Herdenkingsdagen
voor Israël
PUZZEL VAN DE WEEK
MW
Het slimme muisje
EENVOUDIG EMAILLEREN
ZATERDAG 4 MEI 1948
De posterijen van Israël heb
ben vorige week vijf postzegels
In omloop gebracht ter herden
king van de gebeurtenissen uit
de laatste decennia. Men her
denkt in de eerste plaats dit jaar
de twintigste verjaardag van de
stichting van de onafhankelijke
staat. Daarvoor zijn twee postze
gels uitgegeven.
De afbeelding van de eerste ze
gel geeft een impressie van een
iiKmlgrantenfamilie, die welge
moed met de boot in het land is
aangekomen. Waren er in de
laatste zeventig jaren voor de
stichting van de staat in 1948 al
BOO.OOO joden naar Israël geëmi
greerd, van 1948 tot nu zijn er
nog 1,3 miljoen bijgekomen.
Kolonisat-ie
De tweede zegel symboliseert
de kolonisatie van de immigran
ten. De landbouwkolonisering,
die voor 1948 nog moeilijk van de
grond kwam, kreeg na de stich
ting van de joodse staat een ge
weldige stoot; er kwamen nieuwe
dorpen; nieuwe vormen en nieu
we principes van kolonisaties
werden met succes toegepast.
In totaal zijn thans 440 nieuwe
nederzettingen tot stand geko
men, waarin 35.000 families van
de landbouw leven. Een derde
tegel is gewijd aan de dag, waar
op heel Israël diegenen herdenkt,
die in strijd voor de onafhanke
lijkheid van het land zijn geval
len. Daarbij komen nog twee
oorlogen: de Sinai-campagne en
de zesdaagse oorlog van 1967.
Hulde
Voorts is nog een zegel uitge-
Postzegelrubriek door
J. J. M. KIGGEN
geven getiteld „onafhankelijk
heidsdag 1968", die sinds 1948 elk
jaar al met een zegel wordt her
dacht. De benaming ZAHAL duidt
op het leger, dat de zelfverdedi
ging van het land heeft ge
presteerd. De afbeelding op de
zegel is geïnspireerd op een hul
de aan de strijdkrachten.
Zegel nummer vijf herinnert
aan de opstand in het getto van
Warschau op 19 april 1943. Hoe
wel de Polen uit de nationale
verzetsbeweging wel degelijk
wisten wat de joden te wachten
stond als zij werden „afgevoerd",
bleven alle dringende verzoeken
van de joden uit het getto hun
wapens te leveren voor zelfver
dediging, onbeantwoord.
Voor die opstandelingen van
Warschau en van andere getto's
en voor al die anderen, wier hel
dendaden onbekend zijn, is in
Warschau na de oorlog een in
drukwekkend monument opge
richt. Een fragment ervan is op
de herdenkingszegel afgebeeld.
Het Jeugdkampioenschap van ons
land werd een onbedreigde r.ege voor
de jonge Frank Drost. Ditmaal dus
geen enerverende herkampen met de
Zuldhollandse titelhouder, Adrl Huët,
die evenals de andere Fries Kalver-
boer eigenlijk beneden de ver
wachtingen bleef. Toch zijn belden
zeer goede spelers, zodat men kan
nagaan op welk peil ons jeugdkam
pioenschap vandaag de dag geko
men ls.
De verrassing was de Woerdenaar
A. de Bruyn die ongeslagen op de
Zwart: 7. 8. 9. 12. 13. 16. 20. 25. 26
Wit: 27. 28. 29. 32, 33. 37. 38. 39. 47
Zwart vervolgde met 25—30
waarop wit, kennelijk beducht voor
een doorbraak op zijn korte vleugel
de remise pakte door:
Ter oplosing een vraagstuk
Dik v. d. Berg. Waddlnxvecn
goede staaltjes van zijn kunnen zien.
Hij is echter nog niet „vast" genoeg.
Ook de tweede Zuldhollandse deel
nemer. Huug Simons, bracht het niet
tot opzienbarende prestaties
Enige fragmenten:
A. Huët
9 10. 12. 15.
Correspondentie voor deze rubriek
te richten aan de heer A. J. Ivens.
Frankenslag 69, Den Haag.
Wit: 24. 26. 29. 31. 34. 35. 36. 39.
40. 43. 44. 45. 47 t/m 50.
Hier ging het:
7-11
24-19 28-32
47-41 9-14
39-33 14x23
33-28 22x24
31x13 8x19
34-30 25x34
Horizontaal: 1. soort stoel, 11. twijg, 12. meisjesnaam, 13. onbep.
voornaamw., 14. vreemde munt, 17. voorzetsel, 18. oude lengtemaat,
19. plaats in Gelderl., 21. deel van een ontkenning (Fr.), 22. achting,
23. dwaas, 25. laag schoven op de dorsvloer, 26. bastaarduitgang,
28. baan voor balspel, 30. plaats in Limb., 31. niet van hetzelfde
gevoelen, 32. voorzetsel, 33. doortochtgeld, 35. Europeaan, 37. deel
van een auto, 39. deel van het gelaat, 41. bijwoord, 43. schadelijk,
46. bijwoord, 47. uitsteeksel aan een kanon, 49. stuk geschut, 50. vo
gel, 51. de twaalf machtige goden der Germanen, 53. profeet. 54. het
in-leen-geven.
Verticaal: 1. ambacht (Vlaams), 2. huurcontract. 3. lidwoord,
4. voorvoegsel, 5. tijding, 6. metaalsoort, 7. scheik. element (afk.),
8. boom, 9. lusthof, 10. draagbalk boven vensteropeningen, 14. rivier
bed, 15. veraf, 16. zelfkant, 19. ergens kamperen, 20. korzelig,
22. kweker, 24. kieskeurig, 25. Europeaan, 26. voorvoegsel, 27. speel
goed, 29. voorvoegsel, 34. lichaamsdelen, 36. aardappel, 38. tam,
39. deel van het gelaat, 40. hongerig. 42. schijngestalte der maan,
44. juffrouw, 45. inwendig lichaamsdeel. 46. naam van Ierland.
48. voorzetsel, 50. meisjesnaam, 52. bekende afkorting, 53. en
volgende (afk.).
enig, 5. nis, 6. traan, 7. Demer, 8.
pet, 9. alom, 10. Nel, 11. en, 12.
Leende, 16. regent, 19. arak, 21.
Toledo. 23. kei, 24. barak, 25.
tiras, 26. ter, 28. kom, 29. eed,
32. Tegelen, 34. kamelen, 36. ge
lag. 37. Klaas, 38. natie, 39. tegen,
40. Son. 41. esp. 43. aan. 45. Dee.
46. cis. 51. emotie, 52. kuras, 53.
steek, 55. Dieren, 57. nok, 59 tel.
60. Petten. 61. sek, 63 stee, €5.
bel, 66. spatie, 69. snert, 70. eenre.
73. elan, 75, gene, 78. are, 79. ets,
81. Inn. 82. lev, 84. kp, 86. se.
Hor. 1. Sloten, 6. tod, 8. pa
neel, 13 manier, 14. edelen, 15. ar,
17. mis, 18, aam. 20. tol, 21. te,
22. gek, 24. baret, 26. ton, 27.
Eger, 28. kanarie, 30. held, 31.
rei, 32. tor, 33 rek,. 35. ree, 36.
gemak, 38. nadat. 40. steeg, 42.
Klaas, 44. medoc, 47. slee, 48. aat,
49 lege, 50. Nepal, 52. kanis, 54.
Leeds, 56. genus, 58. Etten, 60. pos,
62. nor, 64. een, 65. bes, 67. eten,
68. kasteel, 71. terp, 72. tik, 74.
Sneek, 76. Lea, 77. te, 78. ale, 80.
een, 81. iel, 83. N.T., 84. krater, 85.
Rennes, 87. nopens, 88 toe, 89.
Nevele.
Vert. 1 slager, 2. om. 3. tam, 4.
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau
verwacht. Oplossingen mogen
uitsluitend op een briefkaart
worden geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: „Fuzzel-
oplossing". Er zijn drie prijzen:
een van 10,- en twee van 5,-.
,%VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD VOOR DE JEUGD
VOOR DE JEUGD
K:®::}:::»::::?':::777. 77777775
VOOR DE JÈ'ÜGD VOOR DE JEUGD.VOOR:
Freek zette de schep weg en dronk binnen bij de dominee
een kop slemp. Heel gewoon, de Van Raays waren gewon»
mensen, van een eventueel voetstuk merkte je niets. Zij was
ook eerder een besohaafde boerin dan een dame, deze forse,
nog jonge vrouw, hartelijk in woord en blikken.
Toen Freek naar huis ging moest hij over zichzelf het
hoofd schudden: hij, die zomaar losweg ergens binnenliep,
die lachte en praatte met andere mensen, en nog wel met
een dominéé! Van Raay, nu ja, maar toch een dominee.
Freek voelde zich plotseling als had hij iets kostbaars
gewonnen: hij was dus niet zover meer ervan af om gewoon
te zijn. De mensen hier vonden hem blijkbaar redelijk
gewoon en behandelden hem ook als zodanig. Het was pret
tig om gewoon en vrij te zijn en nog prettiger als je het wist
van jezelf en het constateerde als een vooruitgang.
Een paar dagen later, met Heilige Avond, dooide het Een
witte, vlakke pap lag over <te nachtelijke wegen, de maan
stond dof blazend in de regenkring.
Met Mol aan zijn arm liep Freek achter zijn oom en tante
de donkere weg van hun huis naar het kerkje. Natte sneeuw
spatte koud in hun gezichten; onder hun voeten sobberde d»
grond. Mol, die eerst opgewonden gerateld had nu zij voor
ï»?t eerst mee mocht in de avond, was stil geworden, haar
onregelmatig gezichtje stond ernstig, haar ogen glansden
diep.
PYeek was blij met de stilte. Het was ook stil in hem.
wonderlijk stil, heerlijk stil, luisterstil. Hij voelde zich
openstaan voor goede, sahone dingen. Zijn gedachten zwe
gen, zijn hele ik zweeg, er was alleen een zachte ontroering
in hem, bijna weemoedig, het besef van een immense onein
digbeid, een innigheid, die hem geheel omsloot.
In het kerkje speelde het orgel, in de kerstbomen ter
weerszij van de preekstoel waren de kaarsjes al aan.
Er was een voorzichtig gestommel van plaatszoekend»
mensen, wat onderdrukt stemgeroes, dat voorzichtig ging.
Freek ademde diep. Het rook hier naar mensen, naar
vochtige kleren, naar zeap, naar boenwas, naar oud hout en
perkament, en naar kaarsen en dennegroen, naar denne-
groen en kaarsen en het was goed en schoon en wonderlijk
eenvoudig. De dominee sprak de zegen, de mensen zongen,
er werd kort gebeden, kort gesproken, het kleine koor voor
het orgel zong een paar gewjde liedere. in
Het Kerstevangelie behoeft zo weinig woorden, zei domi
nee Van Raay, het spreekt ln al zijn eenvoud zo voor
zichzelf, dat een mensenwoord het niet anders dan afbreuk
kan doen. Een Zoon is ons gegeven, engelen zingen in de
velden van Efrata. Het is de rijpe vrucht van Israëls religie.
Want elke vorm van religie zoekt naar een zékere verlossing
van boosheden, van heil en dood, aar alleen hier in de
kribbe is het Kind, Dat alles goedmaakt. Dit is geen bevrij
ding van het zijn, geen vervreemding van het leven, maar
een ingaan tot het leven, zelfs in en door de overwonnen
dood.
Freek tuurde naar de kaarsen, die stilaan brandden met
kleine gouden vlammen, soms even wakkelend maar dan
weer staag omhoog. Blauw lag het vuur ln de gouden rand
om de zwarte pit, die soms kleintjes sputterde en vonkte.
Wij moeten brandend zijn. als kaarsen in de nacht.
Voelden niet de Emmaüsgangers hun hart brandende in
Jezus' nabijheid en is Hij ons nu niet nog steeds nabij in
Zijn mysterieuze presentie
Freek zag naar de kaarsen in de bomen, hij luisterde naar
de woorden van de dominee. Kaarsen, licht... Liefde voor
alle mensen.,,
Er welde in de jongeman een diepe dankbaarheid op. De
kaarsen kregen fijne liohtaureolen, wazig als de regencirkel
om de wintermaan. De kleuren vervloeiden door het turen,
verschitterden in blauw en paars, in kleine lichtflikkeringen,
die de ogen deden tranen.
(Wordt vervolgd)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^
Dag nichten en neven.
Hoe maken jullie het allemaal?
Genoten van de Koninginnedag?
Jammer, dat er zulke grote wol
ken kwamen en de zon er hele
maal achter verdween. Af en toe
vielen er echt grote druppels uit
Maar jullie hebt toch kunnen ge
nieten van het feest. Wat deden
jullie je best met het zingen!
Prachtig was het. De kleinere
meisjes en jongens hadden zulke
mooie mutsen en toeters.
Tante Jos heeft nog meisjes de
was zien ophangen en ze moesten
ook vier balletjes (balletje voor
balletje) naar de andere hoek
brengen. Wie het eerst klaar was,
had het gewonnen. Leuk hoor!
Ook heb ik nog een mooie lampi
onoptocht gezien. Prachtig was
't. Hadden jullie ook een mooie?
Ging hij niet uit door de wind?
Veel van jullie hebben dinsdag
wel van de kleine prins Alexan
der kunnen genieten. Geloof
maar, dat hij het ook mooi vond,
al die vreemd uitgedoste „me
vrouwen en meneren". En wat
kreeg hij een slaap!
I Hoe gaat het op school? Krij
gen we veel repetities? Lukt het
allemaal wel?
Meisjes en jongens, tante Jos
heeft al een paar keer gevraagd
geen tekeningen meer te sturen.
De grote voorraad maken we
Merijam Goudriaan stuurde het volgende
versje in.
1 Een muisje zat bij een muizegat,
En vlak bij het gaatje daar zat de kat,
Het muizeke likte zijn baardje,
Het poesje, dat kwikte zijn staartje.
Het poesje zei: kom eens dichterbij".
Hoe zacht is het pootje van mij, als zij.
Zal ik je fluwelige buisje.
Nou 's aaien mijn snoeperig muisje?
1
Het muisje riep, sliep uit, sliep, sliep.
Dan was het gedaan met mijn piepiep.
Dag poeslief, je bent er niet achter,
Mijn moedertje aait mij veel zachter.
"IS
eerst op. Ze gaan echt allemaal
de prullebak in hoor! Jullie hoort
wel, wanneer de voorraad op is.
Natuurlijk ontvang ik graag
lange en gezellige brieven van
jullie. Hoe meer, hoe liever hoor!
Eén van onze nichtjes, Wietske
Berghout, zou graag een cor
respondentievriendin van onge
veer 13 jaar willen hebben. Wie
pakt de pen? Haar adres is Ei-
berplein 13. Bergschenhoek.
Nichten en neven, heel veel
sterkte op school en tot de vol
gende keer.
Daaaaag. TANTE JOS
SCW»CScK»OScKt
Prijswinnaars
Nelleke Verbrugge, Rotterdam
en Maartje Verdoorn, Bolnes
krijgen hun prijs thuisgestuurd.
Op deze plaat
zien jullie ver
schillende voor
werpen getekend,
meisjes en jon
gens.
Door de namen
van twee afbeel
dingen naast el
kaar te schrijven
krijgen we weer
nieuwe woorden.
Ik zal jullie een
klein beetje hel
pen. We zien een
klok en een huis.
Het nieuwe woord
wordt dan klok
huis.
Hebben we het
allemaal begre
pen? De oplossing
moet worden in
gezonden vóór
dinsdag 7 mei.
Jarigen
Hiep, hiep, hoera!
Wat hebben we deze week een
heleboel jarigen!
Leo Alblas, Leonoor Beuzekom,
Cornie van Gijzen, Lya van Gij
zen, Piet Hoogerwaard, Hans
Koevoet, Ineke Kooter, Gerard
Kooijman, Gerdien van Lange-
velde, Tijntje v. d. Lelie, Ria
Schering, Joziena Schop. Cobie
Snijder, Alie Terlouw en Nelleke
Verweij van harte gefeliciteerd
met jullie verjaardag van de
nichten en neven.
Oplossing raadsel
De stad in Nederland is Leiden.
We hebben hiervoor nodig: ko
per. blikschaar, grote vijl, flesjes
emaillepoeder, penseel en een
Bunsense-brander. Met ons zak
geld zouden we bijvoorbeeld ie
dere keer eens wat meer kunnen
aanschaffen. Je kunt de stukjes
koper ook klaargemaakt kopen in
een hobby-zaak, maar je bent
dan altijd duurder uit en het is
natuurlijk veel leuker zelf een
modelletje te maken. Het email
lepoeder kun je kopen in
doe-het-zelf-winkels. De meisjes
en jongens, die dichtbij- of in
een stad wonen, kunnen het ge
reedschap voordeliger op een
markt kopen.
We beginnen met uit het koper
(dat maar een paar mm dik mag
zijn een modelletje te knippen.
Het is beter er eerst één van pa
pier te maken, daarna van het
koper. Als we hiermee klaar zijn,
schuren we het met schuurpapier
heel goed glad en de kanten wor
den met de vijl mooi gaaf ge
vijld.
Als dit allemaal is gebeurd en
er zijn geen oneffenheden meer
te bespeuren, gaan we naar de
kraan en maken het met een lap
je met vim goed schoon. Denk
erom het mag niet meer met de
vingers aan de boven- en onder
kant worden aangeraakt. Als je
het wel doet, raakt het emaille
onherroepelijk los. Dus goed op
letten!
Nu laten we het goed drogen
en gaan proberen de emaille erop
te brengen. We doen dat heel
voorzichtig en gooien kleine
beetjes op het stukje koper in de
vormen en kleuren die je hebt
bedacht We maken van een stuk
ijzerdraad een soort schep met
een lang handvat, waarop we het
gemaakte stukje heel voorzichtig
neerleggen en houden het boven
de vlam van de Bunsense bran
der.
Hoelang je het er boven moet
hoeden, bepaal je zelf door oefe
ning. Het werkstukje wordt niet
ineens in de vlam gehouden,
maar geleidelijk aan laten we het
zakken. Het mag niet té lang du
ren, want dan gaat het emaille
barsten. Je ziet dus dat het echt
een precies werkje is, maar wel
heel leuk!
Als je denkt dat het lang ge
noeg boven het vuur is geweest
leg je het neer, bijvoorbeeld op
een steen, om het te laten afkoe
len. Als het is afgekoeld kun je
er nog meer kleurtjes opbrengen,
maar dat moet dan anders ge
beuren.
We nemen een kopje of bakje
met water en een schotel. Op het
schoteltje doen we een klein
beetje poeder in de kleur die je
nodig hebt. Niet te veel, want je
kunt het niet meer terug doen in
het flesje.
Heel voorzichtig gaan we het
penseeltje in het water dopen en
daarna in de poeder die je nodig
hebt en laten dan voorzichtig op
de plek waar je het kleurtje wilt
hebben een paar druppels van de
penseel vallen en houden het
weer boven de vlam. Zorg ervoor
dat de penseel altijd goed schoon
is.
De eerste keer zal het
werkstukje als het klaar ls, je
tegenvallen. Maar je zult zien,
als je het een paar keer hebt
gedaan, hoeveel aardigheid je
erin krijgt. Je maakt het veel
vlugger en met de kleuren ga je
ook veel gemakkelijker spelen.
Let wel, in de vlam van deze
Bunsense brander kunnen we al
leen kleine, eenvoudige stukjes
maken, zoals bijvoorbeeld een
broche, oorbellen of hanger.
Succes ermee!
Lappie Loep en het verdwenen standbeeld
ïïïïsH
Mmmmmmiaauwwat ruiken die rododendrons
lekker! Zou het wel echt zijn?
Puzzeloplossing
Als we alle namen van de voor
werpen hebben opgeschreven,
zie je. dat tien namen met de
letter A beginnen. Asbak, aard
bei, aap, anker, aar, appel, aard
appel. arm, aansteker en as.
De andere twee -zijn: zool en
zon.
Op een prachtige zomermorgen was Lappie Loep
bezig hout te hakken. Krachtig zwaaide hij de kleine
bjjl en de houtsplinters vlogen hem om de oren. Terwijl
hij druk bezig was, klonk opeens een vriendelijke stem.
„Hallo Lappie, ben je fijn aan het werk?" Lappie hield
op met hakken en keek in het lachende gezicht van
Jonas, de marskramer. „Goedenmorgen", zei hij, het bijl
tje naast zich neerleggend. „Hoe gaat het met U?"
„Goed, schitterend", antwoordde Jonas. „Mijn zaken gaan
uitstekend, ik verwacht in de toekomst grote dingen,
begrijp je? Iedereen heeft een weinig geld teveel, dus
moeten ze het kwijt aan kooplieden. De kunst is nu
hé", onderbrak Jonas zichzelf. „Hoe gaat het met jou?"
Lappie schudde mistroostig z'n hoofdje. „Niet goed? Dat
is toch onmogelijk! Zo'n vrolijke werklustige figuur als
jy bent moet het toch altijd goed hebben?" zei Jonas
ernstig. „Neen", zei Lappie, „ik heb het niets naar mijn
zin. Ik zou wel eens wat anders willen. Reizen bijvoor
beeld en wat van de wereld zien". Jonas knikte begrij
pend. „Zo, wil jy dat." Hij dacht een ogenblik diep na.
„Weet je wat, Lappie, mijn zaken gaan nu zo worden, dat
daar in de toekomst wel iets groots van te verwachten
is. Ik zou je voor willen stel. Toen wachtte Jonas
een ogenblik.
liliiii
7
De scheeps
var
Bontehoe
silüli