poëzie dat zij zelf gedichten ma ken." Leidschendam Jan Schipper Poëzie (2) Met een moker op de vlinderjacht. Deze gedachte drong zich on weerstaanbaar aan mij op bij het le zen van het ingezonden stuk van dr. A. Stolk over de dichter Cees Bud dingh'. Arme Buddingh'! Daar wordt hij de zachtmoedigste onder de Ne derlandse dichters beschuldigd van „vervloekt nihilisme." Een van tweeën: of deze brief is een formidabel stuk satire of hij is werke lijk ernstig bedoeld. Op het gevaar af, dat ik in een soort verlate literaire aprilgrap tuimel, wil ik aannemen, dat de brief serieus is bedoeld. Waarbij ik dan een paar opmerkingen wil maken. Ik ben, geachte dr. Stolk, langza merhand allergisch geworden voor het woord „nihilisme" omdat de ervaring mij heeft geleerd, dat het veelvuldig wordt gebruikt om onberedeneerde af keuring van bepaalde nieuwe ontwik kelingen aan te geven. In die zin ge bruikt is het een typische vorm van onzindelijk denken, waarbij de te genstander bij voorbaat monddood wordt gemaakt door hem een stempel op te drukken. Dat het een stempel is en niets meer, blijkt uit de ongehoord lange brief ik hoop dat de redactie deze reactie ook integraal opneemt waarin elke motivering ontbreekt. Dr. Stolk droogstoppelt een beetje over Buddingh's hese stemgeluid en komt met de geestloze typering: „Net een walvis met bronchitis", (leuk voor mensen die door deze ziekte worden geplaagd!) Juist deze typering is voor mij het bewijs dat dr. Stolk van de bedoelin gen van dit soort poëzie niets begrijpt. Hij voelt niet aan dat juist Buddingh's monotone stemgeluid bij uitstek past bij zijn gedichten, die immers elk na drukkelijk literair effect missen. Het is begrijpelijk, dat jongeren de ze poëzie aanspreekt, omdat ze nu eenmaal op de middelbare scholen nog al te veel worden overvoerd met poëzie, die bolstaat van de retoriek. Een leraar Nederlands, die begint met het laten lezen in de klas van Bud dingh's gedichten heeft naar mijn me ning meer kans om literaire be langstelling bij de jongeren te kweken dan zijn collega, die het verplichte rijtje oude dichters in chronologische volgorde afwerkt. Rotterdam B. van der Ent Elektronisch instrument te bespelen als orgel, piano, spinet en klavecimbel. Demonstratie iedere dag van 9-12 en van 2-6 uur behalve donderdags. NEONVOX Wilo Gld. Tel. 05716-415 b.g.g. 05716-571 EON VOX, Wilp, Gld. Naam Adres Plaats... Verzoekt toezending uitgebreide gegevens LÖNDEN Op Pinksteren start de Rooms-Katholiebe Kerk in Engeland de actie „Nieuw Pinksteren". Doel is het aantrekken van leken, die een groot deel van het „niet-geestelijke" werk van de priesters kunnen over nemen. Men denkt daarbij vooral aan or ganisatorisch, financieel en maatschappelijk werk. De campagne is een uitvloeisel van de oproep van het Vaticaans concilie, om de leken meer verantwoordelijkheid te geven. Iedere rooms-katholiek krijgt een vragenlijst, waarop hij kan invullen hoevuel tijd en welke vorm van dienstverlening hij beschikbaar kan stellen. Op een enkele uitzondering na groeit het Bantoelidmaatschap van de kerken niet meer. Vol gens de bijgaande statistiek ver liezen de kerken met een ge mengd lidmaatschap zelfs Bantoelidmaten, uitgezonderd de Rooms-Katholieke Kerk. De Nederduits Gereformeerde Kerk voor Bantoes groeit ook nog steeds, maar de grootste winst wordt geboekt door de onafhankelijke Bantoekerken. Het Christelijk Instituut heeft zich het lot van deze kerken aan getrokken en probert ze theolo gisch te helpen door cursussen. (door Jan J. van Capelleveen) DEN HAAG jaar? Tien jaar? „De situatie is al ver heen. Ik weet niet hoe lang we nog hebben. Vijf Minder?" Ds. Christiaan Frederik Beyers Naudé is niet optimistisch over de toekomst van Zuid-Afrika. Deze Zuidafrikaanse predikant, eens praeses van de Transvaalse synode van de Nederduits Gereformeerde Kerk, bezoekt ons land en andere Westeuropese landen op weg naar Upp sala om vrienden te winnen voor zijn levenswerk: verzoening bevorderen tussen de rassen van zijn land. Hij is een onbezoldigd ambas sadeur van het andere Zuid- Afrika. Niet het Zuid-Afrika van de apartheid, maar van een toe komstig Zuid-Afrika, waar blank en zwart in vrede naast elkaar kunnen leven, zonder dat de een de ander verdrukt, een Zuid- Afrika en hij beseft dat ter dege dat misschien nooit zal ontstaan, maar dan in bloed en tranen zal zijn ondergegaan eer het is geboren. Niet immer was hij een roepende in de woestijn van apartheid, die verzoening preekte in een land dat probeert twee werelden naast elkaar in stand te houden. Er is een tijd geweest, dat hij op recht geloofde dat apartheid de enige oplossing bood voor zijn natie. De „bekering" is niet plotseling geko men. Hij is een lange weg gegaan, totdat hij in 1960 de Cottesloe-confe- rentie bijwoonde. Daar spraken de Boerenkerken met de kerken van de wereld over de apartheidspolitiek. Voor de drie Afri kaans-sprekende kerken betekende die conferentie een breuk met de Wereldraad van Kerken; voor Bevers Naudé de opdracht om zich met onge kende kracht in te zetten voor de oecumenische gedachte en voor ver zoening tussen de rassen. Drie jaar na Cottesloe werd ds. Naudé directeur van het Christelijk Instituut en trad hij uit de geheime Broederbond. De teerling was gewor pen. En het werd geen gemakkelijke weg. Zijn eigen kerk wilde hem niet langer erkennen als predikant, zij verbood zelfs op 31 oktober 1966 haar ambtsdragers en leken lid te zijn van zijn instituut. Het gevolg was dat de overgrote meerderheid van predikan ten en zendelingen zich heeft terug getrokken, wat niet wil zeggen dat velen van hen hém niet steunen in hun hart. Door de Nederduits hervormde theo loog prof. dr. A. D. Pont werd hij beschuldigd van communistische sympathieën, en niet alleen door hem. Eens vroeg zijn eigen moeder be zorgd aan een Nederlander die Zuid-Afrika bezocht: „Is het waar wat de mensen zeggen, dat mijn zoon communist geworden is?" Ds. C. F. Beyers Naudé bezoekt ons land voor gesprekken met kerkelijke en politieke leiders. Hij hoopt ook nog Engeland, Duitsland en Zwitserland te be zoeken eeh hij de vierde assemblee van de Wereldraad van Kerken als adviseur zal bijwonen. Laster Nu weet ze wel beter, en prof. Pont weet het ook. Het gerechtshof heeft deze schuldig verklaard aan laster en veroordeeld niet alleen tot de pro ceskosten, maar ook om 100.000 gul den te betalen aan ds. Naudé en prof. A. S. Geyser. Maar in de ogen van vele eenvoudige blanke gelovigen blijft hij een dwaze idealist, zo niet erger. Maar niet alleen in zijn eigen land is de situatie moeilijker geworden. Ook de wereldsituatie maakt zijn werk er niet gemakkelijker op. Er was een tijd dat velen in de wereld instemden met de gedachte van „ge weldloze weerbaarheid" die zo sterk door dr. Martin Luther King, de ver moorde Amerikaanse negerleider, werd gepropageerd. Maar op de conferentie voor Kerk en Samenleving van Genève bleek duidelijk, dat sommigen in bepaalde situaties verder wilden gaan. Naar hun mening zijn er in landen =s en daarbij werd oorspronkelijk vaak ge dacht aan Latijns-Amerika toestanden die alleen door een ge welddadige revolutie zijn recht te zetten. Ook op de jongste zitting van het pastoraal concilie werd over deze iooms-kaïholieken ■luthersen___^^_^i Nederd. gereitirmeerden presbyterianen oongregationalisten baptisten 46 48 51 55 58 60 JAAB VAN VOLKSTELLING mogelijkheid ernstig gedebatteerd. Op een geheel nieuwe manier komt zo de idee van de „rechtvaardige oor log" in de vorm van de „rechtvaardi ge gewelddadige revolutie" weer om de hoek kijken. Die gedachte wijst ds. Beyers Naudé met kracht van de hand. Hij gelooft niet dat geweld een oplossing kan brengen in Zuid-Afrika. Hij- ge looft dat in de gehele wereld de mo gelijkheden van het geweldloos ver zet nog lang niet allemaal uitgepro beerd zijn. Een journalist van de Volkskrant, die het kennelijk niet geheel met hem eens was, zei dezer dagen: „U bent een idealist." Dat zeggen ook de meest vriendelijke tegenstanders van ds. Naudé in Zuid-Afrika. Er is nog een ontwikkeling, ver van Kaapstad, die hem met grote zorg vervult, de roep van de Ameri kaanse negers om Black Power, zwarte macht. Black Power „Ik geloof", vertelde ds. Naudé mij, „dat de mensen die ernstig nadenken over rassenvraagstukken, inzien dat Black Power in zekere zin het tegen deel uitdrukt van de verzoening die noodzakelijk is." „De Amerikaanse Black Power-be- weging heeft misschien zelf niet in de gaten hoe zij onwetend de zaak van apartheid in Zuid-Afrika bevorde ren door gewelddadigheid en neger- apartheid. Hun acties maken het ge sprek moeilijker en ook de positie van personen en organisaties die verzoe ning zoeken tussen rassen." „Zijn er ook hoopvoller tekenen, waaruit blijkt dat uw werk wel zin heeft?" vroeg ik deze predikant, die niet meer op eigen kansels mag staan, maar wel op de'Nederlandse. Ds. Naudé vindt het moeilijk die vraag te beantwoorden. „Door het besluit van de synode van de Neder duits Gereformeerde Kerk", zegt hij, „hebben predikanten en zendelingen zich uit het Christelijk Instituut te ruggetrokken. De onderlinge angwaan binnen de gelederen van de dominees is er groter door geworden, omdat nu niemand meer weet wie ondersteuner van het Instituut is en wie niet. Daardoor is het gesprek op het theo logisch vlak over actuele vraagstuk ken zoveel moeilijker geworden dan voorheen. Maar wel is het opmerke lijk dat op twee na alle gemeentele den lid zijn gebleven." Verandering „Hoewel sommigen in het begin na die uitspraak van de synode hun fi nanciële steun aan het instituut ont trokken, heeft het proces-Pont toch ook weer ten goede gewerkt. Velen hebben daardoor weer vertrouwen gekregen in ons werk. De financiële steun vanuit de Engelstalige kant daarentegen is sterk gegroeid. Op het ogenblik zijn wij dan ook bezig met een wervingsactie. Wij ho pen duizend mensen te vinden die jaarlijks 100 gulden willen geven (tien Pond, vandaar de naam Tien-ponders-actie) en we hebben er al meer dan 200 gevonden." Wel gelooft ds. Naudé dat er een verandering te bespeuren is bij de jongere predikanten, vooral bij degt nen die in het buitenland hebben gestudeerd. Hoewel zij zich niet dur ven aansluiten, staan ze vaak achter de principes en doelstellingen van het instituut. Maar hun invloed in het kerkelijk leven is beperkt. En boven dien is er een groeiende kloof tussen theologen en leken. Cursussen Tot nu toe richtte het instituut zich via zijn blad meer op de intellectuele bovenlaag. Maar wil het ooit iets be reiken dan zullen wegen gevonden moeten worden om ook de gewone kerkleden te winnen. Daartoe wil het instituut in de komende maanden kleine brochures gaan uitgeven over actuele vraagstukken. Bovendien wil het instituut overal in het land vormingscursussen geven, of weekend gesprekken organiseren over actuele vraagstukken, waar de problematiek vanuit de bijbel wordt bestudeerd en besproken. Meer nog dan het blad Pro Verita- te hebben twee daden de aandacht getrokken van het grotere publiek. In de eerste plaats de hulp die het Christelijk Instituut is gaan geven aan de onafhankelijke Bantoekerken. Dat zijn de kerken die het sterkste groeien. Het zijn ook de kerken die de meeste behoefte hebben aan theo logische hulp. Steeds meer kerken kloppen bij het instituut aan. In het land van apartheid maakt die hulp indruk. Proces-Pont Naar buiten belangrijker nog was het proces-Pont. „We wilden het lie ver niet aanspannen", zei ds. Naudé me. „we hebben het tegen onze zin gedaan, maar we deden het uit de overtuiging dat het niet anders kon." „En de uitwerking van dat proces is goed geweest. Velen hebben inge zien dat ze ons niet kunnen bestrij den zoals Pont dat deed met felle beschuldigingen van communisme en wat al niet." Oorspronkelijk stond de Neder duitse Hervormde Kerk geheel achter prof. Pont Er werd een speciaal A- frikaner VerdecJigingsfonds opgericht om hem financieel bij te staan. Nu prof. Pont veroprdeeld is, blijkt dat dat fonds alleen genoeg geld heeft om de proceskosten te betalen. En het ziet ernaar uit dat zijh Hervorm de Kerk niet genegen is om de 100.000 gulden schadevergoeding op te brengen, waartoe prof. Pont is ver oordeeld. „Wij hebben nu aangeboden", zei ds. Naudé, „om af te zien van dat geld, mits er een goed gesprek moge lijk is met prof. Pont. Ik heb uit Zuid-Afrika gehoord dat hij genegen is daarop in te gaan maar het pre- ciese weet ik nog niet." Dat is weer zo'n klein wolkje dat van hoop spreekt, maar het wordt welhaast verdrukt tussen al de donkere zwarte wolken die samentrekken. Maar ds. Naudé laat zich niet ontmoedigen. Toen hij aan deze taak begon, wist hij dat het geen werk voor mooi weer zou zijn. Hij blijft ijveren voor verzoening, voor een vreed zame toekomst voor zijn land in een wereld die steeds meer naar geweld grijpt. Zuid-Afrika heef nog altijd een bijzondere plaats in het hart van de Nederlanders. Daarom vroeg ik ds. Beyers Naudé: „Welke raad hebt u voor de christenen in Nederland?" Hij zei: „De groep van ds. Gijmink, de Nederlands-Zuidafrïkaanse Werkgemeen schap, hoe oprecht zij het ook bedoelt en dat aanvaard ik ten volle - "doet evenveel schade aan de situatie in Zuid-Afrika als de groep die bij gebrek aan degelijke inlichtingen komt tot onverantwoordelijke en haas tige conclusies er daarop tot veroordelende uitspraken tegen Zuid-Afrika." „fk zou ernstig willen vragen dat vanuit Nederland de hulp aan onze strijd en de bijdrage die gedaan word't langs de volgende banen gestuurd worden: 1. Er moet meer volledige informatie komen over de gehele situatie k Zuid-Afrika, eerst over de positieve, maar dan ook over de negatieve kanten van de zaak. Die informatie moet aan een veel bredere laag van de bevolking overgebracht worden. 2. In alle verantwoordelijke kerkelijke, politieke, culturele en maatschap, pelijke kringen moet getracht worden de bezorgdheid in Nederland, vanwege de richting die wij in Zuid-Afrika opgaan, tot uitdrukking te brengen en te motiveren. In deze motivering moet duidelijk naar voren komen dat de bezorgd heid niet ingegeven is door een sentimentele, romantische liefde voor de Afrikaanse Bantoes, maar dat het gaat om de christelijke eis van sociale gerechtigheid, waarheid en menselijkheid tegenover alle inwoners van Zuid- Afrika, blank zowel als bruin. 3. Ik wil met de grootste ernst pleiten voor veel meer kerkelijke, poli. tieke en culturele contacten tussen Nederland en Zuid-Afrika. Ook zouden veel meer 'leidende figuren vanuit Zuid-Afrika naar Neder land uitgenodigd moeten worden. 4. Misschien mag ik er nog een vierde punt aan toevoegen. Er moet ook veel meer contact van de jongeren komen. Ik pleit voor een vee! grotere uitwisseling van studenten, jeugdleiders en dergelijke, opdï er een gezonde gedaChtenwisseling kan ontstaan. Alleen op die wijz kunnen studentengroepen, als ze een standpunt willen innemen* d doen op grond, van volledige informatie en goed inzicht. ZURICH De Internationaler Evangelischer Arbeitskreis für konfessionelle Fragen hield van 29 april tot 1 mei haaf zevende samenkomst. Bij deze werkge meenschap zijn bijna alle refor matorische kerken in Europa aangesloten. Op deze conferen ties worden jaarlijks onder werpen besproken, die de volle aandacht dienen te hebben in de verschillende reformatorische kerken. Ook worden er steeds mededelingen verstrekt over de verhouding RomeReformatie.. Ditmaal werd vooral aan de Nederlandse situatie een uitvoe rige bespreking gewijd. Nederland was vertegenwoordigd door prof. dr. A. J. Bronkhorst na mens de Nederlandse Hervormde Kerk, dr. K. Dronkert en ds. A. Bes- selaar als deputaten van de Gerefor meerde Kerken en de heer R. Bak ker namens het Protestantse Con vent. Prof. Bronkhorst liet in een uitvoe rig betoog duidelijk zien, dat het in Nederland gaat om drie dingen: een gezagscrisis, een geloofscrisis en een isolementscrisis. Voor de gezagscrisis verwees hij naar het pastoraal concilie. Men kan het niet eens worden over de aard van het kerkelijk gezag. Men zoekt nieuwe wegen en geen wegreparatie. Stromingen In de geloofscrisis spelen twee stromingen, een bijbelse en een meer vrijzinnig gerichte, een belangrijke rol. De eerste wil veel meer terug naar het evangelie. De andere staat sterk onder invloed van nieuwere theologische stromingen, die vooral filosofisch worden bepaald. De isolementscrisis komt hierin uit, dat men niet meer in de afgesloten heid van de wereld wil en kan leven. Men laat de studie niet meer geïso leerd in de seminaria verlopen, maar zoekt wegen om de studie aan de bestaande universiteiten te geven, zo dat ook de rooms-katholieke geeste lijken in aanraking komen met de nieuwere ontwikkeling der theologie in de reformatorische wereld. Dat Nederland zo'n intense aan dacht kreeg, komt hieruit voort, dat in verschillende landen de berichten uit Nederland zo goed mogelijk ver borgen worden gehouden of dat men eenvoudig de Nederlandse situatie ontkent. Met name het Duitse episko- paat is bang voor Nederlandse in vloeden, die in de praktijk van het kerkelijke leven zouden kunnen overwaaien. Men spreekt in het bui tenland zelfs al van de reformato- NED. HERV. KERK Beroepen te Schelluinen: E. M. Bakker te Tholen; te Birdaard-Reit- sum: G. J. J. Liefting te Wijnjeterp. GEREF. KERKEN Beroepen te Huizen (NH) (vac. W. ten Kate): drs. R. van den Berg te Bodegraven. GEREF. GEMEENTEN Bedanks voor Rijssen, 2de pred. pl.: J. Karens te Nieuwerkerk. rische overgang van de Rooms-Ka tholieke Kerk in Nederland. Frankrijk Berichten uit andere landen spra ken veel meer van een laten bestaai van het oude stramien van de kerke lijke situatie. Frankrijk maakt daar op een uitzondering. Onder de in- vloed van de Théologie Nouvelle zijl daar ook veranderingen aan te wij zen. Zij voltrekken zich echter ni zo revolutionair als in Nederlan maar meer langs de lijnen der geil j delijkheid. In Frankrijk is men mei op de theologie ingesteld, dan op <s pastorale praktijk. Maar die pastorale praktijk zal on der de invloed van de theologisch veranderingen ook veranderen es dan kon het wel eens zijn, dal Frankrijk Nederland nog voor bijstreeft. In het algemeen dacht men op de conferentie, dat niet Nederland met de ietwat revolutionaire ontwik keling, maar Frankrijk met zijn meer evolutionistische ontwikkeling ten slotte de toon zal gaan aangeven, Het onderwerp van de conferentie werd ingeleid aoor de rooms-katho lieke theoloog prof. dr. Joh. Feiner, Wanneer Rome het bestaansrecht van andere kerken als christelijke kerken naast zichzelf erkent, zal Rome sa men met die andere kerken de warr kerk moeten vormen. Daarbij gaal, zo betoogde hij, -de eenheid van de kerk niet verloren. De eenheid zal des te schoner naar voren komen, maar nu niet in de zichtbare institu ten, maar in de onzichtbare eenheid, in Christus. Samen met alle andere kerken die Christus belijden, zal zij dan kerk moeten zijn. Het toekomst-ideaal mag dan ook niet wezen één kerk, waarin alle andere kerken zijn opgenomen, maar meerdere kerken, die samen één kerk vormen. Het eenheidsstre- ven moet niet gericht zijn op sa mensmelting, maar op samenwer king. Kuvper In wezen kwam deze lijn neer de vaak zo versmade pluriformi- teitsgedachte van Abraham Kuyper, al werd zijn naam dan ook niet ge noemd. Men kent Kuyper in het bui tenland tegenwoordig niet meer, in tegenstelling tot Berkouwer. Begrijpelijk stemden verschillende afgevaardigden niet zonder meer met prof. Feiner in. In de formulering van de oecumene tegenover de ka tholiciteit van de kerk was hij niet geheel duidelijk. Maar het is moei lijk, om de juiste weg te vinden ook voor hen, die niet zo duidelijk van Romes oude dogmata af willen wij ken, als in Nederland. Zo echter iets op deze conferentie gebleken is, is het wel de noodzaak, om als kerken der Reformatie elkaar goed op dé hoogte te houden van wat zich in kerkelijk opzicht afspeelt i" de verschillende landen en ook, dal wij dat niet meer geïsoleerd kunnen doen zonder ook Rome te horen en te' laten luisteren naar de stem der Re formatie. Wij zijn als kerken voor elkaar verantwoordelijk om samen kerk te zijn. Dit is het accent geweest van deze conferentie in de stad van de Reformator Ulrich Zwingli. K. DRONKERT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 2