Kostbare emigratie van
London Bridge
EVANGELISCHE ALLIANTIE
GAAT WEER VERGADEREN
Amerika zoekt
„geschiedenis"
Legpuzzel
van
twintig
miljoen
gulden
GEESTELIJK LEVEN
Dood geboren, maar toch onuitroeibaar
Naast geloofsbasis eenvoudige formule
IN NEDERLAND
NOOIT VEEL
INVLOED
ZATERDAG 4 MEI 1948
Typisch straatbeeld van de
sombere Londen Bridge.
(Van onze speciale verslaggever)
LONDEN Er bestaat enige overeen
komst tussen de Nederlandse aannemer Jan
van der Vorm en de Amerikaanse bouwer-
en-denker-in-het-groot Robert McCulloch Jr.
De eerste telde het vorig jaar ruim vijf
miljoen gulden neer voor het slopen van de
kathedraal van Rotterdam een neo
gotisch bouwwerk, van weinig historische
betekenis, op welks grond straks een mo
dern kantoorpand zal verrazen de twee
de heeft thans twintig miljoen gulden
gereserveerd voor de emigratie naar de
.Verenigde Staten van London Bridge.
De brug, een van de vijftien die in de
agglomeratie Londen de T .eems overspan
nen, moet verdwijnen omdat de pijlers
steeds dieper dreigen te verzakken. De
onderhoudskosten waren de afgelopen jaren
zó hoog geworden, dat de bouw van een
nieuwe en bredere overspanning dit in
verband met de eisen van het moderne
verkeer verantwoord werd geacht.
Wat moest er met de 130.000 ton graniet ge
beuren, die de sloop van London Bridge zou
opleveren? De Londense gemeentelijke autori
teiten hadden maar één oplossing: een stortplaats
vinden om het puin later voor de verharding
van wegen te kunnen gebruiken.
Als reddende engel verscheen
de oliemagnaat McCulloch ten
tonele. Zijn zakken bleken uit te
puilen van de dollars. Hij kocht
de oude London Bridge voor bij
na tien miljoen gulden, of wel
een derde deel van het bedrag
dat de nieuwe overspanning kost.
Voorwaarden
McCulloch stelde wel zijn
voorwaarden. Van de brug moet
een soort bouwpakket worden
gemaakt. De stenen, tot die van
de wrakke pijlers toe, moeten ge-
hierkt worden en per vrachtwa
gen naar een verlaadplaats in de
Londense haven worden ver
voerd.
Met gecharterde schepen gaat
het transport verder. Los Angeles
is de losplaats van de granieten
last. Dat betekent dat twee ocea
nen en het Panamakanaal moe
ten worden „genomen". Califor-
nië is niet de eindbestemming van
McCullochs gigantische legpuzzel.
Dat is Arizona, waar London
Bridge in de onmiddellijke omge
ving van de Grand Canyon weer
in elkaar zal worden gepast.
De precieze plaats van her
bouw is Lake Havasu City. Deze
„boomtown", die op de oostelijke
oever van de Coloradorivier ligt,
maar zelfs niet op de uitge
breidste kaart van de Verenigde
Staten te vinden is, telt 3.000 in
woners. Elk jaar komen er echter
450.000 toeristen, die per auto
rondzwerven door het ruige
woestijn- en berggebied.
Uitgerekend
McCulloch. die grote financiële
belangen heeft in het recreatie
gebied van Lake Havasu City,
heeft het allemaal al uitgere
kend. In de eerste plaats natuur
lijk dat het vervoer per schip en
over land, en verder het graven
van een kanaal (Little Thames),
dat door de Coloradorivier moet
worden gevoed, hem nog eens
tien miljoen gulden kost. In de
tweede plaats dat het toeristen
bezoek kan worden vertienvou
digd, als London Bridge in 1971
de grote trekpleister wordt.
De oliemagnaat: „Iedereen zal
London Bridge in zijn nieuwe
omgeving willen zien. Wij heb
ben in Amerika weinig bouw
werken die van historische bete
kenis zijn. Ik zal ervoor zorgen
dat de herbouwde brug in niets
afwijkt van de overspanning, die
zoveel jaren lang de Theems
heeft gesierd.
London Bridge, met de afbraak
waarvan inmiddels begonnen is,
is niet de meest gefotografeerde,
maar wel de oudste en de be
kendste brug in de Engelse
hoofdstad. John Rennie was de
ontwerper, zijn zoons: de latere
Sir John en George, gaven er in
de jaren 1825-1831 gestalte aan.
De vijf granieten arcaden dra
gen een overspanning, die ruim
driehonderd meter lang en twin
tig meter breed is. De kosten van
de bouw hebben indertijd acht
miljoen gulden bedragen, doch
aan het onderhoud is in de loop
der jaren een veelvoud besteed.
Onder dezelfde naam en op de
zelfde plaats hebben in de afge
lopen eeuwen nog vijf bruggen
de Theems overspand. Alle zijn
ten onder gegaan aan oorlogsge
weld, of aan „het verwoestende
Voorzichtig met die gaslantaarns!
Mister McCulloch heeft er dollars
genoeg voor betaald!
getrappel van paardehoeven en
het even verwoestende geklots
van het water".
Al voor het begin van onze
jaartelling bouwden de Romeinen
de eerste London Bridge, waar
van in 1921 nog enkele over
blijfselen zijn gevonden. Reeds
toen werd de scheidslijn gemar
keerd van wat tegenwoordig de
Boven- en de Beneden-Theems
heet.
Een oud Engels wiegeliedje
(„London Bridge is falling down,
my fair lady") herinnert aan de
illustere voorgangers van de
brug, waarop thans dezelfde
woorden van toepassing zijn.
Tot genoegen misschien van de
gemeentekasbeheerders, maar
zeer beslist tot ongenoegen van
de ontelbare Britten, die alles
wat het verleden hun gegeven
heeft als een kostbaarheid
koesteren, volgt McCulloch het
zelfde spoor als zoveel andere
Amerikaanse miljonairs die En
geland betraden. London Bridge
wordt weeeerukt uit zijn histo
rische decor en verhuist naar het
voormalige Wilde Westen, naar
„de Apachen", zoals de nationa
listische Daily Express een beetje
zuur schreef.
Eros
Iedereen kent het verhaal van
de „Texan guy", die een bod
deed op het standbeeld van Eros
in het hart van West End (Picca
dilly Circus), en van de conser
ven koning uit Californië, die een
deel van de muur wilde kopen,
die "onder de Romeinse keizer
Hadrianus dwars over het noor
den van Engeland werd ge
bouwd.
Beide Amerikanen gingen wel
iswaar met lege handen naar
huis, maar verschillende van hun
landgenoten hebben meer succes
geboekt.
Twee jaar geleden werd er in
Londen een complete kerk afge
broken, en steen voor steen naar
Fulton in Missouri verscheept.
Het bedehuis is een monument
geworden ter nagedachtenis van
Sir Winston Churchill, die daar
in 1946 een beroemd geworden
redevoering uitsprak. Op drama
tische wijze toonde hij toen aan
de vergelijking is onsterfelijk
geworden s dat „het IJzeren
Gordijn op Europa is neerge
daald".
De trots
De trots van de Britse koop
vaardijvloot is eveneens naar de
Verenigde Staten verhuisd. Het
betreft zowel de Queen Mary als
de Queen Elizabeth, die langetijd
tijd als de grootste en de snelste
passagiersschepen van de we
reld golden.
De Queen Mary ligt thans voor
de kust van Long Beach (Califor
nië) en is als museum ingericht.
De Queen Elizabeth is de vorige
maand aan een syndicaat ver
kocht, dat de reus op de Delawa-
rcrivier in Philadelphia wil ver
ankeren, en als hotel gaan ge
bruiken.
Met hun verfijnde gevoel voor
de historie en de tradities stuit
het de Engelsen tegen de borst
dat de „mighty dollar" ook ko
ning kraait op hun erfgoederen.
De krijtrotsfen van Dover (dui
zenden Amerikaanse toeristen
kopen hier zulke grote brokken
van dat ze in het vliegtuig terug
ook nog eens overvracht moeten
betalen!) horen hier net zo goed
bij als de uitgespitte aarde van
Windsor en Stratford-on-Avon,
waarmee de aanhankelijkheid
met respectievelijk het Britse ko
ningshuis en Shakespeare wordt
betuigd, en die voor bijna veertig
gulden per pot (met oorkonde
uiteraard!) grif van de hand gaat.
Rage
Sinds er in de Verenigde Sta
ten ook nog een rage is ontstaan
om oude en overigens inhoudloze
titels op veilingen te kopen,
vragen de niet-materialistische
en wat conservatief denkende
Britten 'zich met zorg af wat nog
exclusief voor hen blijft gereser
veerd.
De International Herald Tribu
ne, die de „Yankees" ambitieus
genoeg achtte om na London
Bridge Windsor Castle of Buc
kingham Palace te kopen, bracht
de vorige week in dit verband
een sprekende kop:
„Zullen de Amerikanen, behal
ve het weer, nog iets in Engeland
over laten?"
(Door dr. J. B. A. Kessler jr.)
LAUSANNE Vandaag begon in Zwitserland de vierde
wereldconferentie van de World Evangelical Fellowship.
Deze beweging is na de oorlog geboren uit de Evangelische
Alliantie, die wel eens de pionier genoemd wordt van de
moderne oecumenische beweging. Zij vormen een verschijn
sel apart in de huidige oecumene. Als bewegingen leken ze
nagenoeg doodgeboren, maar ze blijken telkens weer een
onuitroeibaar leven te bezitten.
Ditmaal komt de conferentie in
Lausanne bijeen. De eerste con
ferentie werd in augustus 1951
gehouden op Woudschoten te
Zeist. De tweede in 1956 in Bar
rington in de Verenigde Staten
en de derde in Hongkong in 1962.
Geen van deze conferenties
heeft aan haar doel beantwoord,
vooral de eerste niet. En het ziet
er niet naar uit dat de komende
conferentie wel een succes zal
worden. Toch zijn degenen die
deze conferentie organiseerden
allerminst dom of koppig.
Ds. Morgan Derham, algemeen
secretaris van de beweging in
Groot-Britannië, Dennis Clark,
zijn collega in Noord-Amerika en
Sam Kamaleson, de secretaris uit
India, hebben lang geaarzeld
voordat zij besloten deze vierde
conferentie bijeen te roepen,
maar ze konden ten slotte er niet
onderuit.
EENHEID
In 1845 bracht een gevoel van
toenemende onvrede over de
kerkelijke verdeeldheid 216 lei
ders van twintig protestantse
laagkerkelijke richtingen in
Groot-Britannlë bijeen te Liver
pool. Ze wilden een lichaam op
richten waardoor aan de wereld
blijk gegeven zou worden van de
essentiële eenheid tussen echte
christenen.
Ze waren zich bewust dat
leerstellige haarkloverijen de
christelijke liefde in het gedrang
hadden gebracht. Onder diepe
bewogenheid beleden sommigen
hun liefdeloosheid voor andere
aanwezigen en deze conferentie
is één van de punten in de kerk
geschiedenis waar de Una Sancta
echt gestalte kreeg.
Spoedig bleek echter dat de
onwrikbare houding van de offi
ciële leiding van de Anglicaanse
Kerk van toen interkerkelijke
eenheid onmogelijk maakte.
Daarom besloot men een interna
tionale conferentie te houden (in
Londen in 1846) voor de oprich
ting van een Wereldunie van
Evangelicals op basis van indivi
duele leden.
BASIS
De deelnemers aan de Liver-
pool-conferentie begrepen echter
dat christelijke eenheid niet lou
ter op liefde gebaseerd kon wor
den. Daarom zochten zij naar een
basis van gemeenschappelijke
waarheid die als oproep tot de
eenheid kon dienen. Het lukte
een grondslag van acht punten
samen te stellen, die unaniem
aanvaard werd.
De Londense conferentie in au
gustus 1846. nam deze basis na
kleine wijzigingen over zonder
één stem tegen. Helaas bleek bij
na onmiddellijk dat zij de be
geerde eenheid niet kon verzeke
ren, want de Britse afgevaardig
den gingen eisen dat geen enkele
slavenhouder tot de Alliantie
toegelaten zou worden, terwijl de
Amerikaanse afgevaardigden zich
wel tegen het systeem van de
slavernij wilden keren, maar niet
tegen de slavenhouders zelf. Door
deze onenigheid is er van de op
zet van een internationale orga
nisatie nagenoeg niets overgeble
ven.
Toch hebben de nationale or
ganisaties goed werk verricht en
dit geldt vooral voor de Engelse-
organisatie. In 1854 organiseerde
de Alliantie een samenkomst
voor leiders en leden van de
Britse zendingsgenootschappen
Die wend in 1855 gevolgd door de
eerste internationale zen
dingsconferentie van een reeks
die uitliep op de grote zen
dingsconferentie van 1910 in
Edinburgh.
Deze laatste conferentie wordt
als het beginpunt van de moder
ne oecumenische beweging ge
zien. Daarom hebben de
geschiedschrijvers van de oecu
menische beweging de Evange
lische Alliantie ook als een be
langrijke voorloper erkend.
OPWEKKING
De beweging beleefde haar
hoogtepunt in de opwekking die
in 1859 en '60 Noord-Amerika en
de Britse eilanden overspoelde.
Er heerste zo'n geestelijke een
dracht onder de laagkerkelijken,
dat sommigen dit het „Evange
lische Alliantie-reveil" noemden.
De tijd was rijp voor een nieu
we stap op de oecumenische weg.
maar helaas zat de Alliantie nu
zo vast aan de ge
dachte van een een
heid van individuele
led'en, dat de kans
gemist werd. Het
gevolg was dat, toen
de gloed van de op-
wëkking voohbij
was, de kerken weer
langs elkaar heen
gingen leven.
De houding van
de Alliantie ging
verstarren. De ge
loofsbasis werd niet
meer gezien als een
oproep tot eenheid,
maar als een mid
del om anderen uit
te sluiten. In 1870
werd zij gescheurd
door een menings
verschil over het
lot van de ingelovi-
gen en na 1887
door de stryd met
het kerkelijk mo
dernisme kwam
zij steeds meer ge-
isoleerd te staan.
BLOEI
Lange tijd scheen
de beweging geen
doel meer te hebben en toch
stierf ze niet uit. Dat kwam om
dat de nieuwere bewegingen voor
christelijke eenheid, waarschijn
lijk uit reactie, de rol van de
bijbelse waarheden te weinig be
nadrukten. Daardoor bleef de
rechtervleugel van het Angelsak
sische protestantisme trouw aan
de Alliantie.
Als gevolg van de opleving van
het conservatieve protestantisme
in Noord-Amerika en de Britse
eilanden tijdens de Tweede We
reldoorlog begon voor de Allian
tie een nieuwe bloeiperiode.
Vooral in Noord-Amerika werd
de behoefte aan een internatio
nale organisatie opnieuw gevoeld.
Na voorbereidende gesprekken
en conferenties, waarin een con
cept voor een nieuwe geloofsba
sis werd opgesteld, kwamen in
1951 de afgevaardigden van
zestien nationale organisaties op
Woudschoten bijeen.
Helaas vonden de Amerikaanse
J. B. A. Kessler jr. vertegenwoor
digt Nederland op de vierde na
oorlogse wereldconferentie can de
Evangelische Alliantie.
G. Groen van Prinslerer teas een
van de voorvechters voor de
Evangelische Alliantie in Neder
land in de vorige eeuw.
Prof. dr. J. J. van Oosterzee, be
kend Utrechts theoloog uit de vo
rige eeuw. sprak op de vijfde al
gemene vergadering van de Ne
derlandse Evangelische Alliantie
in 1867. Dat niveau werd nooit
meer gehaald.
afgevaardigden, uit vrees voor
hun fundamentalistische achter
ban, het nodig te eisen dat het
woord „onfeilbaar" toegevoegd
werd aan de clausule over de
inspiratie van de bijbel.
De meeste bewegingen van het
Europese vasteland, wier
geschiedenis in vele gevallen tot
de periode van 1846 reikte, wer
den hierdoor bevreesd dat de
nieuwe internationale beweging
in een fundamentalistisch en an
ti-oecumenisch keurslijf geperst
zou worden en trokken zich te
rug. Hierdoor is er tot nu toe
weinig van de World Evangelical
Fellowship terecht gekomen.
GESPLETENHEID
De conferentie van Lausanne
heeft tot doel deze gespletenheid
op te heffen door de geloofsbasis
van 1951 te handhaven als belij
denis, maar een eenvoudiger for
mule te hanteren als toela
tingsnorm.
De leiders van de World Evan
gelical Fellowship begrijpen dat
deze formalistische oplossing niet
bevredigend kan zijn, maar zien
geen andere weg om hun achter
ban mee te krijgen. Daarom zijn
de leiders ook van plan de afge
vaardigden naar'Lausanne op de
man af te vragen of het zin heeft
de World Evangelical Fellowship
te laten bestaan.
Niemand verwacht dat men in
Lausanne de eigen beweging zal
opdoeken, omdat de World Evan
gelical Fellowship de enige tus
senschakel vormt tussen de oecu
menische beweging en de vele
versplinterde geloofszendingen
en vrije-evangelisatiebewegingen
die anders helemaal geïsoleerd
zouden komen te staan
VERNIEUWING
De World Evangelical Fel
lowship moet dus voorlopig blij-
In Nederland heeft de Evange
lische Alliantie nimmer grote in
vloed gehad. Hoogtepunt van de
Nederlandse organisaties was
waarschijnlijk wel de vijfde we
reldvergadering, die In Amster
dam in 1867 werd gehouden.
Aan de vooravond van de
eerste zitting sprak prof. dr. i. J.
van Oosterzee een wij
dingswoord uit over ge
meenschap der heiligen. Groen
van Prinsterer, een van de voor
mannen van deze beweging
sprak in het Frans over de
„Godsdienstige nationaliteit met
betrekking tot Nederland en de
Evangelische Alliantie."
Tijdens die wereldbijeenkomst
vierden de aanwezigen samen
het avondmaal, dat in vier talen
werd bediend op 25 augustus
1867 in de remonstrants-gerefor
meerde kerk van Amsterdam.
Invloed daalde
Na deze bijeenkomst daalde
echter de invloed. Van orthodoxe
zijde had men het gevoel dat
steeds meer voormennen van de
ze beweging de Inspiratie van de
Heilige Schrift loslieten.
In 1883 poogde dr. Abraham
Kuyper tevergeefs de Evange
lische Alliantie te bewegen zich
zonder voorbehoud uit te spreken
tegen ondermijning van het
Schriftgezag. Van de organisatie
bleef daarna niet veel meer over
dan alleen de traditionele „Week
der Gebeden". Tijdens de Boe
renoorlog werd daarmede ook
gestopt, omdat het Britse hoofd
bestuur niet bereid was bij haar
regering de zaak van de Boeren
te bepleiten.
In 1907
In 1907 werd echter weer een
nieuwe organisatie opgericht, die
ook de Week der gebeden
herstelde, maar een hechte vere
niging is zij nimmer meer gewor
den.
Na de jongste wereldoorlog
heeft vooral wijlen dr. H. Colljn
zich beijverd de beweging nieuw
leven in te blazen. Ze kreeg de
naam „Evangelische Eenheid'".
Veel meer dan het organiseren
van de traditionele „Week der
Gebeden" deed zij echter niet.
Gebedsweek
Hoewel deze week nog wel
hier en daar in begin jarnuari
wordt georganiseerd, loopt het
aantal plaatsen dat meedoet
stérk achteruit. De week is vrij
wel geheel vervangen door de
oecumenische gebedsweek.
De vierde naoorlogse wereld
conferentie van Lausanne wordt
van Nederlandse zijde bijge
woond door de oud-zendeling uit
Peru dr. J. B. A. Kessler |r. Hij is
lid van" de Nederlandse Zen
dingsraad, waar hij zoveel moge
lijk de stem van de geloofszen
dingen vertolkt. Na de conferen
tie hoopt hij voor ons verslag j
over zijn bevindingen uit te bren
gen.
ven bestaan, maar het is te ho
pen dat de vraag die de leiders
aan de afgevaardigden gaan stel
len, de conferentie in Lausanne
ertoe zal brengen zich te verdie
pen in de vraag, wat men precies
bedoelt met de onfeilbaarheid
van de bijbel, en welke rol de
bijbelse waarheid moet spelen in
een christelijke eenheidsbewe
ging.
Moeten belangrijke punten van
de christelijke leer gehanteerd
worden als toelatingsnormen, of
zijn ze heilzame aanwijzingen
voor een gezamenlijke dienst aan
deze wereld? Als deze vragen
werkelijk aan de orde komen, is
het niet uitgesloten dat de
Lausanne-conferentie eenzelfde
functie gaat krijgen bij de Evan
gelicals als het Tweede Vati
caanse Concilie reeds gehad heeft
bij de rooms-katholieken.