Kijk Gertjan, haar handjes zijn wit van binnen... Werkt de nog wel moderne vrouw om Gods wil? GEEN RASSENDISCRIMINATIE MAAR, KERSTBIJLAGE 1967 Het Kwart ^EIST Ze heet mevrouw Van Halsema en haar man is kapitein bij de grote vaart. Het gevolg was, dat toen ik Er zijn twee kinderen in de peuter- en kleuterleeftijd. - Wie ben jij? heeft de Smfin'dTlokaS kleuter zojuist gevraagd en terwijl mevrouw met de koffie bezig was, heeft zich het be- heerste, een gespannenheid die kende gesprek tussen het krummeltje en de vreemde meneer ontwikkeld, waarbij aaPd*ed; *k vial J maar met de deur in huis door te net kleintje alles wilde weten en de „meneer naar beste weten (hij heeft ook van dat zeggen: Jullie zullen wel denken goedje thuis) antwoordde. a's ie me welk land komt die juf wel? Nu, dat zal ik jullie dan eens vertellen. Meteen kwamen toen de tongen los en van goeden wille je wel kunnen was alles weer normaal. Maar nu moet Gonnie naar bo- er direct bij dat u dit niet mag ven, heeft mamma (met de kof- overdrijven in die zin dat ik er benaderen. Bijvoorbeeld door fie) gezegd. Ons gesprekspartner- zwaar onder gebukt zou gaan of overdreven aandacht te hebben tje pruilend af, want ze wist nog zo. Hoe het op je aankomt hangt voor je kinderen: lang niet genoeg. Dit hele gewo- natuurlijk ten nauwste samen ne gebeuren ging vooraf aan het met je incasseringsvermogen. Ik babbeltje met deze heel gewone dacht" dat het mijne vrij groot huismoeder over de vraag of ze was. zich in de samenleving nu eigen lijk wel zo gewoon voelde. Beter of ze zich wel gewoon voelt beje gend. hoor wel cru. Ik bedoel de dom- Mevrouw Van Halsema is Suri- me opmerkingen die tegen je naamse. Ondervindt ze bepaalde kunnen worden gemaakt, moeilijkheden in de Nederlandse -amenleving? Wordt zy of haar Een mevrouw uit de buurt die kleine tweetal met een ik wel eens een paar keer had nieuwsgierig, misschien scheef oog bekeken? Gaan het leven - g wat een schattige kindertjes hebt u toch! Dat mogen ze natuur lijk best zeggen het is heel subtiel maar de wat overdre- Geweigerd Ik begin met iets, waar ik me van vier op mij e Ervaren velend (het idee!). manier, weet u. Hoewel ik Ik zal me, als ik het achteraf over- maal kwam het nogal hard bij mij aan, want ik had dat van de ben je zelf niet persoon waar het om ging hele' op dat punt? maal niet verwac" tste zijn om dat typisch voorbeeld niet min of meer toe te stemmen, juiste bejegening. Een ander voorbeeld van die Op het bureau van maatschap- in wezen pelijk werk waar ik mijn op- C11 - - begrijpende dracht zou krijgen kende men al- werken hier samen met een ze- pakt het kind haar hand)es. laat houding. In mijn stagetijd moest leen mijn naam, waarin niets kere gespannenheid' Ondervindt ze aan haar zoont)e zien ei> zeg*: ik een groepje kinderen van vijf „verdachts" school. Maar toen ik ze hier (het hoge woord moet er j' hat haar maar uit) op de een ot andere handjes blanlt zijn van binnen, manier rassendiscriminatie? zoaia ik Je heb verteld a maar daar mag je met 01 Ik stond even totaal verbouwe- ten hoor. want dat vindt reerd, vooral toen de vrouw in kwestie nog doorkwebbelde: Ja, De vrisndelijke gastvrouw te- ik heb Gertjan er thuis over ver- genover ons is intelligent, teld en g®zeSd dat zwarte beschaafd en ervaren. Jarenlang P)enf€n niets n^nder zijn dan voor haar huwelijk liep ze blanke mensen. Ik zei: die me- mee op diverse posten in het neer met dat manke been kijk je maatschappelijk werk. Zowel in t°cb ook niet na (notabene: of Suriname, als in Nederland. Bij miin kinderen of ik een partieel uitstek een vrouw, die zich hiero- defect zouden hebben...). En toen ver kan uitspreken. kwam nog als klap op de vuur pijl: Zeg, mevrouw, transpireert Discriminatie zoals in de Vere- u nu ook zo. als u het warm nigde Staten of Zuid-Afrika heeft. Ik denk wel eens aan u, neen daar is in Nederland al- als ik zo'n zanger voor de tele- thans zo is mijn ervaring geen visie zie sprake van, zo stelt ze al direct enige orde op zaken. Ik leef hier f-iP\A/nnPnrl gelukkig en ontspannen, word vjcv>vj[jci doorgaans, een heel enkele uit- Kljki aulke di„sen kun je een zondering daargelaten, behandeld ,nkf,a maa, teg,„komen. Mis- z.oals iedereen graag zou willen sc|iien da, ;k daar goed tegen worden behandeld. Ondervind ,e„apend ben, maar zulke dom. dus in het algemeen geen moei- ml,hedr„ doen m, „iets. j, lijkheden. dcokl; ochp ao ifmand is rcn- maal niet wijzer. WSl ietS me °°k 10 *aakt is en dat komt méér voor de ge- Maar er is wel „iets", al zeg ik forceerde manier waarop mensen Wel, ik heb toen dienst gewei gerd en er kwam een hele stam pij van. Mijn redenering: niet mijn capaciteiten, mijn be kwaamheid zijn hier in het ge ding (daar wist de directeur nog niets van) maar mijn huidskleur heeft me bij deze topfunctionaris van maatschappelijk werk al ge oordeeld. Er is gepraat en mijn stand punt ondervond bij anderen ge lukkig begrip. Ik ging de wijk in en kreeg na afloop een heel goed testimonium. Kijk, dit soort din gen verdrieten me. Omdat je het te verwerken krijgt via iemand, die toch beter moest weten. Nogmaals: ik noem nu het een en ander om iets van de typische probleempjes duidelijk te maken, waarmee je kunt worden gecon fronteerd. Discriminatie is het niet, dat voelt u wel. Mijn ideaal zou zijn als je overal kon worden geaccepteerd (of niet) zoals je echt (van bin nen) bént. Die eeuwig „begrij pende" houding hangt me ook wel eens de keel uit. Wilt u wel geloven dat ik er soms behoefte aan heb dat iemand me een ver velend mens vindt? JN het verleden hebben vronwen op een heel eigen manier de liefde tot Christus gestalte gegeven door dienst aan de naaste met opoffering van eigen per soonlijkheid vaak. Jezus geeft de vrouw een nieuwe plaats. In de eerste christengemeenten verricht zij, de diakones vaak weduwe belangrijke diensten. Door het ontstaan van het kloosterwezen raakt haar ambt in onbruik. In 533 schafte de synode van Or leans het instituut van diakones af. Tot Ds. Fliedner in Kaiserswerth in 1836 het ambt in ere herstelde. Ons land kent nog religieuzen en diakonessen. Het aantal roepingen neemt echter schrikbarend af. Een groot ziekenhuis in de randstad dat oorspronkelijk alleen nonnen als verpleegsters had, heeft driekwart lekcn-verpleegsters tegenover één kwart religieuzen. Het diakonessenhuis in Eindhoven heeft drie diako nessen waarvan er één met pensioen gaat. In Rotter dam is de jongste diakones 50 jaar. De diakonessen- inrichting te Voorburg heeft zelfs geen enkele dia kones in dienst. Werkt de moderne vrouw nog wel om Gods wil? Spreekt toewijding ons niet meer aan? nu eenmaal niet meer in de Middeleeuwen", zegt de direc trice nuchter. Toch is er een groot verschil in dienstbaarheid. De non werkt pro deo. Haar sa laris gaat naar de congregatie. Ze krijgt wel zakgeld. Ze heeft slechts één vrye dag per week en is niet gebonden aan de ar beidswet. Na het avondgebed om half zeven gaat ze dikwijls weer te rug naar de zaal en maakt haar werk af. De religieuze werkt ook in de keuken of op kantoor. „Vindt u het een verarming?" kend. Al ben je als ongehuj^ vrouw mobieler. We willen leven met een o oog midden in de wereld. iiv de sociale wetgeving is de di sommigen naar de ver woordelijkheid van allen geli Onze dienstbaarheid is een kelijk ding. Wij zijn verzel ito van wieg tot graf. Dienstb en heid? Nonnen en diakoneiWe hebben dat vroeger in hun(ga gekristalliseerd. lur Partner r70RG voor de armen en lijdenden verandert van karakter in de loop der eeuwen. De werken van barmhartigheid maakten het de mens mogelijk ook eigen zieleheil te bevor deren. In de Middeleeuwen vond men armoede geen mis stand. Integendeel, de hulp aan de arme was een noodzakelijk element van de godsdienst. Prof. dr. A. Querido beschrijft dat uitvoerig in Godshuizen en Gasthuizen. Volgens de catechismus voor het religieuze leven is het vol maakte geluk „het onwrikbaar bezit van God". Voor het aard se ruilt de kloosterling het he melse. Eeuwenlang was de maat schappij patriarchaal. De vrouw was dienstbaar. Zij kon haar zelfstandigheid ontplooien in dienst aan de naaste. Als Fliedner om de nood in zijn gemeente weer een beroep doet op de vrouw, dan helpt hij haar uit haar verveling. De wel gestelde ongehuwde vrouw bor duurde en haalde zich allerlei muizenissen in het hoofd. Toen bleek er plaats voor haar in de maatschappij. Spil De eerste diakonessen waren de spil van de gemeente. De diakonessenarbeid in Kaisers werth is volgens pastor Frick al daar nog een communiteit. Maar zuster Cecilie die met hem in ons land was om plaats en taak van het diakonessenwezen nader te bepalen bestrijdt dit. De Nederlandse Bond van Dia- konessenhuizen kent geen di- rekt verband met enige kerk. Onze diakonessen verbinden zich aan een moederhuis. Ze worden ingezegend, waarbij hen enkele vragen worden gesteld, soms in een kerkdienst. Ze kennen vaste werktijden. Buiten werktijd dragen ze geen kostuum. Velen van hen werken op buitenposten. Een diakones behoeft niet noodzakelijk ver pleegster te zijn. Er zijn diako nessen laborante en maatschap pelijk werkster. Er zyn diako nessen die huwen. Ze zyn dus niet levenslang aan die belofte gebonden. Het gemeenschaps- vormende is wel een wezenlijk kenmerk van de diakones. „Wij proberen in ons huis met de bij bel te leven" zegt een besturend zuster. De patiënt in een diako nessenhuis zal kunnen voelen dat die gemeenschap er voor hem is. Toch gaan de Huizen in ons land mee met werktijdver korting. De oudere diakones heeft het daar soms moeilijk mee. Zij voelt het aan alsof haar een stuk „diakonia" uit handen is genomen. Want het klaarma ken voor de nacht waarbij zo vaak een ongedacht gesprek een mogelijkheid is om de mo derne mens met zyn levens angst te wijzen op het geloof in Jezus Christus is er niet meer bij. Ook zet zij vraagtekens bij de vertechnisering van het zieken huis. Als je een huis vol appara ten zet, lever je dan de m e n s niet uit? vragen zij zich af. Dr. A. van Biemen daarentegen riep op een jaarlijkse conferentie van de Bond van Diakonessen- huizen op, de technisch weten schappelijke ontwikkeling niet af te remmen of negatief tege moet te treden. In hoeverre hebben de dingen iets te be tekenen voor het m e n s z ij n? Modeshow Diakonessen zijn geen wereld vreemden. Het Huis in Meppel hield een modeshow met eigen zusters als mannequins. Op een bezinningsdag vragen leerling- verpleegsters die erkennen bang te zijn als ze op een ge sprek met een patiënt worden betrapt door de hoofdzuster om gesprekstherapiedat even goed op het lijstje van werk zaamheden zou moeten voorko men als wasbeurten. Een diako nes laat, terwijl ze aan het sop pen is, een patiënt de krant Geen ster te zien Geen ster te zien, slechts neonlichten van reclame zetten de wijzen van het westen aan vanwege 't Kerstkind extra in te slaan en zich een welvoorziene tafel niet te schamen. Geen ster te zien, maar wijs of niet, zij die zich schamen tasten de weg terug naar Kind en stal. Stal staat voor wereld en is overal, ontdekken zij, en daar is Hij, mens met ons samen. INGE LIEVAART voorlezen „en de zaul besprak het nieuws van de dag". Werkt de jonge roomskalholieke vrouw nog om Gods wil? Haar kerk voor al bevindt zich in een stroomversnelling. Mannelijke religi euzen treden uit en huwen. Dienst aan de naaste „om niet" komt niet rneer voor. Praktisch alle reli gieuzen zijn in loon dienst. Van de onge veer 28.950 vrouwe lijke religieuzen zijn er 3.733 bij het on derwijs en 2.771 in ziekenhuizen werk zaam. Jonge meisjes vinden habijt en klooster folklore. Lise Stelma zegt in Vrijwillig Levens lang „Het is of er in rooms-katholieke kring in twee ver schillende talen wordt gesproken. De oudere religi euze tekent voor le venslang achter kloostermuren. De jongere is vaak een vrouw van onze tijd, die haar leven heeft gewijd aan God voor het heil van de wereld door bemiddeling van haar religieuze congregatie". Pro deo In dat ziekenhuis in de rand stad lopen religieuzen niet lan ger in habijt. Er is nauwelijks verschil te zien tussen non en „leke"-verpleegster. „We leven vragen wij de directrice, „die terugloop van het aantal reli gieuzen in uw ziekenhuis?" „Een beetje wel", geeft ze toe. „Maar het heeft te maken met de eman cipatie van de vrouw en daar kan ik zelf religieuze be grip voor hebben." Oude gebruiken en vormen verdwijnen. Dat je je celibatair beter aan God en mensen kunt geven, wordt in onze tijd ont- De leek zal straks mee: kend worden als partner i opdracht van God. Minder pingen mogen we zien als sy tomen van een diepgaande e_ tuurverandering. Bij alle ^me technisering zullen we e\ steeds opnieuw moeten bezin no of „dienst aan de naaste" wel om Gods wil is. Twee n sen kunnen hetzelfde doen, d n andere motieven hebben, if Gods wil is dat een ongr r baar iets? Dienstbaarheid de geëmancipeerde vrouw niet aan enkelen gebonden. Er zijn jonge meisjes die i diakonaal jaar geven. Er moeders die in de avonden het ziekenhuis gaan werken jazeker, tegen betaling, huishouden moet ook draaien de tijd dat zij er niet is. Er men meer vrouwelijke ouderiAM gen en diakenen. Allerwef heeft men oog voor de ontzi lijke verkwisting van Gods ven door de vrouw haar pla b in de kerk te onthouden. Dia! Ai nia in de toekomst? Missch 1 minder instituut en meer zc meenschap, minder kandelJ L en meer licht, minder plicht en meer liefde. Werkt modern vrouw nog om Gods ivil? chi 1 Zakelijk gezegd: nee. Ze ft i diakonessen en nonnen i in loondienst. Liefdadig!» heeft plaats gemaakt von(jj recht op hulp, althans in o E land. Wij hebben zelfs i minister voor ontwikkelini hulp. Dat betekent dat i ft verre naaste ons dichtbij gekomen. Dienstbetoon in b verleden van de vaak on{ ^j( huwde vrouw zou in de ta komst wel eens plaats ko nen maken voor het insrl^ kelen van de rijpere, gehukt de vrouw. Zij heeft door v le jaren dienst aan man r.°'- kinderen veel wijsheid, duld en inzicht verworvfl weet waar de noden in de V!n zinnen liggen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 18