JAN H. DE GROOT: een spontaan en fel dichter OPINIE KaMER~ MUZIEK' Kanttekening Protest en protesthouding H" N" Amerika en Europa wenden zich steeds meer van elkaar af Waarom geen drijvende Kamer? Zeven dogen verder ONRUST EN ONZEKERHEID ZATERDAG 16 MAART 19 pSSENTlEEL voor mijn werk en dus voor mijzelf is de verwarring waarin ik verkeer, nadat zoveel zekerheden des ge looft onder onze voeten zijn doorgebrand, zoveel heilige huis jes zijn ingestort. Het beeld van God en Christus ia bedorven en ET ligt voor de hand. dat een tyd die zich kenmerkt door een gemakkelijke publiciteit meer dan een andere moge lijkheden heeft om een tyd te worden waarin protest en demonstratie gemakkelijk worden beoefend. De veronderstelling is niet gewaagd dat. indien men een onderzoek zou gaan instellen naar de veelvuldigheid waar mee thans woorden worden gebezigd die men enkele jaren nog maar weinig tegenkwam, daarbij behalve het woord „publiciteit" ook de woorden „protest" en „demonstratie" zouden zijn. Die woorden passen bij het beeld van deze tijd. Het is een tijd waarin velen behoefte hebben zich „af te zetten". Die velen hebben een wereld aangetroffen aan welker in houd ze niets hebben kunnen doen. Het is een wereld met gevestigde ordeningen, waaraan en waarin ze geacht worden zich te zullen aanpassen en Inpassen. Dit laatste nu beschouwen ze zelf heus niet als iets vanzelf sprekends. Ze willen niet gevangen zijn in patronen aan welker totstandkoming ze geen aandeel hebben gehad. Ze willen Integendeel onbevangen in het leven staan. kunnen ze van die bestaande ordeningen natuurlijk niet zonder meer afstand nemen. Die ordeningen zijn cr en leggen zich als regel ook dwingend op. Welnu, dan rest voorlopig alleen de houding van het protest ertegen. En dat protest wordt dan gewoonlijk langs de moderne weg van de demonstratie tot uitdrukking gebracht. Een protest, zo omschrijft het mijn woordenboek, is een mondelinge of schriftelijke verklaring dat men zich tegen een handelwijze verzet hoewel men die niet kan beletten. Duidelijk is wel. dat in onze dagen het protest niet zelden van aanmerkelijk wijder strekking is dan hier aangegeven, en zich niet maar richt tegen een bepaalde handelwijze, doch tegen de structuur van de samenleving als zodanig. Duidelijk Is verder dat men ook niet tevreden is met de erkenning van het onvermogen dat men iets niet heeft kunnen beletten. Integendeel, men tracht, vla het protest en ook via de demon stratie. te geraken tot nieuwe situaties. TT/" AT verder zichtbaar Is. Is dat het protest in onze dagen met name wordt gevonden bij een deel van de studerende Jeugd. Ook dat Is niet toevallig. Zelfs wanneer men aanneemt dat er heel wat protest-alleen-om-de-sensatie bij is, mag men tegelijk aannemen dat er een brok verontrusting bij Is. Ver ontrusting, geboren uit wetenschap en uit bewustzijn van verantwoordelijkheid. Daarnaast treft echter bij de jeugdige protestant niet zelden gebrek aan kennis omtrent zaken waarover bij ouderen be halve voldoende kennis ook voldoende zekerheid bestaat. Dan is er heel wat geduld nodig om te trachten bepaalde bestaande toestanden te verklaren, maar dat geduld is aan de andere zijde van de tafel lang niet altijd aanwezig. Daar is men veelal juist geneigd om dat geduld aan deze kant van de tafel te zien als onzekerheid die de proteste renden des te meer in hun protesthouding doet volharden. TT ET is ook al weer niet toevallig, dat men de protesteren den vooral vindt onder de beoefenaars van jonge weten schappen, hetzij waarin zich spectaculaire ontwikkelingen voltrekken, die de beoefenaars zelf bezorgd maken vanwege de mogelijke consequenties, hetzij deze wetenschappen aan leunen tegen de samenleving zelf en dan als vanzelf ertoe brengen om de maatschappij te toetsen aan allerhande wetenschappelijke bespiegelinge^ óver die maatschappij. Maar waar het als regel jongelieden betreft die reeds enige wetenschappelijke specialisering hebben ondergaan, missen ze gewoonlijk de voldoend algemene blik die voor eenzijdig heid kan behoeden. Ze zijn trouwens niet vrij van gehaastheid om voorbij te *'en aan begrippen die op zichzelf waardevol zijn, maar die zich nu eenmaal moeilijk laten invoegen in hun eigen ideeën wereld. TS zo reeds het meer algemene beeld, wat óók duidelijk Is, is dat binnen heel dit proces de kwestie-Vietnam is gaan functioneren als wat men met een vreemd woord noemt een katalysator. Hieronder verstaat men een stof die een be paald proces hetzij vertraagt hetzij zoals in dit geval bespoedigt. Ook zonder Vietnam zou het protest er stellig zijn; daarvoor behoort het nu eenmaal tot het beeld van deze tijd. Maar het krijgt nu in het bijzonder gestalte met betrekking tot de zaak-Vietnam en sneller en heviger dan zonder Vietnam zou zijn geschied. Dat daarin sentimenten meespreken ligt voor de hand en is ook niet verwerpelijk. Maar die leiden wel tot een bepaalde versimpeling van het probleem een versimpeling die bij voorbeeld uitdrukking vindt in zekere bejegeningen waarvan men de president der Verenigde Staten tot doelwit wenst te maken. Het probleem-Vietnam is reeds van heel wat wijder strek king dan deze bejegeningen suggereren, omdat in dat pro bleem zelf tot uitdrukking komt, hoezeer de politieke wereld van vandaag gevangen ligt in een moeizaam bereikt en even moeizaam gehandhaafd politiek evenwicht dat Amerika niet verstoord wenst te zien. Aan de plaatsing intussen van een probleem als dat van Viet nam In het onvermijdelijke wijdere kader komt de protes terende, oordelend vanuit zijn sentimenten, oorbaar op zich zelf maar hem tegelijk beperkend in zijn blik, nu eenmaal niet spoedig toe. I-IET probleem, niet maar van Vietnam maar zoals het be trekking heeft op de protesterende-in-het-algemeen. is het probleem van de jongeman en de jonze vrouw voor wie het een vraag is hoe het leven te leven, hoe van dat leven zoals zij het om zich heen aantreffen de inventaris op te maken, en hoe te streven naar verandering van wat voor verandering in aanmerking komt. daarbij wat nogal eens een heet hangijzer is al dan niet uitgaande van het be staande. Soms denk ik: hoe zou het over tien jaar staan met de protesterende-van-vandaag. Zal hy zich dan. wellicht „onder protest", hebben laten opnemen in de gevestigde orde? Zullen zijn sentimenten dan het karakter hebben gekregen van een medelijdenswaardige frustratie? Of zal hy erin geslaagd zyn. veranderingen In de maatschappu teweeg te brengen die hem misschien geen algehele voldoening verschaffen, maar die hy toch als op zichzelf nuttige verbeteringen aanmerkt? Ook dit laatste Is zeker niet onmogelijk, al maakt de protes terende-van-vandaag het de medemens zeker niet altyd ge- makkeiyk. met genoegzame mate van redeiykheid aan het waarheidsgehalte in zyn protest het oor te lenen. Dan In elk geval moet het protest toch wel graag wat méér zyn dan alleen een houding. DIEMER U'e hebben geen nieuwe be trouwbare 'beeltenis' waarop we onze hoop kunnen vestigen. We hebben God voor onze privé wa gentjes gespannen en de wielen z(;n er afgelopen. Alle predik heren zijn dichtzalvers geworden van vraagstukken waar we niet meer uitkomen." In de moderne poëzie ziet het er niet anders uit. Elke jonge poëet houdt zich met de vragen van mens en tijd en toekomst bezig. Een toekomst die overi gens geen perspectief meer biedt. De jongere generaties leven bij de dag en geloven niet meer in morgen voordat die morgen daagt. En wat biedt die? Elke toekomstverwachting eindigt met vandaag. Elke horizon is dicht geklapt.'' In elk geval geven de jonge dichters (de echte dan) een verbluffend getuigenis van onzekerheden, van smartelijke onrust en wanhopige pogingen vaste grond te vinden waarop zij 'hun huis kunnen bouwen'." Deze ontboezeming van sde dichter Jan H. de Groot (op 13 maart 67 jaar geworden) ontleen ik aan een onlangs door hem aan mij gerichte brief in verband met de a.s. verschijning van zijn jongste dichtbundel. De Groot heeft namelijk op vrijdag 8 maart in besloten kring te Den Haag uit die bundel voor gelezen. De flinke suite was hele maal vol met aandachtig luiste rende mensen uit en van buiten Den Haag. Ook de Friese telefoon- dichters waren er. Voor ons ou deren was het een kleine feünie van mensen uit de voormalige Opwaartsche Wegen-groep, nu historie geworden en bovendien half vergeten. „Doorgebroken" De Groot is niet veel veran derd. Vergeleken met de jeugd portretten uit de jaren dertig is hij nu zijn eigen vader gewor den. drager van een goed ver zorgde. pittige grijze sik. Een non-conformist is hij altijd ge weest. ook toen hij behoorde tot de protestantse jongeren en lid was van de Christelijke Au teurskring. Onder de invloed van ert mis schien nog meer in de sfeer van de theologie van Karl Barth, niet het minst ook door zijn ver zetswerk gedurende de tweede wereldoorlog, is De Groot inder tijd „doorgebroken". Na de oorlog bleek hij niet meer te vinden voor een specifiek christelijk ge heten organisatie op literair ge bied. Vooral fel De Groots dichtwerk (een klei ne twintig bundels) wordt geken- Naar aanleiding van Jan H. de Groot, SIGNALEN TEGEN DE HEMEL, uitg. Bert Bakker/Daamen N.V., Den Haag, 45 bldz., 5.90. Jan Hein de Groot merkt door spontaneïteit en fel heid. In het vroegere werk is er veel blijmoedige levensaanvaar ding, waarbij de spontaneïteit overwoog. De jongst bundel, eveneens uit spontane reacties geboren, is vooral fel. Hij opent met een zestal ge dichten in vrije vorm tegen de oorlogsmisdadiger Eichmann. Dan volgen ettelijke vrije verzen onder de titel Operatie X. De Groots ervaringen als operatiepa tiënt in de geneesfabriek, doorspekt met politieke toespe lingen. Dit vers behoort tot de besta van de bundel. Het begint zo: ik ben geval X operatiepatiënt tussen 9999 andere (of 10001, omdat ik dat een mooi getal vind) in deze geneesfabriek ik werd tot lettertekens op een ruitjeslijst een nummer in de hoek een dubbele kurve op millimeterpapier één rood één blauw. Ik ontwaak in mijn zij een oven van pijn met protuberansen tot mijn keel. Ik moet nu de oude weg van het hart verlaten mij neerleggen in de berm van mijn bed niet meer met mijn adem onderhandelen mijn huid uit handen geven de voeten strékken mijn hoofd verliezen geen gedachte komt meer rond De rest van de bundel wordt gevormd door achttien „sonnet ten tegen de hemel" en drie ge dichten „strofen tegen de aarde". De wereld na een atoomoorlog, de aardbeving van Skoplje, een gestorven oude man voor het raam, nog eens de angst voor een atomaire verwoesting, en nog eens, opnieuw verbeeldingen uit deze angst geboren, een „psalm" voor schroothandelaar Louis Worms, een felle aanval tegen de dagsluiters, een bejaar dentehuis aan de vooravond van een ramp, nachtelijk gezoem van autobanden als zang ervaren dat zijn ongeveer de thema's van deze tegen de hemel opgeschre ven sonnetten. De „strofen tegen de aarde" heten De jacht, De wolfshond en De zwanen. In 1949 schreef Heeroma aan De Groot: „Je hebt het als dichter al tijd moeten hebben van de momentane inspiratie. Daar naast heb je ook altijd een flinke erfenis aan traditionele orde in je leven meegedragen, want een bohémien ben je nooit geweest. Het merkwaar dige is echter dat er nooit een volkomen harmonie heeft kun nen groeien tussen de momen ten der inspiratie en de mach ten der traditie." Onomkoopbaar Met de betreurde Hein de Bruin en wijlen Henk van Rand wijk heb ik Jan de Groot voor mijzelf altijd gerekend tot de specifiek „onomkoopbaren" in de Opwaartsche Wegen-groep. Mis schien is hij de grootste indivi dualist van deze drie. Het leven op felle, spontane reacties tegen bloeddorst, slecht heid en onrecht, vooral op maat schappelijk gebied, maakt De Groots kracht als dichter uit, maar de onmiddellijkheid van deze reacties brengt inderdaad, zoals Heeroma het op een andere manier zei, een afhankelijkheid mee van de momentane inspira tie en een gemis aan bezonken heid en distantie, die voor een gerijpt meesterschap nodig zijn. Dit neemt niet weg dat men hier te doen heeft met een echt levend mens, getuigend met een eigen stem. Dr. C. RIJNSDORP TV/1EER en meer wenden Amerika cn Europa zich van elkaar af. Er is een tijd geweest, dat de anti-Amerikaanse houding van de Franse president de ande re Europese lanen in de armen van de Amerikanen dreef. Dit is al geruime tijd niet meer het ge val. Er zijn andere dingen. die« verwijdering hebben gebracht. En het is de vraag of dit proces van vervreemding nog kan wor den gestuit. De Europeanen hebben hun be zwaren tegen het Amerikaanse Vietnambeleid en de interventie- drang, die over het algemeen de buitenlandse politiek van de Ver. Staten bepaalt. Europa verdenkt Washington er (wellicht terecht) van, dat het een eenzijdige aan dacht voor Azië heeft. Ook ver moedt men in Europa, dat Ame rika zich wil onttrekken aan de militaire verplichtingen, welke het in het kader van de Navo op zich heeft genomen. Van hun kant verwijten de Amerikanen de Europeanen provincialisme, waar zij wat Frankrijk betreft bepaald wel gelijk in hebben. Zij zeggen, dat Europa niet meer interessant is en dat het zo welvarend is ge worden. dat het een groot deel van de defensielasten in het ei- ren werelddeel van Amerika be- hoort over te nemen. Er bestaat geen werkelijke dia loog meer tussen beide continen ten. De oprichters van de Navo houden weliswaar nog contact met elkaar, maar zij maken zo schrijft Die Zeit de dienst niet meer uit. De eendracht van de oudste generatie politici maskeert de reeds lang verdwe nen samenwerking. In de afgelo pen vijf jaren zijn de werelden van Amerika en Europa sterk veranderd. De oorzaken van de verande ring in Amerika zijn duidelijk: de persoon van president Johnson, de concentratie op Azië, de groei ende binnenlandse moeilijkheden en de dubbelzinnigheid van de Amerikaanse ontspanningspoli- tiek. Deze is gericht op handha ving van de status quo. van de bestaande toestand in Europa en wekt reeds om die reden arg waan. niet alleen bij de West- duitse kanselier Kiesinger. Johnson heeft volgens genoemd blad geen feeling en geen voor liefde voor Europa, zoals andere presidenten voor hem. Hij kent het van enige korte reizen, maar met Europese leiders heeft hij geen contact. Johnson kan bij wijze van spreken vijf uur achter een met een Europese bezoeker spreken, zonder vragen te stellen naar de onwikkelingen in de „ou de wereld". Azië is het toneel van de grote gebeurtenissen. Niet alleen van wege de gevaren, die uit China en Vietnam dreigen, maar vooral ook om de opwindende perspec tieven die zich daar openen. Het Duitse economische wonder ver bleekt in Amerikaanse ogen bij de opkomst van Japan. Dit land zal West-Duitsland binnenkort als industriestaat van de derde plaats verdringen. In 1975 zal Ja pan naar verwachting tweemaal zo belangrijk zijn als welk Euro pees land ook. De fantasie van de Amerikanen wordt beziggehouden, aldus Die Zeit. door de visie van de Stille oceaan als tweede „binnenzee" naast de Atlantische. Europa wordt een mooie streek, die men bezoekt en waar men investerin- gën verricht. Maar een ambte naar van State Department of Pentagon, die carrière wil ma ken, laat zich er niet graag heen sturen. Er is geen nieuw isolatio nisme. maar Amerika is meer met zichzelf bezig dan.ooit:sinds 1945. Een storende factor is ook de dubbelzinnigheid van de Ameri kaanse ontspanningspolitiek. Drie scholen zouden verschillende in zichten verdedigen. De ene is te gen concessies aan Moskou, die de status quo in Europa verster ken en als reactie daarop de Eu ropese landen tot bilaterale on derhandelingen met Oost-Europa kunnen aansporen. De ontspanningspolitici zien dit laatste gevaar ook, maar houden niettemin vast aan de bestaande toestand. Een derde groep, tot welke ook minister van buiten landse zaken Rusk zou behoren, neemt een tussenstandpunt in. In Europa zijn de veranderin gen nog sterker geweest. Bekijkt men ons werelddeel door de ogen van Amerikanen, dan verbaast men zich niet meer over het bre der worden van de Atlantische oceaan, zo schrijft bedoeld blad. Frankrijk, dat provoceert, wordt in Washington genegeerd. Enge land is niet in staat zijn proble men op te lossen. Ook de be langstelling voor West-Duitsland is sterk verminderd, vooral sinds Berlijn niet meer wordt be dreigd. Amerika verwijt Europa, dat het zich niet aaneensluit om op het wereldtoneel een belangrijke rol te spelen. Het ziet zijn strate gische. technologische en politie ke overwicht steeds groter wor den. Intussen zijn de Europeanen te fantasieloos om hun krachten te bundelen en zich zo tot een werkelijke bondgenoot van de Ver. Staten te maken. Het ontbreken van een dia loog met hun Europese bondge noten wijst erop. dat Amerika zich niet op zijn gemak voelt. Het heeft echter ervaren, dat een gesprek met het huidige West-Europa niet lonend is. pat verleidt tot onbillijke reacties. Zo wijt men wel het falen van Ame rika in Vietnam aan het ontbre ken van Europa op het wereldto neel. Anderen vinden de Europeanen lasting en onverbeterlijk. Zii vragen steeds nieuwe garanties, zonder zelf een zinvolle defensie- bijdrage te leveren. Zij vrezen een verharding van de Russisch- Amerikaanse betrekkingen maar evenzeer een ontspanning in die relaties. Zij verwijten tenslotte de Amerikanen een streven naar overheersing, terwijl zij zelf niet in staat zijn, zich onafhankelijk te gedragen. De vraag hoe het verder zal De oorlog in Vietnam. Ameri kaanse militairen brengen een gewonde kameraad in veiligheid Het gevaar blijft echter dreigen, met name in het noorden van Zuid-Vietnam. gaan, wordt actueel als een ande re president dan Lyndon B. Johnson in het Witte Huis komt. De verbintenis met Europa zal op de een of andere manier blijven bestaan, maar zij zal een ander karakter krijgen. Veel zal afhan gen van de vraag, hoe lang de provocerende politiek van Frank rijk nog zal duren. En ongetwijfeld zullen de ge beurtenissen in Oost-Europa, waarover nu nog weinig met ze kerheid valt te zeggen, grote in vloed uitoefenen op de verhou ding tussen Europa en Amerika. „Het Zweedse parlement zal voor langere tijd een merkwaardig domicilie krijgen, namelijk een pas sagiersschip. Het gebouw van de Rikstag moet gron dig verbouwd worden, daar er in de toekomst in het parlement een éénka mer- in plaats van een tweekamerstelsel komt, met een aanmerkelijk gro ter aantal gedeputeerden. Een commissie van het parlement is naar Londen gevaren om het passa giersschip Caronia van de Cunardlijn te bezichtigen. Het ligt namelijk in het voornemen om dit schip te charteren en in Stock holm als parlementsge bouw te laten fungeren. Het zal dan in het Malar- meer komen te liggen" (be richt uit „Het Parool)". Zo'n nieuwtje zet je aan het denken. Weliswaar zijn we in dit land nog lang niet toe aan een éénkamerstelsel. Ik betwij fel trouwens of het ooit zover zal komen. Maar los daarvan moet de Tweede Kamer zich toch eens afvragen of het geen tijd wordt naar een an der onderkomen uit te kijken. Let wel, het Binnenhof is me bijna heilig. Een Tweede Kamer zonder Binnenhof lijkt me minstens zo absurd als een CHU zonder Tilanus. Maar we moeten ook aan de toekomst denken. Als de statistici zich niet op de werking van de Pil verkijken, zitten we hier rond het jaar 2000 dicht in de buurt van de 20 miljoen inwoners, en die kunnen natuurlijk nooit door 150 Tweede-Ka merleden vertegenwoordigd worden. Binnen 30 jaar moe ten daar zeker 50 alOO bij. In caravan Zo'n gezelschap kan het voormalige paleisje van stad houder Willem V onmogelijk meer bergen. Kamerleden, personeel, pers en publiek puilen er nu al uit, de aan bouw van een nieuwe vleugel ten spijt. Met hangen en wur gen heeft men de groep-Aar- den en voorlichter Van Berkel nog een eigen kamertje kun nen verschaffen, maar de el lende zou niet te overzien zijn als b.v. de groep-Boersma of de proep-Schakel onverhoeds van de AR*fractie zouden afschilferen. Die moeten hun fractievergaderingen dan maar in een caravan op het Binnenhof houden. Honderd Kamerleden erbij betekent: uitbreiding van de griffie, meer fractieassisten ten, meer bodes, obers, ser veersters en werksters. Waar laat je ze. De groeiende ver zorgingsstaf zal de nevenver- trekken opslokken, die de Ka merleden zelf hard nodig heb ben. Eigenlijk zou elk Kamer lid een eigen optrekje moeten hebben, om te studeren, een speech voor te bereiden, de post af te werken, bezoekers te ontvangen, desnoods een dutje te doen op een luchtbed. Misschien komt dat nog, als de Raad van State, Verkeer en Waterstaat en Binnenlandse Zaken hun verblijfplaats op het Binnenhof aan de Ka- mer(s) zouden afstaan. Vergaderzaal Het parlementaire ruimte probleem van de toekomst zit HET IS NIET de week van de grote beslissingen, maar er hangt de wereld wel het een en ander boven het hoofd: een dollarcrisis, een zwenking naar meer demo cratie in Oost-Europa, een herziening van de Ameri kaanse Vietnampolitiek, in eigen land regeringsmaatre gelen uit bezorgdheid over onze economie onrust en onzekerheid allerwegen. In Vietnam begint het grootste Amerikaanse offensief van de hele oorlog. Geruchten over een invasie in Noord-Vietnam wor den tegengesproken. Twijfel rijst over het Tonkin-incident, startsein voor de uitbreiding van de strijd. Deze twijfel is mede een voe dingsbodem voor de kritiek van hoogleraren en studenten in ons land. waar met de steun van sommige Kamerleden de leus- „Johnson oorlogsmisdadiger" steeds luider weerklinkt. Studen ten horen er in Utrecht een boete voor eisen. De Eerste Kamer is het in meerderheid met minister Polaks vervolgingsbeleid eens. De kwestie van de belediging van een bevriend staatshoofd wordt intussen bestudeerd. De goudkoorts woedt in wilde aankopen, vooral in Londen. Op Amerikaans verzoek gaat de beurs daar een dag dicht. Ameri ka verhoogt het disconto. De gouverneurs van eeri aantal nati onale banken steken de hoofden bij elkaar. Warschau en Praag: in de Poolse hoofdstad gevechten tus sen studenten en politie om de geestelijke vrijheid, en van rege ringszijde nogal eens een antise mitische, op zijn minst anti-zio nistische uitlating in Praag een postume hulde aan de demo craat Masaryk. zuivering van de stalinistische gelederen rondom president Novotny. beloften van herstel der parlementaire demo cratie. Verder in de wereld: uitvoe ring van doodvonnissen én gratie verlening aan veroordeelden in Rhodesië zijn even zovele klap pen in het gezicht van Londen. De voorverkiezingen in New Hampshire worden een succes voor vredeskandidaat Eugene McCarthy. Robert Kennedy wei gert Johnson te steunen. Grie kenland gaat 1 september stem men over een nieuwe grondwet. De Franse chef staf, generaal Ailleret, verongelukt in Réunion. Mansholts plan om Europa's bo- teroverschot kwijt te raken, stuit op tegenstand. Mauritius, arm en innerlijk verdeeld, wordt zelfstandig. Om maar weer met het aardse slijk te eindigen: bij Philips stijgt de winst over 1967 met 2 procent tot 355 miljoen gulden netto; de leraren krijgen eenvou diger salarisschalen en de stu denten een hogere toelage; som mige branches hebben het op de voorjaarsbeurs niet best, maar de directie constateert een alweer voorbijgaande recessie; de huren van ongesubsidieerde woningen mogen 1 april maximaal 4 pro cent omhoog, en de regering vindt drastische werktijdverkor ting een bedenkelijke zaak, die de „ruimte" in 1969 ernstig doet slinken. DEZE WEEK GEZEGD: „Dit is de actie van de le ken. Als het van de ambtsdragers had moeten uitgaan, was „Kom over de Brug" mislukt." (Wika Th. J. Rijks) 'm vooral in de vergaderzaal Die is nu voor 150 leden ei genlijk al te klein. Dat mer\ je bij belangrijke debatten Als iedereen present is, d groene driepersoonsbankjt uit hun voegen barsten, d ambtenarenloges er uitzien al zwaarheden perenbomen, d staatssecretarissen achter d regeringstafel het betreurei dat ze geen klapstoeltje va thuis hebben meegenomen, d tribunes op instorten staan e een kwart van de parlemen faire pers vertwijfeld naa een staanplaats zoekt, besef j dat griffier Schepel ge kwelt wordt door nachtmerries ove het jaar 2000. Tegen twaalven heeft el) normaal mens in de Kame hoofdpijn van de lijf- en an dere luchtjes. De ventilatie i om te huilen, de atmosfeer zi droog als woestijnzand. Geer wonder dat Kamerleden zo veel drinken. Een beten luchtverversing lost niets op Een verbouwing, di hoogstens een paar mete ruimtewinst zou betekenen nog minder. De vroegere stad houderlijke balzaal is char mant en knus, maar te oud e: veel te benauwd voor een mo dern parlement van straks 25 man. Overkap het Binnenhof je hebt een nieuwe, ruim vergaderzaal. Dag Ridderzaa dag Prinsjesdag. Nee, van t" soort misdaden tegen histori en traditie zijn we in dit lan nog net niet gediend. Ee nieuw parlementsgebouw dan? Natuurlijk, maar waar Op het Malieveld? Zolang e nog mensen rondlopen me dierbare herinneringen aan d pro-Oranje-anti-Troelstra-ma nifestatie van 1918, hoeven daar niet over te piekeren. Nieuw-Amsterdam Om het in Kamerstuk kenstijl te zeggen: na zorgvul dige afweging van alle voor en nadelen zijn we tot de con clusie gekomen, dat h« Zweedse voorbeeld ten onzen navolging verdient. Het Rijl moet de Nieuw-Amsterdai (die toch z'n beste tijd geha heeft) aankopen en inrichte voor de Tweede Kamer. D moet 'r dan wel permanei gebruik van maken, want verbouwing van het schl gaat een slordige 50 miljoe gereserveerd voor Eerste Ki mer, kabinet en natuurlij voor Prinsjesdag. De voordelen van het pla zijn overweldigend, vooral a de Kamer om het half jaa van Rotterdam naar Amster dam zou worden versleep Rotterdam heeft na de neder laag tegen Ajax (pardon, w doen niet aan zondagssporl en de technische storingen i de metro een moreel opkik kertje nodig. En Amsterdai is volgens de weekbladen toe al het officieuze politieke een trum van Nederland. Dl faam krijgt dan door de half jaarlijkse logeerpartij van d Kamer nog een extra glansj Beide steden zouden dan oo eens worden afgeholpen va het ellendige minderwaard^ heidscomplex jegens „De Haag", dat geen Europoort e geen Schiphol heeft, maar w< over de centen gaat. Frustraties Als het weer mooi en de zt vlak is, mag de Kamer zie wat ons betreft best buiten gaats wagen. Liefst niet bui ten de territoriale waterei want dan schepen we dr. Va Raalte op met het probleem de aangenomen wetsontwel pen wel rechtsgeldig zijn. Dt alleen maar een beetje heen en weer varen voor de kus onder de hoede van een stevi ge torpedobootjager om de monstrantenschepen op ee afstand te houden. De zeewir zal kalmerend op de gemoede ren werken en de frustrate uit de parlementaire breine wegblazen. In een licht-de nende vergaderzaal zullen al politieke tegenstellingen t( offer vallen aan een zielenzu verende zoutwaterromantie Wie praat dan nog ovi linkse of rechtse concentrj ties? De hele Kamer zal grote concentratie zijn. wal een schip is een gemeenscha |j Iedereen is op iedereen aang« wezen, vooral in de ure d gevaars als de stormwir plotsklaps opsteekt, de brai ding gevaarlijk dichtbij kom dokter Lamberts zich naf zeeziekte SGP-ers spoedt, ter Stokman de P$P de bied afneemt, D'66 al in de rei dingsboten kruipt en alleen AR-fractie saevis tranquilly, in undis blijft. Hoewel, vli 5 ook kapitein ter zee De Joi niet uit. die dan in een lef vergaderzaal kalm en waard 1 op de indringende vragen vs e VVD's vice-admiraal Koudi t zal blijven antwoorden. i We mogen Zweden dan) baar zijn. Het land heeft m« te bieden dan blootcultuur hoge zelfmoordpercentages. J. Prillivi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 14