Patara, waar Sint Nicolaas werd geboren 1 EEjG. DIEETVOEDING Makkersstaakt uw wild geraas yt Mooiste geschenk van blijvende waarde: EmB0EK^&^ BIJL - textiel Voor ALLE verzekeringen Algemeen Assurantiekantoor J. VAN ITERSON I SCHONEVELD LIGTHART HERMS DE ROODE KOLEN - OLIE - GAS DULLAERT's IJZERHANDEL doordenkers rijden volkswagen! PLOEGSTOFFEN ëMAlSON KREEFT PERMANENTEN KLEUR5P0ELINGEN SCHOONHEIDSBEHANDELINGEN Eén handle voor alles! ƒ415,- 'n Kaptein 7T1obu/effe M. ELSHOF SLIJTERIJ 'T WIJNHUIS Fa J. van der Luyt Zn Iets uit eigen keuken ƒ.961 ♦uB-npeejASiyd i w""'"mn Nieuwe Leidse Courant Prijsvraagkraot 1967 OEGSTGEEST TELEFOON 51510 DE KEMPENAERSTRAAT 18 In 1968 ook: LANGE VOORT 35-37 ONTBIJTLAKENS I BADDOEKEN in luxe verpakking KEUKENDOEKEN NYLONS, SCHORTJES, SHAWLS en HANDSCHOENEN De Kempenaerstraat 30 Oesgtgeest Tel. 50808. SINDS 1917 Prins Bernhardlaan 16 Oegstgeest Telefoon 51512 Verf Behang Bewerkt glas Autolokken lllllllllllUllilllillllillllllllllUlllllllilllll HANDENARBEID 1 i i Zelfbouw meubelen Kempenaerstraat 71 OEGSTGEEST Tel. 50105, na 6 uur 54218 Uw arts schrijft voor en wij leveren!! V* eeuw ervaring Reformhuis-Honinghandel TERWEEWEG 84 OEGSTGEEST TEL. 51210. Geversstraat 69 - Oegstgeest Telefoon 50700 Kantoor Papaverlaan 40. Oegstgeest UW ADRES VOOR j'ïfs'raat 39 SÉ? Tal" 51.608 racCB^pestrik Ui_n f 13a Oiefsteeg 17 823 Tal. 24.965 y GESCHENKEN DIE ALTIJD WELKOM ZIJN GEREEDSCHAPPEN HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN IJZERWAREN Kempenaerstraat 11. Oegstgeest Telefoon 50850. CASPARI - OEGSTGEEST DE KEMPENAERSTRAAT 27 TELEFOON 52470. DAMES- EN HERENKAPSALON Wilhelminapark 1 - Oegstgeest - Tel. 50670 r 1 1 D« complete serie Mobylettes ziet u bij: Fa. G. W. ROEST De Kempenaerstraat 19 Oegstgeest Telefoon 50901 UW WIJNKELDER is bij de SLIJTER En uw SLIJTER in OEGSTGEEST is: De Kempenaerstraat 39. Tel. 50892 Ook voor cadeaus en relatiegeschenken in luxe verpakking. BINNEN- EN BUITENLANDSE VERHUIZINGEN IMMIGRATIEVERPAKKINGEN VERPAKKINGEN OVERZEE VERSCHEPINGEN TRANSPORTEN Wijttenbachweg 35 - OEGSTGEEST Telefoon 52785-53785 Nieuwe Leidse Courant Prijsvraagkrant 1967 Die morgen zette Sinterklaas zijn slaapmuts niet af. Wel had hij zich, toen zijn hospita hem 's morgens was komen wekken, onmiddellijk ge realiseerd dat vandaag zijn leven weer de zinvolle wending zou ne men die er de rode kleur aan gaf, maar dit besef was hem dézè keer niet voldoende geweest om hem zijn opklapbed te doen opklappen en zijn schimmel de rituele sporen te geven. Met gesloten ogen bleef hij liggen, zonder ook maar één poging in het werk te stellen tot de orde van juist deze dag over te gaan. Jarenlang had hij het volgehou den. Eeuwenlang had hij de rationa list in zich weten te onderdrukken en had hij over de daken gereden, hoewel hij wist dat het niet waar was dat hij het deed. Maar met een onverzettelijkheid, slechts heiligen eigen, was hij ermee doorgegaan, denkende:. Ik kan er niet meer mee ophouden. En door te geloven dat hij niet meer zou kunnen ophouden met dingen die hij niet deed. was hij ten slotte heilig geworden. Dat had hij geenszins te danken aan de pepernoten of de speculaas, zoals sommigen geneigd zijn te veron derstellen; ook bisschoppen worden niet heilig door de werken, maar door het geloof. Maar die morgen gebeurde wat nie mand voor mogelijk had gehouden: Sinterklaas geloofde niet meer in zichzelf. Ik b*j geen Sinterklaas, dacht hij mismoedig, ik ben een hersenschim. Ik had al eeuwenlang dood moeten zijn, maar omdat ik niet doodging, ben ik een verzinsel geworden. Ik ben gedegradeerd van bisschop tot boerenbedrog en ge doemd om ten éeuwigen dage tussen schoorsteen en televisiemasten een flauwe komedie voor twee heren en een beschimmeld paard op te voe ren. Ik heb er eindelijk genoeg van; ik trek mijn pantoffels aan en doe alsof ik niet besta. Het viel hem helemaal niet moei lijk, icant hij bestond ook niet. Zo lang hij in zichzelf geloofd had, had hij ook bestaan; nu hij het geloof had verloren, bestond hij ook niet langer en was hij schijn-heilig ge worden. Zo kwam het dat de stoom boot die dag zonder Sinterklaas naar Nederland vertrok. Daar had zich inmiddels uit de Amsterdamse burgerij een comité gevormd, bestaande uit ontvangers van be lastingen die Sinterklaas een grootse ontvangst zouden bereiden. Op de derde dinsdag in november, waarop de boot het IJ zou bin nenstomen, stond het gezelschap on der leiding van de burgemeester zijn opwachting te maken. Ontroe rend was het kinderlijk geloof dat van hun gezichten straalde. Zodra de rookpluimen aan de horizon zicht baar werden, begon de muziekkapel van de vijf-december-divisic met het spelen van het Spaanse volkslied „Zie ginds komt de stoom boot." Maar bij het ontroerende „Ik zie hem al staan" stierf de muziek plotseling weg en werden de ontvan gers witter dan het witste over hemd. De burgemeester stootte enke le verwarde klanken uit en vertolk te daarmee óp treffende wijze de gevoelens van de toeschouwers. Sin terklaas was er niet. Vanaf het dek klonk geen vrolijk gehinnik, zoals in voorgaande jaren traditie was ge weest. De ontvangst viel jammerlijk in het water van het troosteloze IJ. De volgende dag zag het rood van de Sinterklazen. Zij verdrongen el kaar in de straten, want zodra be kend was geworden dat de echte Sinterklaas verstek had laten gaan, hadden er meer dan ooit te voren zich geroepen gevoeld als zijn plaatsvervanger op te draven. Maar het werd een onwaardige vertoning. Een kind kon zien dat de echte Sin terklaas in geen van allen aanwezig was. Het waren slechts beunhazen. Uiterlijk voldeden zij aan alle eisen die men aan een goede Sinterklaas mag stellen, maar zo ooit, dan werd hier bewezen dat de mijter de bis schop niet maakt. Waar het hun aan ontbrak was de goed-heiligheid. Het was dit gebrek dat hen volstrekt ongeloofwaardig maakte. Het laatste restje hardnekkig geloof van het meest onbevangen kind viel onher roepelijk in duigen. Goede raad was duur. Ten einde raad werd besloten de verslaggever van de kleinste krant van Neder land met de minste abonnees naar Sinterklaas af te vaardigen. Tot zijn stomme verbazing werd deze, in Ma drid aangekomen, verwezen naar een achteraf straat waar hij werd ontvangen door Sinterklaas zelf, die. gezellig gepantoffeld, toevalligerwij ze het voorpagina-nieuws ran de kleinste krant zat te lezen. Ga zit ten, meneer, zei Sinterklaas schijn heilig, want in het povere vertrek stond slechts één stoel en daar zat hij zelf op. Ik lees juist dat u bent afgevaardigd door de Nederlandse regering om mij een bezoek te bren gen. Juist, zei de verslaggever enigszins onzeker, want hij was nog doende zijn houding te bepalen. In zijn plan de campagne had hij met de afwezigheid van die stoel geen rekening gehouden. Maar het heeft geen zin, meneer, ging Sinterklaas op sombere toon verder, ik besta niet. En u zit hier met mij te pra ten, riep de verslaggever verbaasd uit. Gelooft u het zelf, meneer vroeg Sinterklaas. Kom. meneer, maak u zelf niets wijs. Uw stropdas is versleten, u hebt hard een nieuwe nodig. Daar zit het hem in. Uw ge loof zit in uw stropdas, meneer. Maar wat koop ik voor stropdassen- geloof. riep hij pathetisch uit. Niels, meneer. Ik besta slechts bij de gra tie van een onbevangen en i'an iede re commerciële smet gezuiverd ge loof. In dat geloof geloof ik niet meer en daarom bestaat het niet dat ik besta. Eenmaal heeft u ook in mij ge loofd. meneer, maar het is lang gele den, want er kwam een dag dat u zei: Ik geloof er niet meer in. Dat was de dag dat u het laatste laagje kinderlijke onschuld in uw ziel op ruimde. Iedereen beleeft deze dag, waaraan hij, vreemd genoeg een he roïsche betekenis toekent. Jaren lang heb ik er zelf in geloofd, me neer, maar ieder jaar ducht ik: Het kan niet lang meer duren, En kijk, een paar dagen geleden werd ik wakker en ik dacht: Vandaag is de dag gekomen. Ik geloof niet meer in mijzelf. Ik ben te vaak mijzelf tegengeko men. Rijdend over de daken of ge woon door de straten, zag ik als in een spiegel mijn evenbeeld. Aanvan kelijk schreef ik dit in begrijpelijke hoogmoed toe aan mijn alomtegen woordigheid, maar allengs ging ik inzien, dat ik mijzelf bedroog. Ik werd gewoonweg geïmiteerd door jan en alleman. Iedere bleke kan toorbediende, gehuld in een rode mantel, meende zichzelf een sinter klaas te zijn. Dit nu is fnuikend voor mij geweest. Ik ben een ver zinsel, door anderen verzinnebeeld. Juist, zei weer de verslaggever, maar heel zekerder nu hij was gewoon op de grond gaan zitten. Dat is hef hem juist; de anderen bestaan slechts door u. Er zijn vele sinterklazen, maar zij zijn alleen ge loofwaardig, zolang u over de daken rijdt, tij het ook dat u weet dat het niet waar is dat u er rijdt. Maar dat is van geen belang: u bent er door er niet te zijn. Meneer, sprak Sinterklaas som ber, wilt u zo goed zijn mijn bestaan verder te loochenen, u spreekt wartaal. Geslagen verliet de verslaggever het vertrek: hier hielp geen verstandig woord meer. Sinterklaas sloot behoedzaam de deur, haalde de extra-editie van de krant uit de brievenbus en las: „Sin terklaas niet voor rede vatbaar - Missie mislukt." Dat is vlug, mom pelde hij verbaasd, draaide zich om en ging voor de spiegel staan om zijn baard te kammen. Toen viel hij in de volgende verbazing. Hij zag in de spiegel de stoel waarop hij geze ten had en het bed waarin hij vol wassen was geworden, alleen zich zelf zag hij niet. Op dat moment vielen de schellen van zijn ogen. Natuurlijk zie ik niets, want ik besta niet. Ik besta niet omdat ik niet meer geloof in mijzelf. Ik ge loof niet meer in mijzelf omdat ik te vaak als in een spiegel mijzelf heb gezien. Nu kijk ik in de spiegel en ik zie niets. Ik ben die ik niet ben. Ik besta omdat ik onbestaan baar ben. En hij herinnerde zich de laatste woorden van de verslagge ver. U bent er door er niet te zijn. Toen verwisselde Sinterklaas zijn slaapmuts voor zijn mijter, zadelde zijn schimmel en vloog met een chartervliegtuig naar Schiphol. Dat jaar werd hem geen grootse ont- iiangst bereid. Maar hij was er weer, dat merkte een kind. De meeste sinterklazen verdwenen als sneeuw voor de zon. De weinigen die bleven bestonden door hem. De kinderen zetten weer vol vertrou wen hun schoen bij de schoorsteen. Waardiger dan ooit bereed Sinter klaas in het holst van de nacht de daken. De maan scheen vol verwach ting door de bomen. En de makkers staakten hun wild geraas. LEO KLEIJN ff ie nu niet direct ter in het zelf maken van lek kere dingen is en toch op pakjesavond graag met iets uit eigen keu ken" voor de dag wil komen, zal het maken van host plaat toch weinig moeilijk heden opleveren. Een extra traktatie kan borstplaat zijn met noten erin, een heus niet zon ingewikkeld werkje. Het wordt als gewone borst plaat gemaakt. Dus de suiker fbijvoorbeeld twee kopjes), een zakje vanillesuiker, anderhalve eetlepel room, anderhalve eet lepel water en vier eetlepels gehakte noten, worden in een f Minnet je op het vuur gezet. Als de inhoud vloeibaar is gewor den, moet deze heel snel in een open pan worden ingekookt, net zo langtot de laatste drup pel als een draadje van de lepel Vooral daar Icomt het bij het maken van horstplaat het meest op aan. Schep dus geregeld wat van de massa op de lepel en let goed op tot het beivuste draadje is gevormd. De pan gaat dan van het vuur en de inhoud wordt geroerd tot ze dik en on doorzichtig is geworden. Men giet de vloeistof dan in de ingevette borstplaatvormen. die op een ingevet stuk papier of een beboterde aanrecht zijn neergelegd. Pas als de borst- plaats stevig is geworden, mag men de vormen op de zijkant leggen om de inhoud te laten drogen: én niet te gauw de zoete lekkernii uit de vormen halen, want dan zou de borst plaat wellicht breken. Ook moet men er op letten, dat de vormen met de pinnetjes naar boven liggen, daar antlers de zachte suiker onder de vorm vandaan op papier of aanrecht GEEN plaats aan de Middellandse Zeekust gaat gebukt onder een zo troosteloze sfeer als dc stad Patara, de geboorteplaats van Sint Ni colaas in het Zuidwesten van Turkye. Alleen een door gras en struiken chaotische overwoekerd ruïnenveld herinnert nog aan de bedrijvigheid van de bekende en in pnltiek opzicht zeer belangrijke handelsstad. Men ziet er een zware Romeinse triomfboog, een graf uit de laat-Griekse tyd, wat verstrooide grauwe steenblokken en reliëfwerk van een groot amfi theater, een paar paleizen, tempels en badinrichtingen uit de tyd van de Romeinse keizers. Reeds enkele eeuwen na Chr. be gun de rivier de Koca, die door de Grieken, de Xanthos werd genoemd, te verzanden. De haven werd on bruikbaar. Wat er nog van de plaats overbleef werd tijdens oorlogen ver woest. De streek is zo dor dat men er zelfs geen herders met hun scha pen aantreft. Koop man ZESTIENHONDERD jaar geleden J werd Nicolaas daar geboren als in van een welgesteld koopman. Het van zijn vroeggestorven ouders geërfde vermogen schonk hij met wijs overleg aan de armen en als bisschop van Myra (het tegenwoordi ge dicht bij Parara gelegen Demre) genoot hij door zijn goede werken liefde en achting. Talloos zijn de verhalen die latere jaren om zijn leven en handelen heb ben geweven. Er is weinig met zeker heid over zijn persoon bekend. En de vele legenden, die aanvankelijk in de Grieks-orthodoxe gemeenten van Voor-Azië ontstonden en werden over geleverd, hebben hun ontstaan ver moedelijk te danken aan de diepe verering, die men voor de ener gieke maar zeer bescheiden bisschop koesterde, tot in Damascus en Jeruza lem toe. T/AN deze verering getuigt wel ln de eerste plaats de Nicolaaskerk te Demre. Dit Godshuis werd kort voor of na z'n dood (hij stierf waarschijn lijk op 6 november 352 n. Chr.) ge bouwd als laatste rustplaats voor de bisschop. De in de zakelijke stijl van de Spaanse missie gebouwde kerk die nu boven de begane grond uitsteekt is in latere tijd boven op de eerste kerk gebouwd om het oude heiligdom tegen verwering te beschermen. Bene den bereikt men door een half bedol ven stenen poort het ruime schip van de eenmaal indrukwekkende vroeg-Christelijke kathedraal. Sarcofaag faag van Sint Nicolaas. Aan de voor kant ervan gaapt een grote opening Het heet dat Italiaanse kooplieden in de 11e eeuw het graf hebben openge broken om het gebeente van de kerk vorst uif handen van de ongelovigen te redden en het naar Italië tc bren gen. waar het nog altijd wordt ver eerd in de Nicolaaskerk te Bari. Ook deze stad werd meer dan eens door oorlogvoerende legers overvallen. De sarcofaag werd herhaaldelijk geplun derd. Het valt moeilijk tc zeggen waar het gebeente van Nicolaas zich nu bevindt. Te Bari In Italië viert men evenwel nog altijd een tweede Sint Nico- laasdag. Dat is de negende mei, de dag waarop de kooplieden volgens overlevering met de stoffelijke resten van de metropoliet te Bari aankwa men. Sedert de 11e eeuw is Sint Nico laas in Europa de royale weldoener bij uitstek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 32