am
BLAD ZIJ
eeuwige waarden
van het Evanëelie
BRIEF
Kleurige kindermode
Duitser geeft laatste
cent voor beetje zon
Visschotel
dialoog
van
ZATERDAG 30 MAART 1968
RIE VAN ROSSUM:
RIE VAN ROSSUM,
schrijfster van: De
Kloof zonder Brug, Cinde
rella, De Tinnen Soldaat,
de trilogie over Koosje
MansveltHet scheepje
naar Arcadia, De gestolen
Roos, Kleine Poppenkast,
Een lied in een vreemd
land, Zeven engelen rond
Selma, Keer terug, mijn
dochter, Gepaarde schel
pen; verder kinderhoeken
(van Koen en Koosje,
Guusje-serie, Gijs-grapjas-
serie, De zon is zoek,
Jetje uit het Huis), kerst
verhalen, artikelen school
uitgaven. Een veelgelezen
schrijfster, door kinderen,
meisjes en vrouwen. Ze
woont in Leeuwarden.
„Wie is Rie van Ros-
sum?" vroegen we me
vrouw Dijkstra, die onder
haar meisjesnaam werkt.
„Een objectief zelfportret
is een onmogelijke opga
ve", zegt ze nuchter. „Bo
vendien doet het weinig
terzake".
ZIJ bedrijft haar ambacht met
de pen, „nog liever met de ball
point, dat stoort niet door enig
geluid."
Hoe haar verhalen ontstaan?
„Soms zie ik het slot (Een lied in
een vreemd land) soms het begin
(Keer terug, mijn dochter). Soms
zie Ik het geheel, met grijze plek
ken die mij gaandeweg helder
worden, bijvoorbeeld bij De tin
nen soldaat en Gepaarde schel
pen. Een schema? Ja, dat is altijd
noodzakelijk, wil men geen fou
ten maken of zichzelf tegenspre
ken.
Fictief
Bovendien moet ik van alle de
tails die zich voordoen terdege op
de hoogte zijn, er desnoods een
stapel lectuur voor doorwerken,
zoals de episode over de Gardes
d'honneur in Zeven engelen rond
Selma.
Jeugdherinneringen spelen
nauwelijks een rol, alleen in de
Kloof, dat wil zeggen wat sfeer
en jeugdmentaliteit betreft; de
Snipper honderdvijftig gram
uien en fruit deze samen mei een
teentje knoflook in twee lepels
boter. Snijd een half pond diep
vries-kabeljauw in kleine stuk
jes, zout deze en bak ze snel
goudbruin en gaar. Voeg een
theelepel kerrie en een eetlepel
paprikapoeder toe.
Kook een kilo aardappelen
gaar en snijd deze in plakjes.
Beboter een vuurvaste schaal,
vul deze laag om laag met de
aardappelenplakjes en het vis-
mengsel. De bovenste laag be
staat uit aardappelen. Bestrooi
de schotel met een dikke laag
geraspte kaas. Nu ongeveer
twintig minuten in een hete
voorverwarmde oven voor een
goudbruin korstje.
personages in het
boek zijn allen vol
komen fictief. Hoog
stens staat hier en
daar „een neus van
herinnering op een
gezicht van verbeel
ding".
Hoe ontstond Cri-
nolientje, de vrolijke
wijsneus van de ge
zusters Mansvelt?
(trilogie Koosje
Mansvelt, Crinolien-
tje, De erven Hasse
laar), „Het werd op
verzoek geschreven,
moest een vervolg
verhaal worden in
een tijdschrift voor
jonge meisjes: een
genre dat ik tot dat
ogenblik nog niet be
oefend had."
„De entourage van Koosje
werd mij opeens helder bewust
toen iemand mij vertelde dat zij
op marktdag in een kleine pro
vinciestad Delft in een
manufacturenzaak een kopje
koffie kreeg aangeboden. Ik zag
dat kopje staan op een ronde
mahonietafel in een opkamer.
Het begin was er.
De drie oudere zusters ver
schenen het eerst ten tonele; aan
het eind van de dag kwam
Koosje binnenstappen. Want dat
doen mijn figuren altijd: het zijn
geen vermomde bekenden. Ik
wacht maar met grote aandacht
af wat zij gaan uitvoeren
Muziek beluisteren en piano
spelen
Moeilijk
Rie van Rossum is met groot
genoegen bij het onderwijs ge
weest, van de kleinsten af tot de
grootsten van de ULO. Over het
kinderboek zegt ze: „Schrijven
voor kinderen is heel moeilijk.
Een kind is totaal anders dan een
volwassene, heeft een veel be
perkter woordenschat, een klei
ner horizon, een eigen opvatting
van goed en kwaad, een aparte
humor. Kinderen hebben recht
op literatuur, jazeker!
Er was een tijd dat in de pro
testants-Christelijke letterkunde
de „bekering" een grote rol
speelde. Hoe denkt Rie van Ros
sum nu over de bekeringsroman?
„Voorzover ik dit genre ken, is
het een hachelijk gegeven, dat
een groot talent vereist om ge
loofwaardig te zijn. Het enige
sublieme voorbeeld dat ik ken is
„A burnt-out case," van Graham
Greene."
Rie van Rossum voelt zich met
auteurs van het Engelse taalge
bied verwant Welke auteur zij
het meest bewondert?
Friesland
BENT u ook zo blij dat de kinderen uit
de winterkleren zijn? Liever een gat
In een jongensknie dan in een pantalon;
nu sokjes in plaats van maillots, san
dalen geruild voor laarzen. Toch maken
zich alweer veel mensen druk om de
winterkleding van de lieve jeugd.
Dankzij het Instituut voor de Kindermode
is het ook werkelijk mode, al zullen we
geen echte Bonnies en Clydes naar de kleuter
school zien trekken. Behalve modieus wordt
de kinderkleding ook praktisch, van stoffen
die sterk en licht zijn, waarin de lieverdjes
zich goed kunnen bewegen en die moeder
makkelijk zelf kan wassen.
In het komende herfst- en winterseizoen
zal kleur in kinderkleren een belangrijke rol
spelen. De kleuren van de dralonstoffen zul
len zijn afgestemd op de kleuren van het
breigoed, dankzij samenwerking van fabri
kanten van bonneterie, van geweven stoffen
en de confectie.
Zo zal het mogelijk zijn voor uw kind een
heel ensemble op te bouwen uit artikelen van
verschillende fabrikanten. Neem nu een over-
gooiertje van geruite dralon. Bij iedere kleur
die in deze ruit voorkomt is een passend
jumpertje te krijgen. Of een maillot of
kousjes, sjaal, muts of wanten. Bij de foto:
Broer en zus in eenzelfde kleurencombinatie
van dralon. Zij een kabeltruitje in gebroken
wit met een rood rokje. Hij een gebroken
wit pakje met een rode jacquard bies over
buik en mouwen.
woordelijkheidsgevoel heeft en
zich een serieuze levensovertui
ging heeft eigen gemaakt: opko
men voor de eeuwige waarden
van het evangelie en zich niet
van haar stuk laten brengen door
heethoofdige nieuwlichterij of
gemakzucht die zich als eerlijk
heid aandient." Wat Rie van Ros
sum vindt van televisie? „Een
voortreffelijke uitvinding om de
radioprogramma's op beter peil
te brengen!"
Geen tijd
statement gemeen, zou dus liever
van waardering spreken. Ik
noemde Graham Greene, en laat
ook geen boek van Marnix
Gijsen ongelezen. Ik heb een bij
zonder zwak voor Priestley.
Charles Kingsley is een oude fa
voriet Van mij, zogoed als Ken
neth Grahame, Katherina
Mansfield en Richard Hughes.
Van de jongeren vind ik John
Fowles een zeer opmerkelijk ta
lent. Stefan Zweig is voor mij als
historisch biograaf nog niet over
troffen. Van de Franse literatuur
noem ik Alain Fournier en Mar
guerite Yourcenar. Bij de kinder
literatuur staat naast Andersen
Erich Kastner bovenaan."
Een lange lijst. Haar brede be
langstelling uit zich in lezingen:
„Ik ben de tel van mijn cause
rieën al lang kwijt geraakt. Ik do?
het bijzonder graag en gaf hier
in Friesland meermalen een lite
raire cursus van tien lessen."
Persoonlijke problemen houdt
zij anders dan Diet Kramer of
Jan Wolkers buiten haar boe
ken. Uiteraard kent haar roman
een probleem en pointe (Cinde
rella, De gestolen roos, Kleine
Poppenkast). Positie kiezen? „Ik
heb mij altijd aangetrokken ge
voeld en de partij gekozen van
de underdog, de „kleinen" uit het
evangelie." Heeft Rie van Ros
sum contact met andere christe
lijke vrouwelijke auteurs. Daar
voor kan ze nauwelijks tijd vin
den.
Begrijpelijk als u weet dat er
vele boeiende bezigheden zijn in
haar leven. Bovenaan staat uiter
aard lezen, dan muziek beluiste
ren, (toen we haar om een inter
view vroegen moest ze eerst de
radiogids bekijken of ze geen be
langrijk stuk miste), pianospelen,
belangrijke films en toneelstuk
ken zien, reizen en vooral rond
kijken.
Blijft er tijd „over": teke
nen. Daarnaast toekomstplan
nen: vele. Een historische bio
grafie, romans, kinderboeken,
vertalingen. En wekelijks met
veel genoegen het uurtje rit
mische gymnastiek.
z£LS je klein bent leert je
moeder je vooral niet te
wijzen naar iets. Het lijkt net
of je naar iemand wijst en
dat is niet netjes. Roddelen
1 Schoonmaaktip
H Zijn uw aluminium braad-
pannen vuil en dof geworden?
Was ze dan met water waarin
een paar druppels ammoniak
2 zijn gedaan en u' krijgt de
pannen zonder moeite weer
snel glimmend.
Als de wanden van uw bad-
S kuip dof zijn geworden kunt u
die vlug van die vette laag
ontdoen door ze met een lap
met wat terpentijn te wrijven.
is een slechte gewoonte en
hardop je mening over
iemand uiten verre vcvn be
leefd.
De volwassenen zelf steken in
tussen hun mening niet onder
stoelen of banken. Het is bijna
mode commentaar te leveren op
de leefwijze van anderen. Een
Spanjaard schrijft over „de Ne
derlanders". Lijvige rapporten le
veren stof over „de" huisvrouw.
Volwassen cursisten uit alle
landen van het talen- en tolken-
instituut in München werden
onlangs uitgenodigd hun mening
ten beste te geven over „Wat
doet de Duitser met zijn geld?"
Zonder meer zijn alle jeugdige
tolken het er over eens dat
zoals Snober Irani uit India for
muleert de Duitsers „reisgek"
zijn. Hij meent „De Duitsers zijn
echt verslaafd aan de zon.. Ze
zouden hun laatste pfennig wil
len betalen om een week in de
zon te kunnen liggen en ver
brand als een stuk houtskool te
rug te komen.
De Duitsers verdienen weinig
in verhouding tot de hoge huren
en de hoge kosten van levenson
derhoud; ze moeten veel be
lasting betalen. Ze leven er
desondanks goed van en brengen
ook nog elke maand geld naar de
spaarbank." Marie-France Breton
uit Frankrijk is het met hem
eens: „Er is haast geen straat
zonder bank of filiaal" en een
Italiaanse zegt „De mode om mo
dern te zijn is bepalend voor wat
de Duitsers met hun geld doen...
De dagelijkse maaltijden zijn
dikwijls nogal zuinig en armza
lig. Worst, margarine en aardap
pelen vormen de basis van de
voeding. De Griekse student
prijst de Duitse vrouw om haar
voorliefde voor bier en... honden.
Welke periode van haar leven
vond ze het boeiendst? „Onder
voorbehoud van wat nog komen
kan," zegt ze wijs „zou ik willen
noemen de vier jaren voor de
Tweede Wereldoorlog en de be
zettingstijd in Friesland. Ik ben
daarom zeer ingenomen met de
derde druk van Het scheepje
naar Arcadia, waarin een gedeel
te gewijd is aan de Friese boer
en zijn vanzelfsprekende riskante
gastvrijheid tegenover onderdui
kers.
„Bewondering is mij een te wei- Wat ik het belangrijkste pro-
nig objectief woord", corrigeert bleem vind van de christenvrouw
ze. „Met de Engelse auteurs heb van vandaag? Hetzelfde als van
ik de voorliefde voor het under- elke vrouw die nadenkt, verant-
HE vorige keer vroegen
wij of er onder u ook
waren die naar de school
televisie kijken. Mevrouw
S. te V. kijkt er bijna altijd
naar: „Het is reuze inte
ressant, ook de kinderen
steken er nog heel wat van
op. Twee van onze kinde
ren (de één is juist vandaag
zes jaar geworden (ge
feliciteerd!) en de andere is
negen jaar) zijn vaak ziek.
A.ls ze dinsdag gekeken
hebben willen ze het vrij
dag weer zien. De oudste
zei vanavond toen er een
dominee uit Djokjakarta
voor de tv sprak: „Zijn
jullie nou eens stil, ik wil
zo graag die taal horen".
Hij zit in de vierde klas
van de lagere school.
Nu stond er nog een vraag
in dialoog, nl. wie van uw
volgt er een cursus via de Te-
leac? Kun je daar dan als en
keling ook aan mee doen? En
wat zijn daar voor kosten aan
verbonden? Ik heb wel eens
een proefles Engels aange
vraagd. maar dat sprak me
niet zo aan... Ook de kosten
waren me wat te bezwaarlijk.
(Het fijne van de Teieac is
dat je cursussen kunt volgen
terwijl je heerlijk thuis kunt
blijven. Vooral voor gehandi
capten, bejaarden en-
huisvrouwen een uitkomst. De
cursussen spreken misschien
niet iedereen aan, nu geeft
men les in: Problemen van
het brugjaar, Mens in de
Ruimte, en de Russische taal.
Meestal is het de bedoeling
dat men een leerboek
aanschaft en bij een taal een
grammofoonplaat. De kosten
zullen zeker niet boven de
vijfentwintig gulden gaan. Als
u bijvoorbeeld leest in de
krant dat de Teieac een be
paalde cursus begint, schrijft
u een briefkaart naar de
Stichting Teieac in Delft en
dan hoort u vanzelf wel hoe
het verder gaat.)
Reclame
Mevrouw S. vraagt verder
of er meer kinderen zo dol
zijn op de reclame. Wij weten
niet wat ze mooier vinden, Pi-
po of de reclame. „Ik voor mij
zou best Pipo wat vroeger op
het scherm willen zien. Nu
mag de jongste vaak niet kij
ken omdat ze dan veel te laat
in bed ligt. Alleen als ze op de
vrije middagen naar bed is
geweest mag ze Pipo zien. Ik
weet dat ze, omdat ze zo vaak
ziek is, haar slaap hard nodig
heeft."
Te vlug
Mevrouw S. te R. vindt dat
sommige sprekers en to
neelspelers erg onduidelijk
spreken: „Veel te vlug en
soms met de rug naar de kij
kers. Zoals bijvoorbeeld Swie-
bertje, die kan ik niet meer
volgen. Nu heeft mijn klein
zoon voor mij een apparaatje
gemaakt achter in het toestel,
daar steek ik dan twee stek-
kertjes in en dan heb ik 'een
klein microfoontje voor mij,
in liet midden van een V-
vorm.
Dat doe ik in mijn oren. zo
als de tingleiding in de kerk.
Geen gekuch en geritsel, al
leen de dominee Ik heb e^n
gehoorapparaat. Als men het
microfoontje zelf maakt, hoeft
het niet veel te kosten." (Fijn,
zo'n kleinzoon
Actueler
De heer K. te B. vindt de tv
een heerlijk medium: „Hoewel
men de krant geen dag kan
missen, kan zonder meer wor
den geconstateerd dat de tv
vaak meer biedt en de pro
gramma's of onderdelen daar
van actueler zijn. Ik kijk bij
voorbeeld graag naar sport, en
omdat onze krant nog geeri
verslagen geeft van de be
langrijke wedstrijden, die
juist op zondag worden
gespeeld, kijk ik met genoe
gen naar het wekelijkse pro
gramma „Sport in beeld."
„Als wij tv zouden hebben,
zou het ding slechts aanstaan
voor Pipo en als ik moest
strijken (een keer in de week
een uurtje)" zegt mevrouw
W. te Z. „Nu, daarvoor is de
aanschaf te kostbaar. Wij vul
len onze vrije tijd nog heel,
heel ouderwets, met de zang
vereniging, vergaderingen van
verschillende clubs, lezen e.d.
Ja, zelfs ganzeborden en
kwartetten wij nog! Daarom
zijn we niet tegen tv hoor,
maar het vindt tot nog toe
geen plaats in ons leven.
We hebben het nog zo ger
zellig. Als ik 's avonds nog
even een brief ga posten, en
ik al die mensen voor de
beeldbuis zie zitten, denk ik
wel eens: er zitten daar vast
veel vrouwen bij die net zo
goed een paar avonden in de
week in het ziekenhuis (of iets
dergelijks) zouden kunnen
gaan helpen, inplaats van zó
hun tijd te verdoen."
Moed
Mevrouw H. te H. heeft pas
tv aangeschaft toen haar man
met pensioen ging: „Daarvoor
hadden wij meer behoefte aan,
rustige avonden en op tijd
naar bed. Nu genieten wij van
de tv hoewel er wel dingen
zijn die we niet willen zien.
Gelukkig hebben wij de
moed om de knop om te
draaien. De kinderprogram
ma's zien wij graag, hoewel
wij ons niet kunnen voorstel
len dat al die zogenaamde
kinderprogramma's ook voor
kinderen geschikt zijn.
Maar dat kan ook aan onze
leeftijd liggen, wij gaan mis
schien vergelijken met onze'1
jeugd wat niet altijd goed
is. De tijd heeft nu eenmaal
niet stilgestaan. Als wij niet
naar de kerk kunnen, en er
komt een kerkdienst op de
t.v„ dan kijken wij graag.
Het is toch weer anders dan
alleen horen. Hoewel dat ook
een zegen is voor de radio.
Vroeger waren oudere mensen
uitgeschakeld. Nu worden wij
daar overal ook in mee gere
kend. Als er visite komt gaat
de tv direct uit, want met el
kaar wat babbelen is toch nog
gezelliger dan t.v. kijken."
Indringer
„Op de tv als zodanig heb
ik niets tegen, want er is geen
uitvinding zonder de toelating
Gods", meent mevrouw G. te
L. „Wat ik er wel tegen heb is
het volgende: het is een stille
maar zekere indringer in het
gezinsleven die overwegend
meer last dan lust veroor
zaakt. En,de waarde van het
gezinsleven overtreft verre de
kostprijs en het bezit van een
tv."
Tot slot het woord aan de
heer J. te S. „Een groot na
deel van de t.v. is het toestel
zélf, want al is het kastje nog
zo mooi van teak, of eiken of
noot, het is en blijft een groot
loos open oog dat niet te
versieren is met tierelantijn
tjes. Je kunt een vaasje op de
kast zetten maar dat trekt al
leen maar de aandacht.
In de moderne, dus pas ge
bouwde huizen lijkt het me
wenselijk een ruimte uit te
sparen zodat het ontsierende
oog aan het oog wordt ont
trokken. Weliswaar zijn er
aparte t.v.-kasten in de handel
die als een tovergrot open
gaan en u de wereld in uw
huis brengen, maar dan blijft
men altijd met een meu
belstuk zitten dat vrij duur is
in de aanschaf en dat boven
dien niet altijd even gelukkig
in de kamer is opgesteld. Nee,
als u het mij vraagt, is in' de
meeste gevallen in onze dege
lijke kamertjes het oog geen
gezicht."
Jeugd en vrije tijd, u weet
het, is ons nieuwe onderwerp
van gesprek. Jongelui maak
van je hart geen moordkuil
en doe mee! We sturen je na
plaatsing een fijne sierknij-
per. Tot ziens in dialoog.
U
WAAROM eigenlijk niet, zei U
de vorige keer.
Waarom eigenlijk NIET. Waar
in zouden in een andere tijd dai
de tegenwoordige jonge mensei
wel hun weg naar samenleving
contact en evenwicht kunnen
den, en nu niet.
Waarom kijken ouders zo ang-^
stig. Wat is er in gevaar. Ging
het vroeger soms zo goed.
Of zijn we vergeten dat het soms
verkeerd ging, of dat het soms
bijna verkeerd ging,
Iemand, Claartje, heeft me ge-T'
schreven dat men vroeger pas»
trouwde als men een baan had.
Misschien wel, ik kan niet optel
len wie vroeger etc. en wie nu
etc. Maar men had dan ook eer
der een baan.
Vroeger volgde je b.v. je vader
op in het schoenmakersbedrijf. Dat
wil zeggen dat je bij hem in de -
leer kwam en dat je, als je zuiniger
wilde beginnen, na een poos kon
trouwen. Het leven werd daarvan
niets eenvoudiger, behalve dat je
er samen voor wilde staan en sa
men door wilde komen.
Tegenslag, ziekte, concurrentie
het hing alles boven je hoofd, en
natuurlijk waren er ouderen die
zich knepen voor je: hoe moest si
dat gaan? Zo jong, straks in de
kleine kinderen, wie moest die
monden open houden? Zóu je wel,
jongen?
Ja, zei de jongen. En later, als
hij het vergeten is, als dit leven
zo goed en kwaad (en gezegend)
als het ging, ondertussen toch ge
leefd is, als hij de kinderen groot
mag zien dan knijpt hij zichzelf
weer.
Want Jan Junior die niet in de
zaak hoeft het wordt toch alle
maal machinaal straks en die
kleine schoenmakerijen gaan er uit
en op de HBS is geweest het
er leuk heeft gedaan, studeert eco
nomie of medicijnen en wil trou
wen.
Hij wil precies hetzelfde als zijn
vader vroeger, samen met zijn
meisje voor iets staan, samen eer
taak opnemen, samen erdoor ko
men. Hem hangen even donkere
wolken boven het hoofd: kan hij
een praktijk krijgen, zit hij niet
op te zware lasten de eerste jaren?
Maar Jan zegt dat zijn meisje
voorlopig wil blijven werken, dat
hij ergens een kleine baan, of een
assistentschap kan krijgen, of hij
geeft nog een andere oplossing, hij
ziet een weg.
En hij ziet één ding duidelijker
dan alle andere: het leven van
zijn meisje en hem begint nü;
niet pas als alle „voorwaarden"
vervuld zijn: huis. gangloper,
vrouw met theepot, kind.
W
ig
h
TTOE komt dat. Ik geloof, Claar-
H tje, dat jij en ik en onze ge
neratie gewend zijn geraakt aan
bepaalde vormen: een dokter is zó,
een dominee is zó, middenstanders
behoren zus te zijn, dan is het
in orde, dan is het zoals je je
dat altijd hebt gedacht.
De kinderen leren ons dat het
evengoed anders kan. Dat het veel
meer loont in deze tijd je in te
denken hoe de ander wil, dan
steeds verontwaardigd te zijn om
dat hij anders wil dan jij wilt.
Waar haal je eigenlijk die norm
vandaan? van dat iets zeker, safe
moet zijn. Heel het leven is hache
lijk, als een handvol mensen eens
eerlijk schreef hoe zij leefden, dan
zou je eens wat zien. Kijk de rij
eens langs waarin je woont, bij
hoeveel mensen gaat het daar op
rolletjes.
Leef niet meer in de schijn,
zeggen de kinderen.
IEEF ik dan in schijn? vraag je
-> verdrietig.
Ga eens na, zeggen ze. U kunt
goed met elkaar opschieten, wij
hebben een fijn thuis. U hebt het
druk, in uw werk, met ons, met
anderen. Allemaal nuttig.
Vader vergadert, moeder gaat
naar zang of vrouwenbond, wie
weet naar de Kamerzitting, straks
naar Kerkeraad. 't Is nodig, het is,
in verste echo, toch liefde tot de
Heer. Het is weten van taak, van
opdracht.
Maar, maar is er nog wel eens
vuur in u? Beschroomdheid, ver
wondering over het wonder van
elkaar te beleven voor dat éne
leven, gloed en enthousiasme voor
nieuwe gedachten, nieuwe inzich
ten.
Werkt u zelf ooit aan een ver
gezicht Gods, of blijft u bij het
hartelijk kopje koffie, de bestaan
de instellingen, de verschrikkelijke
verjaarsvisites met de mannen
over politiek rechts en de vrou
wen over de schoonmaak links?
Maakt u, oudere mensen, deze
wereld mee? Beleeft u hem, bouwt
u hem? Of wilt u hem zo houden
als hij is? Dat wil zeggen, zoals
hij dat hele kleine tijdje is waarin
u adem haalt? Zachtjes ademhaalt,
als bij een zondagmiddagslaapje,
nu eens even stil.
Dat kan niet, dan leeft u in min
der dan geen tijd in schijn. Als
u eens echt leefde. Als u eens
minder „mooi", naar het uiterlijk
leefde, niet alleen praatte over wat
u aanstaat, meer over wat u be
nauwt. U kunt jaren bevriend zijn
met mensen die b.v. tobben met
een zoon, en uw vriendschap toont
u door er niet over te praten,
nou. dat snappen we niet.
Zo zijn jongeren. Zij willen
opener, minder naar een systeem,
meer naar het hart leven. Het is
alleen zo moeilijk dit goed van
elkaar te begrijpen.
LAALTST werd ik op een school
uitgelaten door een heer. Wij
moesten bij de deur even wach
ten. Een groot aantal jongens
stond er tegen aan geleund. Zij
hadden een -uur vrij. Leraar ziek.
Ze deden totaal niets dan hangen
en i'oken.
Zie je dat? zei de oudere ver
ontwaardigd, dat moest in mijn
tijd niet gebeuren. Wij waren ak-
bief. Wij waren dan ten minste
nog aan het haasje over springen.
Ik peinsde op weg naar huis
hierover. Ik snapte die jonge men
sen best. Niet dat ik landerigheid
zo mooi vind om te zien. Maar vijf
tig minuten niet aan je kop ge
zeurd worden in een wereld die
je overstelpt, is dat zo'n luxe?
Wat gebeurde er vroeger bij die
haasje-overs? Ik denk dat toen een
oudere zei: móet je nu eens zien.
dat springt maar. IK werkte al
op die leeftijd. Voor drie stuivers
in de week.