De leeuw en zijn huid
I
OPINIE
Kanttekening
Vietnam en de Amerikaanse
presidentsverkiezingen
MAART ROERT ZIJN STAART
ZATERDAG 9 MAART 19(
T^EN prestatie, om te begin-
■Li nen al fysiek: een boek
van 388 tamelijk dichtbe
drukte bladzijden te schrij
ven in de tijd van twee
maanden, nu alweer twee
jaar geleden: februari en
maart 1966. Dat betekent ge
middeld ruim zes bladzijden
1 per dag, zo ongeveer 2300
woorden. En dat over een ge-
Systeem en systeem
ftNZB WERELD het Is nu wel bekend is een wereld-
in-beweging geworden. Er is veel gaande. Er is'ook wel
wat komende. Er is echter voorlopig nog méér gaénde. Veel
wat niet bereid is vrijwillig te gaan wordt uitgedreven of
ln elk geval onder zware druk gezet.
We merken het op allerlei wijzen. We zeggen dat de wereld
op drift is geraakt na van de ankers te zijn losgeslagen.
We spreken van een herwaardering waarmee velen bezig
sijn. wat voorshands hierop neerkomt dat overgeleverde
waarden worden losgelaten.
Tal van waarden waarvan wij als vaststaande plachten uit
te gaan blijken zich opnieuw waar te moeten maken. Het
waardekarakter ervan wordt niet zonder meer aanvaard,
wordt Integendeel aangevochten en bestreden.
Er is een aftasten van de grenzen, wetten worden beproefd,
er wordt gewaagd van tegenstellingen tussen wet en geweten,
taboes zijn er alleen nog om te worden opgeruimd, kortom
het Is een beeld van om zich heen grijpende verwarring.
\-fET NAME komt het ook neer op een tot vraag maken
van wat wij „het systeem" plegen te noemen de
overgeleverde gevestigde orde, In het Engelse taalgebruik
bekend als de „establishment".
Juist als overgeleverd systeem prikkelt die „establishment"
met name een deel van de intellectuele opgroeiende jeugd
tot het bestrijden ervan.
Door het wegvallen dan van de bestaande, beschermende
waarden neemt deze bestrijding soms een dermate heftig
karakter aan, dat zonder meer gesproken wordt van rebellie
of van revolutie. Revolutie betekent omwenteling, en niet
ontkend kan worden dat een omwenteling in het denken
van heel velen aan de gang is.
Nu meen ik dat men al dadelijk onbillijk is tegenover deze
opkomende generatie wanneer men haar zonder meer be
schuldigt van een negatieve levensinstelling.
"FR ZAL natuurlijk wel negatiefs in schuilen, want zonder-
meer-negatieven zijn er altijd geweest. Maar er zit
in hun houding tegelijk vaak hoe vreemd het sommigen
ln de oren moge klinken een belangrijk brok besef van
verantwoordelijkheid.
Zij weten zich de mensen van de wereld van morgen. Zij
weten ook van fouten die ln en door de bestaande wereld
zijn gemaakt. Zij weten van gevoerde oorlogen en van
andere menselijke tekortkomingen. Zij weten óók van de
enorme taken waarvoor de wereld staat en zij vragen zich
af of het bestaande systeem en de bestaande kaders daar
tegen ztJn opgewassen. ZU hebben daaromtrent twijfels.
Laten we ook niet vergeten dat deze komende generatie
een geïnformeerde generatie is. Zt) weten véél, ook van
problemen waar vorige generaties niet konden uitkomen.
En wanneer ze in de wereld van vandaag staat, Is dat ge
woonlijk met de onbevangenheid van een jeugd, die ons
ln andere situaties placht te vertederen, maar die ons nü
pleegt te treffen door haar scherp kritische zin.
Kritisch is een belangrijk deel van de nieuwere Jeugd.
Kritiek betekent, dat men weet te scheiden en te onder
scheiden. dat men erop uit is, door de dingen heen te zien.
Welnu, daarvoor biedt onze tijd de gelegenheid. Wanneer
wij Ingelicht zijn, dan Is dat omdat de dingen open zijn
komen te liggen. Onze wereld Is een open wereld geworden,
openliggend óók voor de kritiek, open óók voor een kritiek
die ons scherp en zelfs onbarmhartig kan toeschijnen.
f^NDER de ouderen zien niet weinigen deze situatie met
bezorgdheid aan en onder hen zijn er die, nu alles op
drift lijkt te geraken, de neiging hebben des te meer aan
het bestaande vast te houden. Wat dan op zijn beurt degenen
die op verandering en vernieuwing uit zijn weer des te meer
prikkelt.
Waarop het nu, dunkt mij, aankomt, Is met een bezonnen
wijsheid in deze tijd te staan. Helaas biedt de onstuimige
vaart waarmede zovele zaken zich voltrekken daartoe on
voldoende gelegenheid. Toch zal het noodzakelijk zijn.
Welnu, dan zal men bijvoorbeeld moeten erkennen, behalve
de waarde óók de betrekkelijkheid van wat wij gewoon zijn
te verstaan onder „het systeem". Van dat systeem behoeft
men, om zo te zeggen, ln feite niet opnieuw en werkelijk
een systeem te maken, want anders verleidt men de ander
alleen maar om op zijn beurt een systeem te maken
van zijn aanvallen op het systeem.
JN een dynamische t(jd als de onze heeft men het des te
spoediger begrepen op wat alleen maar indruk maakt
statisch te zijn. Te bedenken ware dan, dat verandering-als-
zodanlg geen betekenis heeft, maar dat onveranderlijkheid-
als-zodanig evenmin een verdienste Is.
Het is nu mijn indruk, dat in onze tijd de verandering ge
makkelijk het argwaan oproept van wie hechten aan een
vasthouden van het zijnde, en dat omgekeerd wie de be
tekenis van het bestaande onderstrepen reeds daardoor de
vernieuwers tot argwaan prikkelen.
Het zal er echter op neer moeten komen, dat we geraken
tot een hèrinventarisering van het leven, dat tenslotte het
gemeenschappelijke leven van al de generaties die van
daag nog vreemd, indien niet vijandig, tegenover elkaar
lijken te staan, maar die eikaar intussen voor een deel over
lappen.
Er liggen hier wellicht taken voor het onderwijs, ook in
de onderliggende regionen, en niet uitgesloten lijkt het me.
dat het onderwijs in deze tot dusver onvoldoende heeft ge
daan wat het behoorde te doen.
TJET is heel wel mogelijk, dat ons onderwijs langzamer
hand zozeer is ingesteld geraakt op de verschaffing
van feitelijke kennis, dat het bijbrengen van. misschien
wat abstractere maar toch niet minder wezenlijke, waarden
erbjj is Ingeschoten.
De situatie immers van het ogenblik leert wel, dat het
bestaan van die waarden die uiteraard ook steeds op
het waardekarakter behoren te worden getoetst tegen
woordig niet meer in de mate als voorheen zonder meer
wordt aanvaard. Zo is het nu eenmaal, of men het betreurt
of niet.
Dat het bij dit alles om belangrijke zaken gaat, laat zich
verstaan. Het gaat tenslotte niet om enig „systeem", maar
om de waarden zélf in het leven, en het blijft noodzakelijk
zich te vergewissen of en ln hoever beide systeem en
waarden met elkaar In harmonie zijn.
Het probleem van vandaag Is. dat ook bij zovele kritisch
ingestelden het juiste kritische inzicht ten deze ontbreekt.
Wat dan dus de vraag doet stellen, of dit mogelijk op onder
wijs of opvoeding is terug te voeren.
Want de komende generatie staat, hoe agressief zij zich
soms moge gedragen, des te weerlozer in het leven naarmate
wij haar minder instrueren en geestelijk instrumenteren.
Daarvan zouden we dan, zogezegd, meer een systeem kun
nen gaan maken.
DIEMER
geven, dat zich afspeelt tegen
de achtergrond van een hal
ve eeuw Venetiaanse geschie
denis, van 1762 tot 1815.
Dte geschiedenis moet dus be
kend zijn: politiek, topografisch,
wat de regerende families be
treft, wat de heersende zeden
aangaat, psychologisch ook in zo
ver aan de Venetianen een eigen
mentaliteit kan worden toege
dicht. De auteur moet de
beschikking heben over een be
hoorlijk aantal kijkjes op de la-
gunenstad, bij dag en nacht, bui
ten- en binnenshuis, literaire di
a's om zo te zeggen. En wat aan
de verbeelding ontsproten is,
moet toch waarschijnlijk aan
doen en de (in dit geval histo
rische) realiteit tot achtergrond
of uitgangspunt hebben.
Nonchalant
Vestdijk beschikt over de gave
om zowel in zijn romans als in
zijn essays de gegevens van zijn
voorstudie of lectuur nonchalant,
langs zijn neus weg, te ventile
ren. Dit gaat hem te gemakke
lijker af, omdat hij zijn histo
rische stoffen zo kiest, dat daar
bij het verbeeldingselement ta
melijk vrij spel heeft.
In deze roman gaat het over
een makke leeuw, waarvan histo
risch schijnt vast te staan dat hij
tijdens het carnaval in Venetië
op het Piazza di San Marco ver
toond werd. „Hij werd bewaakt
door een aantal honden en was
zo ongevaarlijk dat hij in de sa
lons van voorname families en de
spreekkamers van kloosters op
bezoek kwam." Na de dood van
de leeuw wordt zijn huid be
waard bij de familie Ottoboni,
die het middelpunt van de ge
beurtenissen vormt.
Deze huid heeft, op een of an
dere magische manier, de dood
tengevolge van een reeks perso
nen: Paolo Ottoboni, Filippo Ca-
lendario, Cattarina, Lord William
Brencastle, Ugolino Ottoboni, Be
nedetto Badoër, Alexandre de
Zschoppe, Bertuccio Ottoboni en
Angelo Ottoboni.
Het eigenlijke verhaal wordt
door de auteur ingeleid met een
proloog en afgesloten met een
epiloog, waarbij gebruik gemaakt
is van het bekende
handschrift-procédé: het verhaal
heet een nagelaten manuscript te
zijn, dat in handen komt van een
vriend van Marie-Henri Beyle,
een zekere Pierre Duplessys.
Vestdijk geeft aan zijn roman de
ondertitel „Een Venetiaanse kro
niek" mee.
Zedenschildering
ln zekere zin kan men deze
roman een zedenschildering noe
men. Venetië is vroeger wel „het
bordeel van Europa" genoemd.
Het was aan Vestdijk toever
trouwd deze benaming tot in de
details waar te maken.
Een van de best geslaagde
episoden vind ik die waarin ge
tracht wordt generaal Bona
parte door middel van de ma
gische huid onschadelijk te ma
ken. Angelo Ottoboni stuurt een
zekere Isorello op de Corsicaan
af. Isorello moet Bonaparte de
huid ten geschenke aanbieden,
evenals een schilderij waarop de
leeuw bij diens leven is afge
beeld. Bonaparte aanvaardt het
schilderij, maar weigert de huid.
Naar aanleiding van S. Vestdijk, De leeuw en zijn huid,
uitg. Nijgh Van Ditmar, 's-GravenhageRotterdam, 388
bldz., 18.90.
Isorello komt dus van een koude
kermis thuis. Hij brengt verslag
uit aan zijn opdrachtgever Ange
lo.
De lezer krijgt zo een kijkje op
de jonge Napoleon door de ogen
en leest op blz. 31 een passage
van een vroegere huisknecht van
de familie Ottoboni, later prui
kenmaker geworden. Het begrip
„genie" is aan deze Venetiaan
onbekend. Daarom spreekt hij
over Bonaparte als over een
„duivel".
Napoleon ziet alles, maar toch
is zijn blik leeg. Hij draagt geen
pruik, en zijn steil, sluik haar
hangt recht langs zijn oren naar
beneden. Hij springt door de ka
mer heen en weer. dicteert, staat
aanbieders van verzoekschriften
te woord (niet Venetiaans-plech-
tig, met een snuifje, maar
bliksemsnel), verstaat niets maar
begrijpt alles. Iedereen in zijn
omgeving voelt zich leeg, finaal
leeggezogen.
Onduidelijk
Juist door de indirecte metho
de diede auteur hier toepast,
.ziet" de lezer enkele bladzijden
lang de jonge Napoleon in actie.
Toch heeft het boek als geheel
me niet geboeid. Om er doorheen
te komen, heb ik de lectuur nu
en dan moeten afwisselen met
die van andere boeken, waaron
der merkwaardigerwijze avontu
ren van Tom Poes. waarvan de
tekst nu in een typisch Vestdijki-
aanse belichting kwam te staan.
Soms kreeg ik bijna een indruk
r/»»i verwantschap.
Maar laat ik liever enkele be
zwaren noemen. Mijn hoofdbe
zwaar is dat de lezer de figuren
en de dingen onduidelijk ziet
door het onafgebroken praten
van de auteur. Hinderlijk zijn
ook de lange zinnen, waarbij
men soms de indruk krijgt dat de
schrijver aan het begin nog niet
weet wat er in die volzin alle
maal komt te staan. De zinnen
maken herhaaldelijk de indruk
van improvisatorisch te zijn op
gezet.
Typerend voor Vestdijk is ook
dat er niets wordt gesteld, of het
wordt onmiddellijk in twijfel ge
trokken, omgekeerd, halverwege
geldig verklaard of in het mid
den gelaten. Op deze wijze re
censerend, zou men kunnen zeg
gen: „Deze roman is geslaagd, of
eigenlijk niet geslaagd, misschien
ten dele geslaagd indien men het
over het begrip „slagen" tot op
zekere hoogte voorlopig eens zou
kunnen worden".
Deze manier van schrijven,
waarvoor de Engelsen de term
„sophisticated" gebruiken, is be
paald vermoeiend. De auteur
schijnt er bang voor te zijn om
ook maar ergens een bindende
uitspraak te doen. Hij schijnt te
worden beheerst door de vrees
zich ook maar op één punt vast te
Niet solide
Deze mentale instelling heeft
tot gevolg dat het geschreven
eindprodukt de indruk maakt
van niet compact, niet solide te
zijn. Vestdijks romans zijn voor
mij grote, gecompliceerde, spin-
web-achtige gehelen en zijn we
reld heeft voor mij iets spook
achtigs. Een eventuele astrolo
gische conceptie achter dit boek
interesseert me niet, zolang mijn
eindindruk niet meer is dan een
impressionistische wemeling van
figuren, localiteiten. gesprekken,
gebeurtenissen, kijkjes en door
kijkjes langs de draad van een
Halve eeuw tijdsverloop en met
een onooglijke leeuwehuid als
centraal, onheilszwanger sym
bool.
Dr. C. RIJNSDORP
'TAL VAN gebeurtenissen
vroegen in de afgelopen
week de aandacht. De belang
rijkste waren wat het buiten
land betreft de terechtstelling
van Afrikaanse Rhodesiiërs, on
danks gratieverlening door ko
ningin Elizabeth; de vlucht van
de Tsjechische generaal Sejna
naar Amerika en de oorlog in
Vietnam die niet alleen groot on
behagen, maar ook toenemende
bezorgdheid brengt.
Nog steeds houden de te
genstanders van het Vietnambe-
leid van president Johnson reke
ning met de mogelijkheid, dat
taktische atoomwapens ingezet
zullen worden, als de Ameri
kaanse strijdkrachten in de bele
gerde basis Khe Sanh in het
nauw worden gedreven.
De Noordvietnamezen hebben
nog bijna zes weken tijd om te
proberen, de Amerikanen onder
de voet te lopen. Zo lang regeert
de natte moessoen nog. die het de
Amerikaanse luchtmacht vaak
onmogelijk maakt, steun te ver
lenen aan strijdkrachten op de
grond.
Senaat
Onbehagen en bezorgdheid
spreken uit de ejs van enkele se
natoren, onder wie Johnsons par
tijgenoten Rob Kennedy en Wil
liam Fulbright, dat de Senaat in
een spoeddebat wordt ingelicht
over berichten betreffende uit
breiding van de Amerikaanse
troepenmacht in Vietnam en van
de oorlog in dat land tot buiten
de grenzen van Zuid-Vietnam.
Ongetwijfeld zal in een even
tueel debat ook een duidelijke
verklaring worden geëist, dat
Amerika niet zijn toevlucht zal
nemen tot het gebruik van tak
tische kernwapens.
Op hun Zuidvietnamese bond
genoten kunnen de Amerikanen
niet steunen. De grootscheepse
aanvallen van Vietcong en
Noordvietnamezen hebben niet
geleid tot eenheid van optreden
tegen de gemeenschappelijke vij
and. Veeleer waren zij voor de
rivaliserende groepen in Saigon
aanleiding te trachten de te
genstander uit het zadel te wip
pen. Een politiek tegenoffensief
is niet van de grond gekomen.
Het grootste deel van het plat
teland is ln handen van de te
genstander. Als gevolg hiervan
bevinden de Amerikanen zich op
hun vaak geïsoleerde en
kwetsbare posten in een steeds
moeilijker wordende positie
Vertild
In Amerikaanse militaire krin
gen gaat men er nog steeds van
uit. dat de Vietcong en de Noord
vietnamezen zich vertild hebben
aan hun op 30 januari begonnen
greep naar de macht, die tot
mislukken gedoemd bleek te zijn.
Hun verliezen zijn inderdaad
zwaar geweest, maar hun aan-
valskracht lijkt desondanks niet
gebroken te zijn.
Bovendien is het psycholo
gische resultaat van de verras
sende aanvallen op den duur veel
belangrijker dan de mate van het
militaire succes. Hoe langer de
oorlog gaat duren, hoe meer de
Amerikanen dit tot hun ver
bijstering zullen ervaren.
Ook in de campagne voor de
presidentsverkiezingen. die
dinsdag a.s. in de staat New
Hampshire start, speelt de
kwestie Vietnam om begrijpe
lijke redenen een belangrijke rol.
Johnsons partijgenoot Eugene
McCarthy hoewel kansloos
voor de kandidatuur wil de
Democratische partij er van
weerhouden, opnieuw met
Johnson in zee te gaan. Hij richt
zich vrijwel uitsluitend op het
Vietnambeleid van de president
en wordt daarom wel het gewe
ten van de Democratische partij
genoemd.
Men ziet hem echter ook als
mogelijke gangmaker voor sena
tor Rob Kennedy, al weigert deze
wat de kandidatuur betreft partij
te kiezen.
Republikeinen
In het andere kamp kan de
vroegere vice-president Richard
Nixon dinsdag in New Hampshi
re niet de grote slag slaan, die
hij in gedachten had. Er is een
nieuwe situatie ontstaan door de
aftocht van Romney; de republi
keinse gouverneur van de staat
Michigan. Nixon krijgt naar alle
waarschijnlijkheid een te
genstander van groter formaat
tegenover zich in Nelson Rocke
feller, die als gouverneur van de
staat New York en als adviseur
van president Eisenhower in in
ternationale aangelegenheden een
grote reputatie heeft opgebouwd.
Rockefeller heeft zich echter
nog niet beschikbaar gesteld als
een „stop- Nixon- kandidaat".
Het ligt dan ook in de lijn der
verwachtingen, dat hij niet aan
de voorverkiezingen zal deelne
men.
Het is verklaarbaar, dat Rocke
feller deze houding aanneemt In
1960 en 1964 heeft hij tevergeefs
geprobeerd, de kandidatuur van
de Republikeinse partij in de
wacht te slepen. In 1960 sneed
Nixon hem de pas af, die daarna
verloor van John F. Kennedy.
Deze gaf later toe. dat hij verlo
ren zou hebben als niet Nixon
maar Rockefeller zijn tegenstan
der was geweest.
In 1964 was Rockefeller de eni
ge. die Johnson er van had kun
nen weerhouden, nog vier jaar in
het Witte Huis te blijven wonen.
Goldwater was hem echter te
vlug af. Ook zijn privéleven
speelde hem toen parten.
Wachten
Het is om deze redenen, dat
Rockefeller er blijkbaar de voor
keur aan geeft, te wachten op
het ogenblik dat de meerderheid
van de Republikeinse conventie-
gangers bereid is, Nixon te laten
vallen; niet alleen vanwege diens
politieke denkbeelden, maar ook
en vooral om het feit. dat hij niet
geacht kan worden, de presi
dentsverkiezingen te winnen.
Na zijn nederlaag in 1960 tegen
Kennedy mislukte in 1962 zelfs
zijn poging, gouverneur te wor
den van Californië, de staat waar
hij thuishoort. Twee jaar geleden
slaagde zijn partijgenoot, de
vroegere acteur Ronald. Reagan,
daar wel in.
Wil een kandidaat van de Re
publikeinse partij de presi
dentsverkiezingen winnen, dan
moet hij in staat zijn, ook een
belangrijk deel van de kiezers
die gewend zijn op de kandidaat
van de Democratische partij te
stemmen, achter zich te krijgen.
Nixon. die bepaald niet popu
lair is in Amerika, kan dat niet.
Rockefeller heeft tot driemaal
toe bij gouverneursverkiezingen
in de staat New York bewezen,
dat zijn persoonlijke Doou'ariteit
een minderheid in een meerder
heid kan omzetten.
Bij recente opiniepeilingen is
gebleken, dat ook talrijke „demo
cratische kiezers" dit jaar hun
stem aan Rockefeller willen ge
ven.
Tegenvaller
Nixon weet dit. Het is voor
hem een grote tegenvaller, dat
Rockefeller weigert, in dit sta
dium al de strijd tegen hem aan
te binden. De voorverkiezingen,
waarin hij niemand tegenover
zich vindt behalve de bijna ver
geten Harold Stassen (de vroege
re gouverneur van Minnesota)
hebben nu hun waarde verloren.
Hij moet het nu meer dan ooit
hebben van de partij- organisa
ties in de verschillende staten.
Slaagt hij er in, voldoende toe
zeggingen te krijgen (daarbij ge
holpen door zijn talrijke conser
vatieve vrienden), dan kan Roc
kefeller zijn presidentiële aspira
ties wel vergeten.
Afgewacht dient te worden, of
de Republikeinen (zoals in 1952)
een kandidaat kiezen, die kan
winnen, of dat zij (als in 1960 en
1964) zo weinig werkelijkheidszin
hebhen, dat een kandidaat de
voorkeur krijgt, die de reputatie
heeft, een verliezer en een slecht
staatsman te zijn-
Zeven dingen verder
DE KEUKENHOF en de
Linnaeushof en trouwens
de hele bollenstreek kondi
gen hun ontwaken aan, er
staat een stevige bries en het
kwik kruipt wat hoger: 't is
weer helemaal maart. En het
stormt ook buiten de natuur
geducht.
In de binnenlandse politiek
bijvoorbeeld is het gerucht om
de radicalen nog nauwelijks ge
luwd. Bogaers en de zijnen rich
ten de partij Radicalen op, de
niet, het KVP-jongerenbestuur
ligt uit elkaar.
Overigens blijft het op hei
Binnenhof kalm: een wetsvoor
stel dat de arbeiders aanspraak
op loon geeft bij bedrijfsmoei-
lijkheden, een waarschuwing dat
er straks geen werk genoeg is
voor al die kleuterleidsters, me
juffrouw Goudsmits sympathieke
maar vergeefse poging om de
Groningers naar de stembus te
krijgen, en de aankondiging dat
er nu toch een besluit komt over
de spelling.
Des te roeriger is het buiten
het Binnenhof. Opnieuw een
zware brand, die bij Sikkens'
lakfabriek in Sassenheim voor
vele miljoenen guldens schade
aanrichtte. De herberg De Gou
den Leeuw in Hoornaar ver
woest, drie doden bij het stran
den van een Groningse kust
vaarder bij Knokke, drie doden
op een Rotterdams schip bij
storm in een Libische haven, het
gezinsdrama in Roosendaal, hel
abortusdrama in Delft, de vele
verkeersdoden in Zeeland.
Links en rechts roeren zich
ook: de bommenterreur op am
bassades van Spanje, Portugal en
Griekenland in Den Haag, de
steeds openlijker „Johnson-oor-
logsmisdadiger"-actie onder
hoogleraren, studenten en bur
gers. een berisping van minister
Polak over deze belediging, een
pro-Amerika-actie van het comi
té Nederland Vrij.
Stormachtig gaat het ook toe
op de valutamarkt. Het pond is
goedkoper dan ooit; de dollar
heeft het zwaar te verduren. De
betalingsbalans 1967 blijkt 555
miljoen tegen te vallen. De werk
loosheid schijnt zich te hebben
gestabiliseerd; hier en daar in
liet westen overtreft de vraag
het aanbod weer. De Shell boekt
;en 12 V« procent hogere winst.
De regering wil wel een garan-
ie geven voor een werf voor
mammoetschepen in het Nieuwe
Waterweggebied, maar dan moet
er liefst één werf komen en geen
twee. De Sitos krijgt een leve-
•ingsplicht van brood aan De
Gruyter opgelegd, en wel tegen
de lagere prijs. De Noordzeecon-
cessies zijn praktisch verleend
en de run op gas en olie kan
beginnen.
Beroering wekt de executie
van negers in Rhodesië ondanks
de gratieverlening door de Britse
vorstin; Londen gewaagt van een
motrd. Generaal Jan Sejna wijkt
uit naar de Verenigde Staten en
wekt daarmee onrust in Praag,
waar hij de ex-partij lei der No-
votny had gesteund.
De Duitse bondspresident Lüb-
ke herinnert zich niet veel meer
van zijn bouwactiviteiten in oor
logstijd en treedt in ieder geval
niet af. Nasser geeft toe dat
Amerika Israël niet geholpen
heeft in de junioorlog, maar
blijft Israël bedreigen met te
genactie.
In Amerika groeit onbehagen
over de mogelijke uitbreiding
van de oorlog in Vietnam, waar
de Vietcong nieuwe zware aan
vallen doet. Nederlandse kerken
roepen opnieuw tot vrede in
Vietnam. En om in rustiger
vaarwater te eindigen de
Gereformeerde synode stelt in
principe alle ambten voor de
vrouw open.
Deze week gezegd:
„Ik houd niet erg van de
woorden conservatief en pro
gressief, want het drukt de be
treffende mensen naar de extre
men toe. Ik realiseer me dat ze
bestaan, maar Ik ben het er niet
mee eena."
(Prinses Irene)
Wedren-in-radicaliteit
In de politiek kan je blijk
baar alleen maar écht progres
sief zijn voorzover je je on
derscheidt van de rest. Niet
alleen van conservatief, maar
ook van minder-progressief.
Het is gewoon een kwestie
van opschuiven.
De politieke markt raakt
oververzadigd van voor
uitstrevendheid. Het han
delsmerk van links dreigt te
vervagen door de sluwe mani
pulaties van de concurrentie,
niet niet links wil heten, maar
wel ontzettend veel begrip
heeft voor de wensen van
links. Dat is het begin. Later
volgt dan de erkenning, dat
de verlangens van links een
uiterst waardevolle „inbreng"
betekenen en een „integrerend
bestanddeel" van de partij-
koers kunnen gaan vormen.
Nog een stap verder, en alle
onderscheid is zoek. Dan
wordt het voor links weer tijd
de puntjes op de rode i te
zetten De eigen identiteit
moet tenslotte gehandhaafd
blijven.
Radicaal-zijn in een confes
sionele partij is alleen interes
sant als die partij het niet is.
Zodra ze het wordt, of
aanstalten maakt het te wor
den, is voor de pur sang-radi-
calen de lol eraf. Als Schmel-
zer zich „consequent-voor-
uitstrevend" gaat opstellen en
de Achttien een progressief
rapport over inkomens- en
vermogenspoli tiek op tafel
leggen, verbleekt het pio
niersaureool rond Aarden en
Bogaers. De heren wanen zich
slachtoffer van louche ma
noeuvres met geen ander doel
dan het in te kapselen en
monddood te maken. Dus
schuiven ze op naar superra
dicaal en als dat niet geslikt
wordt, schuiven ze uit. De
eenheid is kapot, maar het on
derscheid met de pseudo-radi-
cale CDU-meute gered. En
daar ging het om.
Een kettingreactie is het ge
volg. Door het opschuiven- van
de Bogaers-radicalen voelt de
PSP zich in haar identiteit be
dreigd en doet daarom een
stapje in de richting van ex-
treem-links, daarmee tevens
het onderscheid accentuerend
met de verburgerlijkte PvdA,
die terwille van het samen
werkingsverband met Aarden
c.s. bereid is alle soorten wa
ter in haar wijn te doen.
Lankhorst vond in de Kamer
het debuut van de vrijge-
maakt-radicalen maar zo-zo.
Waar staat de nieuwe partij?
Is ze voor of tegen de NAVO?
Zijn het geen salonradicalen,
nauwelijks serieuzer te nemen
dan de „limonade-radicalen"
Westerterp, Mommersteeg en
Cals? En Lankhorst's partijge
noot Boetes liet in de Senaat
per plakkaat („Johnson oor
logsmisdadiger") "weten, dat
vergeleken bij zijn flinkheid
de moed van Aarden en Bo
gaers geen naam mag hebben.
Kneed bommen
Links van de PSP wordt het
nu helemaal moeilijk. Als
links extreem-links wordt,
schuift uiterst-extreem-links
op naar revolutionair en anar
chistisch. Johnson betichten
van moord en oorlogsmisda
den is geen opvallende daad
meer. Je bevindt je daarmee
in het toch wat compromitte
rende gezelschap van hoogle
raren in de ethiek, senatoren
en andere symbolen van het
establishment. Forsere midde
len zijn nodig om de concur
rentie van andere progressie
ve flinkerds te overtroeven.
Op uitnodiging van een
paar purperrode studenten-
clubs kwam Rudi Dutschke
naar Amsterdam om er een
zaal vol mini-Boekanins en
imitatie-Lenins tot hysterisch
enthousiasme te brengen met
zinnen als: „Duitse fascisten
waren al vaak genoeg in Ne
derland. Ik ben blij nu hier te
zijn als Duits sociaal-revoluti
onair en de lange rij Duitse
fascisten van Himmler tot en
met Claus von Amsberg te
kunnen aflossen"
ASVA-voorzitter Peter Cohen
sloot de Dutschke-meeting af
met de mededeling: „In maart
begint een actie over geheel
Europa, vooral tegen de Ame
rikaanse ambassades, onder de
leuze: Vietcong tot in het
Pentagon".
Anderhalve week later ont
ploften de kneedbommen. Ui-
terst-extreem-lijks had z'n
visitekaartje afgegeven. „Vrij
Nederland", het blad dat in de
race naar het zenith van radi
caliteit geen millimeter wil
achterblijven. praatte de
aanslagen natuurlijk goed;
„Wat betekent tegen deze ach
tergrond (Vietnam. rechtse
dictatuur, verzeikte maat
schappij - Pr.) het werpen
van een bom naar één van de
ambassades van bovenge
noemde landen anders dan
een goede daad voor die jon
geren die de machteloosheid
van een democratisch protest
allang beseffen en de hoop
hebben verloren in een oudere
generatie die niets anders doet
dan geweld en onrecht met
haar gezag dekken?"
Samenzwering
Zijn verschijnselen als de
straatguerrilla tegen de oorlog
in Vietnam, het Dutschkisme
in West-Berlijn, de vernieti
ging van diplomatieke puien
in Den Haag en de activiteiten
van de mysterieuze 1
mei-groep het resultaat van
een wereldomvattende com
munistische samenzwering,
geleid en betaald door Moskou
of, wie weet, Peking? De voor
Franco gevluchte Spaanse
oud-minister Salvador De Ma-
dariaga suggereerde dat on
langs in „Het Parool", maar ik
geloof niet dat hij gelijk
heeft.
Natuurlijk beleven Moskou
en Peking het grootste plezier
aan de ontreddering, die de
oorlog in Vietnam in het
Westen teweegbrengt. Maar
dat plezier is niet onverdeeld.
De communisten beseffen heel
goed, dat de extreme
linksheid die zich in Berlijn,
Amsterdam, Berkeley en Ko
penhagen manifesteert, voor
namelijk een liefhebberij is
van geëngageerde intellectue
len, die de steun van de arbei
dersmassa moeten missen.
Nog maar net van stoffelijke
ellende bevrijd en eindelijk
volop genietend van de vruch
ten van de burgerlijk-kapita
listische welvaartsstaat, pie
keren de arbeiders er niet
over hun materiële verwor
venheden in de waagschaal te
stellen terwille van de idealen
van de rode intelligentsia
Dutschke strijkt de West-Ber-
lijnse arbeiders tegen alle ha
ren in, prikkelt ze zelfs tot
tegendemonstraties voor Ame
rika.
Dat kan de communisten,
die altijd op de arbeidersklas
se zullen blijven gokken, na
tuurlijk nooit welgevallig zijn.
Als in het Westen ex
treem-links de arbeiders van
links vervreemdt, kist het ge
organiseerde communisme
voor gematigd-links. Dat is
een kwestie van incidentele
tactiek.
Het verschijnsel openbaart
zich vermoedelijk nergens zo
duidelijk als in Nederland. De
CPN houdt zich zorgvuldig
buiten de algemene wed
ren-in-radicaliteit, omdat ze
weet dat dat geen zaak van de
arbeiders is. Ze kiest voor ho
ger loon en meer werk, nie
voor Che Guevara en zijn hel
dendaden, die de kiezers in
Finsterwolde een zorg zullen
zijn. De CPN laat zich niet
door de PSP opjagen, en nog
minder door Amsterdamse
Cubanen-met-anarchistische-
complexen. Dat is allemaal in
tellectuele Spielerei, waar
geen arbeider wat voor koopt.
„Geref. Bibeb"
Vergeleken bij Nieuw-Links
is Marcus Bakker inderdaad
gematigd-links. Dat blijkt dui
delijk uit een interview, dat
drs. G. Puchinger („de gere
formeerde Bibeb") kortgele
den met 'm had. Bakker rea
geert daar kribbig op uitlatin
gen van NL-leider Han Lam-
mers in een discussie met
Thijs Booy. Booy: „Er mag
toch ergens nog wel een klein
rijkje van ons zelf zijn. waar
we eigen bezit houden?".
Lammers: „Ik ben voor het
onteigenen van alle grond en
huizenbezit". Lammers wil
dus de staat het recht geven
alle privébezit. alle extrabezit,
te onteigenen.
Commentaar van Marcus|
Bakker: „Nou, dat is met na
me geen marxisme, maar een
absurditeit. Het gaat daar
tenslotte over een buiten
huisje. Lammers komt dan
aansjouwen met de woningel
lende aan de Lauriergracht,
om te zeggen dan die man
zijn bungalow kwijt moet. Dat
vind ik nou gevaarlijke onzin.
Dat soort opvattingen jaagt de
mensen nu juist weg van het
socialisme. Want daar gaat
het socialisme helemaal niet
om. Het socialisme gaat het
populair gezegd niet om
persoonlijk bezit, maar om
onpersoonlijk bezit, om het
feit dat een kleine groep
mensen een enorme econo
mische machtspositie in han
den hebben, waarmee ze over
het lot van hele gemeenschap
pen, ja over het zijn of niet
zijn van het hele volk, kunnen
beslissen".
De machtsposities wil het
socialisme in bezit en onder
controle van de gemeenschap
brengen. Wat Marcus Bakker
betreft „mag Thijs Booy zijn
bungalow houden, en de win
kelier op de hoek zijn zaak,
de boer zijn boerderij, en u
uw boeken. Ja. om van die
boeken maar niet te spreken,
want ook mij moeten ze niet
■ran m'n boeken komen...".
J. Prilleviti I