- Heksensabbat ZICHT OP VIER EEUWEN OPERA '4 1 OPINIE Kanttekening verslag van een ondraaglijk leven OP GLAD IJS Vuur op aarde, rassenconflict ZATERDAG 13 JANUARI Ij Bij beklemmende vragen QNLANGS Is een boekje verschenen onder de titel „De meeste mensen willen meer". Over het boekje wil ik het nu niet hebben, maar de titel iet op zichzelf reeds aan het denken. HU behelst stellig een waarheid. Denk aan de hedendaagse mens als de geïnformeerde mens. Nimmer in de geschiedenis is er zó over algemene Informatie beschikt als In onze tyd. Het heeft zeker tot verdere be wustwording van de mens bijgedragen. Maar op haar beurt wekt voortgeschreden bewustwording behoefte aan nog nieuwe informatie op. Er is dus sprake van een wederzijdse en voortgaande beïnvloeding. De meeste mensen willen meer. Bereikte kennis toch wekt vermoedens op van nieuwe mogelijkheden, en er is geen rust voordat ook zij werkelijkheid zUn geworden. Het begrip „grens" is daarmee in discussie gekomen. Zijn er nog grenzen? In elk geval verschuiven zy telkens meer achteruit. Wat overigens de vraag naar hun betekenis al leen maar te klemmender maakt. JS HET werkeiyk zo. dat we ln allerlei opzicht méér willen? De waarheid is, dat veel kunnen en veel weten voor lopig bezig is tot. behalve een lust, stellig ook een last te worden. Het Is, alsof de schrijver van het oude boek der Spreuken onze tyd heeft voorzien wanneer hij de betrekkelijkheid schetst van de winst die er in dit alles zit Zijn wijsheid kan ertoe bijdragen dat men ook de moderne verworvenheden aan kennis en wetenschap ln de juiste proporties tracht te zien en in het juiste kader te plaatsen. Wie zich dan de geestelijke achtergronden bewust wordt van al datgene wat de mens blijkbaar kan, het zou best 7.0 kunnen zUn dat dan deze of gene soms verzucht: konden wij in bepaalde opzichten maar minder inplaats van méér. Want kunnen wU de problemen van vandaag ook nog op indere dan alleen wetenschappeiyke wijze aan? Er is een schat van vermogen in onze handen komen te liggen, maar in wezen staan we er verlegen naar te staren. Zoveel Im mers ls voor onze verbaasde ogen open komen te liggen. ^CHIER ALLES immers Is open gelegd en is nu open voor ons komen te liggen. Ook het menselijk lichaam. Heel de mensheid ais het ware neemt deel aan de medische diagnose die over ingrepen gaat, zo diep als de mensheid tot voor kort niet mogeiyk had gehouden. Het menselijk lichaam heeft opnieuw van zijn wezenlijke geheimen prijs gegeven en ook zij zijn In onze handen komen te liggen. Daarmee is de wetenschap al uiterst dicht gekomen bij het geheim van het leven zelf, het leven waarvan wij tot dus ver meenden te weten dat het zich. als het erop aan kwam. aan het weten zelf van de mens onttrok. Het leven immers was een gave. En reeds zijn in wetenschappelUke kring de discussies gaande, wanneer het leven geacht kan worden te zijn in getreden en wanneer het, omgekeerd, geacht moet worden de grens van zijn aanwezigheid te hebben bereikt. Dit we weten het beschouwen we als vragen van ethiek. Mógen we evenveel als we kunnen? Men moet betw-yfelen, of de wetenschap zich door vragen van deze aard zal laten ophouden: zij vervolgt onweerstaan baar haar ontwikkeling. Des te noodzakelijker behoort men het te achten dat de ethiek niet het karakter draagt van lets-dat-er-ook-nog-bUkomt. van een waarschuwlng-van- buitenaf. maar als een ethisch besef dat In het weten schappelijk denken als het ware is ingebouwd. Maar of het deze gestalte zal krijgen? T"\E ethische vragen zelf zUn by uitstek klemmend. Denk aan de transplantaties van het hart. Zeker, het is niet nodig om aan het hart zoals het wordt weggenomen en vervangen een mystieke betekenis te hechten. Die diepere betekenis komt toe aan het hart ln overdrachteiyke zin. Maar hoe wczeniyk is niettemin het hart voor het voort bestaan van het leven en hoezeer doet de omstandigheid zich voor, dat hier twéé personen In het geding zijn. van wie een zijn hart moet afstaan op een moment waarop het nog voor overdracht vatbaar is. By dit laatste raken we dus weer aan de problemen van leven en van dood. zeker ook van het leven, wyi ln ver band met de vraag van de beschikkingsmacht van de mens daarover. Terwijl ik dit schryf lees ik In het Engelse dagblad The Guardian van gisteren hoe in Engeland een ..Euthanasia Society" bestaat, een organisatie van nog bescheiden om vang maar met gehalte en die een wet wil bevorderen om ln byzondere gevallen de mens de beschikking over het eigen leven toe te staan. TNE gedachten van deze organisatie gaan In de richting dat men In gezonde dagen schrifteiyk moet mogen verklaren in bilziin van getuigen dat men bU onge- neseiyke lichamelijke of geestelyke ziekte de voorkeur geeft aan de dood. Twee medici moeten in het geval zelf bevestigen, dat bedoelde toestand is ingetreden. Het zyn de jongste ontwikkelingen ln het medische weten schappeiyke kunnen die in Engeland nog eens weer de aandacht op deze ..Euthanasia Society" hebben gevestigd. Begrypeiyk. want het gaat om een vergelijkbare en ge- meenschappeiyke problematiek; die nameiyk over de al dan niet toegestane heschlkking over het leven. BU al deze ontwikkelingen kan het iemand vreemd te moede worden. Wat is er toch veel aan verandering onder hevig. Maar wat kan er dan plotseling een bemoediging liggen In de prachtige, altyd actuele bewoordingen van onze catechismus op de vraag naar wat ons te troosten vermag zowel in ons leven als in ons sterven. Ook in de verwarring is de rust gegarandeerd, omdat zij onveranderlijk te vinden is bU een Heer by wie nu eens géén verandering Is. maar die dezelfde biyft. Zeven dogen verder Heksensabbat, verslag van een ondraaglijk leven. Zo luidt de titel van de ver taling (door Pieter Beek) van Le sabbat, een autobio grafie van Maurice Sachs (1906—1945). Het boek is uitgegeven in de serie „privé-domein" van NV De Arbeiderspers te Amster dam; het telt 303 bladzijden en kost 10.50. Sachs heette eigenlijk Etting- hausen. Als kunsthandelaar en publicist nam hij intensief deel aan het Parijse kunstleven van na de Eerste Wereldoorlog. Van geboorte een vrijzinnige jood. die niet eens wist dat de christelijke kerk in de joodse godsdienst wortelt, ging hij als jonge man over tot het rooms-katholicisme, verbleef een aantal maanden in een klooster, maar brak daarna met alle godsdienst. In Amerika trouwde hij met de dochter van een presbyteriaanse dominee (na voor de vorm belij denis te hebben gedaan), welk meisje hij op een lezingentournee had leren kennen. Hij verliet haar en vluchtte naar Europa te rug met een vriend. Door zijn drankzucht en ongeregeld leven raakte hij aan lager wal. In de Tweede Wereldoorlog werkte hij onder de naam Et- tinghausen voor de Gestapo als aanbrenger, maar werd tenslotte toch gevangen genomen en op een dodenmars als uitvaller neer geschoten. Een onverdraaglijk leven, maar niet „recht en slecht", zoals Slau- erhoff het uitdrukte in zijn „In memoriam mijzelf: Hij leidde recht en slecht een onverdraagzaam leven. Gulzig En bovendien onverdraaglijk, niet onverdraagzaam. Slauerhoff leefde in de afweer: Sachs koortsig en gulzig: hij droomde van roem en jaagde op genot. Sachs' werk is bijna helemaal autobiografisch; de waarde ervan ligt minder in de literaire kwali teiten dan in de informatie die het geeft over de belangrijke persoonlijkheden van zijn tijd, als kroniek dus. Reeds het feit dat de auteur in totaal 45 motto's, citaten uit de literatuur, aan het boek als ge heel en aan de meeste hoofdstuk ken heeft meegegeven, geeft te denken. Hij schreef meer van de literatuur uit dan van het leven. Oprecht meende hij een genie te kunnen worden. Zijn afhankelijkheid, eerst van Cocteau, later van Gide een afhankelijkheid die tot interes sante karakteristieken van beide kunstenaars heeft geleid be wijst dat hij als scheppend kunstenaar niet oorspronkelijk was. Natuurlijk begint iedereen als leerling, maar Sachs heeft zich nooit tot meesterschap ont wikkeld, misschien ook door zijn afkeer van geconcentreerde, voortgezette arbeid en van echte studie. Uit zijn nalatenschap zijn nog verschenen o.a. Chronique joyeuse et scandaleuse (1948), La Geen actieve rol van Moskou inzake Vietnam TT ET IS OPGEVALLEN dat n Rusland geen actieve rol speelt, nu Noord-Vietnam aanlei ding heeft gegeven tot de veron derstelling. dat er over een poli tieke oplossing is te praten. En dat. terwijl het (samen met En geland) voorzitter is van wat ge makshalve wordt genoemd de „Geneefse conferentie". Of ln deze houding verande ring zal komen als premier Wilson van Engeland binnenkort een bezoek aan Rusland brengt, moet worden afgewacht. Het feit dat ook communistisch China be trokken zou worden bij nieuwe „Geneefse besprekingen", kan op zichzelf voor Moskou al aanlei ding zijn, medewerking te weige ren. Een regeling van het Vietna mese conflict kan echter ook worden uitgewerkt buiten het kader van de „Geneefse confe rentie". De Russen kunnen rechtstreeks bemiddelen tussen Amerikanen en Noordvietname- zen. Of het zo ver zal komen, hangt af van de medewerking van Ha noi en (niet te vergeten) de be reidheid van Moskou daartoe. Topgesprek We schrijven dit naar aanlei ding van de rede, die de vroegere Britse premier Harold Macmillan voor de Columbia University te New York heeft gehouden. Hij ontkende daarin, dat geen over eenstemming tussen Rusland en Amerika mogelijk zou zijn. voor dat het Vietnamese conflict uit de wereld is geholpen. Macmillan drong opnieuw aan op een „topconferentie", waar voor de tijd rijp zou zijn. De huidige Russische machthebbers zouden zich meer zorgen maken over consolidering van de econo mische winst in het binnenland en een mogelijke militaire drei ging van China dan over iets an ders, zo meent hij. Nu is de buitenlandse politiek nooit een van de sterkste kanten geweest van de snel in het ver geetboek geraakte Britse ex-pre mier. Hij is bekend gebleven als de man, die meende dat op „top conferenties" alle problemen van de wereld opgelost konden wor den. Bliikbaar is hii nog niet van gedachten veranderd. Machthebbers De fout die Macmillan ook nu maakt is. dat hij „de Russische DAT ER nu net met die kou zoveel over bloot gepraat moet worden. Enfin. Hoepla zal nu wel echt, hoepla, weg wezen. Hoeveel de NTS met de mantel der liefde zal be dekken, wordt nog bekeken. Barre winter maakt er in het oosten des lands geen doorkomen aan, en in het westen is zelfs in de stadscentra het rijden een gok. Op de wég dan, ijsvermaak is er nog nauwelijks bij. Zelfs in Deventer zijn de Noren ons verre de baas en het wordt in Grenoble voor ons ook niet allemaal goud wat er blinkt. Op glad ijs bevinden zich ook de chirurgen die harttransplanta ties verrichten (de Amerikaan Block sterft spoedig na de in greep. de toestand van Kasperak en Blaibere is blijkbaar labiel). Andere methoden worden druk bestudeerd, de ethiek van het ge val ook. De telefoon bij de VARA staat er roodgloeiend van. Er ls meer aan het glijden. De KVP bijvoorbeeld. nu het bestuur Bogaers niet wil als vi ce-voorzitter en de radicalen Van der Stee niet als voorzitter. Grote bezwaren bij AR en CH tegen de voorgenomen vervijfvoudiging van toto- en loterijprijzen. Zwaar geschut van de r.k. ambtenaren tegen Beerninks ambtenarenbe- leid. Onrust bij de kleinere par tijen om een idee, lijstbinding bij de Kamerverkiezingen te verbie den. In Tsjechoslowakije staat No- votny in de kou. Hij blijft presi dent, maar (de liberale?) Dubtsjek leidt nu de partij. Een proces tegen Moskouse jonge in tellectuelen roept weerstanden op, ook in eigen land. De Gaulle verzacht zijn kritiek op Israël, dat weer in een ernstig grensin cident met Jordanië verwikkeld raakt. In en om Vietnam een af tasten van de mogelijkheden voor een vergelijk Wash ngton krijgt een Haagse opwekking, zich op eventuele bereidheid van Hanoi te bezinnen. Voor Nieuw-Guinea is een VN-plan in de maak, dat Soeharto uit de moeilijkheden moet halen en ook Papoea's in Nederland bevalt. Het overlijden wordt gemeld van president Dönges van Zuid-Afrika (69) en luitenant-ge neraal A. Baretta. oud-chef luchtmachtstaf (70). het afscheid van kardinaal Ottaviani ten Vati- cane en van mr. J. Zaaijer bij het Haagse Hof. John Grey Gor ton (56) volgt wijlen premier Holt in Australië op. Het dra ma-Yvonne Paul vindt een voor lopig einde in het huis van bewa ring. Om sociaal te eindigen: de werkloosheid is in december iets décade de l'illusion (1950) en Der rière cinq barreaux (1952). In de loop van het boek ont moet men een serie uitspraken van Sachs over zichzelf. Hij zou graag inbreker zijn geweest (blz. 22), hoewel vrijdenker, was hij erg ongelukkig over zijn een zaamheid (28); als alle zenuwach tige en gevoelige mensen over dreef hij alles (61). Hij had nooit zin om te studeren (125); het instinct heeft bij hem altijd de plaats ingenomen van een zake lijk oordeel (125). Sachs was ervan overtuigd dat er een vloek op hem rustte (190). Hij ging helemaal op in zijn dro men, maakte er een aanvaardba re werkelijkheid van en verde digde die dan als een duivel (235). Wie hij bewonderde, wilde hij persé imiteren (260). „Schrij ver van beroep ben ik nooit ge weest; mijn aantekeningen zijn slechts die van een toeschouwer" (303). Gemak Wat hem ook bijzonder Impo neert, ls het wereldse gemak waarmee de mensen uit de hoge kringen zich in het leven bewe gen. Toch is hij ook vatbaar voor •chte waardering en dankbaar heid. Hij heeft veel kijk op het goede, maar wordt toch on weerstaanbaar getrokken tot het kwade. Hij is verkwistend van aard en in geldzaken volstrekt onbetrouwbaar. Het gelukkigst voelt hij zich in de gevangenis, waar hij rustig kan lezen en schrijven. Sachs was een typisch literaat, iemand voor wie de literatuur eten en drinken is, zonder dat hijzelf vol uit een schrijver kan worden ge noemd. De literatuur zit de Fransman in het lijf, in bloed en geest. Frankrijk is literair „ons aller moeder". Sachs was helemaal een Franse jood, ook wat de roemzucht betreft. Zeker is zijn werk van belang als kroniek, want hij kende vrijwel iedereen die in het Frankrijk van zijn tijd artistiek van betekenis was. Maar toch vraag ik me af of deze autobiografie niet hoofdza kelijk van waarde is als het geschreven zelfportret van een min of meer gepsychopathiseer- de, intelligente man uit gegoede kringen, eerzuchtig maar zwak, begaafd maar zonder stuur, mis schien erfelijk belast met een immorele aanleg. Het boek sluit aan bij de Franse traditie in bekentenis- en dagboekliteratuur en het geeft de nette kerkse Hollander een kijkje op een typisch werelds milieu en een typisch wereldse levensstijl (op gevaar af ons tot Farizese dankbaarheid te nopen). „De xenia's, die schitterende bloemen, eenzaam en terugge trokken als de heiligen, bloeien alleen op een rotsige bodem. Te vette grond, zoals de mijne, is voor hen dodelijk" zegt de auteur op blz. 109. Zo brengt hij toch hulde aan een (ascetisch) begrip van heiligheid. Wat zal er bij die dodenmars in kou en sneeuw door hem zijn heengegaan? In het seminarie had hij Pascal grondig gelezen. „De literaire nalatenschap van Sachs bestond uit honderden ma nuscripten; romans, verhalen, to neelstukken, essays, dagboekfrag menten, brieven, herinneringen", vertelt de uitgever op blz. 303. Dit is dan toch uit dit ondraag lijke leven overgebleven. Dr. C. RIJNSDORP. Prins Norodon Sihanoek van Cambodja heeft de Amerikaanse regering ervan beschuldigd, me vrouw Jacqueline Kennedy als een ,JMata Hari" naar zijn land te hebben gestuurd. Hij was echter niet voor de verleiding bezweken. Op de foto ziet men mevrouw Kennedy met de prins, staande in een open auto, in de hoofdstad Phnom Penh. machthebbers" op één lijn plaatst en geen enkel onderscheid maakt. Bij verschillende gelegen heden is gebleken dat in het Kremlin twee stromingen bestaan, die elkaar tot dusver in evenwicht wisten te houden. Gemakshalve sprak men wel van de „duiven", van wie pre mier Kosygin de vertegenwoordi ger zou zijn en van de „haviken", die zich zouden kunnen verlaten op partijleider Brezjnef. Voor de laatsten is de oorlog in Vietnam en de rol, die de Amerikanen daarin spelen, van groot belang. In tegenstelling tot dq „duiven" zijn zij gebaat bij voortduring ervan. Zolang het Vietnamese conflict niet is opgelost kan er van de „werkelijke besprekingen" die Macmillan mogelijk acht, geen sprake zijn. Dat geldt ook voor het Nabije Oosten, waar Rusland volgens Le Monde (in het Mid dellandse zeegebied) een vlieg- dekschip en landingstroepen gaat stationeren. Amerika Reden temeer voor de Ameri kanen gebruik te maken van elke kans, die tot een vergelijk kan leiden. Zij hebben nog steeds niet definitief gereageerd op het aan bod van Noord-Vietnam. dat deze week opnieuw werd bevestigd. Wellicht wachten zij tot aan het eind van deze maand, als een bestand van tenminste drie da gen in acht zal worden genomen. Washington wil zekerheid heb ben omdat 1. een lange bombar dementspauze tijdens vruchteloze onderhandelingen de Ameri kaanse verliezen zou vergroten: 2. de bombardementen zijn ge richt op beëindiging van de Noordvietnamese agressie, die nog voortduurt: en 3. het psycho logisch en politiek bijna onmoge lijk zou zijn de bombardementen te hervatten als besprekingen zouden mislukken. President Johnson staat voor een moeilijke beslissing. Zijn besluit zal afhangen van wat achter de schermen duidelijk wordt omtrent de ware bedoelin gen van Hanoi (waar de leiding eveneens verdeeld zou zijn in „haviken en duiven"). De presi dent moet echter ook rekening houden met de druk van de we reldopinie. gezakt, de loonkosten zullen vol gens het Planbureau dit jaar 5 procent stijgen, de bouwbonden vragen net als de metaal 5"t pro cent. de artsen kunnen zelf hun tarieven bepalen, jonge autorij ders moeten straks een verhoogd eigen risico nemen, en de Spoor wegen, 100 miljoen verlies, rijden in warmgele eenheidstreinen met een nieuw embleem tegen hoger tarief een onzekere toekomst in. DEZE WEEK GEZEGD: „De problemen in Nederland zijn van heel andere orde dan toen ik in Nederland was. Men staat als het ware voor het probleem: hoe kunnen we onze welvaart opsouperen? Men heeft wel eens de indruk dat alles kan." (Prof. dr. P. M. Lieftinck). Van de hand van Jo Eisen- doorn is bij de Uitgeverij De Toorts te Haarlem verschenen een rijk geïllustreerd boek over de ontwikkelingsgang van de opera. Het biedt een goede oriëntatie omtrent de verschil lende stromingen, die zich vanaf het jaar 1600 (de kooropera's der Florentijnen) tot op heden in de muziekdramatische kunst hebben voorgedaan, en verschaft bij veel feitenmateriaal, vooral ook een duidelijk beeld van de invloed die de verschillende kunstvormen (toneel, dans, literatuur en mu ziek) op elkaar hebben uitgeoe fend. Een belangrijk facet van dit „panorama van de ontwikkeling van de opera" is de grote aan trekkelijkheid voor de echte ope raliefhebber. die zonder veel inspanning in dit boek veel van zijn gading zal aantreffen, beschreven in een prettige, on derhoudende stijl. De Nederlandse Operastichting heeft voor de totstandkoming van dit werk veel fotomateriaal ter beschikking gesteld. Regelma tige operabezoekers zullen onge twijfeld menige afbeelding te genkomen van taferelen, die zij tijdens voorstellingen van de Ne derlandse Opera en de Neder- 'andse Operastichting hebben ge zien. Deze foto's verlevendigen de herinnering en stimuleren tot na dere en meer intensieve ken nisname van hetgeen de muziek dramatische kunst in vier eeu wen heeft voortgebracht. Al zal misschien de meeste be langstelling wel uitgaan naar de geestesprodukten van algemeen bekende componisten als Mozart, Verdi, Wagner en Puccini, toch zullen velen, al lezende, behoefte gevoelen om hun repertoireken nis uit te breiden. Het slotwoord De eeuwige „moderne" muziek (zij is er altijd geweest) maant tot voorzich tigheid bij het beoordelen van nieuwe vormen waarin eigen tijdse componisten aan hun dra matische expressie gestalte trachten te geven, wat natuurlijk geen critiekloze aanvaarding van het nieuwe inhoudt. Behalve een register van ope racomponisten is een afzonderlijk overzicht toegevoegd van de opeenvolgende stijlen en stro mingen in de opera, gezien in historisch verband. Een zeer aan bevelenswaardig boek voor mu ziekstudenten en liefhebbers. Vier eeuwen opera van Monteverdi tot Nono, door Jo Elsendoorn. Uitgave De Toorts, Haarlem (340 blz. 220 ill., 19,50). (Van onze radio- en tv-redactie) HILVERSUM Wy herinne ren U nog even aan de tv-uit- zending „Vuur op de aarde", morgenmiddag om 5 uur op Ncd. 1 uit te zenden door CVK/IKOR. Zoals U weet, gaat het hierin om een kerkelijk rassenconflict dat zich in 1965 afspeelde in de kleine Amerikaanse stad Omaha, terwijl er werkelijk toevallig een filmploeg aanwezig was voor een heel ander gebeuren. De jongste dominee William Youngdahl had in zyn preek voorgesteld dat tien van zijn gemeenteleden eens op bezoek zouden gaan by tien van hun zwarte (eveneens Lutherse) broeders. Dat wierp zoveel stof op, dat de filmploeg het gebeurde nauw keurig volgde. Zy legden de emoties vast en lieten niet na vele schrijnende uitspraken by de ontmoetingen gedaan, even eens op te nemen Zo mogelijk moet U deze film eens bekijken. HILVERSUM We krijgen er nog een land met kleurente levisie bij: Thailand. In het. na jaar wil men beginnen volgens het Duitse PAL-systeem. Daartoe is bij Marconi een grote bestelling gedaan: een zen der, twee camera's, de inrich ting van een regiekamer en een beelbandopnemer. Alles tezamen een volledige installatie voor studio-kleurenuitzendingen. Kamermuziek Barsten of breken? De bemiddelaars zijn ten strijdtonele verschenen. Het heeft een week moe ten duren, maar de span ning is nou toch gebro ken. Romme, Cals, Mae- nen en Van Rijckevorsel gaan voorkomen, dat de barsten in de KVP breu ken worden. Een oud-pre mier, een oud-fractieleider, een Kamerlid en een oud- Kamerlid. Symbolische werkverde ling, ontsproten aan de be zorgde breinen van de twee katholieke fractie voorzitters Schmelzer en Van Lieshout. Officieel onderzoekt het Kwartet slechts de mogelijk heden om het conflict op te lossen. De missie van de he ren mag niet mislukken en daarom heet het geen missie, maar een onderzoek. Wie ech ter is zo onnozel om te veron derstellen dat een Romme zich tot een simpele registratie van wat kan en niet zal be perken? Hij gaat eerst denken, dan uitdenken, dan douwen en persen en tenslotte komt 'r een tovermiddel uit de bus. dat je alleen kunt weigeren als je per se een pathologische querulant wil heten. Dat wil niemand, ook niet de radica len, die zich overigens te geëmancipeerd voelen om als lastige schoolkinderen door de oude bovenmeester in de rij te worden gezet, met een standje toe en een 5 voor gedrag op het Paasrapport. Karwei Daarom moet Cals, radicaal op non actief, de Bogaerdisten bewerken. Maenen is ook een goede keus. In het westen komt z'n naam nauwelijks in de kranten, maar in Limburg en dus in de KVP is hij een grootheid. Een typische tus- senfiguur: voluit aanvaard baar voor de christen-demo craten omdat hij trouw in Schmelzers gareel heeft mee- gedraafd, niet onaanvaardbaar voor de radicalen vanwege z'n sterke binding met de katho lieke arbeidersbeweging. Van Rijckevorsel is een geval apart. Z'n politieke ligging doet de radicalen huiveren. Bij hem vergeleken is Aal- berse een soort Nieuw-Llnkser. Maar goed. Van Rijckevorsel („Kareltje" in de omgang) is een monu ment van onkreukbaarheid en bovendien een befaamd advo caat, die altijd wel een gaatje vindt. De vier heren hebben vol gens het communiqué van gisteravond weken uitgetrok ken voor hun moeilijke kar weitje. Op z'n vroegst begin volgende maand weten we wat er van de KVP gaat wor den. 't Ziet er niet vrolijk uit. Blijkt dat Aalbersianen en Bogaerdisten eikaars capitula tie blijven eisen, zonder de geringste bereidheid tot een compromis, dan staan de wij ze mannen in hun hemd en mag de KVP zich vertrouwd ga^n maken met de gedachte aan een even ongeloofwaardi ge als onvermijdelijke breuk. Wat heeft de vechtersbazen bewogen om zo snel na de vredige feestdagen de „geest van Arnhem" om te toveren in een naargeestig spook? Achteraf is het wel te verkla ren, al blijft het verrassend, zeker voor argeloze ru briekschrijvers die niet zonder wishful thinking voorspelden, dat er op het front van de partijvernieuwing voorlopig rust zou heersen De KVP-ra- dicalen waren uit op revan che. Na de partijraad in Arn hem zijn ze door links en rechts met hoon overladen. Ze hadden zich gezellig laten in kapselen, waren belachelijk snel akkoord gegaan met vage resoluties, kortom, de grote woorden van weleer waren niet door daden gevolgd. „La faards", noemde Gruyters van D'66 ze. En in „De Nieuwe Linie" schreef prof. Van den Bergh, dat de radicale „regen tenzoontjes" de zaak van de vernieuwing de slechtst denk bare dienst hadden bewezen door zich met verbale com- promisjes de mist in te laten sturen. Dat deed pijn. Bogaers c.s. waren nu wel aan hun stand en zelfrespect verplicht de - eerste de beste gelegenheid aan te grijpen om te bewijzen dat Gruyters ongelijk had. En daarom bombardeerden ze de voordracht voor de bestuursverkiezing tot toets steen voor de radicalisering van de partij. Of liever: Bo gaers' kandidatuur voor on dervoorzitterschap werd hun toetssteen. Alleen daardoor konden de radicalen aantonen hoe flink ze wel waren, want Bogaers is de grote steen des aanstoots voor de Aalbersia nen. Hem kandideren zou ge garandeerd ruzie betekenen. Dat kon iedereen bij voorbaat weten. De ruzie is gekomen. Geen ideëel conflict over zaken, maar een vrij banale twist rond één man. Een aardige man overigens, maar niet aan een bestuurstafel. Met Bo gaers kan je alleen behoorlijk samenwerken als je het voor 99 procent met 'm eens ben En die resterende 1 procent is 'm dan nog een doorn in het oog. Hij overlegt en onder handelt niet of nauwelijks, maar douwt door, tegen alle bezwaren en argumenten vana de tegenpartij in. Hij is een H tank die over alles heenraast. Niets begrijpelijker (en ge- rechtvaardigder) dan de angst van de groep-Aalberse, dat deze man de nog onervaren heer Van der Stee volkomen zal overspelen. Maar een sterk argument is die angst natuur lijk niet. De Aalbersianen hadden zelf een sterke, poli tiek zware christen-democraat als nieuwe partijvoorzitter naar voren moeten schuiven, iemand die Bogaers in toom had kunnen houden. Dan wa ren er ook moeilijkheden ge komen, maar dan had men de opperradicaal toch met een wat geruster hart tot het presidium kunnen toelaten. Het gevaar van een breuk was vermeden. |m<" Dat had nog het voordeel gehad, dat de radicalen dan helemaal waren ingekapseld. Hun aanvoerder als vice-voor- zitter in het partij-establish-"™ ment, maar betrekkelijk onge vaarlijk althans niet mach tig genoeg om de leiding te nemen door het sterke te genwicht aan de top. Maar zo'n zwaargewicht van een kandidaat-voorzitter was in christen-democratische sferen niet te vinden. Dus moest de keuze wel vallen op een kleurloze achtergrond-fi guur. En om die te bescher men werd Bogaers weggeargu- menteerd met de nogal door zichtige filosofie van „geen frontfiguren in het presi dium". Hevig geïrriteerd door dit (inderdaad niet helemaal fris se) spelletje zijn de radicalen va banque gaan spelen. Het was ineens alles of niets. Bo gaers erin of wij eruit. Willen! de Bogaerdisten een breuk en sturen ze daar nu regelrechtL op aan? d Vermoedelijk niet. De radi-Uk calen hebben gegokt en ze 19 houden hun hart vast dat de|0i gok verkeerd zal uitpakken, Le want dan staan ze op straat.^ En dat willen ze niet. Woord-da voerder Aarden zei het deze» week nog voor de tv: „Wij iel hechten eraan in de KVP te&s< blijven, omdat wij menen datjïsi daarmee de vernieuwing vanee de partij in consequent-voor-i 5 uitstrevende zin het best is» h gediend". Ja, maar juist daar om is het zo griezelig, dat delet radicalen nu hun hele zaakünc hebben opgehangen aan het aljru of niet aanvaarden van één|ra man. far Zij hebben het „voor of te-pn' gen de vernieuwing" versmald: tot „voor of tegen Bogaers".V~ Kern van hun geloof is nu def' allesoverheersende vraag „Wat dunkt uyfl* E>en Pie-* ter?" Als je niet wist watff voor prestige-overweglngèn hierachter steken, zou 't te bt- lachelijk zijn om er nog ove H. te praten. Alsof de vernieu- wing van de KVP valt of s staat met het vice-voorzit- terschap van Bogaers. En dan te bedenken, dat hij van de p, Aalbersianen vandaag nog lid H van het dagelijks partij- K bestuur mag worden. Alleen geen ondervoorzitter. Is het verschil zo groot, dat je er de grootste politieke partij op p moet laten springen? De radicalen hebben bij een breuk alles te verliezen en niets te winnen. Als zielig klein groepje (hooguit vijf man) zouden ze in de Kamei achter de PvdA mogen| aansukkelen, zonder enige vai meer te hebben op het beleid| en. wat erger is, op de partij- vernieuwing, 't Zit erin, datl de banden met geestverwan ten in ARP en CHU dan los ser zullen worden, zodat, alsl er een nieuwe radicale partijj komt, dit alleen een katho liek-radicale en geen| christen-radicale bedoening wordt. De Bogaers-aanhang maakt nu nog geen 20 pet. van de KVP uit. Doe er in 1971, q, bij de eerstvolgende Kamer verkiezingen, 5 pet. bij, en je krijgt in het gunstigste geval een middelgroot partijtje: symptoom van nieuwe ver-pr brokkeling. k Klompé Dat perspectief is zo onaan-i0 trekkelijk, dat niemand in ernst aan een afsplitsing van^e jni :h( KVP-radicalen durft te gelo-, ven. Het wachten is op de Deus ex Machina. De eenvou-' digste oplossing is natuurlijk, dat één van de partijen door de knieën gaat. b.v. de christen-democraten, die Bo gaers accepteren op voorwaar de, dat de radicalen dan Van der Stee weer in genade aan nemen. Maar er zijn subtiele re varianten denkbaar. Wat denkt u van deze? Marga Klompé treedt a als minister en word voorzitster van de KV. met Bogaers als plaatsver vanger. Dan kunnen de christen-democraten ge rust zijn en de radicalen niet ongerust. Je krijgt dan natuurlijk verhalen over het partijpolitieke be lang, dat zo nodig boven het landsbelang moest prevaleren, maar ach. Versterking van de oppo sitie met afgesplitste KVP- radicalen kan het bestaan van het kabinet-De Jong onzekerder maken. En dat te voorkomen is óók een landsbelang. Vraag het Den Uyl maar. J. PRILLEVITZ e- j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1968 | | pagina 12