Taak van ds® Beyers Naedë
wordt niet gemakkelijker
en
nu
NO».
Rome: evolutie
of revolutie?
HOEVEEL TUD HEEFT NOG? j
Raad voor christenen
in Nederland
Een woord voor vandaag
alles
goed
en
wel
KLANKEN
BON y°EN "N
Lekenactie in
Engeland
CONFERENTIE IN ZURICH
BEROEPINfiSWERK
ZATERDAG 11 MEI 1961
Jesaja 55 laat de mens een heleboel doen. De dorstigen mogen
drinken, de hongerigen brood kopen, de eenzamen de Heer
zoeken, de goddelozen moeten hun weg verlaten, de onge-
rechtigen moeten hun gedachtenleven reinigen en zich bekeren.
Maar er blijft een vraag: Hoe kan de mens dat alles? In onze
tijd is de mens wat cynisch geworden. Hij is niet al te snel te
winnen voor hooggestemde idealen, of dat nu een wereld
zonder oorlog, een natie zonder ongerechtigheid, of een in
dividueel leven zonder zonde is.
In onze tijd vraagt de mens niet zozeer „Wat moet ik doen?",
maar zegt hij: „Hoé moet ik het doen?". „Hoe kan ik de wereld,
hoe kan ik mijzelf veranderen?"
Het antwoord ligt in Jesaja 55. „Mijn gedachten zijn niet uw
gedachten"zegt God, „Mijn wegen zijn niet uw wegen." Wat
zijn onze gedachten? Wij willen ons inspannen, wij willen ons
best doen. Wij willen strijden tegen het onrecht in de wereld
en in onszelf.
Hoe doet God het? Zijn antwoord is (vers 11„Mijn Woord
zal niet ledig tot Mij wederkeren." God zegt: Ik doe het op
Mijn wijze, door Mijn scheppend Woord. Ik spreek tot u en
door Mijn Woord verandert uw leven. Uit het luisteren volgt
het doen.
We lezen vandaag: I Koningen 10 1429.
We lezen morgen: I Koningen 11114.
Poëzie
Met volledige instemming las ik het
ingezonden stuk van dr. A. Stolk. Hij
leverde kritiek op flauwe grappenma
kers, die zich zelf als kunstenaars
beschouwen.
Ik geef de heer Stolk volkomen ge
lijk, wanneer hij het gewauwel van
heren als Buddingh' en Schippers (de
belangrijkste leuteraars) nihilistische
poëzie noemt. Eigenlijk is het alleen
maar nihilistisch, niets meer en niets
minder. Je kunt namelijk zomaar
anekdotes, gekke stripverhalen, een
adreslijst, een treintabel van het Cen
traal Station, een schaakanalyse en
spelletjes (zie bijvoorbeeld 128 vel
schrijfpapier) moeilijk rangschikken
onder poëzie.
Gelukkig spreken ze zelf ook meer
van teksten dan van poëzie. Het
tijdschrift van deze dwaze jongens.
Barbarder, heeft namelijk als onder
titel: „tijdschrift voor teksten". En
toch willen ze dichters zijn. „Waarom
willen de mensen in vredesnaam tege
lijk anti-dichterlijk werkzaam zijn en
dichter heten?"
Dr. C. Rijnsdorp stelde in één van
zijn door mij bijzonder gewaardeerde
recensies deze vraag en gaf het vol
gende antwoord: „Zouden ze zich geen
dichter noemen (en uitgevers vinden
en lezers en beschrijvers), dan waren
ze nergens, maar nu ze wel pretende
ren de Nederlandse poëzie voort te
zetten, zijn ze evenmin ergens."
Dat een toch kundig criticus als
Adriaan Morriën „Wil het bezoek
afscheid nemen? een bestarium". van
Buddingh' uitstekend vindt, is ook
voor mij onbegrijpelijk. Morriën weet
toch warempel wel wat poëzie is. Zelf
schreef hij bundels als Hartslag (1939),
Landwind (1942), Het vaderland (1946)
en daarin treft men zeer goede ge
dichten aan. Conclusie: of Adr. Mor
riën is op zijn retour of hij is een
huichelaar. Er is nog een andere mo
gelijkheid: dat ik het allemaal ver
keerd zie en dat Buddingh' c.s. wel tot
de echte kunst gerekend moeten wor
den. Degene, die mij ervan weet te
overtuigen, dat Buddingh' humo
ristische poëzie schrijft, moet echter
nog geboren worden. Zowel de humor
als de poëzie is niet aanwezig.
Daarom houd ik het voorlopig maar
op de woorden van Otto Weiss: „Som
mige mensen hebben zo weinig gevoel
voor poëzie dat zij zelf gedichten ma
ken."
Leidschendam Jan Schipper
Poëzie (2)
Met een moker op de vlinderjacht.
Deze gedachte drong zich on
weerstaanbaar aan mij op bij het le
zen van het ingezonden stuk van dr.
A. Stolk over de dichter Cees Bud
dingh'. Arme Buddingh'! Daar wordt
hij de zachtmoedigste onder de Ne
derlandse dichters beschuldigd van
„vervloekt nihilisme."
Een van tweeën: of deze brief is een
formidabel stuk satire of hij is werke
lijk ernstig bedoeld. Op het gevaar af,
dat ik in een soort verlate literaire
aprilgrap tuimel, wil ik aannemen, dat
de brief serieus is bedoeld. Waarbij ik
dan een paar opmerkingen wil maken.
Ik ben, geachte dr. Stolk, langza
merhand allergisch geworden voor het
woord „nihilisme" omdat de ervaring
mij heeft geleerd, dat het veelvuldig
wordt gebruikt om onberedeneerde af
keuring van bepaalde nieuwe ontwik
kelingen aan te geven. In die zin ge
bruikt is het een typische vorm van
onzindelijk denken, waarbij de te
genstander bij voorbaat monddood
wordt gemaakt door hem een stempel
op te drukken.
Dat het een stempel is en niets
meer, blijkt uit de ongehoord lange
brief ik hoop dat de redactie deze
reactie ook integraal opneemt
waarin elke motivering ontbreekt. Dr.
Stolk droogstoppelt een beetje over
Buddingh's hese stemgeluid en komt
met de geestloze typering: „Net een
walvis met bronchitis", (leuk voor
mensen die door deze ziekte worden
geplaagd!)
Juist deze typering is voor mij het
bewijs dat dr. Stolk van de bedoelin
gen van dit soort poëzie niets begrijpt.
Hij voelt niet aan dat juist Buddingh's
monotone stemgeluid bij uitstek past
bij zijn gedichten, die immers elk na
drukkelijk literair effect missen.
Het is begrijpelijk, dat jongeren de
ze poëzie aanspreekt, omdat ze nu
eenmaal op de middelbare scholen nog
al te veel worden overvoerd met
poëzie, die bolstaat van de retoriek.
Een leraar Nederlands, die begint met
het laten lezen in de klas van Bud
dingh's gedichten heeft naar mijn me
ning meer kans om literaire be
langstelling bij de jongeren te kweken
dan zijn collega, die het verplichte
rijtje oude dichters in chronologische
volgorde afwerkt.
Rotterdam B. van der Ent
Elektronisch instrument te bespelen als
orgel, piano, spinet en klavecimbel.
Demonstratie iedere dag van 9-12 en
van 2-6 uur behalve donderdags.
NEONVOX Wilo Gld.
Tel. 05716-415 b.g.g. 05716-571
EON VOX, Wilp, Gld.
Naam
Adres
Plaats...
Verzoekt toezending uitgebreide gegevens
LÖNDEN Op Pinksteren start de
Rooms-Katholiebe Kerk in Engeland
de actie „Nieuw Pinksteren". Doel is
het aantrekken van leken, die een
groot deel van het „niet-geestelijke"
werk van de priesters kunnen over
nemen.
Men denkt daarbij vooral aan or
ganisatorisch, financieel en
maatschappelijk werk. De campagne
is een uitvloeisel van de oproep van
het Vaticaans concilie, om de leken
meer verantwoordelijkheid te geven.
Iedere rooms-katholiek krijgt een
vragenlijst, waarop hij kan invullen
hoevuel tijd en welke vorm van
dienstverlening hij beschikbaar kan
stellen.
Op een enkele uitzondering na
groeit het Bantoelidmaatschap
van de kerken niet meer. Vol
gens de bijgaande statistiek ver
liezen de kerken met een ge
mengd lidmaatschap zelfs
Bantoelidmaten, uitgezonderd de
Rooms-Katholieke Kerk.
De Nederduits Gereformeerde
Kerk voor Bantoes groeit ook
nog steeds, maar de grootste
winst wordt geboekt door de
onafhankelijke Bantoekerken.
Het Christelijk Instituut heeft
zich het lot van deze kerken aan
getrokken en probert ze theolo
gisch te helpen door cursussen.
(door Jan J. van Capelleveen)
DEN HAAG
jaar? Tien jaar?
„De situatie is al ver heen. Ik weet niet hoe lang we nog hebben. Vijf
Minder?" Ds. Christiaan Frederik Beyers Naudé is niet optimistisch over
de toekomst van Zuid-Afrika.
Deze Zuidafrikaanse predikant, eens praeses van de Transvaalse synode van de Nederduits
Gereformeerde Kerk, bezoekt ons land en andere Westeuropese landen op weg naar Upp
sala om vrienden te winnen voor zijn levenswerk: verzoening bevorderen tussen de rassen van
zijn land.
Hij is een onbezoldigd ambas
sadeur van het andere Zuid-
Afrika. Niet het Zuid-Afrika van
de apartheid, maar van een toe
komstig Zuid-Afrika, waar blank
en zwart in vrede naast elkaar
kunnen leven, zonder dat de een
de ander verdrukt, een Zuid-
Afrika en hij beseft dat ter
dege dat misschien nooit zal
ontstaan, maar dan in bloed en
tranen zal zijn ondergegaan eer
het is geboren.
Niet immer was hij een roepende
in de woestijn van apartheid, die
verzoening preekte in een land dat
probeert twee werelden naast elkaar
in stand te houden.
Er is een tijd geweest, dat hij op
recht geloofde dat apartheid de enige
oplossing bood voor zijn natie. De
„bekering" is niet plotseling geko
men. Hij is een lange weg gegaan,
totdat hij in 1960 de Cottesloe-confe-
rentie bijwoonde.
Daar spraken de Boerenkerken met
de kerken van de wereld over de
apartheidspolitiek. Voor de drie Afri
kaans-sprekende kerken betekende
die conferentie een breuk met de
Wereldraad van Kerken; voor Bevers
Naudé de opdracht om zich met onge
kende kracht in te zetten voor de
oecumenische gedachte en voor ver
zoening tussen de rassen.
Drie jaar na Cottesloe werd ds.
Naudé directeur van het Christelijk
Instituut en trad hij uit de geheime
Broederbond. De teerling was gewor
pen. En het werd geen gemakkelijke
weg.
Zijn eigen kerk wilde hem niet
langer erkennen als predikant, zij
verbood zelfs op 31 oktober 1966 haar
ambtsdragers en leken lid te zijn van
zijn instituut. Het gevolg was dat de
overgrote meerderheid van predikan
ten en zendelingen zich heeft terug
getrokken, wat niet wil zeggen dat
velen van hen hém niet steunen in
hun hart.
Door de Nederduits hervormde theo
loog prof. dr. A. D. Pont werd hij
beschuldigd van communistische
sympathieën, en niet alleen door hem.
Eens vroeg zijn eigen moeder be
zorgd aan een Nederlander die
Zuid-Afrika bezocht: „Is het waar
wat de mensen zeggen, dat mijn zoon
communist geworden is?"
Ds. C. F. Beyers Naudé bezoekt
ons land voor gesprekken met
kerkelijke en politieke leiders.
Hij hoopt ook nog Engeland,
Duitsland en Zwitserland te be
zoeken eeh hij de vierde
assemblee van de Wereldraad
van Kerken als adviseur zal
bijwonen.
Laster
Nu weet ze wel beter, en prof. Pont
weet het ook. Het gerechtshof heeft
deze schuldig verklaard aan laster en
veroordeeld niet alleen tot de pro
ceskosten, maar ook om 100.000 gul
den te betalen aan ds. Naudé en prof.
A. S. Geyser. Maar in de ogen van
vele eenvoudige blanke gelovigen
blijft hij een dwaze idealist, zo niet
erger.
Maar niet alleen in zijn eigen land
is de situatie moeilijker geworden.
Ook de wereldsituatie maakt zijn
werk er niet gemakkelijker op. Er
was een tijd dat velen in de wereld
instemden met de gedachte van „ge
weldloze weerbaarheid" die zo sterk
door dr. Martin Luther King, de ver
moorde Amerikaanse negerleider,
werd gepropageerd.
Maar op de conferentie voor Kerk
en Samenleving van Genève bleek
duidelijk, dat sommigen in bepaalde
situaties verder wilden gaan. Naar
hun mening zijn er in landen =s en
daarbij werd oorspronkelijk vaak ge
dacht aan Latijns-Amerika
toestanden die alleen door een ge
welddadige revolutie zijn recht te
zetten.
Ook op de jongste zitting van het
pastoraal concilie werd over deze
iooms-kaïholieken
■luthersen___^^_^i
Nederd. gereitirmeerden
presbyterianen
oongregationalisten
baptisten
46 48 51 55 58 60
JAAB VAN VOLKSTELLING
mogelijkheid ernstig gedebatteerd.
Op een geheel nieuwe manier komt
zo de idee van de „rechtvaardige oor
log" in de vorm van de „rechtvaardi
ge gewelddadige revolutie" weer om
de hoek kijken.
Die gedachte wijst ds. Beyers
Naudé met kracht van de hand. Hij
gelooft niet dat geweld een oplossing
kan brengen in Zuid-Afrika. Hij- ge
looft dat in de gehele wereld de mo
gelijkheden van het geweldloos ver
zet nog lang niet allemaal uitgepro
beerd zijn.
Een journalist van de Volkskrant,
die het kennelijk niet geheel met
hem eens was, zei dezer dagen: „U
bent een idealist." Dat zeggen ook de
meest vriendelijke tegenstanders van
ds. Naudé in Zuid-Afrika.
Er is nog een ontwikkeling, ver
van Kaapstad, die hem met grote
zorg vervult, de roep van de Ameri
kaanse negers om Black Power,
zwarte macht.
Black Power
„Ik geloof", vertelde ds. Naudé mij,
„dat de mensen die ernstig nadenken
over rassenvraagstukken, inzien dat
Black Power in zekere zin het tegen
deel uitdrukt van de verzoening die
noodzakelijk is."
„De Amerikaanse Black Power-be-
weging heeft misschien zelf niet in
de gaten hoe zij onwetend de zaak
van apartheid in Zuid-Afrika bevorde
ren door gewelddadigheid en neger-
apartheid. Hun acties maken het ge
sprek moeilijker en ook de positie van
personen en organisaties die verzoe
ning zoeken tussen rassen."
„Zijn er ook hoopvoller tekenen,
waaruit blijkt dat uw werk wel zin
heeft?" vroeg ik deze predikant, die
niet meer op eigen kansels mag
staan, maar wel op de'Nederlandse.
Ds. Naudé vindt het moeilijk die
vraag te beantwoorden. „Door het
besluit van de synode van de Neder
duits Gereformeerde Kerk", zegt hij,
„hebben predikanten en zendelingen
zich uit het Christelijk Instituut te
ruggetrokken. De onderlinge angwaan
binnen de gelederen van de dominees
is er groter door geworden, omdat nu
niemand meer weet wie ondersteuner
van het Instituut is en wie niet.
Daardoor is het gesprek op het theo
logisch vlak over actuele vraagstuk
ken zoveel moeilijker geworden dan
voorheen. Maar wel is het opmerke
lijk dat op twee na alle gemeentele
den lid zijn gebleven."
Verandering
„Hoewel sommigen in het begin na
die uitspraak van de synode hun fi
nanciële steun aan het instituut ont
trokken, heeft het proces-Pont toch
ook weer ten goede gewerkt. Velen
hebben daardoor weer vertrouwen
gekregen in ons werk. De financiële
steun vanuit de Engelstalige kant
daarentegen is sterk gegroeid.
Op het ogenblik zijn wij dan ook
bezig met een wervingsactie. Wij ho
pen duizend mensen te vinden die
jaarlijks 100 gulden willen geven
(tien Pond, vandaar de naam
Tien-ponders-actie) en we hebben er
al meer dan 200 gevonden."
Wel gelooft ds. Naudé dat er een
verandering te bespeuren is bij de
jongere predikanten, vooral bij degt
nen die in het buitenland hebben
gestudeerd. Hoewel zij zich niet dur
ven aansluiten, staan ze vaak achter
de principes en doelstellingen van het
instituut. Maar hun invloed in het
kerkelijk leven is beperkt. En boven
dien is er een groeiende kloof tussen
theologen en leken.
Cursussen
Tot nu toe richtte het instituut zich
via zijn blad meer op de intellectuele
bovenlaag. Maar wil het ooit iets be
reiken dan zullen wegen gevonden
moeten worden om ook de gewone
kerkleden te winnen. Daartoe wil het
instituut in de komende maanden
kleine brochures gaan uitgeven over
actuele vraagstukken.
Bovendien wil het instituut overal
in het land vormingscursussen geven,
of weekend gesprekken organiseren
over actuele vraagstukken, waar de
problematiek vanuit de bijbel wordt
bestudeerd en besproken.
Meer nog dan het blad Pro Verita-
te hebben twee daden de aandacht
getrokken van het grotere publiek. In
de eerste plaats de hulp die het
Christelijk Instituut is gaan geven
aan de onafhankelijke Bantoekerken.
Dat zijn de kerken die het sterkste
groeien. Het zijn ook de kerken die
de meeste behoefte hebben aan theo
logische hulp. Steeds meer kerken
kloppen bij het instituut aan. In het
land van apartheid maakt die hulp
indruk.
Proces-Pont
Naar buiten belangrijker nog was
het proces-Pont. „We wilden het lie
ver niet aanspannen", zei ds. Naudé
me. „we hebben het tegen onze zin
gedaan, maar we deden het uit de
overtuiging dat het niet anders kon."
„En de uitwerking van dat proces
is goed geweest. Velen hebben inge
zien dat ze ons niet kunnen bestrij
den zoals Pont dat deed met felle
beschuldigingen van communisme en
wat al niet."
Oorspronkelijk stond de Neder
duitse Hervormde Kerk geheel achter
prof. Pont Er werd een speciaal A-
frikaner VerdecJigingsfonds opgericht
om hem financieel bij te staan. Nu
prof. Pont veroprdeeld is, blijkt dat
dat fonds alleen genoeg geld heeft
om de proceskosten te betalen. En
het ziet ernaar uit dat zijh Hervorm
de Kerk niet genegen is om de
100.000 gulden schadevergoeding op
te brengen, waartoe prof. Pont is ver
oordeeld.
„Wij hebben nu aangeboden", zei
ds. Naudé, „om af te zien van dat
geld, mits er een goed gesprek moge
lijk is met prof. Pont. Ik heb uit
Zuid-Afrika gehoord dat hij genegen
is daarop in te gaan maar het pre-
ciese weet ik nog niet."
Dat is weer zo'n klein wolkje
dat van hoop spreekt, maar het
wordt welhaast verdrukt tussen
al de donkere zwarte wolken die
samentrekken. Maar ds. Naudé
laat zich niet ontmoedigen. Toen
hij aan deze taak begon, wist hij
dat het geen werk voor mooi
weer zou zijn. Hij blijft ijveren
voor verzoening, voor een vreed
zame toekomst voor zijn land in
een wereld die steeds meer naar
geweld grijpt.
Zuid-Afrika heef nog altijd een bijzondere plaats in het hart
van de Nederlanders. Daarom vroeg ik ds. Beyers Naudé: „Welke
raad hebt u voor de christenen in Nederland?" Hij zei:
„De groep van ds. Gijmink, de Nederlands-Zuidafrïkaanse Werkgemeen
schap, hoe oprecht zij het ook bedoelt en dat aanvaard ik ten volle -
"doet evenveel schade aan de situatie in Zuid-Afrika als de groep die bij
gebrek aan degelijke inlichtingen komt tot onverantwoordelijke en haas
tige conclusies er daarop tot veroordelende uitspraken tegen Zuid-Afrika."
„fk zou ernstig willen vragen dat vanuit Nederland de hulp aan onze
strijd en de bijdrage die gedaan word't langs de volgende banen gestuurd
worden:
1. Er moet meer volledige informatie komen over de gehele situatie k
Zuid-Afrika, eerst over de positieve, maar dan ook over de negatieve
kanten van de zaak. Die informatie moet aan een veel bredere
laag van de bevolking overgebracht worden.
2. In alle verantwoordelijke kerkelijke, politieke, culturele en maatschap,
pelijke kringen moet getracht worden de bezorgdheid in Nederland,
vanwege de richting die wij in Zuid-Afrika opgaan, tot uitdrukking
te brengen en te motiveren.
In deze motivering moet duidelijk naar voren komen dat de bezorgd
heid niet ingegeven is door een sentimentele, romantische liefde voor de
Afrikaanse Bantoes, maar dat het gaat om de christelijke eis van sociale
gerechtigheid, waarheid en menselijkheid tegenover alle inwoners van Zuid-
Afrika, blank zowel als bruin.
3. Ik wil met de grootste ernst pleiten voor veel meer kerkelijke, poli.
tieke en culturele contacten tussen Nederland en Zuid-Afrika. Ook
zouden veel meer 'leidende figuren vanuit Zuid-Afrika naar Neder
land uitgenodigd moeten worden.
4. Misschien mag ik er nog een vierde punt aan toevoegen. Er moet ook
veel meer contact van de jongeren komen. Ik pleit voor een vee!
grotere uitwisseling van studenten, jeugdleiders en dergelijke, opdï
er een gezonde gedaChtenwisseling kan ontstaan. Alleen op die wijz
kunnen studentengroepen, als ze een standpunt willen innemen* d
doen op grond, van volledige informatie en goed inzicht.
ZURICH De Internationaler
Evangelischer Arbeitskreis für
konfessionelle Fragen hield van
29 april tot 1 mei haaf zevende
samenkomst. Bij deze werkge
meenschap zijn bijna alle refor
matorische kerken in Europa
aangesloten. Op deze conferen
ties worden jaarlijks onder
werpen besproken, die de volle
aandacht dienen te hebben in de
verschillende reformatorische
kerken. Ook worden er steeds
mededelingen verstrekt over de
verhouding RomeReformatie..
Ditmaal werd vooral aan de
Nederlandse situatie een uitvoe
rige bespreking gewijd.
Nederland was vertegenwoordigd
door prof. dr. A. J. Bronkhorst na
mens de Nederlandse Hervormde
Kerk, dr. K. Dronkert en ds. A. Bes-
selaar als deputaten van de Gerefor
meerde Kerken en de heer R. Bak
ker namens het Protestantse Con
vent.
Prof. Bronkhorst liet in een uitvoe
rig betoog duidelijk zien, dat het in
Nederland gaat om drie dingen: een
gezagscrisis, een geloofscrisis en een
isolementscrisis.
Voor de gezagscrisis verwees hij
naar het pastoraal concilie. Men kan
het niet eens worden over de aard
van het kerkelijk gezag. Men zoekt
nieuwe wegen en geen wegreparatie.
Stromingen
In de geloofscrisis spelen twee
stromingen, een bijbelse en een meer
vrijzinnig gerichte, een belangrijke
rol. De eerste wil veel meer terug
naar het evangelie. De andere staat
sterk onder invloed van nieuwere
theologische stromingen, die vooral
filosofisch worden bepaald.
De isolementscrisis komt hierin uit,
dat men niet meer in de afgesloten
heid van de wereld wil en kan leven.
Men laat de studie niet meer geïso
leerd in de seminaria verlopen, maar
zoekt wegen om de studie aan de
bestaande universiteiten te geven, zo
dat ook de rooms-katholieke geeste
lijken in aanraking komen met de
nieuwere ontwikkeling der theologie
in de reformatorische wereld.
Dat Nederland zo'n intense aan
dacht kreeg, komt hieruit voort, dat
in verschillende landen de berichten
uit Nederland zo goed mogelijk ver
borgen worden gehouden of dat men
eenvoudig de Nederlandse situatie
ontkent. Met name het Duitse episko-
paat is bang voor Nederlandse in
vloeden, die in de praktijk van het
kerkelijke leven zouden kunnen
overwaaien. Men spreekt in het bui
tenland zelfs al van de reformato-
NED. HERV. KERK
Beroepen te Schelluinen: E. M.
Bakker te Tholen; te Birdaard-Reit-
sum: G. J. J. Liefting te Wijnjeterp.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Huizen (NH) (vac. W.
ten Kate): drs. R. van den Berg te
Bodegraven.
GEREF. GEMEENTEN
Bedanks voor Rijssen, 2de pred. pl.:
J. Karens te Nieuwerkerk.
rische overgang van de Rooms-Ka
tholieke Kerk in Nederland.
Frankrijk
Berichten uit andere landen spra
ken veel meer van een laten bestaai
van het oude stramien van de kerke
lijke situatie. Frankrijk maakt daar
op een uitzondering. Onder de in-
vloed van de Théologie Nouvelle zijl
daar ook veranderingen aan te wij
zen. Zij voltrekken zich echter ni
zo revolutionair als in Nederlan
maar meer langs de lijnen der geil j
delijkheid. In Frankrijk is men mei
op de theologie ingesteld, dan op <s
pastorale praktijk.
Maar die pastorale praktijk zal on
der de invloed van de theologisch
veranderingen ook veranderen es
dan kon het wel eens zijn, dal
Frankrijk Nederland nog voor
bijstreeft. In het algemeen dacht men
op de conferentie, dat niet Nederland
met de ietwat revolutionaire ontwik
keling, maar Frankrijk met zijn meer
evolutionistische ontwikkeling ten
slotte de toon zal gaan aangeven,
Het onderwerp van de conferentie
werd ingeleid aoor de rooms-katho
lieke theoloog prof. dr. Joh. Feiner,
Wanneer Rome het bestaansrecht van
andere kerken als christelijke kerken
naast zichzelf erkent, zal Rome sa
men met die andere kerken de warr
kerk moeten vormen. Daarbij gaal,
zo betoogde hij, -de eenheid van de
kerk niet verloren. De eenheid zal
des te schoner naar voren komen,
maar nu niet in de zichtbare institu
ten, maar in de onzichtbare eenheid,
in Christus. Samen met alle andere
kerken die Christus belijden, zal zij
dan kerk moeten zijn.
Het toekomst-ideaal mag dan ook
niet wezen één kerk, waarin alle
andere kerken zijn opgenomen,
maar meerdere kerken, die samen
één kerk vormen. Het eenheidsstre-
ven moet niet gericht zijn op sa
mensmelting, maar op samenwer
king.
Kuvper
In wezen kwam deze lijn neer
de vaak zo versmade pluriformi-
teitsgedachte van Abraham Kuyper,
al werd zijn naam dan ook niet ge
noemd. Men kent Kuyper in het bui
tenland tegenwoordig niet meer, in
tegenstelling tot Berkouwer.
Begrijpelijk stemden verschillende
afgevaardigden niet zonder meer met
prof. Feiner in. In de formulering
van de oecumene tegenover de ka
tholiciteit van de kerk was hij niet
geheel duidelijk. Maar het is moei
lijk, om de juiste weg te vinden ook
voor hen, die niet zo duidelijk van
Romes oude dogmata af willen wij
ken, als in Nederland.
Zo echter iets op deze conferentie
gebleken is, is het wel de noodzaak,
om als kerken der Reformatie elkaar
goed op dé hoogte te houden van wat
zich in kerkelijk opzicht afspeelt i"
de verschillende landen en ook, dal
wij dat niet meer geïsoleerd kunnen
doen zonder ook Rome te horen en te'
laten luisteren naar de stem der Re
formatie.
Wij zijn als kerken voor elkaar
verantwoordelijk om samen kerk
te zijn. Dit is het accent geweest
van deze conferentie in de stad
van de Reformator Ulrich
Zwingli.
K. DRONKERT