Ook beroepsopleiding
voor vrouw van 40
BLAD ZIJ
Mode-van-nu kan
ook draagbaar zijn
OLIE UIT
KATOEN
Overheid betaalt
I nu
Muzikale opvoeding
van jonge kinderen
dialoog
ZATERDAG 2 MAART
£ELFS al bent u „veertig
plus", mevrouw, dan kunt
u nog opgeleid worden voor
een beroep. Of u gehuwd dan
wel ongehuwd, kostwinster of
niet bent, dat speelt in deze
tijd van gelijkberechtiging
geen enkele rol; wél de leef
tijd, u moet wel tussen de
achttien en vijfenvijftig jaar
zijn.
„Het leven begint bij veer
tig" behoeft niet langer een
loze kreet te zijn. In Amster
dam heeft een kleine voor
hoede vrouwen de Vakoplei
ding voor Volwassenen ge
volgd na keuring en een test.
De overheid betaalde de kos
ten en gaf bovendien een
loondervingsvergoeding.
Moederverpleegster-A,
kan haar wijkaantékening be
halen ook als vader een
goed inkomen heeft op rijks
kosten. Een journaliste die
voor haar beroep meer waard
is met een rijbewijs, zou dat
eveneens kunnen halen bui
ten de huishoudbeurs om. Al
les op kosten van het minis
terie van sociale zaken.
„De bedoeling van de minister?
Inschakeling ol omschakeling in
het arbeidsproces. Ophalen van
beroepskennis valt daar ook on
der." zegt de directeur van het
Gewestelijk Arbeidsbureau te
Rotterdam, ir. A. J. de Wildt.
„In de praktijk wordt daar nog
maar weinig gebruik van ge
maakt. Op een aantal plaatsen op
de arbeidsmarkt komen we de
gehuwde vrouw tegen.
Overspannen
Voor de vrouw is er, wat be
treft Rotterdam, nog altijd een
overspannen arbeidsmarkt! Per
Wie mocht menen dat ka
toenzaad bestemd was voor
onze lakens, zomerkleding en
regenplunje heeft het mis. Het
is zelfs mogelijk dat de boter
ham, die u zojuist voor uw
hongerlap smeerde, bestreken
werd met een katoenprodukt.
Uit katoenzaad wünt men na
melijk olie.
In Nederland, België, de
Bondsrepubliek, Zweden en
Engeland blijkt een goede
vraag naar ruwe en halfgeraf-
fineerde katoenolie. Japan wil
uitsluitend zuivere katoenolie
hebben. Deze olie wordt in
ons werelddeel gebruikt bij de
vervaardiging van margarine.
De Jappen maken er mayo
naise van. Dit blijkt uit een
marktonderzoek waarom Ni
caragua vroeg. Jammer is dat
de ontwikkelingslanden zelf
nauwelijks de ruwe katoenolie
kunnen zuiveren.
Loop eens binnen bij het gewestelijk
arbeidsbureau.
januari 1968 was er een gere
gistreerde vraag naar 2053 vrou
wen, waarvan 970 jonger dan 19
jaar. Daaronder zijn bijvoorbeeld
negen apothekersassistenten, drie
entwintig telefonistes, honderd
typistes, tien directiesecreta
ressen, 177 naaisters. Er zijn 521
vacatures voor kantoor-, en on
derwijzend personeel, waarvan
148 jonger dan 19 jaar dienen te
zijn.
Je vraagt je af: zijn er in heel
Rotterdam geen negen apothekers
assistenten die dat voor haar
huwelijk ook waren, bereid die
plaatsen te vullen? Zijn de werk
gevers bereid, met part-time
krachten te werken? Weten zij
voldoende van de mogelijkheden
en de moeilijkheden van de wer
kende vrouw? Wordt het ar-
beidsbestand dat bestaat uit ge
huwde wouwen wel voldoende
benut?
Bereidheid
Er blijkt zij het soms aarze
lende bereidheid ln het be
drijfsleven tot opname ln het ar
beidsproces van de gehuwde
vrouw. Drie jaar geleden werd
een Stichting tot onderzoek van
de arbeidssituatie in het Rijn
mondgebied opgericht, die ln Ja
nuari 1965 een studie maakte van
de gehuwde werkende vrouw.
Haar arbeid heeft voordelen voor
haar gezin (opheffen van gevoe
lens van eenzaamheid of doel
loosheid) en positieve gevolgen
voor de welvaart.
Zelfs indien een klein deel der
gehuwde vrouwen buitenshuis
zou gaan werken, zou daardoor
het nationale inkomen niet on
aanzienlijk verhoogd worden: el
ke tien procent der ruim 2V* mil
joen gehuwde vrouwen die
slechts part-time zouden gaan
werken, betekent een toename
met ruim drie procent van de
full-time beroepsbevolking, dat is
verhoging van produktiviteit, van
het nationaal inkomen of moge
lijke verkorting van de werk
week bij gelijkblijvend nationaal
inkomen.
Reële mogelijkheden voor de
vrouw noemt het
rapport onder meer:
het bewaken van
half- en volautoma
tische processen, la
boratoriumwerk (in
de petro-chemische
sector) „hun nauw
gezetheid maakt hen
hiervoor zeer ge
schikt". Arbeid in
de metaalsector: fre
zen, boren, honen,
draaien, monteer-,
boor- en tap werk
noemt het rapport
eveneens een moge
lijkheid, want dit
geldt niet te zware
arbeid met een tamelijk routine
karakter.
Dat in de elektro-technische en
elektronische industrie gunstige
ervaringen werden opgedaan met
de vrouw als werkneemster is
voldoende bekend, (o.a. bij
Heemaf, Hazemeijer, Standard
Electric, Philips). Vrouwen zijn
voor dit soort arbeid beter
geschikt dan mannen door hun
fijnere vingers en grotere nauw
keurigheid, terwijl ze bovendien
beter reageren op kortcyclisch
routinewerk.
Als assistente van een fa
brieksbaas zou ze op haar plaats
zijn. Ook arbeid in vliegtuigin
dustrie, polyester- en glasvezel-
verwerkende industrie en draad-
verwerkende industrie is
geschikt voor de vrouw, want het
gaat om schoon en licht routine
werk, aldus drs. R. F. Geijer.
Crèche
Op 19 oktober 1966 werd een
forumdiscussie voor het Rijn
mondgebied gehouden waarbij
een groot aantal bedrijven werd
uitgenodigd. Men toonde veel be
langstelling voor de arbeid van
de gehuwde vrouw. Dat men zich
in de bedrijven nu wezenlijk met
alle facetten van de vrouw in het
arbeidsproces is gaan bezighou
den, is niet juist. Er zijn geen
speciale wervingsmethoden, ge
richt op de (gehuwde) vrouw.
Eén bedrijf in Rotterdam had
een crèche, zodat moeders hun
jonge kinderen bezorgd wisten;
maar dan moest zij al om half
acht v.m. aanwezig zijn, u voelt
de moeilijkheid. De crèche werd
dan ook opgeheven, is trouwens
voor de werkgever een kostbare
zaak met de nodige voorzienin
gen en geschoold personeel. In
Zweden daarentegen is het nu
normaal dat moeder haar kinde
ren naar een crèche brengt. Er
zijn hoegenaamd geen weerstan
den meer; overheid en bedrijfsle
ven hebben die mogelijkheid
geschapen.
Ook technisch
De gehuwde vrouw zelf staat
bij ons niet te dringen om een
baantje. De latente bereidheid tot
werken bij de vrouw als het
haar aangeboden werd op een
presenteerblaadje zou ze wel wil-
Dat mode-van-nu ook heel
draagbaar kan zijn laten we u
hier zien. Links een slank af kle
dende wollen tailleur. De geraffi
neerde belijning wordt door
sier8tiksel geaccentueerd. Let op
hoed en blouse, beide van zuiver
imprimè. Voor de maten 44 - 48.
Rechts de cape, elegant, zwie
rig, modern en makkeliju te ma
ken. Deze is vervaardigd van een
blauw-grijze wollen double-face
stof. Hierbij de correcte over
hemdblouse en (hoera!) een rok
waarmee je ook als je zit keurig
bent dankzij de ingestikte plooi
en. Ceintuurs worden veel gedra
gen op de rok. Maten 38-42.
U kunt beide modellen bewon
deren in de (vijftiende) Margriet
modeshow die op tournee is in
den lande tot en met 4 april. Bij
dit derde lustrum kunnen knip
patronen van de geshowde mo
dellen in de zaal besteld worden.
len wordt niet gestimuleerd.
De werkloosheid wordt er niet
groter door. Het gaat om ar
beidsplaatsen, waarvoor geen of
onvoldoende mannen beschikbaar
zijn of om specifiek vrouwelijke
beroepen. Maar voor u die wèl
wilt, die kunt organiseren, ge
zond bent, het goed met uw man
kan vinden, kinderen hebt die u
een tijd van de dag missen kun
nen vertellen wij het nog eens
nadrukkelijk: in principe is het
mogelijk om u te laten scholen of
bijscholen op rijkskosten.
Hebt u ambitie, maak dan de
gang naar het arbeidsbureau dat
u er alles over kan vertellen,
desnoods op de avondspreekuren
samen met uw man. Van het be
drijfsleven uit gezien: een lege
stoel of machine kost geld, bui
tenlandse arbeidskrachten zijn
duur. Ook technische scholing is
voor de vrouw mogelijk.
Weinig vraag
De Vakopleiding voor Volwas
senen heeft ruime aandacht. Er
zijn zelfs drie scholingsmaatrege
len: de vakopleiding voor mensen
zonder ervaring, een opleiding in
het bedrijf met een „trai
ningstoeslag", (bijvoorbeeld in de
kantoorsector van een beetje ni
veau,) en vrij recent: de studie
kostenregeling, waarbij iemand,
dus ook een vrouw van veertig,
op kosten van het ministerie van
sociale zaken een opleiding kan
volgen.
In theorie is dat laatste moge
lijk, in de praktijk is er nog wei
nig vraag naar. Wie zo graag een
baan erbij wil, hoeft niet langer
Ergens heeft men u
nodig: het Geweste
lijk Arbeidsbureau
weet waar, óók alles
over opleiding, scho
ling en de financie
ring daarvan.
te mopperen, vraag eens voorlich
ting bij het arbeidsbureau!
De emancipatie is niet in één
dag gegroeid en heeft tijd nodig.
Als wij bereidheid tonen, blijkt
het bedrijfsleven veelal ook een
stap te willen doen in de goede
richting. Bereidheid maar wil
len we écht? Mogelijkheden zijn
er! Voorbeeld: Mejuffrouw C.
G. Lub, personeelschef van de
NV Nederlandsche Kroonkurk-
maatschappij in Rotterdam,
plaatste dertig vrouwen als
part-time krachten in drie ploe
gen, ochtend-, middag- of avond.
Voor de avonduren bleken wedu
wen en ongehuwde moeders ge
porteerd.
De eerste twee maanden is het
verloop heel hoog, daarna blijkt
de gehuwde vrouw verknocht
aan haar groepje. Het bedrijf
heeft begrip voor redelijk verlet
in verband met de gezins-situatie
(een kind dat ziek is, extra va
kantie in de schoolvakanties).
Dat regelt de hoofd juffrouw alle
maal en het loopt tamelijk soe
pel.
"FEN paar weken geleden kreeg
ik een heel aardige brief
van iemand die me hier nog
nooit schreef. Als zij de naam
van de straat, waarin zij woont
zou willen schrijven, zou ik haar
eens kunnen antwoorden; want
al is haar dorp misschien niet
groot, ik durf toch echt niet me
vrouw Die te Daar en Daar te
zetten, stel je voor dat het he
le zaakje bij een schoonzuster
terecht komt.
Maar een leuke brief wès het;
het was een brief van iemand,
die zelf vaak schrijft aan kin
deren overzee. Er stonden een
paar vragen in: of ik geleerd
heb om brieven te schrijven?
Nee, nooit. (Bewijst uw eigen
brief niet dat je er niet voor
hoeft te leren? Er zijn ook ijselijk
geleerde mensen die hoegenaamd
niet kunnen praten op papier.)
En nog een vraag: Overweegt u
wat u schrijft? Nou en of.
Die vraag heeft deze week in
me geklonken, gelooft u dat maar.
Want niet voor niets begon ik de
vorige keer te praten over moe
ders die nu ze eenmaal moeder
zijn, moeten meedenken met hun
kinderen en daar vaak geen
lust toe hebben.
Hoe komt dat toch? Ik zal met
deze vraag moeten beginnen, wil
ik grotere vragen beantwoorden.
Is het waar dat de getrouwde
vrouw nu ze na eeuwen voor ne
gentig procent vrij is van zwoegen
en sloven (de vrouw in Europa en
daaromtrent dan), lui is? Moet zij,
nu niet meer zo bedreigd door
sterfte in het kraambed en ziek
ten van haar kinderen, een paar
generaties uitrusten? Is zij soms
van nature uit op knusheid, heeft
zij met opzet die traplopers, beur-'
ka
Als onze kinderen erg druk
zijn, zet ik weieens een klassieke
plaat op. U kunt me geloven of
niet: ze worden er rustig van.
Let u maar op, veel kleine kinde
ren houden van muziek. Als ze
heel jong zijn bewegen ze mee op
het ritme.
Nu neemt het muziekonder-
richt in Nederland nog riiet zo'n
grote plaats in bij de opvoeding,
vooral niet van de kleuters. In de
Vandaag vóór- en tegen
standers van tv aan het
woord. Op één ding wilde
ik u nog wijzen: velen van
u schreven dat als zij op
bezoek gaan, daar vaak de
tv aan blijft zo dat er zo
van praten niet veel te
rechtkomt. Dat ligt beslist
niet aan de tv maar aan
de mensen waar u komt.
Gewoon een kwestie van
beleefdheid om de knop
om te draaien
„Wij zijn van plan een tv te
kopen in hoofdzaak vanwege
het feit dat de kinderen nogal
eens het huis uit gaan om bij
anderen te kijken" zegt de
heer K. te H. „Voor we het
toestel kopen, willen we eerst
nog eens praten met onze kin
deren. Wij willen, behoudens
het nieuws, in geen geval elke
avond kijken, maar voor een
paar avonden per week echt
kiezen. Voorts hebben we nog
een bezwaar om elke avond te
kijken, terwijl er nog jonge
kinderen bijzitten. Er zijn uit
zendingen waarbij de moraal
te enenmale ontbreekt. Vaak
hoor ik op kantoor de opmer
king: „De tv-programma's wa
ren weer niets gisteravond.
Betaal ik daarvoor mijn kijk
geld?" Dan denk ik bij me
zelf: waarom kijkt u dan de
hele avond? Overigens hoop
ik toch dat wij bij verstandig
gebruik nog wat plezier van
de t.v. mogen hebben."
Creatief
„In ons gezin doen we het
nog zonder t.v. doordat de
kinderen veel knutselen en
zich echt nooit vervelen" al
dus mevrouw H. te H. „Ik ben
dankbaar dat ze creatief zijn.
Daar zou de tv afbreuk aan
doen. Wanneer we als gezin er
op uittrekken of als de kinde
ren buiten spelen zou er ook
misschien nog rekening mee
gehouden moeten worden om
voor een bepaald programma
op tijd thuis te zijn. Nee, voor
ons voorlopig nog geen tele
visie!".
Mevrouw M. te G. haakt
erop in: ,,'k Geloof dat als je
geen tv hebt, de kinderen niet
meer mee kunnen praten met
'hun vriendjes, of ze worden
erg uithuizig. Ik heb altijd
vriendjes of vriendinnetjes in
huis. De kinderen lezen nu
wel minder dan vroeger, maar
de kijk op aardrijkskunde, ge
schiedenis, is door het beeld
véél duidelijker voor de kinde
ren geworden."
Meegevallen
„Zo lang mogelijk 'heb ik
getracht de televisie te we
ren" begint mevrouw W. te H.
„Ik was bang dat de studie
van onze drie kinderen er on
der zou lijden. Het is me alle
maal erg meegevallen. Onze
zoon, toen in de vierde klas
lyceum, was zelf zo verstandig
om zich eerst met zijn
huiswerk bezig te houden.
Daarna moest hij nog zo veel
lezen dat er van tv-kijken
weinig meer kwam. Het inte
resseert hem ook niet, dus
was mijn vrees ongegrond. De
twee jongere kinderen hebben
zo hun „eigen" programma's.
Het ligt natuurlijk aan mezelf
of ze op tijd naar bed gaan en
dat gebeurt dan ook altijd
wel. Ze lezen ook nog altijd
veel, zoals zij gewend waren.
Ik vind wel, dat sommige pro
gramma's die voor kinderen
uitgezonden worden helemaal
niet voor hen geschikt zijn,
zoals bijv. „De drie muske
tiers."
Geen probleem
Mevrouw S. te R. maakt
van het tv-kijken geen pro
bleem: „Wij hebben twee jon
gens die hard moeten leren en
daarom kijken we alleen vrij
dags- en zaterdagsavonds. Als
er tenminste programma's zijn
die iedereen leuk vindt, echt
dus voor ontspanning. Dat
zijn gezellige avonden, waar
we echt iedere week naar toe
leven. Zo blijft er voor ons
ook tijd voor andere dingen."
De heer S. te P. is een paar
maanden in Amerika geweest
en vindt dat de tv-uitzendin-
gen daar veel beschaafder wa
ren dan hier. „Ik vroeg mijn
dochter eens een uitzending
voor mij op te zoeken met
veel „bloot". Zij keek mij
vanzelf wat verwonderd, mis
schien wel een tikkeltje
beschaamd aan, maar slaagde
er niet in om aan mijn wens
te voldoen, ondanks de zeven
stations die zij kan krijgen. Ik
heb haar gezegd dat in Neder
land nog al eens wat wordt
uitgezonden dat in feite niet
door de beugel kan.
Meer kwaad
Zotternij en spotternij ge
ven menigmaal een zodanige
aanstoot dat het klachten re
gent. Mijn mening? Ik vind
dat de tv meer kwaad dan
goed doet. De enkele te waar
deren uitzendingen wegen bij
lange na niet op tegen het ve
le dat te laken is. De opvoed
kundige waarden van de tv
zijn praktisch nihil, zoniet
dikwijls positief fout. En de
ouderen en oudsten? Och ar
me „tijdverdrijf". Eén van
mijn vroegere dominees zei
eens op de kansel: „Zolang je
niet weet in leven en sterven
het eigendom van Christus te
zijn, heb je nog zoveel te
doen, dat „tijdverdrijf" een
duivels woord is."
Lawaai
„Het is jammer" zegt me
vrouw G. te H. „dat de
mensen die geen tv hebben
maar alleen radio, nu stiefkin
deren zijn geworden. Want
een mooi christelijk hoorspel
is er niet meer bij, zoals b.v.
„De jeugd vliegt uit". Ook heb
je dikwijls last van de buis
van de buren. Je kunt je
krant vooral 's zaterdagsa
vonds niet lezen, zo'n lawaai
maakt die tv. Wordt er nog
wel rekening gehouden met
mensen, die niet voor de kijk
kast zitten?"
De heer S. te H. en zijn
vrouw kijken graag, hij heeft
alleen één bezwaar: „Bij bui
tenlandse film kun je door
een witte achtergrond vrijwel
nooit de onderschriften lezen.
Odk de grote snelheid van het
onderschrift maakt dat wij
het nauwelijks bij kunnen
houden en een groot deel voor
ons verloren gaat. Feuilletons
als Peyton Place en de Forsy
te Saga, daar kijken we al
niet meer naar. Waarom het
onderschrift niet vervangen
door het gesproken woord, zo
als vroeger bij de stomme
films, dan kunnen de ogen ge
heel op het filmspel gericht
worden, zodat het kijken niet
meer zo vermoeiend is." De
heer S. is tachtig jaar en zijn
vrouw vijfenzeventig, wij ge
loven dat veel ouderen zijn
klacht delen.
„Wij kijken van te voren
waar wij als christenen en als
volwassenen niet naar willen
kijken. Je onderscheidt dan
toch de dingen wel, en daar
om begrijp ik heel veel pro
testbrieven niet" zegt me
vrouw A. te G. „We gaan toch
ook niet naar nachtclubs en
dergelijke? Zondags zetten
wij de t.v. niet aan. Wat de
kinderen betreft, ook zij moe
ten weten dat vader en moe
der beslissen. We leggen hen
wel uit waarom we dan niet
kijken. De tv vinden wij goed
voor natuurfilms, landen en
volken, nieuws en dingen
waarbij wij ons geweten geen
geweld behoeven te doen. Is
er een avond waarvan we
vinden dat we niet moeten
kijken (wat nogal eens ge
beurt) dan lezen wij en halen
de achterstand in.
Teleurstelling
„Voor onze oudste van vijf
jaar was het een teleurstelling
toen hij er achterkwam dat
veel dingen niet „echt" zijn.
„Als Pipo zijn gezicht wast is
het ook een gewone man" enz.
„Gelukkig zijn er twee dingen
die écht bestaan" zei hij giste
ren tegen mij. Toen ik voor
zichtig informeerde wat dat
wel was, zei hij: „Sinterklaas
en de metro". Die eerste il
lusie kon ik hem op dat mo
ment niet ontnemen" aldus
mevr. K. te S.
Bondsrepubliek is het nu moge-
dijk dat kinderen van hun vierde
levensjaar af muzieklessen kun
nen volgen die speciaal voor zul
ke jonge toehoordertjesklaar
zijn gemaakt.
Zou het niet mogelijk zijn dat
in Nederland dit initiatief navol
ging vindt? We zullen heus geen
wonderen van onze kleuters ver
wachten, maar déze leeftijd is
wel erg geschikt omdat de kinde
ren nog zo open staan voor alles.
OF liet de man haar dat huisje-
spelen om daardoor des te
vrijer de wezenlijke taken te kun
nen behartigen: politiek, kerk,
maatschappij? Ontbreekt er iets
aan haar, ziet zij de grote lijnen
slechts en kan zij moeilijk gestal
te geven? Houdt zij daarom haar
gevoel van de mindere van de man
te zijn achter haar vitrages?
Of is dat maar een smoes, kan
ze wel maar wil ze niet? Vindt ze
haar status zo wel goed, lekker
verzorgd, per slot de hele dag be
zig met verzorgen?
Want hier liggen ze, de brie
ven met vragen: omgang van ver
loofde kinderen, dienstweigering
van zoons of juist niet-dienstwei-
gering, wat wel, wat niet voor on
ze tieners, omgang met geld al
lemaal dingen waar we op ons
eigen houtje (als we niet bang
zijn) uit kunnen komen, allemaal
besluiteloosheid als we ons niet ge
oefend hebben in denken. Benijd
me niet, roept de getrouwde
vrouw tot de ongehuwde, ik heb
in deze tijd zóveel dingen aan mijn
hoofd. Goed, ik mag dan van heel
dichtbij een paar mensen liefheb
ben, en ik geef je toe, dat is van,
tijd tot tijd (niet zo dikwijls als!
je denkt) een zegen, een gift, maar1
lieve kind, wat staat er dan ook
niet tegenover.
Een vol leven betekent meestal
een leven vol van ónderen, ze sle
pen alles bij je binnen, je gaat er
maar al te dikwijls in onder. En
zeker in deze tijd is dat geen grap
je.
GELIJK heeft ze. Voor het hu
welijk, dat diepe
van mensen, voor het gezin, dat
uitstromen in allerlei interessen,
is geen opleiding. Geen andere in
ieder geval dan de opleiding die
elk meisje naar aard en aanleg be
hoeft en die ze minder krijgt
naarmate het haar aan te zien is
dat ze „toch wel" trouwen zal.
Waarom, vraag ik mij wel eens af,
moeten jongens toch altijd door
zetten, en worden meisjes al gauw
in een uitwijkmogelijkheid gezet?
Maar afgezien daarvan, al zou
een meisje al het mogelijke leren,
ze kan toch niet de ontstellende
veranderingen van deze tijd bij
houden, geen mens kan er meer
tegen leren. Elke vrouw moet zich
blijven ontwikkelen, er zit niets
anders op. Eén generatie geluilakt
en de kinderen zetten je voor vol
dongen feiten. Vroeger was spa
ren een deugd. Sparen bv. voor een
huis. Nu worden de huizen steeds
hoger in prijs, je kunt je wel te
pletter sparen, 't is niet meer een
deugd, integendeel, het lijkt het
domste dat je doen kunt. Is dat
zo? Dat vraagt denken.
Vroeger waren er grenzen in de
omgang van jonge mensen die met
elkaar wilden trouwen. Zij over
schreden die grenzen wel, maar
dan toch altijd met schuldgevoe
lens. Heden ten dage zeggen jonge
mensen hardop dat zij geen gren
zen erkennen. In de slijtageslag
van de liefde staan ouders ver
wilderd en onzeker. Ja? Dat vraagt
denken.
^yAN onze lezeressen die nu on-
V geveer 25 jaar getrouwd zijn,
werd in 1939 man of verloofde op
geroepen ter mobilisatie. Misschien
vocht hij nog wel even in de Mei
dagen van '40, wie weet nam hij
deel aan het verzet. Daar kwamen
nauwelijks vragen aan te pas als:
mag je doden. Zolang het mobili
satie was, zou het nog wel los lo
pen en toen de vijand binnenviel,
sloegen we er natuurlijk op. Om
vrede en gerechtigheid voor onze
kinderen. En goddank, die wer
den ons gegeven, alle drie.
Twintig jaar verder zeggen onze
zoons dat zij inzien dat vechten
niet helpt. Kon men vroeger er
nog uit komen met „verdedigen
van het land, van de beschaving,
enz.", die vlieger gaat nu niet
meer op: het is doden of het
gij zult niet doden. Er is een
vijand öf er is een naaste. Je kunt
als ouders niet meer zeggen: „ga
nu maar even, het doet er voor
óns nog niet toe", want dienst ne
men hier is anderen helpen te
vechten elders.
Kinderen willen de woorden
vrede en gerechtigheid verstaan.
Er is geen vrijheid om niets, er
zijn ook geen kinderen zonder be
doeling geboren. Is het nog niet
pas geleden dat de jongens hier in
huis zeiden: „Wat zitten de men
sen toch te gillen omdat Claus
von Amsberg in een keurkorps
ging? Gingen niet alle jongens van
goeden huize? Wist hij wat voor
beestenbende het bestaan onder
een zekere Hitier zou worden? Er
was weer werk, brood en in
dienst moest je tóch. Hij dacht
niet na, goed, maar wie denkt er
tegenwoordig na? 't Moet nu een
maal, zegt men. En wie kan de
gevolgen daarvan voorzien?"
Is dat zo? Dat vraagt denken.
Daarvoor hebben we de Bijbel en
daarvoor hebben we elkaar. En
dan vooruit.