JOODSE VOLK
KREEG DOOR ISRAËL
ZELFRESPECT TERUG
Reisbureauwereld verwacht
(n°g)
meer
fusies
r b
Finland werkt aan grootste
film uit zijn geschiedenis
Na „bom" van V en D nu VNU
Samenwerken noodzaak voor
economische bedrijfsvoering
GEESTELIJK LEVE*
1
Rondom Maarschalk Mannerheim
ZATERDAG 27 APRIL 1968
(Van onze redacteur
toerisme)
Het rommelt in de reis
bureauwereld. De „reis-in-
dustrie", die de afgelopen ja
ren steeds grotere omzetten
noteerde (wie is er nog, die
niet Palma zag of de gouden
stranden van Costa Brava en
Italiaanse Rivière?) maakt
een ontwikkeling door, die
vooral de laatste maanden
hier en daar nogal opschud
ding heeft teweeg gebracht.
Het bericht aan het begin van
dit jaar. dat Vroom en
Dreesmann een groot deel van de
aandelen van touroperator Cen-
touri had opgekocht, kort daarna
gevolgd door de bekendmaking
van de Verenigde Nederlandse
Uitgeversmaatschappijen (waarin
o.m. De Spaarnestad met bladen
als Panorama en Libelle) over de
koop van aandelen van tourope
rator Sunliner, deed in de reisbu
reauwereld even een storm
ontstaan.
Het initiatief van de spoorwe
gen om ook vakantievliegreizen
te gaan verkopen, de samenwer
king tussen Bijenkorf en het
reisbureau Wambersie. tussen
Galeries Modemes en White Cars
en de mededeling dat de kruide
nierscombinatie De Sperwer en
Simon de Wit zich eveneens in
de reiswereld stortten, mocht dan
wat minder verontrusting wek
ken, het wa» toch opnieuw een
voorbeeld van branche-vervaging
en een teken dat reizen commer
cieel een aantrekkelijke zaak ls
geworden.
Het bleek trouwen ook al uit
de verklaring van Vroom en
Dreesmann, dat men het verko
pen van reizen als een volledig
bedrijfsmatige aangelegenheid
zag. Dat wil zeggen: men wil het
niet beschouwen als een vorm
van klantenbinding, zoals bij
voorbeeld Albert Heijn met zijn
PMC. Er moest op worden ver
diend. Dit in tegenstelling tot
bijvoorbeeld De Sperwer, die
haar reizen meer als een extra
attractie voor haar klanten ziet.
Net als de spaarzegelsystemen.
Winst
Hoe staat de reisbureauwereld
nu enkele maanden na de ex
plosie tegenover deze initiatie
ven? Mr. A. Borst, secretaris van
de Algemene Nederlandse Vere
niging van Reisbureaus: „We
kunnen er no gge nverstandig
woord van zeggen. De ontwikke
ling heeft zich pas ingezet en hoe
deze verloopt is nauwelijks te
voorspellen".
Dat vooral Vroom en
Dreesmann. die reizen aanbiedt
in 19 van haar 68 vestigingen een
eoncurrent is. wordt overigens
door geen bureau betwijfeld.
Maar of het een belangrijke zal
worden, is nog niet te voorspel
len. Tenslotte beschikte Centouri
ook over een kleine 300 verkoop
punten.
Verwacht wordt in ieder geval
niet. dat het concern belangrijk
onder de prijs zal kunnen gaan
werken. De winstmarge is al zo
gering, dat er nauwelijks enige
speling overblijft.
Bedrijfsvoering in de reisbu
reauwereld is een zaak van zeer
nauwkeurig calculeren. Prijzen
worden gebaseerd op een bepaal
de bezettingsgraad van vliegtuig
of bus. Wanneer men deze stelt
op 75. dan houdt dit in. dat men
met 75 bezette plaatsen in een
100 stoelen bieden vliegtuig uit
de kosten is. Winst komt er pas
wanneer het aantal bezette
plaatsen groter is dan 75. Maar
aan de andere kant zijn er maar
een paar annuleringen nodig om
de hele reis tot een verliesgeven
de zaak te maken.
Nu valt het mogelijke verlies
van één of enkele reizen wel weg
door de winsten van andere,
maar er hoeft niet veel te gebeu
ren om in één s€izoen tonnen in
rood te laten schrijven. De
Israëlische oorlog is daar maar
één voorbeeld van. De toestand in
Griekenland een tweede.
Mr. Borst: „Grofweg kan wor
den gesteld, dat de winst voor
het bureau niet meer bedraagt
dan tien proeent van de reissom.
Men moet het dus alleen van
omzetten hebben. De prijzen zijn
uitermate scherp berekend. Mls-
■ehien dat een concern als Vroom
en Dreesmann nog iets goedkoper
kan door het aankopen van eigen
Reisbemiddeling neemt elk jaar
grotere vormen aan. Want toe
risme, vaak ver van huis, komt
binnen veler bereik. Het woordje
industrie heeft in dit verband
al een gewone klank gekregen.
Maar dat betekent: toenemende
felle concurrentie om de gunsten
van de vakantiegangers te ver
werven. Ook het grootwinkelbe
drijf dingt nu al mee.
hotels enz., maar veel zal dat
nooit zijn."
Deden de initiatieven van
Vroom en Dreesmann en de VNU
in de reisbureauwereld even een
storm opsteken, mr. Borst vindt
deze ontwikkeling niet vreemd.
Waar de „reisindustrie" zich de
laatste jaren stormachtig ontwik
kelt, is fuseren een economische
noodzaak.
Verspilling
„Daarvan zijn de meeste bu
reaus nu ook wel doordrongen.
De vele geruchten over nieuwe
op handen zijnde fusies getuigen
ervan. Het is waanzin, dat op
vrijwel hetzelfde tijdstip twee
vliegtuigen vertrekken met toe
risten van verschillende bureaus,
met een bezetting, die lang niet
optimaal is. Wanneer die bureaus
hadden samengewerkt, had men
waarschijnlijk met één vol vlieg
tuig kunnen vliegen. Dat is ge
woon geldverspilling. Al twee
jaar geleden was deze samenwer
king een noodzaak."
Tot nu toe is de reisbureauwe
reld nogal sterk versplinterd ge
weest. Gereglementeerd is er
weinig. Men weet zelfs niet eens
hoeveel bureaus er zijn, dat wil
zeggen: hoeveel verkopers van
reizen. De laatste jaren zijn ze
als paddestoelen uit de grond ge
rezen. Veelal kleine bedrijfjes,
die niet in staat zijn zelf reizen
te organiseren, zoals de tourope
rators doen, maar die wel graag
deze reizen aan de man brengen.
Onder hen bevindt zich een groot
aantal sigarenwinkeliers.
Hoe groot dat aantal is. weet
men echter niet. Al twee jaar
geleden is het Centraal Bureau
voor de Statistiek in opdracht
van het ministerie van econo
mische zaken gestart met een on
derzoek naar de structuur van de
reisbureauwereld. maar de
uitslag daarvan is pas over enke
le maanden te verwachten.
weerd. Niet dat deze zaak hier
door malafide wordt verklaard,
maar het staat nu eenmaal zo in
de statuten.
Uit een en ander blijkt wel,
dat hoeveel organisatietalent
men dan mag hebben voor het
opzetten van reizen voor het pu
bliek, de organisatie in eigen ge
lederen nog maar zeer wankel is.
De zeer snelle ontwikke
ling van de laatste jaren zal
hieraan zeker debet zijn, wat
niet wegneemt en men be
seft dit dat in ieder gevai
de komende jaren het schep
pen van een steviger en over
zichtelijker basis van de reis
branche een eerste eis blijft.
Of die door de overheid dan
wel door de bureaus moet
worden gelegd, is nog een
vraag. Daarvoor zal men
eerst inzicht moeten hebben
in de structuur van deze zon
nige wereld.
Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan
van de staat Israël schreef de Amsterdamse
publicist M. Kopuit dit artikel op ons verzoek.
Het is al een oud lied. Het
is de eeuwen door gezongen
door joden, verdreven als zij
waren, als zy trokken van
plaats naar plaats, van land
naar land. In het jiddisj werd
het meestal zuchtend aange
heven. Het was een vraag,
maar tevens een aanklacht
aan de wereld: „Wu ahin soil
ich gehn?" (Waarheen zal ik
gaan).
Het lied is nog niet zo lang
geleden voor het laatst ge
zongen. Het werd massaal
aangeheven in de jaren dertig,
toen joodse vluchtelingen uit
Duitsland op wrakke schepen
de zeeën bevoeren en nergens
toegang kregen. Het werd ook
gezongen door de joodse
vluchtelingen uit Duitsland,
die aan de Nederlandse grens
werden teruggezonden. Het
werd het laatst gezongen door
de schamele rest van het
Europese jodendom, dat de
concentratiekampen had over
leefd. Waar moesten zy heen?
Er is sinds de joodse datum 5
ijar van het jaar 1948, een dag
die dit jaar op 2 mei wordt ge
vierd, een nieuw couplet aan het
immens tragische „Wu ahin soil
ich gehn?" toegevoegd. Het
wordt jubelend gezongen. Het
wordt uitgeschreeuwd, zoals men
alleen maar in oprechte vreugde
kan schreeuwen. Eén woord is
het maar: Israël! Dat is de plaats
geworden, waar de joden heen
kunnen. Het is het enige land,
dat joden onbeperkt opneemt.
Vluchthaven
Israël is voor enige honderd
duizenden joden een vluchtha
ven geworden. Het land der va
deren is het nieuwe tehuis. Maar
in het joodse leven is Israël aan
merkelijk meer.
In de twintig jaar van zijn
bestaan is de staat Israël uitge
groeid tot het centrum van het
joodse volk het is het hart van
het volk geworden, zoals het dat
in bijbelse tijden is geweest.
Om deze staat hebben de joden
zich geschaard, ongeacht hun po
litieke opvattingen, ongeacht ook
hun godsdienstige overtuiging.
Zion, waarheen zoveel eeuwen
lang naar werd gebeden, is niet
meer alleen het religieuze mid
delpunt. Het joodse volk voelt
zich in zijn geheel deel hebben
aan de staat Israël. De
tweeëneenhalf miljoen joden die
p
y
A
0
•- A- -X*P
JW
n|
- j. r <t-i Ir*
Si-
■r
Sanering
Of daaruit de noodzaak van sa
neringsmaatregelen zal vloeien,
zal moeten blijken. Feit is in ie
der geval, dat in kringen van
reisbureaus nogal eens de kritiek
wordt gehoord, dat aan begin
nende bureaus nauwelijks eisen
van vakbekwaamheid worden
gesteld. Voor het verkopen van
touringcarreizen heeft men een
vestigingsvergunning nodig, maar
degene, die ..in vliegreizen wil
gaan doen" kan zo beginnen.
De enige sanering, die tot nu
toe (en door de reisbureaus zélf)
werd doorgevoerd, Is de oprich
ting van de Algemene Neder
landse Vereniging van Reisbu
reaus. Deze vereniging (200 leden
met 500 vestigingen) heeft zelf
een pakket van eisen samen
gesteld, waaraan nieuwkomers
moeten voldoen, o.m. op het ge
bied van kredietwaardigheid.
Ook aan de vakbekwaamheid
worden eisen gesteld. Maar wa
terdicht zijn deze voorwaarden
niet helemaal.
Dit komt met name ook door
de bepaling, dat geen leden wor
den aangenomen, die het verko
pen of organiseren van reizen als
nevenactiviteit uitoefenen. Een
zaak in sportartikelen, die daar
naast kampeervliegreizen orga
niseert, wordt bijvoorbeeld ge-
De zeer bewogen geschiedenis van het Finland van de laatste
driekwart eeuw komt voor het eerst op de filmband. Fennada Film
is namelijk de produktie begonnen van een 1.250.000 Finmark (d.i.
1 miljoen gulden kostende film „Taalla ponjantanden alia" (Hier
onder de Noordersterren), waarin de geschiedenis van Finland van
omstreeks 1885 tot en met 1924 wordt uitgebeeld.
Het is een voor Finse verhoudingen immense onderneming.
Ruim 2000 personen zullen eraan meewerken en één miljoen voor
een film is in Finland haast onvoorstelbaar, maar regisseur Edvin
Laine heeft dan ook heel wat te vertellen.
Finland ligt in een uithoek
van Europa en daarom is vaak
heel wat van wat daar gebeur
de aan de aandacht ontsnapt,
maar het betekent niet dat Fin
land een rustig plekje grond is
geweest door de eeuwen heen.
Integendeel. sinds de
Fins-Oegrische volkerengroep
zich in de eerste twee eeuwen
na Christus langs de Zuidkust
van Finse en de Oostkust van
de Botnische Golf naar het
Noorden en Westen trok, de
oorspronkelijke bewoners van
dit gebied, de Lappen en de
Kwenen, voor zich uitdrijvende,
is het er eigenlijk nooit rustig
geweest.
Zweden en Russen
Eerst maakten de Zweden
zich van het bestuur meester en
probeerden de Finnen met meer
of minder succes te Zwediseren.
daarna, in de tijd van Napole
on, kwamen de Russen en pro
beerden van hun kant de Fin
nen tot Rus te maken, —maar
noch het ene, noch het andere
gelukte: de Finnen bleven Fins.
Aanvankelijk traden de Rus
sen omzichtig op, maar aan het
eind van de vorige eeuw werd
onder de gevreesde Bodrikow
het proces der Russificering
krachtdadig ter hand genomen.
Dit proces was in 1910 voltooid,
toen Finland praktisch een
Russische landstreek genoemd
moest worden.
De Finnen bleven echter op
hun vrijheid en onafhankelijk
heid zinnen en toen de
Russische Revolutie maar even
de mogelijkheid bood. riep de
Finse Landdag de onafhanke
lijkheid uit: op 18 juli 1917.
Dit was echter nog iets te
vroeg, want zoveel Finse stout
moedigheid ging Kerenski toch
te ver. Maar toen de Bolsjewie
ken in Rusland
de macht grepen,
kwam de Finse
kans: op 6 decem
ber 1917 werd de
Finse zelfstandig
heid geprocla
meerd.
Er was geen
eenheid in het
Finse kamp: de
socialisten, ge
steund door de
Bolsjewieken,
•oerden op 28 ja-
ïuari 1918 een
'inkse staatsgreep
uit en de pas ver
worven vrijheid
ïing in de rode
lictatuur ten on-
ier.
Mannerheim
Onder maar
schalk Manner
heim werd aan de
De hoofdrolspelers
uit „Hier onder de
oordersterren"
Aarne Sulkanen nis
Akseli en Titta Ka-
rak or pi als Elina.
Botnische Golf de zg. Witte
Garde opgericht, die zich tegen
het rode bewind ging keren.
Jonge Finnen, die in de We
reldoorlog als vrijwilliger aan
de Duitse kant tegen Rusland
hadden gevochten sloten zich
bij de Witte Garde aan en in
mei 1918 werd de laatste rode
tegenstand gebroken.
Nu werd evenwel in Finland
de Duitse invloed zo sterk, dat
regent Svinhufvud Keizer Wil
helm nederig verzocht een van
zijn zonen tot Koning van Fin
land aan te wijzen. Wilhelm
wist het echter beter en wees
zijn zwager prins Friedrich
Karl von Hessen tot koning
aan.
Het was een vreugde van
korte duur, want na de in
eenstorting van Duitsland was
het ook met een Duits ko
ningschap over Finland gedaan
In juli 1919 werd de repu
bliek Finland uitgeroepen met
prof. Stahlberg als eerste presi
dent. In 1920 werd er vrede
gesloten met Rusland, waarbij
Finland het eiland Persamo
werd toegewezen en de
beschikking kreeg over een cor
ridor naar de Noordelijke
IJszee. De Volkenbond regelde
in 1921 de kwestie met Zweden
over de Aland-Eilanden.
Voor het eerst sinds eeuwen
was Finland vrij en onafhanke
lijk en leefde het in vrede met
zijn buren en heerste er vrede
binnen de eigen grenzen. Een
De Witte Garde van Maarschalk
Mannerheim in opmars.
volk, dat eeuwen en eeuwen
lang had vastgehouden aan zijn
droom van vrijheid, zag deze
droom ten langen leste vervuld.
Fennada Film
Het is deze heroïsche geschie
denis, die Fennada Film thans
onder produktie van Matti Kas-
sina onder handen heeft. De
stof is beschreven in de roman
trilogie van Vainö Linna, waar
van de eerste twee delen in de
film worden verwerkt. Men
streeft ernaar de wereldpre
mière begin oktober in het
grootste,theater van Helsinki te
doen plaatshebben.
De hoofdrollen worden
gespeeld door Aarne Sulkanen
als Akseli. Kalev Kahra als
Halme en Titta Karakorpi als
Elina.
Fennada Film, in 1942 opge
richt, kan reeds terugzien op
een indrukwekkende filmpro-
duktie, waaronder verschillende
speelfilms. Reeds eerder maakte
men een film (Spionnen) die
zich bezighield met de oor
logsperiode 1941/44 in Finland
maar de nieuwe produktie
..Hier onder de Noordersterren"
overtreft in kosten en inspan
ningen alles wat tot nu toe op
filmgebied in Finland werd ge
presteerd.
EV. GROLLE
in Israël wonen, zijn niet meer
verknocht aan deze staat dan de
tien miljoen joden die erbuiten
wonen.
Er scheen geen hoop meer voor
het joodse volk na de moord op
zes miljoen joden in Europa en
het geestelijke en lichamelijke
dieptepunt van enige miljoenen
joden in de Aziatische en Afri
kaanse landen. Voor het eerst in
de joodse geschiedenis leek het
erop, dat de joodse geestkracht
was geknakt, de joodse levenswil
was uitgebloeid.
Troost
Tot de staat Israël verrees als
een geschenk en een troost voor
het joodse volk. Voor velen ook
als een oplossing die de messi-
aanse verwachtingen van het
joodse volk waardig is.
Nog tijdens de middeleeuwen,
ondanks vervolgingen, ondanks
vernederingen, was iedere jood al
zuchtend Wu ahin soli ich gehn?
ervan overtuigd dat hij als lid
van het joodse volk een uitver
koren plaats innam en drager
was van een wereldcultuur.
Het is een gevoel, dat de joden
van de 19e eeuw niet meer beza
ten, omdat de secularisatie die
hand in hand ging met de eman
cipatie, ernstigere en ergere vor
men had aangenomen dan bij an
dere godsdiensten. Die afval, het
niet meer te willen behoren tot
het joodse volk, was vooral sterk,
toen er geen aanwezigheid leek
van de God van Abraham. Izak
en Jacob in Treblinka, Ausch
witz, Sobibor. De joden hadden
hun zelfrespect verloren.
Dat werd twintig jaar geleden
door een Gideonsbende met visi
onaire blik bij de uitroeping van
de staat Israël het joodse volk
teruggegeven. Het joodse volk
heeft door de staat Israël een an
dere mentaliteit gekregen. Het is
zelfbewust geworden en zijn mo
reel is verhoogd. Het is niet meer
bereid, wat anderen er ook van
denken, zich naar de slachtban
ken te laten leiden onder het toe
ziend oog en het geweeklaag van
een met de armen over elkaar
geslagen wereld.
Opnieuw zijn de joden door de
staat Israël zich er bewust van
geworden dragers te zijn van een
universele cultuur. Opnieuw we
ten zij, dat zij een taak in de
wereld hebben.
De staat Israël wordt bewoond
door een minderheid van het
joodse volk. Maar de meerder
heid heeft zich om die minder
heid geschaard. Met die minder
heid voelt zij zich een en die
minderheid weet zij als haar
meerdere. Want van Israël uit
ontvangt het ioodse volk nieuwe
impulsen, krijgt het weer kennis
van zijn cultuur, leert het weer
zijn taal het Hebreeuws, zolang
als een dode taal versleten.
Nu de godsdienst voor het
grootste deel van het joodse volk
niet meer de bron van ver
troosting en inspiratie is, heeft
de staat Israël die overgenomen.
Het is de staat waar men jood is.
waarvan de minister van de
fensie zegt: ik ben eerst jood en
dan pas Israëli eerst Mosje en
dan pas Dajan. Voor het joodse
volk, of het nu in Nederland
woont met een tanend joods ge
meenschapsleven of in de Vere
nigde Staten met een bloeiend
joods leven, het joodse leven is
geconcentreerd om de staat
Israël.
Voor anderen mag er verschil
bestaan tussen Israël, dat men j
kan beschouwen als een staat on- 1
der de staten en het joodse volk. I
voor de joden zelf bestaat dat
verschil niet. Evengoed als de 1
staat Israël zijn grenzen van de L
aanvang af heeft opengezet voor i
joden, van waar zij ook zouden
komen, zodat zij niet meer be
hoefden te vragen Wu ahin soil j
ich gehn?, evengoed heeft het
joodse volk, waar het ook woont j
zich vereenzelvigd met de staat
Israël. Het bestaan van deze
staat heeft niet alleen haar inwo-
ners veranderd, maar het gehele
joodse volk.
Het joodse volk en Israël is I
een en ondeelbaar geworden. De
eeuwen door heeft welhaast iede- j
re joodse generatie vervolgingen
gekend en heeft het als teken
van schande de jodenlap op de
borst moeten dragen. Maar sinds
twintig jaar geleden de staat
Israël werd opgericht dragen de
joden weer het begrip Israël met
trots in het hart
In 1895 nog sprak Theodo*
Herzl, de vader van het politieke
zionisme, tot baron de Hirsch
over het joodse volk: „De joden
kan men voorlopig nog niet hel
pen. Als iemand hun het beloofde
land zou tonen, zou men hen ho
nen. Want zij zijn gedegenereerd.
Er is een muur opgetrokken en
dat is de degeneratie van de Jo
den".
Die degeneratie bestaat niet
meer. Het joodse volk is door de
staat Israël van een volk van
landverhuizers en paupers ge
worden tot een volk van boeren,
arbeiders en militairen. Vroeger,
en dat vroeger besloeg het tijd
vak 70-1948. waren de joden be
vreesd voor het anti-semitisme
en leden daardoor aan een min
derwaardigheidscomplex en zelf
haat.
Geen angst
Zij zochten de oorzaak van het
antisemitisme bij zichzelf en
poogden, uiteraard tevergeefs, al
les weg te nemen wat het antise
mitisme zou kunnen voeden.
Maar door de staat Israël is en,
zeker bij de nieuwe generaties
die het joodse leven zonder de
joodse staat niet hebben gekend,
geen angst meer voor wat de
mensen zeggen. Het joodse volk
heeft nieuwe impulsen gekregen.
Het heeft weer idealen. Het weet
weer een vrij volk te zij/*.
„Wij zullen eindelijk als vrij*
mensen op onze eigen grond li-
ven en in ons eigen land rustig
sterven. De wereld zal door onze
vrijheid bevrijd, door onze rijk
dom verrijkt en door onze adel
veredeld worden en wat wij daar
slechts voor ons eig'en welzijn
ondernemen, zal machtig en ge
lukbrengend werken tot het wel
zijn van alle mensen", zei HerzL
Het joodse volk weet, dat het
met de staat Israël weer een doel
heeft gekregen. Het heeft zich
rondom de staat Israël geschaard
omdat het weet, dat bij het weg
vallen van die staat er in het
jodendom een dieptepunt komt
zoals die nimmer in de geschie
denis is geweest. Daarom is de
vreugde om het twintigjarig
bestaan van Israël niet tot dat
land beperkt.