De leeuw en zijn huid I OPINIE Kanttekening Vietnam en de Amerikaanse presidentsverkiezingen MAART ROERT ZIJN STAART ZATERDAG 9 MAART 19( T^EN prestatie, om te begin- ■Li nen al fysiek: een boek van 388 tamelijk dichtbe drukte bladzijden te schrij ven in de tijd van twee maanden, nu alweer twee jaar geleden: februari en maart 1966. Dat betekent ge middeld ruim zes bladzijden 1 per dag, zo ongeveer 2300 woorden. En dat over een ge- Systeem en systeem ftNZB WERELD het Is nu wel bekend is een wereld- in-beweging geworden. Er is veel gaande. Er is'ook wel wat komende. Er is echter voorlopig nog méér gaénde. Veel wat niet bereid is vrijwillig te gaan wordt uitgedreven of ln elk geval onder zware druk gezet. We merken het op allerlei wijzen. We zeggen dat de wereld op drift is geraakt na van de ankers te zijn losgeslagen. We spreken van een herwaardering waarmee velen bezig sijn. wat voorshands hierop neerkomt dat overgeleverde waarden worden losgelaten. Tal van waarden waarvan wij als vaststaande plachten uit te gaan blijken zich opnieuw waar te moeten maken. Het waardekarakter ervan wordt niet zonder meer aanvaard, wordt Integendeel aangevochten en bestreden. Er is een aftasten van de grenzen, wetten worden beproefd, er wordt gewaagd van tegenstellingen tussen wet en geweten, taboes zijn er alleen nog om te worden opgeruimd, kortom het Is een beeld van om zich heen grijpende verwarring. \-fET NAME komt het ook neer op een tot vraag maken van wat wij „het systeem" plegen te noemen de overgeleverde gevestigde orde, In het Engelse taalgebruik bekend als de „establishment". Juist als overgeleverd systeem prikkelt die „establishment" met name een deel van de intellectuele opgroeiende jeugd tot het bestrijden ervan. Door het wegvallen dan van de bestaande, beschermende waarden neemt deze bestrijding soms een dermate heftig karakter aan, dat zonder meer gesproken wordt van rebellie of van revolutie. Revolutie betekent omwenteling, en niet ontkend kan worden dat een omwenteling in het denken van heel velen aan de gang is. Nu meen ik dat men al dadelijk onbillijk is tegenover deze opkomende generatie wanneer men haar zonder meer be schuldigt van een negatieve levensinstelling. "FR ZAL natuurlijk wel negatiefs in schuilen, want zonder- meer-negatieven zijn er altijd geweest. Maar er zit in hun houding tegelijk vaak hoe vreemd het sommigen ln de oren moge klinken een belangrijk brok besef van verantwoordelijkheid. Zij weten zich de mensen van de wereld van morgen. Zij weten ook van fouten die ln en door de bestaande wereld zijn gemaakt. Zij weten van gevoerde oorlogen en van andere menselijke tekortkomingen. Zij weten óók van de enorme taken waarvoor de wereld staat en zij vragen zich af of het bestaande systeem en de bestaande kaders daar tegen ztJn opgewassen. ZU hebben daaromtrent twijfels. Laten we ook niet vergeten dat deze komende generatie een geïnformeerde generatie is. Zt) weten véél, ook van problemen waar vorige generaties niet konden uitkomen. En wanneer ze in de wereld van vandaag staat, Is dat ge woonlijk met de onbevangenheid van een jeugd, die ons ln andere situaties placht te vertederen, maar die ons nü pleegt te treffen door haar scherp kritische zin. Kritisch is een belangrijk deel van de nieuwere Jeugd. Kritiek betekent, dat men weet te scheiden en te onder scheiden. dat men erop uit is, door de dingen heen te zien. Welnu, daarvoor biedt onze tijd de gelegenheid. Wanneer wij Ingelicht zijn, dan Is dat omdat de dingen open zijn komen te liggen. Onze wereld Is een open wereld geworden, openliggend óók voor de kritiek, open óók voor een kritiek die ons scherp en zelfs onbarmhartig kan toeschijnen. f^NDER de ouderen zien niet weinigen deze situatie met bezorgdheid aan en onder hen zijn er die, nu alles op drift lijkt te geraken, de neiging hebben des te meer aan het bestaande vast te houden. Wat dan op zijn beurt degenen die op verandering en vernieuwing uit zijn weer des te meer prikkelt. Waarop het nu, dunkt mij, aankomt, Is met een bezonnen wijsheid in deze tijd te staan. Helaas biedt de onstuimige vaart waarmede zovele zaken zich voltrekken daartoe on voldoende gelegenheid. Toch zal het noodzakelijk zijn. Welnu, dan zal men bijvoorbeeld moeten erkennen, behalve de waarde óók de betrekkelijkheid van wat wij gewoon zijn te verstaan onder „het systeem". Van dat systeem behoeft men, om zo te zeggen, ln feite niet opnieuw en werkelijk een systeem te maken, want anders verleidt men de ander alleen maar om op zijn beurt een systeem te maken van zijn aanvallen op het systeem. JN een dynamische t(jd als de onze heeft men het des te spoediger begrepen op wat alleen maar indruk maakt statisch te zijn. Te bedenken ware dan, dat verandering-als- zodanlg geen betekenis heeft, maar dat onveranderlijkheid- als-zodanig evenmin een verdienste Is. Het is nu mijn indruk, dat in onze tijd de verandering ge makkelijk het argwaan oproept van wie hechten aan een vasthouden van het zijnde, en dat omgekeerd wie de be tekenis van het bestaande onderstrepen reeds daardoor de vernieuwers tot argwaan prikkelen. Het zal er echter op neer moeten komen, dat we geraken tot een hèrinventarisering van het leven, dat tenslotte het gemeenschappelijke leven van al de generaties die van daag nog vreemd, indien niet vijandig, tegenover elkaar lijken te staan, maar die eikaar intussen voor een deel over lappen. Er liggen hier wellicht taken voor het onderwijs, ook in de onderliggende regionen, en niet uitgesloten lijkt het me. dat het onderwijs in deze tot dusver onvoldoende heeft ge daan wat het behoorde te doen. TJET is heel wel mogelijk, dat ons onderwijs langzamer hand zozeer is ingesteld geraakt op de verschaffing van feitelijke kennis, dat het bijbrengen van. misschien wat abstractere maar toch niet minder wezenlijke, waarden erbjj is Ingeschoten. De situatie immers van het ogenblik leert wel, dat het bestaan van die waarden die uiteraard ook steeds op het waardekarakter behoren te worden getoetst tegen woordig niet meer in de mate als voorheen zonder meer wordt aanvaard. Zo is het nu eenmaal, of men het betreurt of niet. Dat het bij dit alles om belangrijke zaken gaat, laat zich verstaan. Het gaat tenslotte niet om enig „systeem", maar om de waarden zélf in het leven, en het blijft noodzakelijk zich te vergewissen of en ln hoever beide systeem en waarden met elkaar In harmonie zijn. Het probleem van vandaag Is. dat ook bij zovele kritisch ingestelden het juiste kritische inzicht ten deze ontbreekt. Wat dan dus de vraag doet stellen, of dit mogelijk op onder wijs of opvoeding is terug te voeren. Want de komende generatie staat, hoe agressief zij zich soms moge gedragen, des te weerlozer in het leven naarmate wij haar minder instrueren en geestelijk instrumenteren. Daarvan zouden we dan, zogezegd, meer een systeem kun nen gaan maken. DIEMER geven, dat zich afspeelt tegen de achtergrond van een hal ve eeuw Venetiaanse geschie denis, van 1762 tot 1815. Dte geschiedenis moet dus be kend zijn: politiek, topografisch, wat de regerende families be treft, wat de heersende zeden aangaat, psychologisch ook in zo ver aan de Venetianen een eigen mentaliteit kan worden toege dicht. De auteur moet de beschikking heben over een be hoorlijk aantal kijkjes op de la- gunenstad, bij dag en nacht, bui ten- en binnenshuis, literaire di a's om zo te zeggen. En wat aan de verbeelding ontsproten is, moet toch waarschijnlijk aan doen en de (in dit geval histo rische) realiteit tot achtergrond of uitgangspunt hebben. Nonchalant Vestdijk beschikt over de gave om zowel in zijn romans als in zijn essays de gegevens van zijn voorstudie of lectuur nonchalant, langs zijn neus weg, te ventile ren. Dit gaat hem te gemakke lijker af, omdat hij zijn histo rische stoffen zo kiest, dat daar bij het verbeeldingselement ta melijk vrij spel heeft. In deze roman gaat het over een makke leeuw, waarvan histo risch schijnt vast te staan dat hij tijdens het carnaval in Venetië op het Piazza di San Marco ver toond werd. „Hij werd bewaakt door een aantal honden en was zo ongevaarlijk dat hij in de sa lons van voorname families en de spreekkamers van kloosters op bezoek kwam." Na de dood van de leeuw wordt zijn huid be waard bij de familie Ottoboni, die het middelpunt van de ge beurtenissen vormt. Deze huid heeft, op een of an dere magische manier, de dood tengevolge van een reeks perso nen: Paolo Ottoboni, Filippo Ca- lendario, Cattarina, Lord William Brencastle, Ugolino Ottoboni, Be nedetto Badoër, Alexandre de Zschoppe, Bertuccio Ottoboni en Angelo Ottoboni. Het eigenlijke verhaal wordt door de auteur ingeleid met een proloog en afgesloten met een epiloog, waarbij gebruik gemaakt is van het bekende handschrift-procédé: het verhaal heet een nagelaten manuscript te zijn, dat in handen komt van een vriend van Marie-Henri Beyle, een zekere Pierre Duplessys. Vestdijk geeft aan zijn roman de ondertitel „Een Venetiaanse kro niek" mee. Zedenschildering ln zekere zin kan men deze roman een zedenschildering noe men. Venetië is vroeger wel „het bordeel van Europa" genoemd. Het was aan Vestdijk toever trouwd deze benaming tot in de details waar te maken. Een van de best geslaagde episoden vind ik die waarin ge tracht wordt generaal Bona parte door middel van de ma gische huid onschadelijk te ma ken. Angelo Ottoboni stuurt een zekere Isorello op de Corsicaan af. Isorello moet Bonaparte de huid ten geschenke aanbieden, evenals een schilderij waarop de leeuw bij diens leven is afge beeld. Bonaparte aanvaardt het schilderij, maar weigert de huid. Naar aanleiding van S. Vestdijk, De leeuw en zijn huid, uitg. Nijgh Van Ditmar, 's-GravenhageRotterdam, 388 bldz., 18.90. Isorello komt dus van een koude kermis thuis. Hij brengt verslag uit aan zijn opdrachtgever Ange lo. De lezer krijgt zo een kijkje op de jonge Napoleon door de ogen en leest op blz. 31 een passage van een vroegere huisknecht van de familie Ottoboni, later prui kenmaker geworden. Het begrip „genie" is aan deze Venetiaan onbekend. Daarom spreekt hij over Bonaparte als over een „duivel". Napoleon ziet alles, maar toch is zijn blik leeg. Hij draagt geen pruik, en zijn steil, sluik haar hangt recht langs zijn oren naar beneden. Hij springt door de ka mer heen en weer. dicteert, staat aanbieders van verzoekschriften te woord (niet Venetiaans-plech- tig, met een snuifje, maar bliksemsnel), verstaat niets maar begrijpt alles. Iedereen in zijn omgeving voelt zich leeg, finaal leeggezogen. Onduidelijk Juist door de indirecte metho de diede auteur hier toepast, .ziet" de lezer enkele bladzijden lang de jonge Napoleon in actie. Toch heeft het boek als geheel me niet geboeid. Om er doorheen te komen, heb ik de lectuur nu en dan moeten afwisselen met die van andere boeken, waaron der merkwaardigerwijze avontu ren van Tom Poes. waarvan de tekst nu in een typisch Vestdijki- aanse belichting kwam te staan. Soms kreeg ik bijna een indruk r/»»i verwantschap. Maar laat ik liever enkele be zwaren noemen. Mijn hoofdbe zwaar is dat de lezer de figuren en de dingen onduidelijk ziet door het onafgebroken praten van de auteur. Hinderlijk zijn ook de lange zinnen, waarbij men soms de indruk krijgt dat de schrijver aan het begin nog niet weet wat er in die volzin alle maal komt te staan. De zinnen maken herhaaldelijk de indruk van improvisatorisch te zijn op gezet. Typerend voor Vestdijk is ook dat er niets wordt gesteld, of het wordt onmiddellijk in twijfel ge trokken, omgekeerd, halverwege geldig verklaard of in het mid den gelaten. Op deze wijze re censerend, zou men kunnen zeg gen: „Deze roman is geslaagd, of eigenlijk niet geslaagd, misschien ten dele geslaagd indien men het over het begrip „slagen" tot op zekere hoogte voorlopig eens zou kunnen worden". Deze manier van schrijven, waarvoor de Engelsen de term „sophisticated" gebruiken, is be paald vermoeiend. De auteur schijnt er bang voor te zijn om ook maar ergens een bindende uitspraak te doen. Hij schijnt te worden beheerst door de vrees zich ook maar op één punt vast te Niet solide Deze mentale instelling heeft tot gevolg dat het geschreven eindprodukt de indruk maakt van niet compact, niet solide te zijn. Vestdijks romans zijn voor mij grote, gecompliceerde, spin- web-achtige gehelen en zijn we reld heeft voor mij iets spook achtigs. Een eventuele astrolo gische conceptie achter dit boek interesseert me niet, zolang mijn eindindruk niet meer is dan een impressionistische wemeling van figuren, localiteiten. gesprekken, gebeurtenissen, kijkjes en door kijkjes langs de draad van een Halve eeuw tijdsverloop en met een onooglijke leeuwehuid als centraal, onheilszwanger sym bool. Dr. C. RIJNSDORP 'TAL VAN gebeurtenissen vroegen in de afgelopen week de aandacht. De belang rijkste waren wat het buiten land betreft de terechtstelling van Afrikaanse Rhodesiiërs, on danks gratieverlening door ko ningin Elizabeth; de vlucht van de Tsjechische generaal Sejna naar Amerika en de oorlog in Vietnam die niet alleen groot on behagen, maar ook toenemende bezorgdheid brengt. Nog steeds houden de te genstanders van het Vietnambe- leid van president Johnson reke ning met de mogelijkheid, dat taktische atoomwapens ingezet zullen worden, als de Ameri kaanse strijdkrachten in de bele gerde basis Khe Sanh in het nauw worden gedreven. De Noordvietnamezen hebben nog bijna zes weken tijd om te proberen, de Amerikanen onder de voet te lopen. Zo lang regeert de natte moessoen nog. die het de Amerikaanse luchtmacht vaak onmogelijk maakt, steun te ver lenen aan strijdkrachten op de grond. Senaat Onbehagen en bezorgdheid spreken uit de ejs van enkele se natoren, onder wie Johnsons par tijgenoten Rob Kennedy en Wil liam Fulbright, dat de Senaat in een spoeddebat wordt ingelicht over berichten betreffende uit breiding van de Amerikaanse troepenmacht in Vietnam en van de oorlog in dat land tot buiten de grenzen van Zuid-Vietnam. Ongetwijfeld zal in een even tueel debat ook een duidelijke verklaring worden geëist, dat Amerika niet zijn toevlucht zal nemen tot het gebruik van tak tische kernwapens. Op hun Zuidvietnamese bond genoten kunnen de Amerikanen niet steunen. De grootscheepse aanvallen van Vietcong en Noordvietnamezen hebben niet geleid tot eenheid van optreden tegen de gemeenschappelijke vij and. Veeleer waren zij voor de rivaliserende groepen in Saigon aanleiding te trachten de te genstander uit het zadel te wip pen. Een politiek tegenoffensief is niet van de grond gekomen. Het grootste deel van het plat teland is ln handen van de te genstander. Als gevolg hiervan bevinden de Amerikanen zich op hun vaak geïsoleerde en kwetsbare posten in een steeds moeilijker wordende positie Vertild In Amerikaanse militaire krin gen gaat men er nog steeds van uit. dat de Vietcong en de Noord vietnamezen zich vertild hebben aan hun op 30 januari begonnen greep naar de macht, die tot mislukken gedoemd bleek te zijn. Hun verliezen zijn inderdaad zwaar geweest, maar hun aan- valskracht lijkt desondanks niet gebroken te zijn. Bovendien is het psycholo gische resultaat van de verras sende aanvallen op den duur veel belangrijker dan de mate van het militaire succes. Hoe langer de oorlog gaat duren, hoe meer de Amerikanen dit tot hun ver bijstering zullen ervaren. Ook in de campagne voor de presidentsverkiezingen. die dinsdag a.s. in de staat New Hampshire start, speelt de kwestie Vietnam om begrijpe lijke redenen een belangrijke rol. Johnsons partijgenoot Eugene McCarthy hoewel kansloos voor de kandidatuur wil de Democratische partij er van weerhouden, opnieuw met Johnson in zee te gaan. Hij richt zich vrijwel uitsluitend op het Vietnambeleid van de president en wordt daarom wel het gewe ten van de Democratische partij genoemd. Men ziet hem echter ook als mogelijke gangmaker voor sena tor Rob Kennedy, al weigert deze wat de kandidatuur betreft partij te kiezen. Republikeinen In het andere kamp kan de vroegere vice-president Richard Nixon dinsdag in New Hampshi re niet de grote slag slaan, die hij in gedachten had. Er is een nieuwe situatie ontstaan door de aftocht van Romney; de republi keinse gouverneur van de staat Michigan. Nixon krijgt naar alle waarschijnlijkheid een te genstander van groter formaat tegenover zich in Nelson Rocke feller, die als gouverneur van de staat New York en als adviseur van president Eisenhower in in ternationale aangelegenheden een grote reputatie heeft opgebouwd. Rockefeller heeft zich echter nog niet beschikbaar gesteld als een „stop- Nixon- kandidaat". Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen, dat hij niet aan de voorverkiezingen zal deelne men. Het is verklaarbaar, dat Rocke feller deze houding aanneemt In 1960 en 1964 heeft hij tevergeefs geprobeerd, de kandidatuur van de Republikeinse partij in de wacht te slepen. In 1960 sneed Nixon hem de pas af, die daarna verloor van John F. Kennedy. Deze gaf later toe. dat hij verlo ren zou hebben als niet Nixon maar Rockefeller zijn tegenstan der was geweest. In 1964 was Rockefeller de eni ge. die Johnson er van had kun nen weerhouden, nog vier jaar in het Witte Huis te blijven wonen. Goldwater was hem echter te vlug af. Ook zijn privéleven speelde hem toen parten. Wachten Het is om deze redenen, dat Rockefeller er blijkbaar de voor keur aan geeft, te wachten op het ogenblik dat de meerderheid van de Republikeinse conventie- gangers bereid is, Nixon te laten vallen; niet alleen vanwege diens politieke denkbeelden, maar ook en vooral om het feit. dat hij niet geacht kan worden, de presi dentsverkiezingen te winnen. Na zijn nederlaag in 1960 tegen Kennedy mislukte in 1962 zelfs zijn poging, gouverneur te wor den van Californië, de staat waar hij thuishoort. Twee jaar geleden slaagde zijn partijgenoot, de vroegere acteur Ronald. Reagan, daar wel in. Wil een kandidaat van de Re publikeinse partij de presi dentsverkiezingen winnen, dan moet hij in staat zijn, ook een belangrijk deel van de kiezers die gewend zijn op de kandidaat van de Democratische partij te stemmen, achter zich te krijgen. Nixon. die bepaald niet popu lair is in Amerika, kan dat niet. Rockefeller heeft tot driemaal toe bij gouverneursverkiezingen in de staat New York bewezen, dat zijn persoonlijke Doou'ariteit een minderheid in een meerder heid kan omzetten. Bij recente opiniepeilingen is gebleken, dat ook talrijke „demo cratische kiezers" dit jaar hun stem aan Rockefeller willen ge ven. Tegenvaller Nixon weet dit. Het is voor hem een grote tegenvaller, dat Rockefeller weigert, in dit sta dium al de strijd tegen hem aan te binden. De voorverkiezingen, waarin hij niemand tegenover zich vindt behalve de bijna ver geten Harold Stassen (de vroege re gouverneur van Minnesota) hebben nu hun waarde verloren. Hij moet het nu meer dan ooit hebben van de partij- organisa ties in de verschillende staten. Slaagt hij er in, voldoende toe zeggingen te krijgen (daarbij ge holpen door zijn talrijke conser vatieve vrienden), dan kan Roc kefeller zijn presidentiële aspira ties wel vergeten. Afgewacht dient te worden, of de Republikeinen (zoals in 1952) een kandidaat kiezen, die kan winnen, of dat zij (als in 1960 en 1964) zo weinig werkelijkheidszin hebhen, dat een kandidaat de voorkeur krijgt, die de reputatie heeft, een verliezer en een slecht staatsman te zijn- Zeven dingen verder DE KEUKENHOF en de Linnaeushof en trouwens de hele bollenstreek kondi gen hun ontwaken aan, er staat een stevige bries en het kwik kruipt wat hoger: 't is weer helemaal maart. En het stormt ook buiten de natuur geducht. In de binnenlandse politiek bijvoorbeeld is het gerucht om de radicalen nog nauwelijks ge luwd. Bogaers en de zijnen rich ten de partij Radicalen op, de niet, het KVP-jongerenbestuur ligt uit elkaar. Overigens blijft het op hei Binnenhof kalm: een wetsvoor stel dat de arbeiders aanspraak op loon geeft bij bedrijfsmoei- lijkheden, een waarschuwing dat er straks geen werk genoeg is voor al die kleuterleidsters, me juffrouw Goudsmits sympathieke maar vergeefse poging om de Groningers naar de stembus te krijgen, en de aankondiging dat er nu toch een besluit komt over de spelling. Des te roeriger is het buiten het Binnenhof. Opnieuw een zware brand, die bij Sikkens' lakfabriek in Sassenheim voor vele miljoenen guldens schade aanrichtte. De herberg De Gou den Leeuw in Hoornaar ver woest, drie doden bij het stran den van een Groningse kust vaarder bij Knokke, drie doden op een Rotterdams schip bij storm in een Libische haven, het gezinsdrama in Roosendaal, hel abortusdrama in Delft, de vele verkeersdoden in Zeeland. Links en rechts roeren zich ook: de bommenterreur op am bassades van Spanje, Portugal en Griekenland in Den Haag, de steeds openlijker „Johnson-oor- logsmisdadiger"-actie onder hoogleraren, studenten en bur gers. een berisping van minister Polak over deze belediging, een pro-Amerika-actie van het comi té Nederland Vrij. Stormachtig gaat het ook toe op de valutamarkt. Het pond is goedkoper dan ooit; de dollar heeft het zwaar te verduren. De betalingsbalans 1967 blijkt 555 miljoen tegen te vallen. De werk loosheid schijnt zich te hebben gestabiliseerd; hier en daar in liet westen overtreft de vraag het aanbod weer. De Shell boekt ;en 12 V« procent hogere winst. De regering wil wel een garan- ie geven voor een werf voor mammoetschepen in het Nieuwe Waterweggebied, maar dan moet er liefst één werf komen en geen twee. De Sitos krijgt een leve- •ingsplicht van brood aan De Gruyter opgelegd, en wel tegen de lagere prijs. De Noordzeecon- cessies zijn praktisch verleend en de run op gas en olie kan beginnen. Beroering wekt de executie van negers in Rhodesië ondanks de gratieverlening door de Britse vorstin; Londen gewaagt van een motrd. Generaal Jan Sejna wijkt uit naar de Verenigde Staten en wekt daarmee onrust in Praag, waar hij de ex-partij lei der No- votny had gesteund. De Duitse bondspresident Lüb- ke herinnert zich niet veel meer van zijn bouwactiviteiten in oor logstijd en treedt in ieder geval niet af. Nasser geeft toe dat Amerika Israël niet geholpen heeft in de junioorlog, maar blijft Israël bedreigen met te genactie. In Amerika groeit onbehagen over de mogelijke uitbreiding van de oorlog in Vietnam, waar de Vietcong nieuwe zware aan vallen doet. Nederlandse kerken roepen opnieuw tot vrede in Vietnam. En om in rustiger vaarwater te eindigen de Gereformeerde synode stelt in principe alle ambten voor de vrouw open. Deze week gezegd: „Ik houd niet erg van de woorden conservatief en pro gressief, want het drukt de be treffende mensen naar de extre men toe. Ik realiseer me dat ze bestaan, maar Ik ben het er niet mee eena." (Prinses Irene) Wedren-in-radicaliteit In de politiek kan je blijk baar alleen maar écht progres sief zijn voorzover je je on derscheidt van de rest. Niet alleen van conservatief, maar ook van minder-progressief. Het is gewoon een kwestie van opschuiven. De politieke markt raakt oververzadigd van voor uitstrevendheid. Het han delsmerk van links dreigt te vervagen door de sluwe mani pulaties van de concurrentie, niet niet links wil heten, maar wel ontzettend veel begrip heeft voor de wensen van links. Dat is het begin. Later volgt dan de erkenning, dat de verlangens van links een uiterst waardevolle „inbreng" betekenen en een „integrerend bestanddeel" van de partij- koers kunnen gaan vormen. Nog een stap verder, en alle onderscheid is zoek. Dan wordt het voor links weer tijd de puntjes op de rode i te zetten De eigen identiteit moet tenslotte gehandhaafd blijven. Radicaal-zijn in een confes sionele partij is alleen interes sant als die partij het niet is. Zodra ze het wordt, of aanstalten maakt het te wor den, is voor de pur sang-radi- calen de lol eraf. Als Schmel- zer zich „consequent-voor- uitstrevend" gaat opstellen en de Achttien een progressief rapport over inkomens- en vermogenspoli tiek op tafel leggen, verbleekt het pio niersaureool rond Aarden en Bogaers. De heren wanen zich slachtoffer van louche ma noeuvres met geen ander doel dan het in te kapselen en monddood te maken. Dus schuiven ze op naar superra dicaal en als dat niet geslikt wordt, schuiven ze uit. De eenheid is kapot, maar het on derscheid met de pseudo-radi- cale CDU-meute gered. En daar ging het om. Een kettingreactie is het ge volg. Door het opschuiven- van de Bogaers-radicalen voelt de PSP zich in haar identiteit be dreigd en doet daarom een stapje in de richting van ex- treem-links, daarmee tevens het onderscheid accentuerend met de verburgerlijkte PvdA, die terwille van het samen werkingsverband met Aarden c.s. bereid is alle soorten wa ter in haar wijn te doen. Lankhorst vond in de Kamer het debuut van de vrijge- maakt-radicalen maar zo-zo. Waar staat de nieuwe partij? Is ze voor of tegen de NAVO? Zijn het geen salonradicalen, nauwelijks serieuzer te nemen dan de „limonade-radicalen" Westerterp, Mommersteeg en Cals? En Lankhorst's partijge noot Boetes liet in de Senaat per plakkaat („Johnson oor logsmisdadiger") "weten, dat vergeleken bij zijn flinkheid de moed van Aarden en Bo gaers geen naam mag hebben. Kneed bommen Links van de PSP wordt het nu helemaal moeilijk. Als links extreem-links wordt, schuift uiterst-extreem-links op naar revolutionair en anar chistisch. Johnson betichten van moord en oorlogsmisda den is geen opvallende daad meer. Je bevindt je daarmee in het toch wat compromitte rende gezelschap van hoogle raren in de ethiek, senatoren en andere symbolen van het establishment. Forsere midde len zijn nodig om de concur rentie van andere progressie ve flinkerds te overtroeven. Op uitnodiging van een paar purperrode studenten- clubs kwam Rudi Dutschke naar Amsterdam om er een zaal vol mini-Boekanins en imitatie-Lenins tot hysterisch enthousiasme te brengen met zinnen als: „Duitse fascisten waren al vaak genoeg in Ne derland. Ik ben blij nu hier te zijn als Duits sociaal-revoluti onair en de lange rij Duitse fascisten van Himmler tot en met Claus von Amsberg te kunnen aflossen" ASVA-voorzitter Peter Cohen sloot de Dutschke-meeting af met de mededeling: „In maart begint een actie over geheel Europa, vooral tegen de Ame rikaanse ambassades, onder de leuze: Vietcong tot in het Pentagon". Anderhalve week later ont ploften de kneedbommen. Ui- terst-extreem-lijks had z'n visitekaartje afgegeven. „Vrij Nederland", het blad dat in de race naar het zenith van radi caliteit geen millimeter wil achterblijven. praatte de aanslagen natuurlijk goed; „Wat betekent tegen deze ach tergrond (Vietnam. rechtse dictatuur, verzeikte maat schappij - Pr.) het werpen van een bom naar één van de ambassades van bovenge noemde landen anders dan een goede daad voor die jon geren die de machteloosheid van een democratisch protest allang beseffen en de hoop hebben verloren in een oudere generatie die niets anders doet dan geweld en onrecht met haar gezag dekken?" Samenzwering Zijn verschijnselen als de straatguerrilla tegen de oorlog in Vietnam, het Dutschkisme in West-Berlijn, de vernieti ging van diplomatieke puien in Den Haag en de activiteiten van de mysterieuze 1 mei-groep het resultaat van een wereldomvattende com munistische samenzwering, geleid en betaald door Moskou of, wie weet, Peking? De voor Franco gevluchte Spaanse oud-minister Salvador De Ma- dariaga suggereerde dat on langs in „Het Parool", maar ik geloof niet dat hij gelijk heeft. Natuurlijk beleven Moskou en Peking het grootste plezier aan de ontreddering, die de oorlog in Vietnam in het Westen teweegbrengt. Maar dat plezier is niet onverdeeld. De communisten beseffen heel goed, dat de extreme linksheid die zich in Berlijn, Amsterdam, Berkeley en Ko penhagen manifesteert, voor namelijk een liefhebberij is van geëngageerde intellectue len, die de steun van de arbei dersmassa moeten missen. Nog maar net van stoffelijke ellende bevrijd en eindelijk volop genietend van de vruch ten van de burgerlijk-kapita listische welvaartsstaat, pie keren de arbeiders er niet over hun materiële verwor venheden in de waagschaal te stellen terwille van de idealen van de rode intelligentsia Dutschke strijkt de West-Ber- lijnse arbeiders tegen alle ha ren in, prikkelt ze zelfs tot tegendemonstraties voor Ame rika. Dat kan de communisten, die altijd op de arbeidersklas se zullen blijven gokken, na tuurlijk nooit welgevallig zijn. Als in het Westen ex treem-links de arbeiders van links vervreemdt, kist het ge organiseerde communisme voor gematigd-links. Dat is een kwestie van incidentele tactiek. Het verschijnsel openbaart zich vermoedelijk nergens zo duidelijk als in Nederland. De CPN houdt zich zorgvuldig buiten de algemene wed ren-in-radicaliteit, omdat ze weet dat dat geen zaak van de arbeiders is. Ze kiest voor ho ger loon en meer werk, nie voor Che Guevara en zijn hel dendaden, die de kiezers in Finsterwolde een zorg zullen zijn. De CPN laat zich niet door de PSP opjagen, en nog minder door Amsterdamse Cubanen-met-anarchistische- complexen. Dat is allemaal in tellectuele Spielerei, waar geen arbeider wat voor koopt. „Geref. Bibeb" Vergeleken bij Nieuw-Links is Marcus Bakker inderdaad gematigd-links. Dat blijkt dui delijk uit een interview, dat drs. G. Puchinger („de gere formeerde Bibeb") kortgele den met 'm had. Bakker rea geert daar kribbig op uitlatin gen van NL-leider Han Lam- mers in een discussie met Thijs Booy. Booy: „Er mag toch ergens nog wel een klein rijkje van ons zelf zijn. waar we eigen bezit houden?". Lammers: „Ik ben voor het onteigenen van alle grond en huizenbezit". Lammers wil dus de staat het recht geven alle privébezit. alle extrabezit, te onteigenen. Commentaar van Marcus| Bakker: „Nou, dat is met na me geen marxisme, maar een absurditeit. Het gaat daar tenslotte over een buiten huisje. Lammers komt dan aansjouwen met de woningel lende aan de Lauriergracht, om te zeggen dan die man zijn bungalow kwijt moet. Dat vind ik nou gevaarlijke onzin. Dat soort opvattingen jaagt de mensen nu juist weg van het socialisme. Want daar gaat het socialisme helemaal niet om. Het socialisme gaat het populair gezegd niet om persoonlijk bezit, maar om onpersoonlijk bezit, om het feit dat een kleine groep mensen een enorme econo mische machtspositie in han den hebben, waarmee ze over het lot van hele gemeenschap pen, ja over het zijn of niet zijn van het hele volk, kunnen beslissen". De machtsposities wil het socialisme in bezit en onder controle van de gemeenschap brengen. Wat Marcus Bakker betreft „mag Thijs Booy zijn bungalow houden, en de win kelier op de hoek zijn zaak, de boer zijn boerderij, en u uw boeken. Ja. om van die boeken maar niet te spreken, want ook mij moeten ze niet ■ran m'n boeken komen...". J. Prilleviti I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 14