HET KLEINE KIND
IN DE GROTE STAD
BLAD ZIJ
Gouden feest voor Academisch
gevormde vrouwen
Koken in de
vakantie
Instructief Kruidenboekje
dialoog
ZATERDAG 11 MEI 1968
,Lieve burgemeester, ik weet nu
hoe een bos eruit ziet
„Het kleine kind in de grote stad is vreselijk misdeeld.
De natuurlijke speelplaats, de straat, is het ontnomen. De
straat is gevaarlijk geworden door het verkeer, er dreigen
morele gevaren. Ook ten aanzien van de ouders zie ik geen
gunstige ontwikkeling. De belangstelling voor datgene wat
het kind doet buiten de schooluren, en die wij noodzakelijk
achten, ontbreekt vaak. Materialisme, de zucht naar meer
welvaart zie ik als sommige factoren. Het kind lijdt daar
van. Ik ben maar een keel gewoon mannetje" zegt de heer
A. Niclaes, voorzitter van de Rotterdamse Speeltuin
centrale.
AT een kwart eeuw bemoeit de
heer Niclaes zich belangeloos met
het gróte-stadskind. „Het kind
behoort begeleid te worden. Pri
mair door de ouders en het gezin.
Daarna de school, de kerk, alle
andere groeperingen het zoge
naamde derde milieu, waartoe
onze Speeltuin ook behoort.
Dit jaar heeft Rotterdam 53
verenigingen met 57 speeltuinen
in beheer. De speeltuincentrale
bereikt 13.500 gezinnen, zo'n
35.000 kinderen. Het werk word't
grotendeels door vrijwilligers ge
daan. Er zijn nog wel duizend
mensen in de stad, die zich voor
dit werk interesseren", zegt de
heer Niclaes. Het aantal ouders
dat zich hiervoor inspant, is he
laas gering. Sturen ze hun kinde
ren weg om er van af te zijn?
Cursussen
Ongeveer een kwart van die
vrijwilligers volgt cursussen.
Daardoor raken zij vertrouwd
met sport, spel, volksdansen,
'handvaardigheid. Sinds de oorlog
geven wij scholing door bevoegde
docenten en specialisten. Wij me
nen zo een belangrijke bijdrage
'te leveren om het kind voor al
lerlei gevaren te behoeden.
De auto is de heilige koe in ons
land. Het verkeer wordt een vij
and van het kind. Maar het wei
nige begrip dat er nog is, acht ik
Mejuffrouw Vreugdenhil
veel erger. Kinderen worden
gauw veroordeeld. Wie vraagt
zich nog af: „Waarom doet het
(moeilijke) kind dit?". Mijn me
ning: Er zijn meer moeilijke ou
ders dan moeilijke kinderen!"
Overigens houdt op 24 en 25
mei de NOSU (nu één algemene
speeltuin-organisatie na fusie)
zijn jaarlijks congres in Rotter
dam in het Dakpaviljoen van het
Groothandelsgebouw, georga
niseerd onder meer door de heer
Niclaes: ook een onderdeel van
de zorg om he't stadskind!
„Het kleine kind in de grote
stad wordt overspoeld door in
drukken. Het komt bij ons op de
kleuterschool met massa's onver
werkte voorstellingen. De kleu
terschool moet helpen tot een or
dening te komen. Het kind moet
voelen, dat „het erbij hoort". Bij
zijn speelgoed, zijn kameraadjes,
de mensen om hem heen. Door
spelen wordt het kind zo gezond.
Spelen is: zichzelf vinden, het ei
gen karakter, energie, krachtme
ting.
De stad is vijandig aan het
kind, de auto gaat voor het kind,
en dan dat meezeulen van kinde
ren in auto's!" Aan het woord is
mejuffrouw A. J. Vreugdenhil,
directrice van de Christelijke
Kweekschool De Voorpost voor
kleuterleidsters te Rotterdam.
Voor de gek
De stads-kleuter is een heel
ander kind dan in de dagen van
Ot en Sien, zegt ze. Het moderne
kind kan, weet en doet veel
meer. Aan de andere kant groeit
het kwaad ook mee. Onrust en
onzekerheid nemen toe. Vroeger
breidde het kind zijn eigen we
reldje langzaam uit. Aan het
standskind is veel recht te breien.
He'c buiten-kind heeft nog de
ruimte! Trouwens, waar zijn de
zolders, de eindeloze reeksen
hout waarop je kon spelen: het
stadskind moet de romantiek van
de straat missen. In onze tijd wil
ook ieder groot mens het kleine
kind voor de gek houden. De
agent op de t.v. is een soort
dorpsgek, een haas moet een
roodgeruit pakje dragen. Het
kind is zélf zo open en ernstig...
Professor J. H. van den Berg
zegt da'c er veel neurotiserende
factoren zijn voor het kind: Dood
en ziekte stoppen wij voor hem
weg. Daar is de geheimzinnigheid
van het beroep van de vader: hij
ïs „op kantoor" of „op de fa
briek". Kinderen piekeren over
deze zaken zonder er de realiteit
van mee te maken. De ouders
stelden vroeger hogere eisen aan
het kind.
De fantasie wordt in de stad
betrekkelijk weinig gestimuleerd
alles is glad en efficiënt. De ver
rukkelijke huizen met stoepen en
hekken en trapjes, die kennen ze
niet. In plaats daarvan leren ze
de wereld via de televisie ken
nen
Dit eist veel vain de kleuteron
derwijzeres.
Ik zou pleiten om op driejarige
leeftijd al te beginnen met de
kleuterschool. Dit vraagt stede-
bouwkundige planning, bij de
fla'cs ruimte uitsparen voor de
peuter. Dan pleit ik voor lezen en
schrijven leren op de kleu
terschool, het kind tot het zeven
de jaar daar. Een kleuterschool
voor de 'kleuter in zijn totaliteit,
waar het kind spelend leert le
zen. Op de lagere school leert het
kind begrippen, terwijl „leren"
eigenlijk een groeiproces is. Het
l.o. vind'c de leerstof, wij de mens
in het kind belangrijk, o veel en
veel meer. Ik hoop dat wij einde
lijk dat recht krijgen, in het be
lang van onze geestelijke
volksgezondheid.
Mejuffrouw A. D. Mol, consu
lente van de Nederlandse
Huishoudraad bij het Bouwcen
trum gaat uit van de behoefte
van het-kind-in- de-stad. Speci
aal wat betreft het wonen en
bouwen. Iedere leeftijdsfase kerie
specifieke elementen, zegt ze. De
baby heeft licht, lucht en zon no
dig. Bij de moderne stedenbouw
wordt, vergeleken met oude
stadsdelen, vooruitgang beboekt,
met name de buurt- en wijkvoor-
zieningen.
Tot nog toe is er geen aandacht
aan het kind geschonken bij de
woningbouw. Daar komt nu een
kentering in. De slaapkamers zijn
nu wat groter, er is ruimte voor
kasten, voor spelen, de algemene
toepassing van centrale verwar
ming geeft gelegenheid het gehe
le huis te gebruiken. Dat is voor
peuters heerlijk: zij willen dicht
bij moeder spelen.
Het balkon is de vervanger van
de tuin. Na de oorlog maakten
we armetierige, zielige kooitjes
aan de gevel. Nu zijn balkons
wat ruimer en ingebouwd. Er is
gelet op bezonning en windrich
ting. Ze zijn nog dubieus voor
gebruiksmogelijkheid. Kan een
kleuter heerlijk kliederen met
water en zand? Nee! Want dan
komt er rommel bij de buren te
recht. Onze wens is: een „buiten
kamer."
Hoogbouw
Hoogbouw is voor het jonge
kind bezwaarlijk. Het kind komt
binnen de woning, tekort. Ook
buiten: als moeder boodschappen
gaat doen, mag het even met
Tijd en ruimte om te spelen is er
vaak niet. Kinderen hebben be
hoefte aan water, vuur aarde.
Wij bieden het beton en staal.
Wij doden, volgens dr. Wilhelmi-
na Bladergroen, de lust tot spe
len.
Er is in inter-Europees ver
band een onderzoek gedaan naar
het spelen van kinderen. Er
blijkt inderdaad een correlatie te
bestaan tussen de manier, waar
op kinderen spelen en hun wo
nen. Wij doden als we zo door
gaan, hun fantasie. Op latere
leeftijd ontstaat dan baldadig
heid. De opgroeiende jeugd zoekt
he'c contact der sexen. Goede
sfeer en juiste leiding is hier
weer een probleem. Ze willen
zelfstandig experimenteren van
daag, hebben anderzijds toch nog
leiding nodig. Sportvoorzieningen
zijn veel te summier, maar we
zijn bezig de achterstand in te
halen.
De stad biedt 'het kind veel
Ben Kuyper is onuitputtelijk in
het bedenken van receptuur voor
bepaalde gelegenheden. In de se
rie Stokpaardjes van Gebr. Zo
mer Keuning verscheen KO
KEN IN DE VAKANTIE (85 blz.
ƒ5.90). Na een lange inleiding,
die 26 bladzijden omvat, komen
de recepten: veelal gemakkelijk
te bereiden.
Ben zoekt het dan ook in ont
bijt van pap, voorts een-
pansinaaltijden, pannekoeken en
fritures. Met de 140 recepten kan
men een paar vakanties lang lek
ker eten en wat meer is: geva-
riëerd. In enkele van de menu's
zijn buitenlandse ingrediënten op
genomen. Voor bepaalde Neder
landse merken maakt de schrij
ver nogal nadrukkelijk reclame.
neuzen dagelijks naar Hoek van
Holland. In de wijken zijn
wijk-comité's onder supervisie
van „de Raad". Straa'ctoumooien,
hengel- en voetbalwedstrijden,
speurtochten, fietsrallies buiten,
film, poppenspel, optreden van
artiesten binnen: alles voor het
kind onder verantwoorde leiding.
Een geluidswagen kondigt in de
straat de festiviteiten aan.
Biologie
Een laatste nieuwtje is het
avontuur, veel techniek maar
weinig natuur. Voor het kind van
acht, negen, tien jaar dat de wij
de wereld verken'c zijn er enorme
trekpleisters. Maar de sociale
contacten zijn te weinig: de post
bode. de opa met de stok, de
bakker, de melkman aan de deur,
de straathandel met zijn charme
is verloren.
Conclusie van mejuffrouw Mol:
de bouwwereld besteedt aan
dacht, maar het kind binnen de
woning is nog een on-ontgonnen
terrein. Laten moeders wat rom
mel verdragen en wat ruiger le
ven, vindt zij.
Gemeente
De helpende hand van de ge
meentelijke overheid is er voor
het stadskind. De heren E. Du-
fourné en J. Meyerink van de af
deling Sport en recreatie op het
Rotterdamse stadhuis weten: de
gemeente verleent vele subsidies
aan sport- jeugdclubs die aan
gesloten zijn bij een bond. De
stad zorgt voor sportvelden en
padvindersterreinen. De Raad
voor de Lichamelijke Opvoeding
geeft cursussen: roeien, scher
men, school-tennis. In schoolver
band is er vrior de lieve jeugd
het schooltujnwerk, de sporttour-
nooien, jeugdnatuurclubs.
Dan zijn er de jeugd-vier-
daagse en Jeugdland, dat laat
ste een grootse vakantie-
besteding. Voorts worden er in
samenwerking met het onder
wijs allerlei excursies georga
niseerd naar instellingen en fa
brieken. Simon de Waard houdt
lezingen voor het Rotterdamse
schoolkind, musea-bezoek wordt
gestimuleerd. De gemeente houdt
zomerkampen en bezit eigen hui
zen in Gilze en Rijen, Ulvenhout,
Ermelo, Bennekom, Noordgouwe.
Baarn en Leersum, in de laatste
twee plaatsen zijn zomerkampen
met tenten op eigen terreinen.
In de vakantie kunnen bleek-
Er zijn slechts twee verschij
ningsvormen van de mens: man
en vrouw. In de ontwlkkelings-
verstrekken van biologisch mate- geschiedenis werd het werk van
riaal op de scholen: de gemeente de vrouw nooit voor vol aange
kweekt daarvoor zelfs paarde- zien. Zij was „hulp" van de man,
bloemen tulpebollen, narcis- het „tegenover" vergat hij. Tot
sen, elzekatjes: zo kan het (uit het voor ons ondenkbaar om-
stadskind kennis maken met de muurde leven der vrouwen) Alet-
natuur. Er zijn duizenden kinde- ta Jacobs in 1871 als eerste vrou-
ren die nooit de stad uitgaan, welijke student werd ingeschre-
menen beide ambtenaren. Een
jongetje schreef na een vakantie
week: „Lieve burgemeester, ik
weet nu hoe een bos erui'i ziet."
Al deze aktiviteiten geven een
dagtaak aan twintig man kan-
Wettelijke
ven. Acht jaar later vestigde zij
zich als enige en eerste vrouwe
lijke arts te Amsterdam. Prof. mr. dr. D. Ha-
De weetlust der meisjes mocht zeuinkel-Suringa: „Op
nauwelijks bevredigd worden de universiteiten en ho-
alleen door privaatlessen. Had- gescholen uaren zij nog
den zij al kennis verworven, er vreemde eenden in de
toorpersoneel. Daarnaast zijn ve- was nauwelijks iets mee uit te bijt".
Ie vrijwilligers in touw en losse richten. Het doel van de vrouw
werkkrachten. Honderd mensen was de man, het kind.
voor het kampwerk, 250 leiders Eerst in i918 siuiten acade- peiijke belangen,
in Jeugdland, (dit jaar voor de misch gevormde vrouwen zich discriminatie bestaat nog altijd
t 21» r j aaneen, deels gedwongen door de door de onredelijke wijze van
schooltuinen zijn 400 man in de praktijk. Dezer dagen viert de belastingheffing op het inkomen
Nederlandse vereniging van van de (op dit punt onmondige)
vrouwen met academische oplei- vrouw. Gemeenten hebben nog
ding haar gouden feest. Er zijn de bevoegdheid de huwende
momenteel ongeveer 12.000 af- ambtenares te ontslaan. Prak-
gestudeerde vrouwen in ons tisch zijn promotiekansen voor
land 3400 van hen zijn leden van vrouwen geringer dan voor haar
de WAO. mannelijke collega's.
In de plaatselijke afdelingen is
Doel van de WAO is verster- goede samenwerking met de Ver-
king van de band tussen afgestu- eniging voor vrouwenbelangen,
deerden en behartigen van haar de Soroptimisten, Vrouwen
Dr. C. JF. van Essen-
Zeeman: ,J)e man kan
zijn vak blijven uitoefe
nen, als hij trouwt
Drs. D. Merens:
„Vrouwelijkheid be
hoeft niet ter discussie
te slaan in een werk
nemerschap".
1 AATST. toen ik met een was-
lijst boodschappen door de
straten karde een bezigheid die
zeker om de andere dag dient her
haald te worden, wil mijn gezins
leven niet vastlopen dacht ik:
wat zou ik doen, nu, als dit eens
niet hoefde? Ik zou bezoeken afleg
gen waarvan nu nooit iets komt.
Ik zou mensen opbellen, terwijl ik
telefoneren als 't even kan vermijd
en by het klimmen der jaren haat
als gespreksmedium dan, niet
om er een paar mededelingen door
te gillen.,Ik zou tuinieren, lijkt mij.
Maar misschien zouden mijn
adressen zuchten: daar komt zij
weer aan; en zou de andere zijde
van de telefoon stampen van onge
duld bij mijn z.g. belangstelling.
Om van de plantjes die wéér eens
verzet werden maar te zwijgen.
Nee. het is goed zo. Zelfs met
het gevoel dat ik links en rechts
tekortschiet Ik heb deel aan dit
leven. Ik koos het niet maar ook
dat heb ik met ieder ander gemeen.
Het is echter mijn leven geworden
en ik mag het leven op mijn ma
nier. Dat geeft een gevoel van
compleetheid, van deel-hebben.
Om die compleetheid een be
ter woord weet ik zo gauw niet
wil een vrouw wanneer zij alleen
is. haar werk in lange jaren voor
zich uitgestrekt ziet liggn. van tijd
tot tijd graag trouwen: niet iedere
dag, niet gejaagd, niet neurotisch,
maar juist om die volheid. In een
vermoeden dat het leven nog groot
ser, dieper kan zijn.
Om dezelfde reden wil een ge
trouwde vrouw soms weer werken
buitenshuis: de weinige vierkante
meters woning sluiten haar naar
haar gevoel buiten dit leven. En zo
ieder op haar manier.
weer.
De keuze is voor het Rotter
damse schoolkind groot, zij ko
men ui'teraard op vrijwillige ba
sis. Op 24 mei ontmoeten Rotter
damse scholieren geboren in de
jaren '52, '53 en '54 hun Ant
werpse collega's in Antwerpen.
Volgend jaar komen Antwerpe
naren naar de Maasstad. Over de
hele linie is men zeer enthousi
ast.
Feestbundel
i
maatschappelijke en wetenschap-
bedrijf en beroep,
bestuderen vrouwenvraagstukken
en stellen daarover rapporten sa
men. Over het dreigend vrou
wentekort, over de burgerdienst
plicht voor meisjes, het post-
academiaal onderwijs, en het be
volkingsvraagstuk.
Lustrum
ALETTA EN LATER, de feest
bundel van de WAO onder redac- I
tie van mevrouw mr. dr. M. Rood-
de Boer werd uitgegeven bij Van
Loghum Slaterua U. M. Arnhem,
voor leden kost het f 3,90, in de
boekhandel verkrijgbaar voor
f 5,90. Deze studie van het Ne-
derlande vrouwenleven gedurende I
drie generaties In persoonlijke
verteltrant mag In geen blbllo-
De ïeden *heek van vrouwenverenigingen i
aaestukken °ntbrek«n.
Kruiden brengen een persoon
lijke noot aan. De belangstelling
voor de hemden van Koning Lo-
dewijk de XIV". Ook onbekende
voor kruiden neemt toe. Vanaf kruiden als allspice, wijnruit,
alleroudste tijden was de mens kardainom komen aan bod, com-
Ter gelegenheid van het tiende
lustrum geeft de WAO een
boekje uit. Drie vrouwen van
«ireiuuuow ujucii wao uc mciiö rvai uainuin nuuieu ami uuu, cum- V-n j i-
voor voedsel en geneesmiddelen pleet met recepten en waarschu- verschnlencte generaties vertellen
aangewezen op planten en krui- wingen, zoals mogelijke overge- var) 1in no nme rnrrw>"
voeligheid van de gebruiker van 5ra
wijnruit (uitslag!). öie-
den. Het is de verdienste van
mevrouw C. van Limburg Sti-
rum-van der Willigen een bijzon
der instructief boekje over al dat
geurigs te hebben samengesteld
onder de titel „Kruiden en spece-
van hun toekomstdromen en de
praktijk na afloop van hun stu-
Het boekje sluit ïnet een re
gister van recepten en een over-
Hoe snel is de vrouw veran
derd: Prof. mr. dr. D. Hazewinkel-
Suringa, die afstudeerde in 1925
zichtelijke namenlijst waarin de aan de Gem. Universiteit van
rijen" (uitgave H. P. Leopold kruiden in het Nederlands, La- Amsterdam, staat nog dicht bij
Den Haag, 134 blz. 10.90.) tijn, Engels, Frans, Duits ge- het eerste begin der emancipatie:
noemd zijn. Zelfs zij, die de hau- „het waren dappere vrouwen,
Op onderhoudende wijze ver- te cuisine niet bedrijft, zal ge- krachtig en strijdbaar, die wisten
telt zij over groei, bloei, geschie- boeid zijn door allerlei we- wat zij wilden zij genoten van
tenswaardigheden over het geu- de verlossing uit hun lege alle-
rig goedje dat een plaats vond in dagleven er was een streven
de keuken, de likeur, geneesmid- naar koele zakelijkheid op de
denis, gebruik in de geneeskunde,
keuken en linnenkast. Ze raad
pleegde een indrukwekkende li- f
teratuur, geeft zelfs „een parfum delen- en parfumindustrie.
universiteiten en hogescholen
Mejuffrouw Mol
Deze week voor de laatste
maal „Jeugd en vrije tijd".
Allereerst een reactie op het
stukje van de heer v. J. te B.
die er sterk over denkt zijn
kinderen niet naar de cate
chisatie "te sturen omdat o.a.
de tnethode verouderd is.
De heer B. te T. reageert
hierop: „Waar blijven wij met
de belofte bij de doop van on
ze kinderen gedaan? Nemen
we onze kinderen ook direct
van school af als daar een ie
raar is die volgens ons niet
altijd even didactisch of peda
gogisch is, of die ouderwetse
methoden gebruikt? Ten der
de: belijdenis moet uit het
hart komen, inderdaad, -naar
de middelen zijn niet voor
niets gegeven. Persoonlijk heb
ik het als een zegen voor mijn
geloofsleven beschouwd, dat
ik wat thuis ben in de bijbel,
in de belijdenisgeschriften en
in de kerkgeschiedenis.
Wat betekent een uurtje ca
techisatie, vergeleken bij al
het andere wat onze kinderen
leren? De gewone studie heeft
te maken met htft tijdelijke
leven, maar de catechisatie
staat niet los van het Konink
rijk Gods, dat eeuwig duurt.
Ja, de kerk moet ervoor zor
gen dat haar onderwijs didac
tisch is verantwoord, maar
wij moeten niet te gauw roe
pen: „dan houden we onze
kinderen maar thuis".
Men hoort het op huisoe-
zoek zo vaak: de catechisatie
is te ouderwets, te modern, te
theoretisch, te praktisch (hoe
dan?) niet didactisch, nic-t pe
dagogisch, ze moeten te veel
leren, ze leren er niks, enz.
De jeugd van nu krijgt toch
al zoveel te verwerken. Zou
den we dan niet proberen met
Gods hulp wat tegenwicht te
geven aan onze kinderen in
deze wereld zonder God' Ik
hou mijn hart wel eens vast
als ik aan de toekomst van
mijn kinderen denk. Maar dan
is daar de belofte: .Heb goede
moed, Ik heb de wereld over
wonnen."
Blij zijn
„Laten we blij zijn en o»s
niet opwinden over ae vrije
tijdsbesteding van de jeugd"
vindt mevrouw G. te D. ,.£r
zijn genoeg jongelui die dat
heel leuk op hun eigen manier
doen. Ons ouderen lijkt het
wat vreemd, wij nebben im
mers zoveel vrije tijd niet ge
had! Als we die wel gehad
hadden, wat zouden w.j er
dan van gemaakt he oben.
Als u de t.v.-uitzending ever
„De jonge onderzoekers"' ge
zien hebt, dan heeft u kunnen
opmerken dat de jongelui in
hun vrije tijd hun fantasie en
technisch kunnen uitleven en
dat daar alleraardigst resul
taten van komen.
„De jeugd moet vrije tijd
hebben om zich uit te leven,
d.w.z. de drang en de hunke
ring, die in hen leeft zelf te
beleven en te ervaren zodat ze
zichzelf een norm opleggen.
En zodoende een basis vormen
om hun verdere leven op te
bouwen. De ouders en de
clubs zijn de aangewezen
personen en plaatsen om dat
„bouwwerk" bij te schaven
en te vormen, en te zorgen,
dat de jonge mensen een
waardige plaats in de
maatschappij krijgen, waarbij
zij zoveel als in hun vermogen
is de „mislukkelingen" op
moeten vangen om hun een
plaats te bezorgen, die hun
toekomt. Wij hebben alle
maal een opvoedende taak,
daar kan niemand onder
uit...." aldus mevrouw K. te L.
Voor bejaarden
Tot slot het woord aan me
juffrouw W. te H. „Ver buiten
deze stad stond, verloren in de
weilanden, een verpleegtehuis
voor chronisch zieke bejaar
den. Het ontspanningsfacet
werd, tot voor kort, door het
verplegend personeel gedaan.
Begrijpelijk is dat daar wei
nig tijd voor overschoot.
Nu, door de sterke uitbrei
ding van de stad, naderen de
flatgebouwen de (prefabrica
ted) muren van het verpleeg
tehuis. Ze komen er hoe lan
ger hoe meer omheen te
staan. De jeugdleiders van het
Prot. Christelijk Jeugdwerk
alhier zijn energieke jonge
kerels. Niet alleen het club
huis is van belang, de hobbies
ol de eigen interesse. De dok.
jeugd is opgewekt iets te doen 8
ting zijn een lectuur- en een
voorleesdienst.
Er zijn hele gezinnen die
meedoen: Jan, technisch, helpt
bij de ziekenomroep, Peter
speelt goed piano en laat zich
gewillig op de band zetten.
Ans gaat voorlezen, Riet duwt
in een vrij uurtje een rolstoel
de zon in. Moeder is lid van
het bezoèkersteam, vader rijdt
zo nu en dan voor en maakt
een ommetje met een of meer
patiënten. De directrice accep
teert alle helpende handen:
„Het zijn meestal de kleine
dingen, die glans aan een lan
ge, verdrietige dag kunnen ge
ven."
IN ie uw onderwerp
Ons volgende onderwerp: De
zij zijn om de bejaarden
heen gaan staan.
Het ziet ernaar uit dat we een
geheel nieuw tijdperk ingaan, ze-
T- ker wat de chirurgie betreft: hart-
s een orga is e-staf en njertransplantaties. jong leven
van volwassenen, elk met een bulten de moeder5ch„J„t sIonder
„voldragen" te zijn, we lezen er
van, Wéten we ook? Ziekte en ge
zondheid raken aan aller leven.
paar jongeren naast zich. Er is
een ziekenomroep ontstaan,
een bezoekersteam. Het
dienstbetoon breidt zich, in
overleg met de directrice, hoe
We vragen u: vindt u de me-
langer hoe meer uit. De dische voorlichting voldoende, wilt
rolstoelen doen méér dienst, er u meer weten, waarom wel, waar
om niet, hoe denkt u dat dit een
heeft jonge haalbare kaart wordt voor het
worden „publiek", de „leek"? Ieder die er
zijn jonge handen die duwen.
De microfoon
spreekstemmen.
avonden georganiseerd, een iets zinnigs over te zeggen heeft
verjaardagsdienst. In oprich- krijgt het woord in "dialoog".
waren ze nog vreemde eenden in
de bijt".
Mevrouw dr. C. W. van Essen-
Zeeman, afgestudeerd in 1940,
beschrijft haar studiegenoten als
„de wakkere generatie, ontwaakt,
aandachtig, moedig". Op de af
gestudeerde vrouwen werd direct
een beroep gedaan: er werd les
gegeven, op school, in kampen,
de vrouw werkte in doktersprak
tijk, advocatuur, laboratorium,
commissies, organisaties, betaald
en onbetaald. Het werk gaf vol
doening.
Toch gewaagt zij van stagna
ties. Want het welzijn van de
vrouw hangt af van het goed
functioneren met anderen: onze
man, onze kinderen, vrienden,
met de mensen in onze dagelijkse
omgeving. En: De man kan zijn
vak blijven uitoefenen als hij
trouwt, de vrouw moet zorgen
voor man en kinderen.
Deze generatie, deels gehuwd,
weet van weerstanden bij de
man, van de maatschappij, die de
vrouw afmeet naar haar
huisvrouw-zijn. De vreugde van
het vrouw-zijn en het kinderen-
hebben kan overschaduwd wor
den, omdat de andere kant in
haar niet tot zijn recht komt. Dat
geldt niet alleen voor vrouwen
die studeren zegt dr. Van Essen,
dat geldt ook voor velen die
zelfstandig gewerkt hadden voor
het huwelijk: „dit is de pit van
het hele emancipatie-probleem".
Afkerig
De jongste generatie geeft to
taal andere bespiegelingen over
haar studie bij monde van drs. D.
Merens, sociologie, afgestudeerd
in 1960. Deze groep is afkerig van
het idee dat de gestudeerde
vrouw een aparte categorie zou
vormen met eigen taken en func
ties in het maatschappelijk
bestel. Zij wenst geen nieuws te
zijn in de rol van de éérste burge
meester, de éérste dominee, de
éérste vrouw bij de Hoge Raad.
Omdat zij niet zwaar wenst te
tillen aan het aspect van vrouwe
lijkheid dat kennelijk nog con
flicten kan oproepen (man: „ik
weiger onder een vrouw te wer
ken") gaat zij leidende functies
uit de weg of kiest een vrij be
roep. Vrouwelijkheid behoeft
voor haar niet ter discussie te
staan in een werknemerschap.
Drs. Merens is ongehuwd.
Haar gehuwde mede-leden
weten van de tweespalt tussen
gezin en werk. Van het Lustrum
fonds der WAO wil men de
stichting van halvedag-speelza-
len voor gezonde normale kinde
ren beneden de kleuterschool
leeftijd stimuleren door we
tenschappelijk onderzoek. Wil
het nieuwe type vrouw en het
nieuwe type gezin zich kunnen
ontwikkelen, dan zal het kinder
dagverblijf aan de horizon moe
ten verschijnen. In Nederland
staat de ontwikkeling van zo'n
dagverblijf in de kinderschoenen.
In de meeste Westeuropese lan
den is zo'n instituut al jaren wet
telijk geregeld.
Bij de vrouw zelf ligt de sleu
tel: zij zal de emancipatie waar
moeten maken, tot een
maatschappij waarin we alleen
mensen kennen van een vrouwe
lijke of een mannelijke variant.
Zullen we het ooit voor elkaar
krijgen?
TK begreep ook, al fietsend, waar-
om mijn gedachten deze rich
ting waren uitgegaan. Immers, er
liggen hier brieven op tafel, en die
brieven spelen ongemerkt door
mijn hoofd, in de keuken, op straat,
daar waar de handen en de voeten
het denken even vrij spel geven-
Hoe komt het dat zoveel brieven
onzekerheid verraden? Waarom
zijn er zoveel vragen als: wat vind
jij ervan, en: wat moet ik doen.
Mag ik er eentje aanhalen?
Briefschrijfster, 62 jaar. Lagere
school, meer was niet nodig vond
men thuis, ze trouwt toch. Eerst
een licht dienstje bij hoofd der
school, toen thuis door ziekte moe
der. Later wilde ze graag in de
verpleging maar bleek bij keuring
een licht gebrek aan hartklep te
hebben: ze werd verpleeghulp in
een huis van een oud-verpleegster
die een achttal invalide bejaarden
verzorgde. Geen diploma, weinig
ontwikkeling. Getrouwd, vier kin
deren.
De oudste 28. Verpleegster ge
worden na een jaar stewardess; ge
trouwd met kleurling in het buiten
land (tandarts): nu terug, geschei
den, en weer verpleegster. Weigert
alimentatie van haar man aan te
nemen, het is ons beider schuld,
zegt zij.
„Christine, wat ik als moeder
alleen al over dit kind gepiekerd
heb in de laatste tien jaar. De kin
deren kwamen vlug op elkaar, heb
ik te weinig tijd voor ieder van
hen gehad, toen zij jong waren?
Mijn buurvrouw heeft haar zoon
bevolen zijn haar en baard te be
snoeien, Uit boosheid is de jongen
24 uur weggebleven, ik zei: wat
dóet het er toe (ik ken wel andere
problemen), maar mijn buurvrouw
zegt: dat is het juist, jij hebt geen
vaste lijn, jij staat aarzelend te
genover je kinderen, vandaar de
brokken bij je oudste dochter. En
nu denk ik wel eens, Christine, is
dat zo, ikzelf wijt het wel eens aan
mijn slechte ontwikkeling, ik heb
nergens een standpunt, ik durf niet,
hoe zou ik het moeten weten, per
slot moet een móeder het meestal
weten.
EEN reeks van gebeurtenissen,
fouten, teleurstellingen, moei
lijkheden, is natuurlijk nooit aan
één oorzaak te wijten; daarvoor is
het leven veel te ingewikkeld. Aan
de andere kant is opvoeden met
„lijn" ook niets waard als dat be
tekent: tot eigen tevredenheid een
stukje achterhoede-gevecht gele
verd te hebben. Waar het op aan
komt is waar te zijn tegenover je
zelf en enkele eenvoudige richtlij
nen te hebben als bijv. de woorden
van Jezus dat tezamen is al
moeilijk genoeg.
Het betekent bijvoorbeeld direct:
je niet aan de mensen storen. Er
is niets dat ons minder goed af
gaat dan dat. Hoeveel moeders zijn
niet gelukkig, ja trots, als hun kin
deren erbij lopen zoals de buurt
dat ongeveer wenst, of de kerk,
of de familie. Terwijl het niets te
maken heeft met de aard en de
aanleg van die kinderen.
U zult wel zeggen: ha. daar
draait ze er weer omheen. Of: wat
is ze weer nobel (dit woord stond
in een brief die mij machtig ple
zier gedaan heeft, NW is een Ame
rikaan. ik hoop u eens in deze
zomerruimte terug te schrijven, zo
als ik dat trouwens aan al mijn
briefvriendinnen hoop te doen)
maar hoe ter wereld kan ik uitma
ken of de dochter van briefschrijf
ster in haar tien jaren stewardess-
verpleegster-huwelijk en weer ver
pleegster zozeer haar everwicht
verloor door een te strakke, te los
se of heel geen opvoeding? Of door
iets totaal anders? Hoe vaak weet
je dat nu zeker van iemand? Ook
ontwikkelde moeders hebben zulke
moeilijkheden. Ook moeders die
om de 5 jaar een kind kregen.
Ik ben zeer tegen de vrouw met
weinig opleiding die hulpeloos en
lui blijkt als zij, eenmaal „binnen",
moet opvoeden en zich niet ont
wikkelt. Maar ik ken talloze wijze
vrouwen met alleen lagere school.
..Schuld" in opvoeding wie is
mens zonder schuld. Maar leven
uit vergeving, dat is het.