ZAAL: speelplaats om beter te worden KERSTBIJLAGE 1967 Het Kwartet A A J^ET kind in het ziekenhuis. Hulpeloos en vaak klaaglijk huilend als het er is binnengebracht. De volgende dag vaak al ondeugend, lawaai en plezier makend, zich koesterend in de weelde van het verwend worden door pappa en mamma, door zusjes en broertjes. gOMS weer even hartstochtelijk huilend als het weer weg gaat. Wèg altijd hollende, zorgende zusters, weg spelleidster (mej. Den Braber), weg vriendjes en vriendinnetjes, weg speelkamer waarin je nu net alle leuke dingen vond, die je altijd zelf zo graag wilde hebben. TT/E schetsten nu nog maar een categorie. De meest voorkomende. Maar er is ook hei totaal in zichzelf gekeerde kind, het onbegrijpe lijke kind, het moedig lijdende kind, het ster vende kind. En er zijn de ouders JJET aparte kinderwereld]e in het ziekenhuis zijn we met onze fotftgraaf, Robert Collette, eens een dagje gaan bekijken. In het splinter nieuwe IKAZIA, op de kruisinig van wegen in Rotterdam-Zuid, heeft men de fotograaf volkomen zijn gang laten gaan. Wat een ontspannende ple zierige sfeer, wat een goede onderlinge1 Verstand houding daar! J^INDERZAAL kozen wij als titel, omdat deze direct aanspreekt. Maar in een stadje als IKAZIA is daar uiteraard geen sprake meer van. De kinderen liggen er met z'n tweetjes, viertjes en in een enkel geval bij ernstige ziekte, of omdat er verder geen plaats meer is alleen JXTTLT u iets van de sfeer proeven in deze mini- gemeenschap, „deze speelplaats om beter te worden", kijk dan met ons mee naar de 'keuze (uit de vele) foto's, die we hieronder voor u heb ben uitgestald. ~i een jaar oud, mag er dan met haar wit ingepakte zielig uitzien, ze is dat helemaal niet. Het meisje voelt lie bikazia helemaal thuis, speelt met haar beesten. Ze vindt i va en maar lastig, dat haar handjes ook ingepakt zijn. Zus- ■t *11 fcman Surinameen zij kunnen het best vinden, samen. Ook Annemarie van acht is helemaal op haar gemak. Ze mag voorlopig nog niet opstaan en moet zich in bed vermaken, wat ze heel goed kan. Een stil, rustig meiske, dat al een hele tijd in het ziekenhuis ligt. Een schat; we hebben geen kind aan haar, zeggen de zusters. Zeg Kinderzaal en je zegt ook: couveuse. Een vroeg geboren kindje, in de vaktaal vroegertje of prematuurtje genoemd, mag daarom niet ontbreken. Dit is Marco, die bij zijn geboorte drie pond woog, maar er al weer twee heeft „ingehaald"Op de minuut krijgt hij zijn natje en droogje (als u begrijpt wat we bedoelen) van zr. Vos. Zuster, ik moet een plas, zei lopend patiëntje Jacqueline, vier jaar, tegen zuster Bakker, die onmiddellijk met de befaamde „pan" kwam aan draven. Nieuwe vraag: Mag ik het mee weg brengen? Natuurlijk hartje, kom maar mee at me nou toch rustig een stukje eten. Waar- me uitgerekend op dit ogenblik storen?, Eddy van vier tegen de fotograaf te zeggen. kenkogeironde, grote ogen de open, maar tegelijk [a: eide kinderblik, die groten zo kan vertederen. nner nzali udst Kom dan, popje, zegt zr. Van Staveren animerend tegen de kleine Angélique, die veel meer is geïnte resseerd in de „meneer met dat glimmende ding" dan in het hapje dat haar wordt voorgehouden. „Ze heeft altijd plezier in het leven", zeggen de zusters. Dit is Robbie die al heel lang in het Kinder- zaaV'-gezin is opgenomen. Een beweeglijk ke reltje, dat elke dag opnieuw de drukte om zich heen verbaasd beschouwt, alles ziet en bijna geen slaap lijkt nodig te hebben. In de speelrotonde is een huisje waar je echt in kunt zitten. Poppenmoedertje Jacqueline (vier) die ook graag haar ziekenhuisvriendjes en -vriendinnetjes bemoedert, kijkt eigenwijs over „haar" bloemetjes uit het mini-venster. Annette, een in zichzelf gekeerd kindje van vier, heeft verdrietjes. Haar eten heeft er niet mee te maken, dat heeft ze juist keurig naar binnen gewerkt. „Pijn in je buikje?" Ook al niet. n elf voelt zich maar potsierlijk Bar rare neusversiering. Niks erg is maar voor een paar daagjes, de dokter gezegd. Maar goed 1 er toch maar ontluisterd bij. Julia van twee, met haar kool zwarte ogen en krullen, is zich haar charmes nu al bewust. Koket dat ze isiedereen kan ze om haar vinger winden. Hier ligt, heerlijk ontspannen slapend, Fransje, die binnenkort twee hoopt te worden. De drukte om hem heen van bezige zusters en schelle kinderstemmetjes dringt niet tot zijn droomwereld door. Zijn beer ligt achteloos naast hem. Dit guitige kindje, volkomen thuis in de „Kinderzaal"-sfeer en -familie, is heel erg ziek (genezende) slaap in. Op het ogenblik, dat u dit leest weer opgewekt en daartussendoor haalt hij heel wat geweest. Maar nu zijn alle zorgen voorbij: hij speelt is hij al weer hoog en breed bij zijn mamma en pappa. Hoe thuis de kinderen zich in Ikazia ook mogen voelen, hèt grote moment is voor allen toch te worden afgehaald en weer naar huis te mogen. Afscheids- commentaar: ,J)ank u wel voor alles."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 17