DUIZENDJARIG URK trekt feestkleed aan ONDAGS KRANTEN-OORLOGJE Eiland af en eiland gebleven Door Ton van der Hammen ZATERDAG 27 APRIL 1968 Deze twee koppen laten zien dat er op Urk een krantenoorlogje aan de gang is. Die zijn er wel meer geweest. Oók al over het hoe en waarom van feesten, net zoals nu. Wat dat betreft dus: geen nieuws. Het Urkerland bestaat 23 jaar. brengt alle nieuwtjes die Urk kunnen interesseren en had jarenlang als gewaardeerd visserijmedewerker de 77-jarige Urker L. Kramer. Hij is echter tegen de feestviering op Urk en dit heeft ertoe geleid, dat hij zijn mede werking stopzette. Overigens in alle vriend schap: Kramer heeft een dankbaar afscheids- stukje in deze krant meegekregen, die hijzelf ook alle goeds toewenst. Maar er zit meer achter. Daarvan getuigt een ingezonden stuk in hetzelfde blad. door Kramer en enkele andere bezwaarden onder tekend. Het gaat hun ook over de lichamelijke ontwikkeling (sport) op Urk die huns inziens te veel het accent begint te krijgen. Zij zien bijv. in zioeminrichtingen een enorm gevaar van demoralisering en komen aan het slot van hun betoog tot de uitspraak: Het is niet denkbeeldig dat we op weg zijn naar: In een gezond lichaam kan geen gezonde ziel meer wonen! De heer Kramer heeft nu een nieuw perio diek opgencht, dat hij het Urker Weekblad voor de visserij noemde. Het kost me heel wat, maar ik wil het toch proberen, zei hij ons. energiek. En ik kan het wel even uitzingen, want. moet u weten: ik ben niet onbemiddeld rk, ;kk'ii t an oen der havenhoofdenhier nog een heel klein beetje „eiland". Hoe kan hef? Grote welvaart op Urk Hoe kan dat toch, terwijl de visserij Urkers zijn geestdriftige Oranjeklanten. Ma de geboorte tan het prinsje Muurits uas er één vlaggetjeszee. Met accenten als aan deze uoning. naar de driekleur het balkon siert niet daaroverheen in kapitale letters: tiULDE. Achter het raam slagzinnen als: De beste wensen van Urk. Urk eert hel vorstenhuis. En: Welkom, Prinsenkind. Ook een paar tonnetjes voor het huis dragen de vaderlandse kleuren. En de bewoner lijkt met zijn aanuc ziglieid dit nadrukkelijke getuigenis nog te onderstrepen. Kleine Urkers en L rkerinneljes laten zien hoe eigenlijk geen enkel stukje moderne kinderkleding op kan tegen de charmes t an de eigen dracht. Of wilt u soms zeggen, dut dit geen allerliefst stelletje is? Gedenkt don sabbatdag, dat ge dien heiligt". -- Dat betekent voor de Urker visserij: 'j maandags uil en vrijdags er weer in. De zat er dug uordt benut om alles weer voor het uitvaren 's maandags in gereedheid te brengen. ook statj Urk, dat zich opmaakt in de week van Hemelvaart (18 tot 25 mei) zijn dui zendjarig bestaan te vieren, is eiland- af en eiland gebleven. Want Urk is Urk sn voor de rest is het „de wal". Bij het van lieverlede zoekraken van gemeen schap in de wal-samenleving; bij het vereenzamingsproces in vooral de grote stad, handhaafde Urk zich als hechte groep, als eiland. Urkers blijven daar om bij voorkeur op hun geboortegrond. Daar alleen kunnen ze gelukkig zijn. Op de foto midden: De plauls vanwaar de vrouwenfiguur in Urker dracht het water aftuurt, zoals zovele andere vrouwen op deze plaats in uren van gevaar. Koningin Juliana komt het 3,80 meter Iwge bronzen beeld zater dag II mei onthullen. Er zijn dan ook herdenkingskerkdiensten. Aan de muur de marmeren platen waarop de namen zijn gebeiteld van lien, die nimmer terugkeerden. Een lunge, droeve lijst. Foto linke: Twee oudere Urkers op de ochtendwandeling. Boven hun hoofden hangt platvis aan boord. Foto reebts: Urker moeders met kroost. Ze vormen aantrekkelijk voer voor artikelenschrijvers. Nou, die I maken er wat van, smalen ze. Maar meer dan wat onverschillig lachen doen ze er toch niet om. Ze vormen ook aantrekkelijk voer voor sociologen. Vlak na de oorlog deden wetenschapsmensen zo'n onderzoek en pas waren er weer anderen. Conclusie van de I eerste ploeg: voor deze Urkers 1 was geen enkele toekomst weg gelegd. Nou, daarover hebben ze J een beetje harder gelachen. Urk, dat eeuwen armoe had gekend, werd immers welvarend en rijk! Het heeft miljonairs in zijn midden, die zich in leefpa troon overigens niet onderschei- I den van anderen zoals doorgaans aan de wal. Een knecht wiens I schip een goede besomming maakt kan in één week 500 tot 900 gulden mee naar huis bren gen. Ook hij, of juist hij. want de eigenaars zitten op lasten, kan zich financieel heel wat permit- teren. Een goed huis, een auto en I zo. Da's „de wal" Op Urk hebben ze de grootste vissersvloot van Nederland. En de slechtste haven. (Och ja, da's weer „de wal".) Die vloot wordt voortdurend vernieuwd. Let wel: een moderne kotter vraagt toch al gauw zes ton tot driekwart miljoen. Wilt u dat maar even bij elkaar vissen? De Urkers kunnen dat, want ze hebben talent. Ze hebben een fij ne neus, die ruikt waar vis zit Dat wil zeggen: speciale soorten die tot in Frankrijk en Italië hun weg vinden. Hun methode is niet zonder risico's. En nog afgezien daarvan: hun beroep kan levens eisen. Vier kotters niet terug in twee jaar heeft veel verdriet gebracht. Vandaar, dat er een minderheid is, die van feestvieren niet wil weten. Maar de meerderheid zegt toch: er is een tijd van herden ken (dat doen we ook, als op 11 mei de Koningin ons monument komt onthullen) en er is een tijd van feestvieren. Het monument: een vrouwenfiguur, die over de zee zal uitkijken. Met aan haar voeten, gebeiteld op marmeren platen aan een muur: de namen van alle omgekomenen, te begin nen in de vorige eeuw. Gedicht Op die balustrade ook dit vers van de onderwijzer T. de Vries, oomzegger van C. die zo nauw- de ondernemer die op tijd de goede investeringen doet (de meeste vissers zijn eigen baas; er zijn ook uitstekende scheepsbou wers). Nog weer anderen zeggen: de zegen des Heren (wat op zich zelf juist is, maar nu komt het) omdat wij de zondag heiligen. Hier raken we het punt van de religie op Urk zonder dewelke Urk ondenkbaar zou zijn. De „volkskerk" is de Gereformeerde met 4400 zielen op 7000 bewoners (de oude Bethelkerk is „de" ka thedraal van het dorp), de Her vormde Kerk, ten dele Geref. Bond en gesplitst, hoewel er toe nadering komt, met samen 8 tot 900 leden, de Oud Geref. Ge meente, voorganger ds. E. du Marchie van Voorthuysen, 800 le den, de Vrijgemaakt Geref. Kerk met 550 leden, de Chr. Geref. Kerk met 400 leden en de Vrije Oud-Gereformeerde Gemeente met 40 tot 60 leden. Eerst Urks Geen van deze kerken stemt eigenlijk overeen met het doorsnee landelijke patroon. Het zijn in de eerste plaats Urker kerken. Dat moge alleen al blij ken uit de veel gesloten „ge mengde huwelijken", die voor (kunnen) komen. Wat bijvoorbeeld de Geref. Kerk betreft: hier zingt men na drukkelijk niet-ritmisch en dan nog langzaam ook. Niet meer ge zangen dan 29. In vele opzichten wars van de „nieuw-Gerefor- meerde lijn" (van „de wal"). Re cent voorbeeld en dat gold trou wens voor heel Urk: om princi piële redenen géén deelname aan de actie Kom over de Brug. Die niet. Dat kon wel eens samen hangen met de tendens: Och, met die „wal" hebben we niet veel te maken. Zijn Urkers nurkse vervelende lieden? Helemaal niet. Gastvrij er, vriendelijker, guller mensen zijn amper denkbaar. Een niet- Urker kan met huid en haar worden geaccepteerd. Maar zo iemand, of dat nu een dominee, een politieman of een burgemees ter is, aanvaarden ze zo maar niet. Hij zal z'n gezag eerst maar eens waar moeten maken. Bij voorbeeld door goed te laten blij ken dat hij het goede met Urk voorheeft. Pas dan... begrijpt u en eerder niet. Is zo iemand ge accepteerd. wel dan mag hij zo nodig bulderen en dan zullen ze luisteren. Maar anders... De andere kant: een Urker ge looft nogal in „goede werken", is soms een tikkeltje bijgelovig, kan zeer onverschillig en onwelle vend zijn en heeft ook iets van de ras- individualist. Voorbeelden van dat laatste uit het nabije verleden: een nieuw Hier wendden zij de steven. Door hen, die achterbleven Is hier op hen gewacht. Hier is voor hen gebeden En werd intens geleden Als „Tinge" (de doodstijding - red.) werd gebracht. Velen in zee gebleven Hier is hun naam geschreven En wordt aan hen gedacht. Maar daarna toch ook de vreugde, maandag de twintigste te openen met klokgelui en he rauten te paard. En te volgen door (het is maar een greep) een officiële plechtige raadsvergade ring, verlichting van dorp en ha vens. historische expositie, histo risch spel: aankomst burge meester Wisten uit Amsterdam met schout en schepenen, kin derspelen en -optocht, lijnen- wedstrijd voor Urker vrouwen (het op stokken spannen van de befaamde waslijnen boven de straten). En ga zo nog maar even door. Brug vond men te breed, omdat ook de vrijzinnigheid meedeed. Meen niet dat Urkers niet willen geven. Verre van dat. Bij de actie voor India haalden ze het hoogste bedrag per hoofd van de Nederlandse bevolking: 54000 gulden. Met de actie voor Israël ging het al niet veel an ders. En de Urkers komen nog over de Brug. Alleen anders. Op hun eigen manier. Via een eigen project op Soemba. Eigen lijnen Ja. Urk trekt nu eenmaal zijn eigen lijnen. Al staan ze in vele opzichten afwijzend tegenover wat er landelijk in de kerken gebeurt, ze verbreken die banden Urker weekblad naast het bestaande vanwege de feestvie ring en... de sport. En een afscheiding in koorgelederen: Hallelujah- van- Frits- Bode (zelf Urker) bestaat niet meer, omdat het ene koordcel alleen evange liserend (geestelijke liederen) wilde blijven zingen en het ande re deel met de dirigent een rui mer cultureel repertoire wilde opbouwen. Zij bestaan nu onder de naam Mannenkoor Urk. Och ja. Maar dit soort dingen alléén op Urk? In dat verband is één zinnetje van een Urkse in ons geheugen blijven kleven: „Pro beer nou es te schrijven hoe het IS en maak het niet „origineel" vanwege de folklore". Bij deze dan. \i et alleen lungs de hu ven. ook in de knusse sir uiltjes van Urk uundelen Erker mamma's graag gezellig zo nuust elkaar. Een achteropkomende auto moet dun maar even geduld hebben. En waarom ook eigenlijk niet? Al dut zenuwachtige gedoe van die jongens „aan de wal" keurig de Urker historie beschreef: VISSERS VAN URK in het algemeen een nogal slech te tijd doormaakt? Er zijn er die zeggen: ónze vakbekwaamheid. Weer anderen: visie van de goe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 15