-
Heksensabbat
ZICHT OP VIER
EEUWEN OPERA
'4
1
OPINIE
Kanttekening
verslag van een ondraaglijk leven
OP GLAD IJS
Vuur op aarde,
rassenconflict
ZATERDAG 13 JANUARI Ij
Bij beklemmende vragen
QNLANGS Is een boekje verschenen onder de titel „De
meeste mensen willen meer". Over het boekje wil
ik het nu niet hebben, maar de titel iet op zichzelf reeds
aan het denken. HU behelst stellig een waarheid.
Denk aan de hedendaagse mens als de geïnformeerde mens.
Nimmer in de geschiedenis is er zó over algemene Informatie
beschikt als In onze tyd. Het heeft zeker tot verdere be
wustwording van de mens bijgedragen. Maar op haar beurt
wekt voortgeschreden bewustwording behoefte aan nog
nieuwe informatie op. Er is dus sprake van een wederzijdse
en voortgaande beïnvloeding.
De meeste mensen willen meer. Bereikte kennis toch wekt
vermoedens op van nieuwe mogelijkheden, en er is geen
rust voordat ook zij werkelijkheid zUn geworden.
Het begrip „grens" is daarmee in discussie gekomen. Zijn
er nog grenzen? In elk geval verschuiven zy telkens meer
achteruit. Wat overigens de vraag naar hun betekenis al
leen maar te klemmender maakt.
JS HET werkeiyk zo. dat we ln allerlei opzicht méér willen?
De waarheid is, dat veel kunnen en veel weten voor
lopig bezig is tot. behalve een lust, stellig ook een last
te worden.
Het Is, alsof de schrijver van het oude boek der Spreuken
onze tyd heeft voorzien wanneer hij de betrekkelijkheid
schetst van de winst die er in dit alles zit
Zijn wijsheid kan ertoe bijdragen dat men ook de moderne
verworvenheden aan kennis en wetenschap ln de juiste
proporties tracht te zien en in het juiste kader te plaatsen.
Wie zich dan de geestelijke achtergronden bewust wordt
van al datgene wat de mens blijkbaar kan, het zou best 7.0
kunnen zUn dat dan deze of gene soms verzucht: konden
wij in bepaalde opzichten maar minder inplaats van méér.
Want kunnen wU de problemen van vandaag ook nog op
indere dan alleen wetenschappeiyke wijze aan? Er is een
schat van vermogen in onze handen komen te liggen, maar
in wezen staan we er verlegen naar te staren. Zoveel Im
mers ls voor onze verbaasde ogen open komen te liggen.
^CHIER ALLES immers Is open gelegd en is nu open voor
ons komen te liggen. Ook het menselijk lichaam. Heel
de mensheid ais het ware neemt deel aan de medische
diagnose die over ingrepen gaat, zo diep als de mensheid
tot voor kort niet mogeiyk had gehouden. Het menselijk
lichaam heeft opnieuw van zijn wezenlijke geheimen prijs
gegeven en ook zij zijn In onze handen komen te liggen.
Daarmee is de wetenschap al uiterst dicht gekomen bij het
geheim van het leven zelf, het leven waarvan wij tot dus
ver meenden te weten dat het zich. als het erop aan kwam.
aan het weten zelf van de mens onttrok. Het leven immers
was een gave.
En reeds zijn in wetenschappelUke kring de discussies
gaande, wanneer het leven geacht kan worden te zijn in
getreden en wanneer het, omgekeerd, geacht moet worden
de grens van zijn aanwezigheid te hebben bereikt.
Dit we weten het beschouwen we als vragen van
ethiek. Mógen we evenveel als we kunnen?
Men moet betw-yfelen, of de wetenschap zich door vragen
van deze aard zal laten ophouden: zij vervolgt onweerstaan
baar haar ontwikkeling. Des te noodzakelijker behoort men
het te achten dat de ethiek niet het karakter draagt van
lets-dat-er-ook-nog-bUkomt. van een waarschuwlng-van-
buitenaf. maar als een ethisch besef dat In het weten
schappelijk denken als het ware is ingebouwd. Maar of
het deze gestalte zal krijgen?
T"\E ethische vragen zelf zUn by uitstek klemmend.
Denk aan de transplantaties van het hart. Zeker, het
is niet nodig om aan het hart zoals het wordt weggenomen
en vervangen een mystieke betekenis te hechten. Die diepere
betekenis komt toe aan het hart ln overdrachteiyke zin.
Maar hoe wczeniyk is niettemin het hart voor het voort
bestaan van het leven en hoezeer doet de omstandigheid
zich voor, dat hier twéé personen In het geding zijn. van
wie een zijn hart moet afstaan op een moment waarop
het nog voor overdracht vatbaar is.
By dit laatste raken we dus weer aan de problemen van
leven en van dood. zeker ook van het leven, wyi ln ver
band met de vraag van de beschikkingsmacht van de mens
daarover.
Terwijl ik dit schryf lees ik In het Engelse dagblad The
Guardian van gisteren hoe in Engeland een ..Euthanasia
Society" bestaat, een organisatie van nog bescheiden om
vang maar met gehalte en die een wet wil bevorderen om
ln byzondere gevallen de mens de beschikking over het
eigen leven toe te staan.
TNE gedachten van deze organisatie gaan In de richting
dat men In gezonde dagen schrifteiyk moet mogen
verklaren in bilziin van getuigen dat men bU onge-
neseiyke lichamelijke of geestelyke ziekte de voorkeur
geeft aan de dood. Twee medici moeten in het geval zelf
bevestigen, dat bedoelde toestand is ingetreden.
Het zyn de jongste ontwikkelingen ln het medische weten
schappeiyke kunnen die in Engeland nog eens weer de
aandacht op deze ..Euthanasia Society" hebben gevestigd.
Begrypeiyk. want het gaat om een vergelijkbare en ge-
meenschappeiyke problematiek; die nameiyk over de al
dan niet toegestane heschlkking over het leven.
BU al deze ontwikkelingen kan het iemand vreemd te
moede worden. Wat is er toch veel aan verandering onder
hevig. Maar wat kan er dan plotseling een bemoediging
liggen In de prachtige, altyd actuele bewoordingen van onze
catechismus op de vraag naar wat ons te troosten vermag
zowel in ons leven als in ons sterven.
Ook in de verwarring is de rust gegarandeerd, omdat zij
onveranderlijk te vinden is bU een Heer by wie nu eens
géén verandering Is. maar die dezelfde biyft.
Zeven dogen verder
Heksensabbat, verslag
van een ondraaglijk leven.
Zo luidt de titel van de ver
taling (door Pieter Beek)
van Le sabbat, een autobio
grafie van Maurice Sachs
(1906—1945). Het boek is
uitgegeven in de serie
„privé-domein" van NV De
Arbeiderspers te Amster
dam; het telt 303 bladzijden
en kost 10.50.
Sachs heette eigenlijk Etting-
hausen. Als kunsthandelaar en
publicist nam hij intensief deel
aan het Parijse kunstleven van
na de Eerste Wereldoorlog. Van
geboorte een vrijzinnige jood. die
niet eens wist dat de christelijke
kerk in de joodse godsdienst
wortelt, ging hij als jonge man
over tot het rooms-katholicisme,
verbleef een aantal maanden in
een klooster, maar brak daarna
met alle godsdienst.
In Amerika trouwde hij met de
dochter van een presbyteriaanse
dominee (na voor de vorm belij
denis te hebben gedaan), welk
meisje hij op een lezingentournee
had leren kennen. Hij verliet
haar en vluchtte naar Europa te
rug met een vriend. Door zijn
drankzucht en ongeregeld leven
raakte hij aan lager wal.
In de Tweede Wereldoorlog
werkte hij onder de naam Et-
tinghausen voor de Gestapo als
aanbrenger, maar werd tenslotte
toch gevangen genomen en op
een dodenmars als uitvaller neer
geschoten.
Een onverdraaglijk leven, maar
niet „recht en slecht", zoals Slau-
erhoff het uitdrukte in zijn „In
memoriam mijzelf:
Hij leidde recht en slecht
een onverdraagzaam leven.
Gulzig
En bovendien onverdraaglijk,
niet onverdraagzaam. Slauerhoff
leefde in de afweer: Sachs
koortsig en gulzig: hij droomde
van roem en jaagde op genot.
Sachs' werk is bijna helemaal
autobiografisch; de waarde ervan
ligt minder in de literaire kwali
teiten dan in de informatie die
het geeft over de belangrijke
persoonlijkheden van zijn tijd,
als kroniek dus.
Reeds het feit dat de auteur in
totaal 45 motto's, citaten uit de
literatuur, aan het boek als ge
heel en aan de meeste hoofdstuk
ken heeft meegegeven, geeft te
denken. Hij schreef meer van de
literatuur uit dan van het leven.
Oprecht meende hij een genie te
kunnen worden.
Zijn afhankelijkheid, eerst van
Cocteau, later van Gide een
afhankelijkheid die tot interes
sante karakteristieken van beide
kunstenaars heeft geleid be
wijst dat hij als scheppend
kunstenaar niet oorspronkelijk
was. Natuurlijk begint iedereen
als leerling, maar Sachs heeft
zich nooit tot meesterschap ont
wikkeld, misschien ook door zijn
afkeer van geconcentreerde,
voortgezette arbeid en van echte
studie. Uit zijn nalatenschap zijn
nog verschenen o.a. Chronique
joyeuse et scandaleuse (1948), La
Geen actieve rol van
Moskou inzake Vietnam
TT ET IS OPGEVALLEN dat
n Rusland geen actieve rol
speelt, nu Noord-Vietnam aanlei
ding heeft gegeven tot de veron
derstelling. dat er over een poli
tieke oplossing is te praten. En
dat. terwijl het (samen met En
geland) voorzitter is van wat ge
makshalve wordt genoemd de
„Geneefse conferentie".
Of ln deze houding verande
ring zal komen als premier
Wilson van Engeland binnenkort
een bezoek aan Rusland brengt,
moet worden afgewacht. Het feit
dat ook communistisch China be
trokken zou worden bij nieuwe
„Geneefse besprekingen", kan op
zichzelf voor Moskou al aanlei
ding zijn, medewerking te weige
ren.
Een regeling van het Vietna
mese conflict kan echter ook
worden uitgewerkt buiten het
kader van de „Geneefse confe
rentie". De Russen kunnen
rechtstreeks bemiddelen tussen
Amerikanen en Noordvietname-
zen.
Of het zo ver zal komen, hangt
af van de medewerking van Ha
noi en (niet te vergeten) de be
reidheid van Moskou daartoe.
Topgesprek
We schrijven dit naar aanlei
ding van de rede, die de vroegere
Britse premier Harold Macmillan
voor de Columbia University te
New York heeft gehouden. Hij
ontkende daarin, dat geen over
eenstemming tussen Rusland en
Amerika mogelijk zou zijn. voor
dat het Vietnamese conflict uit
de wereld is geholpen.
Macmillan drong opnieuw aan
op een „topconferentie", waar
voor de tijd rijp zou zijn. De
huidige Russische machthebbers
zouden zich meer zorgen maken
over consolidering van de econo
mische winst in het binnenland
en een mogelijke militaire drei
ging van China dan over iets an
ders, zo meent hij.
Nu is de buitenlandse politiek
nooit een van de sterkste kanten
geweest van de snel in het ver
geetboek geraakte Britse ex-pre
mier. Hij is bekend gebleven als
de man, die meende dat op „top
conferenties" alle problemen van
de wereld opgelost konden wor
den. Bliikbaar is hii nog niet van
gedachten veranderd.
Machthebbers
De fout die Macmillan ook nu
maakt is. dat hij „de Russische
DAT ER nu net met die kou
zoveel over bloot gepraat
moet worden. Enfin. Hoepla
zal nu wel echt, hoepla, weg
wezen. Hoeveel de NTS met
de mantel der liefde zal be
dekken, wordt nog bekeken.
Barre winter maakt er in het
oosten des lands geen doorkomen
aan, en in het westen is zelfs in
de stadscentra het rijden een
gok. Op de wég dan, ijsvermaak
is er nog nauwelijks bij. Zelfs in
Deventer zijn de Noren ons verre
de baas en het wordt in Grenoble
voor ons ook niet allemaal goud
wat er blinkt.
Op glad ijs bevinden zich ook
de chirurgen die harttransplanta
ties verrichten (de Amerikaan
Block sterft spoedig na de in
greep. de toestand van Kasperak
en Blaibere is blijkbaar labiel).
Andere methoden worden druk
bestudeerd, de ethiek van het ge
val ook. De telefoon bij de VARA
staat er roodgloeiend van.
Er ls meer aan het glijden. De
KVP bijvoorbeeld. nu het
bestuur Bogaers niet wil als vi
ce-voorzitter en de radicalen Van
der Stee niet als voorzitter. Grote
bezwaren bij AR en CH tegen de
voorgenomen vervijfvoudiging
van toto- en loterijprijzen. Zwaar
geschut van de r.k. ambtenaren
tegen Beerninks ambtenarenbe-
leid. Onrust bij de kleinere par
tijen om een idee, lijstbinding bij
de Kamerverkiezingen te verbie
den.
In Tsjechoslowakije staat No-
votny in de kou. Hij blijft presi
dent, maar (de liberale?)
Dubtsjek leidt nu de partij. Een
proces tegen Moskouse jonge in
tellectuelen roept weerstanden
op, ook in eigen land. De Gaulle
verzacht zijn kritiek op Israël,
dat weer in een ernstig grensin
cident met Jordanië verwikkeld
raakt. In en om Vietnam een af
tasten van de mogelijkheden
voor een vergelijk Wash ngton
krijgt een Haagse opwekking,
zich op eventuele bereidheid van
Hanoi te bezinnen. Voor
Nieuw-Guinea is een VN-plan in
de maak, dat Soeharto uit de
moeilijkheden moet halen en ook
Papoea's in Nederland bevalt.
Het overlijden wordt gemeld
van president Dönges van
Zuid-Afrika (69) en luitenant-ge
neraal A. Baretta. oud-chef
luchtmachtstaf (70). het afscheid
van kardinaal Ottaviani ten Vati-
cane en van mr. J. Zaaijer bij
het Haagse Hof. John Grey Gor
ton (56) volgt wijlen premier
Holt in Australië op. Het dra
ma-Yvonne Paul vindt een voor
lopig einde in het huis van bewa
ring.
Om sociaal te eindigen: de
werkloosheid is in december iets
décade de l'illusion (1950) en Der
rière cinq barreaux (1952).
In de loop van het boek ont
moet men een serie uitspraken
van Sachs over zichzelf. Hij zou
graag inbreker zijn geweest (blz.
22), hoewel vrijdenker, was hij
erg ongelukkig over zijn een
zaamheid (28); als alle zenuwach
tige en gevoelige mensen over
dreef hij alles (61). Hij had nooit
zin om te studeren (125); het
instinct heeft bij hem altijd de
plaats ingenomen van een zake
lijk oordeel (125).
Sachs was ervan overtuigd dat
er een vloek op hem rustte (190).
Hij ging helemaal op in zijn dro
men, maakte er een aanvaardba
re werkelijkheid van en verde
digde die dan als een duivel
(235). Wie hij bewonderde, wilde
hij persé imiteren (260). „Schrij
ver van beroep ben ik nooit ge
weest; mijn aantekeningen zijn
slechts die van een toeschouwer"
(303).
Gemak
Wat hem ook bijzonder Impo
neert, ls het wereldse gemak
waarmee de mensen uit de hoge
kringen zich in het leven bewe
gen. Toch is hij ook vatbaar voor
•chte waardering en dankbaar
heid. Hij heeft veel kijk op het
goede, maar wordt toch on
weerstaanbaar getrokken tot het
kwade. Hij is verkwistend van
aard en in geldzaken volstrekt
onbetrouwbaar.
Het gelukkigst voelt hij zich in
de gevangenis, waar hij rustig
kan lezen en schrijven. Sachs
was een typisch literaat, iemand
voor wie de literatuur eten en
drinken is, zonder dat hijzelf vol
uit een schrijver kan worden ge
noemd.
De literatuur zit de Fransman
in het lijf, in bloed en geest.
Frankrijk is literair „ons aller
moeder". Sachs was helemaal
een Franse jood, ook wat de
roemzucht betreft. Zeker is zijn
werk van belang als kroniek,
want hij kende vrijwel iedereen
die in het Frankrijk van zijn tijd
artistiek van betekenis was.
Maar toch vraag ik me af of
deze autobiografie niet hoofdza
kelijk van waarde is als het
geschreven zelfportret van een
min of meer gepsychopathiseer-
de, intelligente man uit gegoede
kringen, eerzuchtig maar zwak,
begaafd maar zonder stuur, mis
schien erfelijk belast met een
immorele aanleg.
Het boek sluit aan bij de
Franse traditie in bekentenis- en
dagboekliteratuur en het geeft de
nette kerkse Hollander een kijkje
op een typisch werelds milieu en
een typisch wereldse levensstijl
(op gevaar af ons tot Farizese
dankbaarheid te nopen).
„De xenia's, die schitterende
bloemen, eenzaam en terugge
trokken als de heiligen, bloeien
alleen op een rotsige bodem. Te
vette grond, zoals de mijne, is
voor hen dodelijk" zegt de auteur
op blz. 109. Zo brengt hij toch
hulde aan een (ascetisch) begrip
van heiligheid. Wat zal er bij die
dodenmars in kou en sneeuw
door hem zijn heengegaan? In
het seminarie had hij Pascal
grondig gelezen.
„De literaire nalatenschap van
Sachs bestond uit honderden ma
nuscripten; romans, verhalen, to
neelstukken, essays, dagboekfrag
menten, brieven, herinneringen",
vertelt de uitgever op blz. 303.
Dit is dan toch uit dit ondraag
lijke leven overgebleven.
Dr. C. RIJNSDORP.
Prins Norodon Sihanoek van
Cambodja heeft de Amerikaanse
regering ervan beschuldigd, me
vrouw Jacqueline Kennedy als
een ,JMata Hari" naar zijn land
te hebben gestuurd. Hij was
echter niet voor de verleiding
bezweken. Op de foto ziet men
mevrouw Kennedy met de prins,
staande in een open auto, in de
hoofdstad Phnom Penh.
machthebbers" op één lijn plaatst
en geen enkel onderscheid
maakt. Bij verschillende gelegen
heden is gebleken dat in het
Kremlin twee stromingen
bestaan, die elkaar tot dusver in
evenwicht wisten te houden.
Gemakshalve sprak men wel
van de „duiven", van wie pre
mier Kosygin de vertegenwoordi
ger zou zijn en van de „haviken",
die zich zouden kunnen verlaten
op partijleider Brezjnef. Voor de
laatsten is de oorlog in Vietnam
en de rol, die de Amerikanen
daarin spelen, van groot belang.
In tegenstelling tot dq „duiven"
zijn zij gebaat bij voortduring
ervan.
Zolang het Vietnamese conflict
niet is opgelost kan er van de
„werkelijke besprekingen" die
Macmillan mogelijk acht, geen
sprake zijn. Dat geldt ook voor
het Nabije Oosten, waar Rusland
volgens Le Monde (in het Mid
dellandse zeegebied) een vlieg-
dekschip en landingstroepen gaat
stationeren.
Amerika
Reden temeer voor de Ameri
kanen gebruik te maken van elke
kans, die tot een vergelijk kan
leiden. Zij hebben nog steeds niet
definitief gereageerd op het aan
bod van Noord-Vietnam. dat deze
week opnieuw werd bevestigd.
Wellicht wachten zij tot aan het
eind van deze maand, als een
bestand van tenminste drie da
gen in acht zal worden genomen.
Washington wil zekerheid heb
ben omdat 1. een lange bombar
dementspauze tijdens vruchteloze
onderhandelingen de Ameri
kaanse verliezen zou vergroten:
2. de bombardementen zijn ge
richt op beëindiging van de
Noordvietnamese agressie, die
nog voortduurt: en 3. het psycho
logisch en politiek bijna onmoge
lijk zou zijn de bombardementen
te hervatten als besprekingen
zouden mislukken.
President Johnson staat voor
een moeilijke beslissing. Zijn
besluit zal afhangen van wat
achter de schermen duidelijk
wordt omtrent de ware bedoelin
gen van Hanoi (waar de leiding
eveneens verdeeld zou zijn in
„haviken en duiven"). De presi
dent moet echter ook rekening
houden met de druk van de we
reldopinie.
gezakt, de loonkosten zullen vol
gens het Planbureau dit jaar 5
procent stijgen, de bouwbonden
vragen net als de metaal 5"t pro
cent. de artsen kunnen zelf hun
tarieven bepalen, jonge autorij
ders moeten straks een verhoogd
eigen risico nemen, en de Spoor
wegen, 100 miljoen verlies, rijden
in warmgele eenheidstreinen met
een nieuw embleem tegen hoger
tarief een onzekere toekomst in.
DEZE WEEK GEZEGD:
„De problemen in Nederland
zijn van heel andere orde dan
toen ik in Nederland was. Men
staat als het ware voor het
probleem: hoe kunnen we onze
welvaart opsouperen? Men
heeft wel eens de indruk dat
alles kan." (Prof. dr. P. M.
Lieftinck).
Van de hand van Jo Eisen-
doorn is bij de Uitgeverij De
Toorts te Haarlem verschenen
een rijk geïllustreerd boek over
de ontwikkelingsgang van de
opera. Het biedt een goede
oriëntatie omtrent de verschil
lende stromingen, die zich vanaf
het jaar 1600 (de kooropera's der
Florentijnen) tot op heden in de
muziekdramatische kunst hebben
voorgedaan, en verschaft bij veel
feitenmateriaal, vooral ook een
duidelijk beeld van de invloed
die de verschillende kunstvormen
(toneel, dans, literatuur en mu
ziek) op elkaar hebben uitgeoe
fend.
Een belangrijk facet van dit
„panorama van de ontwikkeling
van de opera" is de grote aan
trekkelijkheid voor de echte ope
raliefhebber. die zonder veel
inspanning in dit boek veel van
zijn gading zal aantreffen,
beschreven in een prettige, on
derhoudende stijl.
De Nederlandse Operastichting
heeft voor de totstandkoming
van dit werk veel fotomateriaal
ter beschikking gesteld. Regelma
tige operabezoekers zullen onge
twijfeld menige afbeelding te
genkomen van taferelen, die zij
tijdens voorstellingen van de Ne
derlandse Opera en de Neder-
'andse Operastichting hebben ge
zien.
Deze foto's verlevendigen de
herinnering en stimuleren tot na
dere en meer intensieve ken
nisname van hetgeen de muziek
dramatische kunst in vier eeu
wen heeft voortgebracht.
Al zal misschien de meeste be
langstelling wel uitgaan naar de
geestesprodukten van algemeen
bekende componisten als Mozart,
Verdi, Wagner en Puccini, toch
zullen velen, al lezende, behoefte
gevoelen om hun repertoireken
nis uit te breiden.
Het slotwoord De eeuwige
„moderne" muziek (zij is er altijd
geweest) maant tot voorzich
tigheid bij het beoordelen van
nieuwe vormen waarin eigen
tijdse componisten aan hun dra
matische expressie gestalte
trachten te geven, wat natuurlijk
geen critiekloze aanvaarding van
het nieuwe inhoudt.
Behalve een register van ope
racomponisten is een afzonderlijk
overzicht toegevoegd van de
opeenvolgende stijlen en stro
mingen in de opera, gezien in
historisch verband. Een zeer aan
bevelenswaardig boek voor mu
ziekstudenten en liefhebbers.
Vier eeuwen opera van
Monteverdi tot Nono, door
Jo Elsendoorn. Uitgave De
Toorts, Haarlem (340 blz.
220 ill., 19,50).
(Van onze radio- en tv-redactie)
HILVERSUM Wy herinne
ren U nog even aan de tv-uit-
zending „Vuur op de aarde",
morgenmiddag om 5 uur op Ncd.
1 uit te zenden door CVK/IKOR.
Zoals U weet, gaat het hierin
om een kerkelijk rassenconflict
dat zich in 1965 afspeelde in de
kleine Amerikaanse stad Omaha,
terwijl er werkelijk toevallig
een filmploeg aanwezig was voor
een heel ander gebeuren.
De jongste dominee William
Youngdahl had in zyn preek
voorgesteld dat tien van zijn
gemeenteleden eens op bezoek
zouden gaan by tien van hun
zwarte (eveneens Lutherse)
broeders.
Dat wierp zoveel stof op, dat
de filmploeg het gebeurde nauw
keurig volgde. Zy legden de
emoties vast en lieten niet na
vele schrijnende uitspraken by
de ontmoetingen gedaan, even
eens op te nemen Zo mogelijk
moet U deze film eens bekijken.
HILVERSUM We krijgen
er nog een land met kleurente
levisie bij: Thailand. In het. na
jaar wil men beginnen volgens
het Duitse PAL-systeem.
Daartoe is bij Marconi een
grote bestelling gedaan: een zen
der, twee camera's, de inrich
ting van een regiekamer en een
beelbandopnemer. Alles tezamen
een volledige installatie voor
studio-kleurenuitzendingen.
Kamermuziek
Barsten of breken?
De bemiddelaars zijn ten
strijdtonele verschenen.
Het heeft een week moe
ten duren, maar de span
ning is nou toch gebro
ken. Romme, Cals, Mae-
nen en Van Rijckevorsel
gaan voorkomen, dat de
barsten in de KVP breu
ken worden. Een oud-pre
mier, een oud-fractieleider,
een Kamerlid en een oud-
Kamerlid.
Symbolische werkverde
ling, ontsproten aan de be
zorgde breinen van de
twee katholieke fractie
voorzitters Schmelzer en
Van Lieshout.
Officieel onderzoekt het
Kwartet slechts de mogelijk
heden om het conflict op te
lossen. De missie van de he
ren mag niet mislukken en
daarom heet het geen missie,
maar een onderzoek. Wie ech
ter is zo onnozel om te veron
derstellen dat een Romme
zich tot een simpele registratie
van wat kan en niet zal be
perken?
Hij gaat eerst denken, dan
uitdenken, dan douwen en
persen en tenslotte komt 'r
een tovermiddel uit de bus.
dat je alleen kunt weigeren
als je per se een pathologische
querulant wil heten. Dat wil
niemand, ook niet de radica
len, die zich overigens te
geëmancipeerd voelen om als
lastige schoolkinderen door de
oude bovenmeester in de rij te
worden gezet, met een standje
toe en een 5 voor gedrag op
het Paasrapport.
Karwei
Daarom moet Cals, radicaal
op non actief, de Bogaerdisten
bewerken. Maenen is ook een
goede keus. In het westen
komt z'n naam nauwelijks in
de kranten, maar in Limburg
en dus in de KVP is hij een
grootheid. Een typische tus-
senfiguur: voluit aanvaard
baar voor de christen-demo
craten omdat hij trouw in
Schmelzers gareel heeft mee-
gedraafd, niet onaanvaardbaar
voor de radicalen vanwege z'n
sterke binding met de katho
lieke arbeidersbeweging.
Van Rijckevorsel is een geval
apart. Z'n politieke ligging
doet de radicalen huiveren.
Bij hem vergeleken is Aal-
berse een soort
Nieuw-Llnkser. Maar goed.
Van Rijckevorsel („Kareltje"
in de omgang) is een monu
ment van onkreukbaarheid en
bovendien een befaamd advo
caat, die altijd wel een gaatje
vindt.
De vier heren hebben vol
gens het communiqué van
gisteravond weken uitgetrok
ken voor hun moeilijke kar
weitje. Op z'n vroegst begin
volgende maand weten we
wat er van de KVP gaat wor
den. 't Ziet er niet vrolijk uit.
Blijkt dat Aalbersianen en
Bogaerdisten eikaars capitula
tie blijven eisen, zonder de
geringste bereidheid tot een
compromis, dan staan de wij
ze mannen in hun hemd en
mag de KVP zich vertrouwd
ga^n maken met de gedachte
aan een even ongeloofwaardi
ge als onvermijdelijke breuk.
Wat heeft de vechtersbazen
bewogen om zo snel na de
vredige feestdagen de „geest
van Arnhem" om te toveren
in een naargeestig spook?
Achteraf is het wel te verkla
ren, al blijft het verrassend,
zeker voor argeloze ru
briekschrijvers die niet zonder
wishful thinking voorspelden,
dat er op het front van de
partijvernieuwing voorlopig
rust zou heersen De KVP-ra-
dicalen waren uit op revan
che. Na de partijraad in Arn
hem zijn ze door links en
rechts met hoon overladen. Ze
hadden zich gezellig laten in
kapselen, waren belachelijk
snel akkoord gegaan met vage
resoluties, kortom, de grote
woorden van weleer waren
niet door daden gevolgd. „La
faards", noemde Gruyters van
D'66 ze. En in „De Nieuwe
Linie" schreef prof. Van den
Bergh, dat de radicale „regen
tenzoontjes" de zaak van de
vernieuwing de slechtst denk
bare dienst hadden bewezen
door zich met verbale com-
promisjes de mist in te laten
sturen.
Dat deed pijn. Bogaers c.s.
waren nu wel aan hun stand
en zelfrespect verplicht de -
eerste de beste gelegenheid
aan te grijpen om te bewijzen
dat Gruyters ongelijk had. En
daarom bombardeerden ze de
voordracht voor de
bestuursverkiezing tot toets
steen voor de radicalisering
van de partij. Of liever: Bo
gaers' kandidatuur voor on
dervoorzitterschap werd hun
toetssteen. Alleen daardoor
konden de radicalen aantonen
hoe flink ze wel waren, want
Bogaers is de grote steen des
aanstoots voor de Aalbersia
nen. Hem kandideren zou ge
garandeerd ruzie betekenen.
Dat kon iedereen bij voorbaat
weten.
De ruzie is gekomen. Geen
ideëel conflict over zaken,
maar een vrij banale twist
rond één man. Een aardige
man overigens, maar niet aan
een bestuurstafel. Met Bo
gaers kan je alleen behoorlijk
samenwerken als je het voor
99 procent met 'm eens ben
En die resterende 1 procent is
'm dan nog een doorn in het
oog. Hij overlegt en onder
handelt niet of nauwelijks,
maar douwt door, tegen alle
bezwaren en argumenten vana
de tegenpartij in. Hij is een H
tank die over alles heenraast.
Niets begrijpelijker (en ge-
rechtvaardigder) dan de angst
van de groep-Aalberse, dat
deze man de nog onervaren
heer Van der Stee volkomen
zal overspelen. Maar een sterk
argument is die angst natuur
lijk niet. De Aalbersianen
hadden zelf een sterke, poli
tiek zware christen-democraat
als nieuwe partijvoorzitter
naar voren moeten schuiven,
iemand die Bogaers in toom
had kunnen houden. Dan wa
ren er ook moeilijkheden ge
komen, maar dan had men de
opperradicaal toch met een
wat geruster hart tot het
presidium kunnen toelaten.
Het gevaar van een breuk was
vermeden. |m<"
Dat had nog het voordeel
gehad, dat de radicalen dan
helemaal waren ingekapseld.
Hun aanvoerder als vice-voor-
zitter in het partij-establish-"™
ment, maar betrekkelijk onge
vaarlijk althans niet mach
tig genoeg om de leiding te
nemen door het sterke te
genwicht aan de top.
Maar zo'n zwaargewicht
van een kandidaat-voorzitter
was in christen-democratische
sferen niet te vinden. Dus
moest de keuze wel vallen op
een kleurloze achtergrond-fi
guur. En om die te bescher
men werd Bogaers weggeargu-
menteerd met de nogal door
zichtige filosofie van „geen
frontfiguren in het presi
dium".
Hevig geïrriteerd door dit
(inderdaad niet helemaal fris
se) spelletje zijn de radicalen
va banque gaan spelen. Het
was ineens alles of niets. Bo
gaers erin of wij eruit. Willen!
de Bogaerdisten een breuk en
sturen ze daar nu regelrechtL
op aan? d
Vermoedelijk niet. De radi-Uk
calen hebben gegokt en ze 19
houden hun hart vast dat de|0i
gok verkeerd zal uitpakken, Le
want dan staan ze op straat.^
En dat willen ze niet. Woord-da
voerder Aarden zei het deze»
week nog voor de tv: „Wij iel
hechten eraan in de KVP te&s<
blijven, omdat wij menen datjïsi
daarmee de vernieuwing vanee
de partij in consequent-voor-i 5
uitstrevende zin het best is» h
gediend". Ja, maar juist daar
om is het zo griezelig, dat delet
radicalen nu hun hele zaakünc
hebben opgehangen aan het aljru
of niet aanvaarden van één|ra
man. far
Zij hebben het „voor of te-pn'
gen de vernieuwing" versmald:
tot „voor of tegen Bogaers".V~
Kern van hun geloof is nu def'
allesoverheersende vraag
„Wat dunkt uyfl* E>en Pie-*
ter?" Als je niet wist watff
voor prestige-overweglngèn
hierachter steken, zou 't te bt-
lachelijk zijn om er nog ove H.
te praten. Alsof de vernieu-
wing van de KVP valt of s
staat met het vice-voorzit-
terschap van Bogaers. En dan
te bedenken, dat hij van de p,
Aalbersianen vandaag nog lid H
van het dagelijks partij- K
bestuur mag worden. Alleen
geen ondervoorzitter. Is het
verschil zo groot, dat je er de
grootste politieke partij op p
moet laten springen?
De radicalen hebben bij een
breuk alles te verliezen en
niets te winnen. Als zielig
klein groepje (hooguit vijf
man) zouden ze in de Kamei
achter de PvdA mogen|
aansukkelen, zonder enige vai
meer te hebben op het beleid|
en. wat erger is, op de partij-
vernieuwing, 't Zit erin, datl
de banden met geestverwan
ten in ARP en CHU dan los
ser zullen worden, zodat, alsl
er een nieuwe radicale partijj
komt, dit alleen een katho
liek-radicale en geen|
christen-radicale bedoening
wordt. De Bogaers-aanhang
maakt nu nog geen 20 pet. van
de KVP uit. Doe er in 1971, q,
bij de eerstvolgende Kamer
verkiezingen, 5 pet. bij, en je
krijgt in het gunstigste geval
een middelgroot partijtje:
symptoom van nieuwe ver-pr
brokkeling. k
Klompé
Dat perspectief is zo onaan-i0
trekkelijk, dat niemand in
ernst aan een afsplitsing van^e
jni
:h(
KVP-radicalen durft te gelo-,
ven. Het wachten is op de
Deus ex Machina. De eenvou-'
digste oplossing is natuurlijk,
dat één van de partijen door
de knieën gaat. b.v. de
christen-democraten, die Bo
gaers accepteren op voorwaar
de, dat de radicalen dan Van
der Stee weer in genade aan
nemen. Maar er zijn subtiele
re varianten denkbaar.
Wat denkt u van deze?
Marga Klompé treedt a
als minister en word
voorzitster van de KV.
met Bogaers als plaatsver
vanger. Dan kunnen de
christen-democraten ge
rust zijn en de radicalen
niet ongerust. Je krijgt
dan natuurlijk verhalen
over het partijpolitieke be
lang, dat zo nodig boven
het landsbelang moest
prevaleren, maar ach.
Versterking van de oppo
sitie met afgesplitste KVP-
radicalen kan het bestaan
van het kabinet-De Jong
onzekerder maken. En dat
te voorkomen is óók een
landsbelang. Vraag het
Den Uyl maar.
J. PRILLEVITZ
e- j