Vrouwen duiken
onder water
Winkelen in het
jaar 2000
dialoog
Nieuw gezicht
van de lente
ZATERDAO 6 APRIl 1968
Mejuffrouw L. Stapels: je hoort
alleen je ademhalingsapparaat
DAAR gaat ze dan: met
masker, zwemvinnen,
snorkel, loodgordel red
dingsvest, duikersmes aan
de kuit, dieptemeter om
de pols, onderwaterhor
loge, kompas, duiklijn,
gestoken in het „natte
pak". Ploemp. Hier is de
wereld van de stilte.
„Je zweeft echt; als je
eenmaal onder water bent,
hoor je alleen maar het
piepen van Je ademha-
llngsautomaat. Je ziet
(and, wuivende wieren,
mossels op keien, soms
anjelieren in wit en oranje,
slangesterretjes, spinkrab,
Vissen."
Aan het woord is mejuf
frouw L. Stapels van de
Zoeterwoudseweg in Lei
den, In het gewone leven
directrice van de openbare
leesbibliotheek van Leid-
sendam.
Dat leven wordt meteen onge
woon als ze de onderwatersport
beoefent Nederland telt ruim
quizend duikers met twintig
plaatselijke verenigingen, onge
veer ééntiende van hen zijn vrou
wen, Nogal een ongewone sport
Voor een vrouw?"
„lïen jaar voor ik zelf de diep-
I» in dook boeide het onderwa
ter-leven me al. Ik ging naar
films ikijken, de boeken van Jules
Verne, o.a. „20.000 Mijl onder de
fèespiegel" heb ik verslonden. Ik
Wist niet dat je amateur kon
Worden, maar zag ze zo fijn bezig
tijdens vakanties aan de Middel
landse Zee en dacht: dat moet
Voor mij ook te doen zijn. Er
bleek ook in Leiden een club te
lijn, Calypso, waarvan ik nu se
cretaresse ben".
je onder de vulling van een tand
is het niet verstandig te duiken.
De onderwatersport stelt bui
tengewoon hoge eisen aan de be
oefenaar. Mensen die neigen tot
paniek, vinden gelegenheid te
over bij het duiken; ook roeke
loosheid is een gevaarlijke ei
genschap. Voldoet men echter
aan de vele eisen die de N.O.B.
stelt (iedereen vanaf 16 jaar kan
lid worden, ook dames) dan gaat
Mejuffrouw L. Stapels
er een fascinerende wereld open.
waarvan wij het panorama niet
kunnen dromen:
Als
vis
Veilig
De N.O.B. geeft een zeer gron
dige en veilige opleiding. Ze
geeft daartoe vijf brevetten uit.
Zo'n brevet kan zelfs worden in
getrokken als de duiker zijn ver
eiste vaardigheid niet regelmatig
bijhoudt. De onderwatersport
brengt nu eenmaal risico's mee.
Een duiker moet in prima licha
melijke en geestelijke conditie
zijn. Bij verkoudheid, vermoeid
heid, of zelfs maar met een gaat-
„Een paradijs van koralen en
vissen in een ongelooflijke kleu
renpracht, een groot aquarium
waar zelfs de mens als vis geac
cepteerd wordt."
Het is een fantastische erva
ring je te bewegen als een vis in
het water.
Om een ervaren duiker te wor
den is een opleiding van vele ja
ren vereist. Een duiker in spé
moet wel 200 meter kunnen
zwemmen en ondertussen drie
fundamentele zwemslagen (crawl,
rugcrawl, rugslag, schoolslag of
vlinderslag) demonstreren, 20
meter onder water kunnen
zwemmen zonder hulpmiddelen,
eventueel met startduik, 50 meter
borstslag kunnen zwemmen met
een loodgordel van minimaal vier
kg, een drenkeling kunnen ver
voeren over 50 m, zes voorwer
pen op kunnen duiken van
minstens twee meter diepte, een
duik nemen naar drie meter
diepte en daar een voorwerp van
vijf kg of een drenkeling opha
len.
Dit is alleen nog maar een
grondproef, die genomen kan
yRAAGT u het zich ook wel
eens af: hoe winkelen we
In het jaar 2000? Het zal er
heel anders toegaan dan nu.
In ieder geval zullen er veel
meer shopping-centers ko
men. Het meest zal de le
vensmiddelenbranche veran
deren. Het assortiment zal
daar nog groter worden, de
bedieningszaken zullen het
heel voorzichtig aan doen, de
zelfbedieningswinkels wat
ruimer en de supermarkets
op grote schaal.
Dit alles nietdirect met
Instemming van de detailhandel.
Het laatste woord over de wat
men noemt branchevervaging is
dan nog niet gezegd! De kleine
winkels zullen geleidelijk aan
ook verdwijnen. Op het platte
land zal een aantal miniwinkels
blijven bestaan en verder zullen
de zogenaamde mini-boutiques
zoals notenbars en andere min of
meer luxe koopgelegenheden in
de levensmiddelenbranche het
steeds beter gaan doen. Vooral in
een winkelcentrum floreren deze
zaken uitstekend.
Niet meer
Zo zijn er nog veel meer speci
aalzaken voor wie een goede toe
komst Is weggelegd. Men denkt
wel eens dat welvaart en steeds
groeiende bevolking de le
vensmiddelenbranche een grotere
omrst garanderen. Die gedachte
!s achter niet helemaal juist.
Want een man die van 20.000
per jaar 40.000 gaat verdienen,
zal toch niet méér kunnen veror-
toorden in de beschermde omge
ving van een zwembad. Duiken
in open water vereist nog meer
capaciteiten. Zelfbeheersing is er
één van, ontdekten we. Het be
heersen van de ademhaling bij
voorbeeld. „Alles wat je onder
water doet moet je rustig doen",
zegt mejuffrouw Stapels, „anders
verbruik je te veel energie. Ik
ben nu aan het brevet derde klas
duAker bezig. We duiken in bui
tenwater, in Zeeland. Met
Pinksteren gaan er weer groepen.
Flora en fauna in Zeeland zijn
zeker zo interessant als in
Zuid-Frankrijk. Je kunt er wel
tot zestig meter diepte duiken.
Biologen en oudheidkundigen ko
men daar vooral aan hun trek
ken. Er zijn verdronken dorpen,
waar sportjduikers (in Noord-Be
veland) eens een kerk ontdekten
met daartegenover de waterput.
Netjes, rijtje na rijtje lagen daar
prachtige gave geraamten,
vreemd genoeg allemaal zonder
hoofd. De schedels bleken een
eind in de grond gezakt. (Dok
wrakken en resten van neer
gestorte vliegtuigen liggen op ve
le plaatsen.
Roggen
Jaagt de duiker op tong of
kreeft, de Zeeuwse visserijpolitie
jaagt op zijn beurt op de duikers:
het jagen op deze dieren is ten
strengste verboden. In Zeeland
komen ook roggen voor aan de
rand van droogvallende zandpla
ten. Hij kan de duiker verwon
den met de stekel van zijn staart.
Je kunt er speelse zeehonden te
genkomen en de duiker moet op
passen voor hun agressiviteit.
Je kunt niet zomaar zeggen:
om tien uur duiken we bij Kats.
Een duik hangt af van
windsterkte, windrichting, en
kentering. Aflandige wind geeft
het maximaal zicht, onder de
meest gunstige omstandigheden
in Zeeland is het zicht zo'n meter
of vier.
„Soms kun je geen hand voor
ogen zien", zegt mejuffrouw Sta
pels, „dan gaan we hand aan
hand, en een lantaren is geen
luxe. Het is daar beneden ook
koud."
Het klinkt allemaal avontuur
lijk en dat is het ook. „Het tart
je" vindt mejuffrouw Stapels.
„De onderwatersport is een uit
puttende bezigheid. Kom je bo
ven dan heb je het gevoel dat je
heel lang wilt rusten. Misschien
is het ook wel de opwinding van:
„we hebben het weer overleefd",
lacht ze.
Niet exclusief
Calypso lijkt een exclusieve
groep van academici. De leden
lijst leert al gauw dat schijn be
driegt. Er is een lerares N.O., een
chemicus, een medisch student,
scholieren, een arts, een tand-
technicus, een drukkerspatroon.
Een geroutineerde duiker heeft
een zeewateraquarium en gaat
daarvoor zelf kluiten vissen ha
len in het buitenland. Er is een
lid dat fotografeert en filmt in
kleur en daarover publiceert.
Met onderwatersport kun je al
le kanten uit: sport, toerisme of
wetenschap. Teams bekampen el
kaar. Het Leidse Calypso vero
verde bij de Keulse Vierkamp tot
tweemaal toe de wisselbeker, het
Haagse Baracuda werd tweede.
Men zwemt dan op drie vier
meter diepte zonder gebruik van
perslucht-apparatuur, uitsluitend
met masker, snorkel, vinnen en
duikpak; er wordt gelet op stijl,
vaardigheid en uithoudingsver
mogen. De duiker maakt o.m, een
slalom, schroeft kegeltjes vast op
een tableau, moet onbeweeglijk
blijven hangen in verticale stand
boven een op de bodem ge
plaatste roos gedurende dertig
seconden.
Is de sport duur? Gaat wel,
vindt mejuffrouw Stapels. De
contributie bedraagt gemiddeld
per maand 8.50, daarbij een
inschrijfgeld van 1 tot 50. De
eerste uitrusting kost 35 (snor
kel, masker, flippers). De vereni
ging verstrekt luehtcillnders en
ademautomaten als clubmateri
aal. Gaat men In het buitenwa-
Meavrouw J. KnookEr kelens in volledige duikuitrusting l
i een koran
rilrif.
BRIEVEN krijgen, brieven lezen
is eigenlijk niets dan luisteren.
Soms gaat het luisteren vanzelf, je
lacht even, bijvoorbeeld als twee
briefvriendinnen je schrijven dat
zij vroeger ze zijn beiden voor
bij de vijftig nooit ente nimmer
haasje over sprongen in vrije uren
maar altijd „niksten" en zelfs
stiekem rookten. O wat een troost,
denk je dan, half gekscherend met
jezelf, en je lacht met hen mee,
zelf bedoelen zij het immers ook
niet verbeten, we hebben het al
lemaal achter de rug.
Maar luisteren gaat verder, van
luisteren is de maat in dit leven
nooit vol.
IK heb hier een brief van Miep
of Kitty, zij vraagt zich af of
wij ons nog ergens afzijdig kunnen
houden. Zij is in vuur en vlam voor
wat ik eens in een Open Brief
schijn te hebben gezegd: altijd wa
kend. Zij wil zich voor alles en
iedereen openstellen, in het dicht
bije zowel als in de hogere onder
werpen. Maar, zeg je. waar ligt de
grens. Wat kunnen wij nog begrij
pen, beoordelen. Waar moeten wij
repareren, doen, en waar moeten
wij afblijven.
„Soms, bij de buurvrouw al,
wordt het me teveel. Dan kan ik
net rondkomen in huis (de schoon
maak), orde hebben, vriendelijk
zijn voor man en kinderen, vrede
hebben met mezelf. De rest ver
werk ik niet, al luister ik nog.
En dan komt er onwil. Chris, en
moedeloosheid, het wordt allemaal
teveel".
TA jö, zo is het met ons allen.
Ikzelf kan na maanden en
maanden luisteren! naar iemand in
eens een harnekkige onwil hebben,
ik wens de volgende keer gewoon
niet meer mee te doen, laat buur
vrouw de snauw van haar man of
het gedrag van haar zoon maar zelf
verwerken. Ieder mens is wel eens
moe, iedere vrouw heeft op een
keer eens een momentje teveel aan
haar hoofd.
ter, dan is een nat pak, een red
dingsvest en een duikmes nood
zakelijk. Mejuffrouw Stapels
duikt nu nog in een clubpak met
mannenmaten: „er blijft veel
lucht over, vooral in de schou
ders". Ze heeft het plan nog eens
zelf een pak te plakken. Op de
clubavonden worden ook plak-
avonden gegeven; zo'n pak moet
goed aansluiten.
De onderwatersport, na de oor
log pas goed op gang gekomen, is
een avontuurlijke aangelegen
heid. Leven er in duistere diep
ten van de oceanen nog pre
historische monsters? Duikers
zijn erop voorbereid dat ze onder
water vreemde schepselen tegen
komen, die ze met respect en
waakzaamheid tegemoet zwem
men: „Zij waren er het eerst en
velen zijn de trotse eigenaar van
een bepaald stukje zeebodem dat
ze verdedigen".
Telt Nederland enkele tiental
len vrouwelijke sportduikers, het
beroep is hier alleen voor man
nen beschoren, anders wordt het
in Japan. Daar is het uitsluitend
een vrouwelijke aangelegenheid.
De „Ama" wordt al van
kindsbeen af getraind in het dui
ken: zij verzamelt, gekleed in een
witkatoenen kleedje, de kostbare
oesterparels, is vastgebonden aan
een houten kuipje met rond haar
middel een vijftien meter lang
touw. De oesters, die wild groei
en op de oceaanbodem, .worden
boven gebracht, waarna een cel
kern in het lichaam van de
oester wordt gebracht door fijne
vrouwenhandjes: zo groeit de
kweekparel.
We kunnen aan, wat in ons „ogen
blik" past. Dat ogenblik is dat wat
wij zijn aan geestkracht, omstan
digheden, lichaam, NU. Dat mag.
Je hoeft deze wereld niet te dra
gen Dat is al eens gebeurd.
beren. Hij zal met zijn gezin
luxueuzer gaan eten, meer ver
fijnde levensmiddelen en lekker
nijen aanschaffen, wat meer
drankjes wellicht, maar de grote
som van zijn inkomen gaat toch
naar beter en luxer wonen, le
ven, rijden en vakantiehou-
den.
De non-stop-shopping is ook in
opmars. Nog meer winkels, onder
één dak, nog meer gestroomlijnd
boodschappen doenOndanks
alle gemakken zal de huisvrouw
van het jaar 2000 haast hehben,
dus zullen de panklare produkten
nog meer het winkelbeeld over
heersen.
0 Gezellig
Wat ook aan het veranderen is:
het haastige boodschappen doen.
We gaan gezellig samen winke
len, man en vrouw, eventueel
met kinderen per auto naar het
shopping center. Het neigt er
sterk naar dat het winkelen zelf
een onderdeel zal vormen van
een „uitje" voor het gezin com
pleet met restaurant, bioscoop of
recreatiezaal. De huisvrouw zal
steeds meer gaan werken met de
diepvriezer; in die sector zal de
vraag ook zeker toenemen.
Tot slot de zegels. Wat denkt
u: blijven zij bestaan of is er in
dat jaar 2000 geen vraag meer
naar? De verwachting is dat ze
gels gehandhaafd blijven. Mis
schien dat de systemen verande
ren. maar de zegel Is zo populair
geworden dat hij niet meer is
weg te denken.
We zullen In het Jaar 2000 nog
veel meer kwaliteitsbewust zijn.
Zo zal er nog meer veranderen,
al weet men natuurlijk niet al
tijd of die toekomstvisies uitko
men.
T7AND A AG ons nieuwe
onderwerp „Jeugd en
vrije tijd". Mevrouw V. te
M. zegt als eerste hierover:
„Zo'n vijfentwintig jaar
ken ik uit eigen ervaring
het jeugdwerk. In die tijd
is er veel veranderd; vroe
ger betekende het veel
meer een verruiming van
je gezichtsveld dan tegen
woordig.
Vroeger deed de jeugd,
dacht ik, wel enthousiaster en
Intenser mee. Als we de vere
nigingsleden van toen „produ
centen" zouden noemen, zijn
ze tegenwoordig meer „consu
menten". Natuurlijk is dit
slechts een globale aandui
ding! Waren vroeger de club
leden wat volgzamer, tegen
woordig zijn ze meer kritisch
ingesteld tegenover de leiding.
Het jeugdwerk blijft m.i.
onmisbaar. Het is (in te
genstelling tot bv. gezin,
school en min of meer ook
werk) oen zich op basis van
vrijwilligheid samen met an
deren onderwerpen aan be
paalde regels om een bepaald
doel te bereiken of te dienen.
Het vrijwillig aangegane lid
maatschap met rechten en
plichten, benadrukt de eigen
verantwoordelijkheid binnen
en voor de vereniging.
Gevormd
Alleen al dit laatste is voor
mij een doorslaggevend argu
ment om jeugdwerk te blijven
stimuleren: hier worden jonge
mensen gevormd en mede toe
gerust voor een latere functie
in elke willekeurige organisa
tie of vereniging, waaraan on
ze maatschappij gelukkig zo
rijk is (en dat „toegerust" be
hoeft dan niet per se te zijn:
tot bestuurslid. Ook een „ge
woon" lid mits actief, mee
levend is van groot belang
in een goede vereniging). Dit
alles is voor mij een doorslag
gevend argument voor kerke
lijke en/of algemeen-christe
lijke verenigingen.
Voor de heer jonge jeugd
geldt dan m.i. bovendien nog
het argument van het
„beschermd milieu" (a la ge
zin en christelijke school.)"
Clubwerk
„Met de mening van de on
derwijzeres die u noemde in
de dialoog van 23 maart jl.
waaraan u dit onderwerp aan
de orde stelt ben ik het niet
eens", zegt mejuffrouw K. te
B. „Ik ben zelf ook onderwij
zeres en vind dat het club
werk, als er tenminste goede
leiding is (en daar ontbreekt
het wél eens aan) er heus niet
de oorzaak van is dat kinde
ren straatbandieten worden.
Het kerkelijk jeugdwerk,
sportclubs, e.d. kweekt bij de
kinderen een bepaalde team
geest omdat ze samen iets
moeten doen, samen een op
dracht uitvoeren. Kinderen
zijn dikwijls nogal egocen
trisch. Hierdoor leren ze ook
rekening houden met anderen.
Het clubwerk kan leerzaam
zijn, omdat de kinderen wei
eens in aanraking komen met
dingen waar ze thuis nooit
over gehoord hebben. Er blijft
ook nog wel genoeg tijd voor
de ouders over om zich met
de kinderen bezig te houden
als ze bijv. één keer per week
naar een club van de kerk en
één keer per week naar een
sportclub gaan.
Als de ouders zich altijd
met de kinderen bezighouden,
wordt de jeugd nooit zelfstan
dig. De kinderen moeten ook
leren zélf bezig te zijn. Wat
betreft de verhouding tussen
clubwerk en huiswerk of
„een-handje-helpen-thuis": als
de sfeer goed is in een gezin
regelt zich dat vanzelf, dacht
ik. (Wat is uw ervaring hier
mee, moeders en ook vaders
van studerende kinderen?)
Toen ik op school was, was
ik ook lid van een club. maar
mijn huiswerk leed daar niet
onder."
Meer
„Het nieuwe onderwerp in
teresseert mij bovenmate",
vindt mejuffrouw S. te R.
„Jarenlang ben ik zelf lid ge
weest en daarna leidster in
het jeugdwerk. Het valt mij
in allerlei kerkewerk steeds
weer op, dat degenene die lid
geweest zijn van een jeugd
vereniging veel meer weten
van kerk, staat en maatschap
pij. Die opleiding werd, en ik
hoop wordt, daar gegeven.
Toch werd bij ons niet al
leen „Gevormd" maar ook
ontspanning gebracht. Wij
gingen 's zomers met elkaar
kamperen en leerden dan el
kaar heel goed. vaak heel
anders kennen. Ik weet wel
dat veel nu anders is. Maar er
zijn toch nog steeds mensen
die met beide benen stevig op
de grond staan in deze tijd en
bereid zijn ook nu nog dit
werk te doen. We moeten wat
meer vertrouwen hebben in
de jeugd van deze tijd. Zij
zoeken, de jeugdverenigingen
kunnen hen helpen te vin
den."
Afreageren
Mevrouw M. te G. is moe
der van vier kinderen: drie
jongens en een meisje. Zij
zegt over het clubwerk dit:
„Door de inspanningen die het
schoolgaan mee brengen, is
het zo nodig dat de kinderen
zich afreageren, in sport of
ander clubwerk. De twee
oudste jongens gaan bijvoor
beeld iedere zaterdag een paar
uur naar de padvinderij, waar
ze op leerzame wijze veel tak
ken van sport beoefenen en
ook verantwoordelijkheidsbe
sef leren.
Onze oudste zoon loopt nog
al gebogen, daarom gaat hij
ook nog naar een korfbalvere
niging. omdat deze sport zijn
rugspieren sterk ontwikkelt.
Onze dochter gaat al jaren
naar gymnastiek. Dat is
's winters wel eens bezwaar
lijk en daarom brengen de va
ders van de vier vriendinnen
hen om beurten weg en halen
hen weer op.
's Zomers zwemmen de kin
deren veel, het is een heel ge
zonde sport. Ik ga vaak met
de kleinste kijken, ik neem
een handwerkje mee en kan
de kinderen dan ongemerkt
observeren."
V oor standster
Mevrouw G. te B. is negen
enzestig jaar en schrijft dat
zij een voorstandster van
clubs is: „Vooral voor buiten
kerkelijken is zo'n club een
goede gelegenheid de jeugd
met de bijbel in aanraking te
laten komen. De kinderen ne
men er allicht wat van mee.
Het valt mij trouwens op, dat
de jeugd van nu zoveel rond-
lummelt.
Neem nu mijn twee kleinzo
nen, de oudste knutselt graag
en is een degelijke jongen, de
tweede doet niets liever dan
auto's en brommers uit elkaar
halen en weer in elkaar zet
ten. Hij neemt alles heel luch
tig op en is tegenover een an
der vrij, heel anders dan zijn
oudere broer.
Kijk eens ik bedoel dit: wat
is nu liet beste? Je kunt ze
erop wijzen dat de Here alles
ziet en hoort en dat ze er ook
eenmaal rekenschap van af
moeten leggen."
Er is natuurlijk nog veel
meer over jeugd en vrije tijd
te zeggen. Wat vindt U bij
voorbeeld van de catechisatie
les? Nu zoveel kinderen op
middelbare scholen gaan en
krijgen, is het voor veel ou
ders erg moeilijk hun kinde
ren ook nog naar catechisatie
te sturen. Wat vindt u ervan?
Nooit alleen
Duiken doe je nooit alleen.
Duikers ontmoeten elkaar bij
Wim Bolijn in Ouwerkerk, of op
de Ring in Dreischor. Er is zelfs
een reisbureau dat een' onderwa
ter-safari danbiedt in de Rode
Zee of kamperen op een onbe
woond eiland en leven als Ro
binson Crusoë. Geen nachtleven,
de enige sensatie is het opwin
dende onderwaterleven waarvan
je nooit genoeg schijnt te krij
gen.
Wie het ooit eens bereiken wil,
noemen we als litteratuur: Tus
sen zeesterren en amphora's van
F. Woudstra (Uitgave Strengholt),
en het secretariaat van de
N.O.B.: S. Smit, Evertsenstraat 28
in Hengelo. Er zijn hehalve de
bovengenoemde clubs verenigin
gen in Rotterdam, Amsterdam,
Utrecht, Arnhem, Gouda, Delft,
Goes, Haarlem' en vele andere
plaatsen.
Dit ls het nieuwe gezicht van
de lente, geshowd door Lady Sa
rah Crichton Stuart. Ze is een
van de meest gevraagde model
len in de haute couture, het
Britse „Vogue" noemde haar
zelfs „een van de twaalf mooiste
vrouwen van het Verenigd Ko
ninkrijk."
De make up zal dit voorjaar
herinneren aan de jaren dertig,
de kleur wordt iets feller, de
zware oog-make-up wordt lich
ter. De lippen worden oranje
rood, vlammend rood, koperrood
met parelmoerglans met overeen
komstige tinten voor de nagellak,
zo wil het Cutex. De kapsels
ZO kun je de ene keer veel, de
andere weinig. Als je nu de
keren dat je weinig aankunt tel
kens denkt dat je afzijdig, dus fout,
bent, krijg je kramp. Natuurlijk is
dat te begrijpen, want om met het
voorbeeld van de buurvrouw ver
der te gaan, die buurvrouw ver
wacht wat van je. Waarom? Om
dat je zo iemand bent, omdr.t men
iets van je kan verwachten.
EN nu wil het bij jou niet gebeu
ren. of. als je je verdiept, als
je je uitslooft, dan heb je het ge
voel dat de ander je als het ware
leegdrinkt, uitgeput blijf je achter
wat heb ik gedaan vandaag?
achter andermans narigheid aan
gelopen
Waar zijn de grenzen? Ik kan
je het niet zeggen. Wie bereikt ooit
een constant evenwicht in zijn le
ven? En zou het wel leuk zijn, ze
ker te weten wie er volgend jaar
op je aan konden, waar de grenzen
van je uithoudingsvermogen zou
den liggen, hoe sterk je zou zijn,
hoe levendig en belangstellend?
Maar ik geloof dat het maar heel
zelden voorkomt dat je beslist kunt
zeggen: dit kan er niet bij.
Wij hadden vroeger een lieve
vriendin, we noemden haar Oma.
Zij woonde een bos en een wei
van ons vandaan, we waren, als je
dat dan nog zeggen kunt, buren.
Het dorp noemde haar vrouw X.
maar wij. stadsmensen van oor
sprong, konden dat niet en begon
nen met mevrouw. Maar dat wil
de zij niet horen, en zo werd het
Oma.
Zij is vandaag 94 jaar en het is
ongelooflijk hoeveel stormen zij
het hoofd heeft geboden: menselij
kerwijs gesproken moest zij er
door haar verdriet al niet meer zijn.
Nuh>
gaan we langer dragen en wie
gewend was het haar tegen te
kammen, moet dat voortaan maar
laten, wil ze meedoen aan de
„68-look", tegen de kuif in kam
men is er niet meer bij.
Al met al: we zien er vrolijk
uit deze zomer, niet het minst
door de tinten die fel zullen zijn
zelfs tot schoeisel en kleding toe.
We dragen een hele Keukenhof
uitgestrooid in soms exotische
kleuren op onze kledij. Deze ro
mantische zomermode zal bijna
iedere vrouw flatteren: dit ja
ponnetje van Lady Sarah werd
ontworpen door Colin Glascoe, in
ons land verkrijgbaar bij Ferry
Offerman en Maison de Bonnet
terie.
heeft laatst een kleinkind van
haar een verschrikkelijk onge
luk gehad. Er is op het waarom
van dit ongeluk geen antwoord te
geven. Toen ik bij haar zat zij
breide rustig aan een broekje voor
een achterkleinkind zei ze me:
dit kon er niet meer bij, ik heb
tegen de kinderen gezegd: och jul
lie moeten het me maar vergeven,
ik wil er liever niet over praten;
ik geloof dat ik te weinig voor dit
kleinkind heb gebeden, maar die
avond dat het is gebeurd was ik
zo moe, ik ben misschien te vlug in
slaap gevallen. O moeder, zeggen
dan de kinderen, dat heeft er niets
mee te maken.
IK luister. Ik heb deze vrouw ge
kend toen zij 70 was. Fonke
lend van liefde. Voor haar man,
haar kinderen heinde en ver
een brief van moeder, in Addis
Abbeba, in Manitoba, in Japan,
het vaste handschrift, ongelooflijk.
Voor haar dorp, de samenleving die
van haar vroeg, en kreeg. Ik weet
nog hoe zij intens meeleefde met
de soevereiniteitsoverdracht, en
dat terwijl zij in die dagen boog
onder de slag" van het verlies van
een begaafde dochter. Ja, buigend
onder slagen. Nederig voor God.
En ik luister als zij zegt: het is
genoeg, het kan er niet meer bij.
De maat van leven is vol. Nog een
broekje voor het nageslacht, in
Manitoba is het koud, nog een klein
teken van liefde. In zo'n moment
word ik getroost. Met alle vrien
dinnen om me heen. Want de maat
van leven is zo zelden vol.
Het IS al eens gebeurd. Eén Is
alle wegen ten einde gelopen.