Ons Oranjekind
Topaz: eenvoudig recept
geraffineerd toebereid
Voor
De glorie van
het schip
Leon Urisactuele spion
Nachtmerrie van
de toekomst
Wie zou president
Lc Croix toch zijn?
Herinnering
aan Lenin
Verhalen
en romans
Theologie
NIEUWE LEIDSE COURANT
VRIJDAG 27 OKTOBER 1967
TOPAZ. De naam intrigeert al. Wie het nieuwste
boek van successchrijver Leon Uris (Gezworen
kameraden. Exodus, Mila 18) leest, wordt niet
teleurgesteld. Uris bedient zich van een eenvou
dig recept, maar hij heeft het wel bijzonder geraffineerd
toebereid.
ER is nog niet genoeg ge
schreven over het schip
en de scheepvaart. Voor ons
liggen weer twee nieuwe pu
blikaties. Het ene, zoals ge
bruikelijk bij dergelijke on
derwerpen', een kostbaar mo
nument van documentatie,
het andere een boeiend kijk
boek van getekende scheeps
modellen.
De glorie van het schip is een
rake titel voor het omvangrijke
boekwerk, dat de kunst en kunst
nijverheid van scheepsbouwers
en zeelieden uit vele eeuwen laat
zien. Een uitgave van Elsevier,
Amsterdam. 272 blz. groot for
maat, 542 afbeeldingen, 69.
De scheepsbouw en de scheep
vaart hebben nu eenmaal vele
glorieuze hoogtepunten gekend.
De schepen van de Vikingen, de
zeilschepen van de 17e eeuw, de
barken die later kwamen: het
zijn stuk voor stuk juwelen van
scheepsbouw en kunstnijverheid.
Die glorieuze tijden zijn dan ook
het onderwerp van het boek, dat
in tien hoofdstukken een com
pleet beeld geeft van wat de
zeeën aan schoons heeft beva-
Alle facetten komen aan bod:
de geschiedenis en de esthetiek
van de scheepsbouw, modelbouw,
houtsnijkunst in de scheepsbouw,
diverse zeemansgebruiken, de
kunstnijverheid van de zeeman
zelf en de maritieme kunst in de
kunsthandel.
Rijke tijden drukten stempel
op weelderige scheepsversierin-
gen, minder goede jaren leverden
doelmatiger schepen op.
A AN DE VOORAVOND van het
50-jarig bestaan der
Russische revolutie heeft De Ar
beiderspers een vertaling uitgege
ven van Herinneringen aan
Lenin, door Maksim Gorky en
Lev Trotsky, de „linker"- en de
„rechter"hand van deze grootste
revolutionair aller tijden.
Over Lenin is in de loop der
jaren uiteraard heel wat bekend
geworden. Minder bekend, al
thans in het Nederlandse taalge
bied, is hoe zijn tijdgenoten hem
Trotsky en Gorki werpen daar
op een boeiend licht. Omdat deza
mannen 'nogal verschillend van
aard waren en eikaars visie op
Lenin zelfs hebben bestreden
mag worden aangenomen dat het
totaalbeeld betrouwbaar en volle
dig is. De vertalingen zijn van C.
J. Pouw jr. en Jaap Walvis (172
blz., 4,90).
De vrouw met het vosje,
door Violette Lcduc. Uitgave A.
W. Bruna en Zoon, Utrecht.
De Franse schrijfster Violette
Leduc, beroemd geworden door
haar autobiografische roman De
Bastaard, leidde twintig jaar lang
een monotoon en uitzichtloos
bestaan in Parijs. Van haar suc
ces heeft zij zelf gezegd dat net
eigenlijk te laat kwam.
Inmiddels heeft zij de nodige
afstand tot de jaren van armoede
kunnen nemen om te komen tot
een klein meesterwerk: De
vrouw met het vosje. Hierin
beschrijft zij acht dagen van het
leven van een straatarme vrouw,
die met suikerklontjes en een
paar aardappels in leven pro
beert te blijven.
Haar enige bezit is een goed
koop en kaalgeworden vosje, dat
ze uit een vuilnisbak heeft opge
diept. Door de nood gedwongen
is ze bereid het te verkopen,
maar niemand wil het hebben.
Zodoende vervalt ze tot de zo
door haar gevreesde bedelstaf,
die echter geheel nieuwe perspec
tieven opent waarin zij een onge
kend geluk met haar vosje er
vaart. (94 blz., 3,50.)
De Mexicaanse schrijver Carlos
Fuentes heeft met Aura (uitgege
ven in de Witte Beertjes-serie)
zich op het vlak van het bovenna
tuurlijke begeven: Aan de andere
kant is het taalgebruik duidelijk
en eenvoudig. Deze novelle leest
vlot. Het verhaal laat de lezer
vrij in zijn eigen oordeel. Aura
kan men een diepere betekenis
geven, het hoeft niet.
0S blz., 3,50.
Tekeningen en foto's (totaal
542, waarvan 90 in fraaie kleu
ren) uit vele musea en verzame
lingen geven een juist beeld van
wat er zoal heeft gevaren en hoe
dat er heeft uitgezien. Er zijn
afbeeldingen van opgegraven
schepen, steven-, hek- en mast-
versieringen, kajuitornamenten,
varende schepen.
De glorie van het schip neemt
tussen de vele boekwerken die er
de laatste jaren over scheepvaart
en scheepsbouw zijn vers-henen
een bijzondere plaats in. Inhoud
en uitvoering staan op een hoog
Modellen
Niet minder boeiend is het bij
de Europese Bibliotheek ii Zalt-
bommel heruitgegeven Verschei
dene soorten van Hollandse vaar
tuigen, getekend en gesneden
door Gerrit Groenewegen met
tekstbijdragen van P. Dekker. (41
blz. tekst, vele tientallen tekenin
gen, 24,50).
Aan het einde van de 18e eeuw
tekende Gerrit Groenewegen de
modellen van vele schepen uit
die tijd, bracht ze over op koper
en gaf ze uit. In de heruitgave is
ook een beschrijving van de ge
maakte tekeningen.
Een stuk geheime dienst-werk
vormt de hoofdmoot van het ver
haal, dat van begin tot eind in
haakt op de actualiteit. De actua
liteit is de rol van Frankrijk in
het westelijk verbond en de Cu
ba-crisis. Uris gebruikt andere
namen voor overbekende toestan
den en personen. Generaal La
Croix is de arrogante, eigengerei
de en despotische president van
Frankrijk.
Het verhaal Is voor Uris hoofd
zaak, maar hij kan niet nalaten
ook een stuk wrok van zich af te
schrijven. Hij doet dat op een
grappige wijze. Zo laat hij de
hoofdpersoon in een gesprek met
president La Croix, zo die nog
niet herkenbaar mocht zijn, een
uitspraak van generaal De Gaulle
aanhalen om La Croix het foute
van zijn handelen te doen inzien.
Het begint allemaal met de
desertie van een hoge Russische
spion. Deze man onthult het
bestaan van twee groepen van de
Russische geheime dienst, die een
geweldig succes hebben geboekt.
De ene groep stelt zich ten doel
Frankrijk de .zwakke schakel
uit de NAVO los te weken en
heeft in de onmiddellijke nabij
heid van de Franse president me
dewerkers; de andere groep
houdt zich onledig met misleidin
gen die de rol van Amerika in de
ogen van bondgenoten in een
kwaad daglicht moeten stellen.
Parallel daarmee loopt de ande
re crisis: die van Cuba. Door een
toeval ontdekt de chef van de
Franse inlichtingendienst in Ame-
S~iP 27 april werd voor het
eerst na 116 jaar in
Nederland een erfprins
geboren. De vreugde daar
over in het land was over
weldigend. Immers, met
prins Willem-Alexander
werd weer het uitzicht ge
opend op een koning
schap en vele Nederlan
ders hopen de dag tè be
leven, waarop hij de troon
zal bestijgen.
Voor David Wijnbeek
was de geboorte van dit
prinsenkind aanleiding te
gaan mijmeren over verle
den en heden, en hij heeft
deze mijmeringen neerge
legd in Ons Oranjekind
(uitgave La Rivière
Voorhoeve, Zwolle, 170
blz., f8,90).
Wijnbeek is een Oranje
kenner bij", uitstek en daar
naast is hij als het ware
kind aan huis in het Ko
ninklijk Huisarchief. Voor
al dit laatste heeft hem in
staat gesteld de beschik
king te krijgen over vrij
wel onbekende verhalen
en nog nooit gepubliceerde
foto's. Onder die foto's,
meer dan zestig, zijn er
waarnaar vele moeders
met vertedering zullen kij-
Ons Oranjekind is geen
gewoon boek. Het is het
boeiende familieboek van
de Oranjes, waarin het een
genot is te bladeren.
Bij de foto: De kleine
Beatrix heeft alle belang
stelling voor haar pas
geboren zusje Irene. Een
exclusieve opname, door
de Prins aan een vriend
cadeau gedaan.
(Uit Ons Oranjekind)
rika een van de weinige
Fransen die nog op Amerika gokt
het bestaan van raketten op
Cuba. Zijn activiteiten leiden de
Cuba-crisis in.
Het is aan de ontdekking van
het komplot in Frankrijk te dan
ken, dat La Croix de zijde van
Amerika kiest. Dat is de enige
verklaring voor zijn ongewone be
reidheid, want zijn haat voor
Amerika is spreekwoordelijk.
Uris schreef een goed boek, dat
van begin tot eind spannend, ac
tueel en leesbaar is. Zelfs
amusant als men zich openbare
figuren achter de gefingeerde na
men voorstelt. Dat mag je natuur
lijk nooit doen bij een werk, dat
roman heet te zijn, maar de
schrijver nodigt er gewild of on
gewild wel toe uit.
Topaz is een stuk ontspanning,
amusement zo men wil, dat tege
lijkertijd de hoge politiek, zij het
enigszins te eenvoudig voor
gesteld, wat dichterbij brengt. De
lezer moet het niet als een stuk
geschiedenis beschouwen, zoals
bv. Exodus. Daar is Topaz veel te
eenzijdig voor. Dat doet echter
niets af aan het vakmanschap
van Uris.
Uitgave Hollandia, Baarn, 336
blz., 16,90.
De poes, door Georges Sime-
non. Uitgave A. W. Bruna.
Utrecht.
Hij verdenkt haar, dat zij zijn
kat heeft vergiftigd. Zijn blinde
wraak is, dat hij haar papegaai
de veren uitrukt. Haar tegenzet
is, dat ze de papegaai laat opzet
ten en als sieraad plaatst' in de
echtelijke woning.
Zo. is de verhoudihg tussen het
bejaarde echtpaar Emile en Mar
guerite. Zij spreken niet meer
met elkaar. De enige communica
tie bestaat uit enkele hatelijke
woorden, die op briefjes worden
geschreven.
Nee, Simenon schreef geen de
tectiveverhaal. Maar wat deze
verburgerlijkte echtelieden tegen
over elkaar doen is puur misda
dig. Merkwaardig, dit boek van
de knappe schrijver Simenon.
Want hij maakt ook duidelijk, dat
deze mensen, in de benauwde en
enge sfeer, die zij opriepen, el
kaar toch niet kunnen missen.
(166 blz., 6,90)
EEN goede vriend van
Jacob Carrossa heeft
hem geschreven, dat hij met
De naakten en de speyers
een schokkende, aangrijpen
de en fantastische roman
heeft geschreven.
Die vriend had gelijk voor wat
betreft het schokkende en aan
grijpende element. Maar en
dat is voor de lezer een gruwe
lijke gewaarwording fan
tastisch is deze toekomstdroom
zeker niet.
In de meeste gevallen belicht
de schrijver van een toekomst
droom slechts een enkel facet
van de in later eeuwen te ver
wachten samenleving. Carrossa
maakt daarop geen uitzondering.
Even normaal is het» dat Carros
sa met zijn boek de wereld van
nu wil waarschuwen.
Maar Carrossa gaat niet zo ver
in de toekomst: slechts ruim hon
derd jaar, dus enkele generaties
verder. Hij doet dit niet eens lit
terair: het is eerder goede journa
listiek door de wat klinische ma
nier, waarop hij de te verwach
ten situaties beschrijft.
Klinisch beschreven of niet,
Carrossa ervaart zijn eigen toe-
Amerikaanse
roman over
Rembrandt
komstdroom als een nachtmerrie.
Hij ziet niet, dat door de tech
nische vooruitgang de mens ge
lukkiger wordt en over meer
vrije tijd gaat beschikken. Hij
ziet slechts, dat er voor hoe lan
ger hoe minder mensen plaats is
in het arbeidsproces. En verder
verpauperen miljoenen voor
wie slechts het allerprimttiefste
bestaan in uiterste armoede reali
teit is. Voor wie geen enkel ide
aal, geen moraal, geen toekomst,
geen cultuur, niets boven het feit
van het naakte bestaan in het
heden, ook maar enige betekenis
kan hebben.
In zijn wanhoop wordt Carros
sa rauw. Die wanhoop grondt in
de realiteit van nu: steden in
Zuid-Amerika, India, overal
waar mensen „te veel" zijn.
He benauwende is, dat de le
zer als een dreigende realiteit er
vaart wat Carrossa droomt Mis
schien heeft hij gelijk.
Want wie zal straks bereid
zijn, om samen met zijn buur
man drie uur te werken voor wel
vaart voor hem en die buurman,
als hij in zes uren werken die
welvaart voor zich alléén kan
opeisen? Die buurman? Dat is
zijn zorg niet!
Het zou best kunnen zijn, dat
een groot deel en later zelfs het
overgrote deel van de mensheid
eenvoudig overbodig wordt.
Wellicht hebben reizen naar
Maan en naar planeten voor do
mensheid meer betekenis dan ver
meerdering van wetenschappe
lijke kennis. Misschien is een
noodsprong naar elders straks
een bittere noodzaak.
Pockets van
Meulenhoff
TN DE serie Meulenhoff-poc-
kets verschenen weer zes
nieuwe deeltjes, waarvan we in
de eerste plaats willen noemen
Erskine Caldwells Angst voor de
hel, waarin de schrijver vertelt
van de godsdienstige onverdraag
zaamheid in het zuiden van de
VS van een halve eeuw geleden.
Dan De lange mars van Willi
am Styron, die met zijn roman
Dit huis in vuur in ons land be
kendheid kreeg. De lange mars is
de dramatische geschiedenis van
een gedwongen afmattingsmars
en het conflict tussen de comman
dant en een rebellerende kapi-
Herdrukken zijn in dezelfde se
rie: De inbreker, door A.
Defrèsne; De kracht van de zwak
ken, doro Anna Seghers; De ze-
De onvolmaakte echtschei
ding, door Krystyna Nepomuc-
ka. Uitgave West - Friesland,
Willem A. Mayer vertaalde deze
nieuwe roman van de Poolse Ne-
pomucka, waarin zij een rauw,
realistisch beeld geeft van het le
ven van een familie in Warschau,
arm voor de oorlog en tijdelijk
welgesteld gedurende de Duitse
bezetting.
Beklemmend is de tragiek van
een jonge gescheiden vrouw in
een demoraliserende omgeving,
vechtend voor een nieuwe kans,
die haar echter telkens ontglipt.
Boeiend en warm geschreven.
ven tuinen, door Arthur van
Schendel en Petersburgse vertel
lingen, door Nikolaj Gogolj. (Alle
2,50).
roman van de Amerikaanse
schrijfster Gladys Schmitt over
de Nederlandse grootmeester van
het claire obscure Rembrandt
van Rijn.
Het doet wel even vreemd aan
dat een buitenlander zich aan
een dergelijk zij het dan
geslaagd experiment heeft ge
waagd. Gladys Schmitt heeft er
dan ook veel voor over moeten
hebben en moest zich zelfs de
Nederlandse taal eigen maken
om kennis te nemen van de au-
tentieke geschriften waarop haar
kolossale fantasie, waarvoor men
respect mag hebben, voortbouw
de.
Het ging haar duidelijk om de
mens Rembrandt, volgens haar
een zeer £Mfbewust kunstenaar,
die door dit sterke zelfbewustzijn
een niet bepaald gemakkelijk
man was. Zijn onmaatschappe
lijke instelling heeft hem vele
moeilijkheden berokkend.
Ten slotte was hij een man met
een sterk liefdeleven, die op dit
terrein niet rijk bedeeld is ge
weest met geluk.
De schrijfster verliest zich nog
al eens in details en haar werk
vraagt geduld door breedvoerig
heid, maar in totaal is het een
boeiend boek waarvan de sfeer
sterk imponeert.
Of het in alle delen historisch
verantwoord is, lijkt niet zo be
langrijk meer. Wat zij bereikt
heeft, is, dat de mens Rembrandt
in zijn glorie en menselijke zwak
heden echt levend voor de lezer
wordt en daaraan ontleent dit
boek zijn waarde.
Uitgave Ad. M. C. Stok, Den
Haag. Goed verzorgd, 500 blz.,
24,90.
Koningin van de onderwe
reld, door Zoe Progl. Uitgave
De Arbeiderspers, Amsterdam»
Dit boek met de ondertitel
privé-domein is gewoon een hard
boek. Een zakelijk verslag van
een hard leven. Geschreven door
een vrouw die via een armoedige
jeugd in vuile achterbuurten op
klom tot in de bovenste regionen
van de Londense misdaad. Top
punt van haar roem was de
ontsnapping uit de Holloway-ge-
vangenis.
Zoe Progl heeft het boek
geschreven (de taal, de stijl en de
hele opzet doet vermoeden dat
zij het inderdaad zelf heeft ge
daan). nadat zij de misdaad da
rug had toegekeerd. Zoe Progl
beschuldigt niemand, ze geeft
zichzelf de schuld waarbij zij
slechts even op haar armoedige
jeugd wijst.
235 blz., 9,50.
Huldebetoon
aan Theun
de Vries
Treblinka, door Jean-Franpois
Steiner. Uitgave A. W. Bruna
en Zoon, Utrecht.
Het is niet waar, dat de joden
zich in de Tweede Wereldoorlog
in de Duitse vernietigingskampen
willoos hebben laten afslachten.
Dat toont Jean-Frangois Steiner
overtuigend aan in zijn verslag
over het geperfectioneerde moord-
systeem van de Duitsers in Tre
blinka. en van de heldhaftige
opstand van de gevangenen, die
vechtend de vrijheid heroveren.
Het is verleidelijk om niet
even een parallel te trekken tus
sen de vechtende joden in Tre
blinka en de vechtende Israëli s
die onlangs hard van zioh afsloe
gen. Maar de laatste moed van
de gevangenen, die zagen, dat
geheel Treblinka verdween en
de sproen van deze hel zelfs
werden uitgewist, is moeilijk te
vertellen en te vergelijken (388
blz., ƒ12,50).
Den Doolaard
ontspoort niet
TE7E ZOUDEN de eerste ver
halenbundel van romancier
A. den Doolaard nauwelijks
ontsporingen durven noemen,
Want het plezier, dat de schrij
ver ons verschafte deed niet on
der voor dat wat hij met zijn
romans wist te bereiken.
De sfeer is dezelfde. De ruige
ontdekker die, al reizend over on
ze aarde, overal zijn materiaal
verzamelt. Altijd staat de mens
centraal, de mens die op een be
paald moment in zijn leven
„ontspoort".
Kostelijk is het eerste verhaal:
De minnaar onder het bed, spe
lend in W-anen, waar Den Doo
laard voor de oorlog zo vaak ver
toefde. Er klinkt wat heimwee
door naar de tijd toen er nog
zoveel was om zich fel tegen te
verzetten.
Die felheid komt nog wel naar
voren in het verhaal van de vrek
die zijn jonge vrouw tot zelf
moord dreef.
Heel scherp ontleedt Den Doo
laard het wezen van het Ameri
kaanse klatergoud-succes in het
verhaal van de striptekenaar die
zichzelf moet verloochenen.
Wat ond betreft hoeft Den Doo
laard het korte verhaal niet te
schuwen.
Uitgave Querido, Amsterdam,
209 blz., 8,90.
De expeditie naar de maan,
P. Leopold, Den Haag.
door Ludek Pesek. Uitgave H.
De ondertitel „veertien maal 24
uur op onze satelliet" dekt de
inhoud beter. Nu eens geen scien
cefiction naar de opvatting van
hele wilde fantasten, maar ge
baseerd op de tot nu toe verkre
gen inlichtingen over ruimte
vaart en wetenschappelijke ver
wachtingen.
Pesek laat vooral de mense
lijke kant van de reis naar de
maan zien, hoe men reageert op
mislukkingen, hoe men elkaar
verdraagt en hoe men vermoede
lijk als mens zal reageren op din
gen die op aarde normaal zijn,
maar die op de maan grote gevol
gen kunnen hebben.
Zeven uitklapbare platen en
een groot aantal tekeningen il
lustreren deze maanreis.
126 blz., 13,90.
De Bedelares, door Thérèse
de Saint Phalle. Uitgave A. W.
Bruna. Utrecht.
De Bedelares is een roman en
een detective. Het geheel is niet
gemakkelijk leesbaar, omdat de
schrijfster de inhoud van het
gesprek tussen een vrouw en
haar teruggevonden vriend weer
geeft in flash-backs, maar daar
bij de verschillende episodes op
zettelijk door elkaar haalt.
Toch groeit de spanning daar
door langzaam naar het einde,
naar de onthulling van een bij
zondere intrige.
De kooplieden van dc Levant,
door W. Culican en Egypte,
door C. Aldred. Uitgave Else
vier, Amsterdam.
In de serie De vroegste bescha
vingen, waarin de beginperiode
van de grote beschavingen uil
het verleden wordt beschreven
aan de hand van een beknopte
tekst en vele funktionele illustra
ties, zijn nu weer twee delen
verschenen.
In de herfst van dit jaar zullen
nog verschijnen „De jager» van
de steentijd" en „De Indusbescha-
ving."
De kooplieden van de Levant
en Egypte geven op zeer sug
gestieve wijze een beeld van deze
beschavingen. Zeer veel foto's,
kaarten en tekeningen (140)
veelal in kleur completeren de
door deskundigen op populaire
wijze geschreven tekst.
De goed verzorgde uitgaven
zijn de prijs dubbel en dwars
waard. De prijs bij intekening op
de hele serie bedraagt 10,50, los
se delen 2,50.
De 11e plaag, door Randolph
S. en Winston S. Churchill. Uit
gave West-Friesland, Hoorn.
Twee nakomelingen van de gro
te Britse staatsman sir Winston
Churchill, zijn zoon Randolph en
diens zoon Winston, hebben sa
men een nauwkeurig verslag
geschreven van de zesdaagse oor
log in het Nabije Oosten.
Winston was als journalist op
het slagveld, terwijl zijn vader
de politieke kant van de oorlog
nauwlettend volgde. Samen zorg
den zij voor een boeiend relaas,
dat nog meer respect voor de
Israëlische prestatie afdwingt.
(262 blz.. 7,50.)
Mijn prinses, door Gunnar
Mattson. Uitgave Scheltens
Giltay, Amsterdam.
Nuchter en zakelijk, zonder pa
thos, vertelt de Finse schrijver
en journalist Gunnar Mattson hoe
hij zijn vrouw leert kennen. Ze
was toen 23 jaar, verpleegster, en
werd verteerd door kanker.
Haar hele leven had ze naar
een kind verlangd. Ook nu nog.
Bijna tegen zijn wil vat Gunnar
liefde op voor dit zieke, niet
meer aantrekkelijke meisje. Een
liefde, die hij verstandelijk
ontleed zelf niet kan begrij-
Hij trouwt met haar en ze krij
gen een van welstand blakende
Als door een wonder verdwij
nen ook de kankergezwellen bij
de jonge moeder. Een gezond en
gelukkig gezin kan een nieuw le
ven opbouwen.
De gegevens van het boek be
rusten op waarheid. Mattson
beschrijft zijn eigen huwelijk. De
liefde heeft dit wonder der gene
zing bewerkstelligd. Toch ont
breekt de diepere belevenis.
De lezer zal zich wat onbevredigd
voelen en de werkelijke ontroe
ring missen. Tussen de regels
schuilt tevens het gevaar der
valse hoop.
Het boek werd in vele talen
vertaald en ook verfilmd. (194 blz„
8,90).
Gezonde seksualiteit door F.
J. Heggen, Uitgave J. J. Romein
en Zonen, Roermond en
Maaseik.
Dit boek is geschreven' door
een r.k. moraaltheoloog tnet me
dewerking van een huisarts en
een lerares opvoedkunde. In
hoofdzaak behandelt het de bete
kenis van de seksualiteit. Een
boek, zoals er reeds zovele zijn
verschenen. (238 blz., 9.75.)
Niemand heeft Columbus uit
gelachen, door Gerhard Prause.
Uitgave Ad. Donker. Rotter-
Vervalsingen en legenden in de
wereldgeschiedenis. Dat is het on
derwerp van dit interessante en
leesbare boek. Gerhard Prause
probeert aan te tonen met
meer en minder succes dat
Tiberius niet de wrede keizer
was waarvoor de mensheid hem
houdt; dat niemand Columbus uit
lachte toen hij zei dat de aarde
een bol was; dat Luther zijn 95
stellingen nooit heeft vastgespij
kerd; dat de Bastille nooit
bestormd is; dat het met Galileï
heel anders is gegaan dan aange
nomen wordt; kortom, dat het nu
eindelijk eens uit moet zijn met
het geloof in leesboekverhalen
die de waarheid geweld aan-
Prause behandelt ook de moor
den op Kennedy en Lincoln. Hij
haalt bronnen aan die vermelden,
dat Lincoln het slachtoffer werd
van zijn minister van oorlog Stan
ton. Hij suggereert twijfel aan de
juistheid van het Warrenrap-
De verwarring over het War
renrapport en de moord op Ken
nedy is een bewijs voor Prausés
stelling, dat men de geschiedenis
of liever gezegd het geschiede
nisverhaal niet te absoluut
moet nemen. Dat zelfde geldt ech
ter ook voor de kritiek op offi
ciële lezingen. Met die reserve
moet men Prauses boek lezen.
(217 blz., 17,90).
Decaloog en zondag, door ds.
P. Visser. Uitgave J. H. Kok,
Kampen.
Grondig, glashelder én boeiend
is deze studie, bedoeld als rap
port voor de classis 's-Hertogen-
bosch van de Gereformeerde Ker
ken. Vragen worden erin behan
deld die opkwamen na een vorig
boekje van ds. Visser: Zon
dagsrust en zondagsheiliging.
De schrijver bespreekt plaats
en betekenis van de decaloog in
het algemeen, in het kort de bete
kenis van de geboden afzonder
lijk voor de Christelijke Kerk en
van het vierde gebod in het bij
zonder, mede voor de praktijk
van het christelijk leven. Een en
ander mondt heel praktisch uit
in een zestiental overwegingen.
Een excursie over de betekenis
van Egypte in de heilshistorie en
280 aantekeningen completeren
dit beknopte maar evenwichtige
en nauwgezette betoog. (87 blz.,
4.95)
De Bijbel in tegenspraak,
door ds. II. J. Spier. Uitgave J.
H. Kok, Kampen
De Bijbel is vol tegenover
gestelde motieven en uitspraken,
en het is duidelijk dat de trouwe
Bijbellezer het daar nogal eens
moeilijk mee heeft. Dit sympa
thieke boekje van de Rijswijkse
gereformeerde pastor kan hem
dan helpen.
Niet dat ds. Spier kant-en-kla
re „oplossingen" biedt, want zo
gemakkelijk laat de Schrift zich
niet hanteren, en gelukkig is de
schrijver zich daarvan zeer wel
bewust. Hier wordt niets glad
gestreken of weggeëxegetiseerd.
Wel wordt gezocht naar Gods
bedoeling. Zo komen o.a. aan de
orde Paulus contra Mozes; gena
de en loon; redding en oordeel;
antithese en synthese; zondaar en
zondeloze en de (on)mogelijkheid
van het geloof, (130 blz., 6,90)
/~\P 26 APRIL werd de Amster-
damse auteur Theun de
Vries, het „episch unicum onzer
letteren" zoals C. J. Kelk hem
eens heeft genoemd, zestig jaar
en ter gelegenheid daarvan heeft
de Arbeiderspers, Amsterdam,
een Theun de Vries - 60 - Keur-
omnibus (511 blz., ƒ7,90) het
licht doen zien.
In deze Keur omnibus zijn opge
nomen: De vrijheid gaat in het
rood gekleed (1946), De merrie
(1966), Ziet, een mens (1963) en
Wilde lantaarns (1940), boeken,
die naar de uitgever zijn keus
toelicht het meest markant
zijn voor de verschillende facet
ten van Theun de Vries' schrij
verschap.
In de loop der jaren heeft
Theun de Vries zich weten te om
ringen met een grote schare van
lezers, die het verschijnen van
deze omnibus, bedoeld als een
hulde aan een knap schrijver, ten
zeerste zullen toejuichen.
Verhalen
bundel
9x9x9
TT" ORTE verhalen komen
v steeds meer in de belangstel
ling. Eigenlijk wel begrijpelijk.
Tijd om te lezen ontbreekt. Dat
is een negatieve reden om korta
verhalen te lezen.
Maar daar hoeft het niet bij ta
blijven. Korte verhalen kunnen
juweeltjes van vertelkunst zijn
en ook gecondenseerde romans.
De uitgever Polak en Van Gen
nep heeft het initiatief genomen
om een internationale verhalen
bundel gelijktijdig in negen
verschillende landen te laten
verschijnen. Negen landen, negen
schrijvers en de keuze werd ge
maakt door negen critici.
Bekende auteurs zijn Anton
Koolhaas, Goffredo Parise, Pa
trick Boyle en Isaac Bashevis Sin
ger. (202 blz., 8,90).