eigen uitgeverij met kinderboek BLAD ZIJ Handleiding bij lezen voor jonge kinderen Veranderen en toch principieel zijn Elektrische deken vraagt nodige zorg Gehakt: 200 keer dialoog Huisvrouw werkt niet hard genoeg ZATERDAG 21 OKTOBER 1967 Annemarie Behrens en Marianne Bettink starten uitgeverij tor T7QBBY? Nou nee. De uitgeverij is echt van de grond: deze week hebben we ons eerste boek gepresenteerd we voelen ons echt helemaal uit geverAnnemarie Behrens (22) en Marianne Bettink (33), twee jonge Amsterdamsen zagen hun ideaal werkelijkheid worden. Vlak vóór de kinder boekenweek (25 oktober tot 4 november) startte Uitgeverij TOR, met het eerste boek Pi-Frik, geen winstobject maar visitekaartje. Voor de auteur Rolf Henderson (22) is het óók zijn eersteling. r" „We willen ons toeleggen op exclusieve boeken", zegt Annemarie. „Dat hoeven be paald niet altijd kinderboe ken te zijn, maar boeken die er uitspringen. Dat is de enige kans voor een klei ne uitgeverij. Exclusief, bijvoorbeeld door drukprocédé, door illustraties, of door bijzondere vormgeving. We komen juist van de Frankfurter Buchmesse en hebben daar on derhandeld over een nieuw boek dat in het a.s. voorjaar uitkomt. Het wordt weer een kinderboek, een co-editie, zodat de oplaag be hoorlijk groter zal zijn. Verder kan ik er nog niets over zeggen". Mogelijk opnieuw een debuut? Want Annemarie en Marianne zijn op zoek naar jong talent op allerlei gebied zowel wat betreft het schrijven als illustratie en vormgeving. Een tan dc tekeningen van Egbert Seubri Pi-Frik Hun eersteling Pi-Frik ontstond uit een verzameling sil houetten van Egbert Seubring, die Annemarie Behrens aantrof bij haar vriendin Marianne Bet tink. Annemarie heeft een vak opleiding: diploma boekverko per-uitgever, werkte in een boek handel, leerde boekbinden en werkte in België. We moeten iets doen met die knipsels I zei de boek-deskundige tegen de make laar die nu rechten studeert, (keu zevak: auteursrecht). dernachtelijk uur wordt er ge werkt aan Uitgeverij TOR in het huisje aan de gracht in Amster dams binnenstad: Zieseniskade 21-huls, waar juffrouw Bettink woont. Hier zijn het magazijn, de inpakafdeling. het secretariaat. „We doen alles zelf". Er is maar een kleine leefruimte over „ik kan er niet meer bij" lacht Annemarie. Zij woont driehoog achter op de Bilderdijkkade in Amsterdam-West. „We hadden geen kapitaal en hebben onze spaarcentjes erin gestopt. Wat we overdag verdienen, geven we 's avonds en in het weekend weer uit aan de uitgeverij. Het gaat heel langzaam, maar we laten ons niet opjagen", zeggen z Eenheid „Na twee jaar hopen we zover te zijn dat we er beiden een full-time job aan hebben; na vijf jaar rekenen we op een eigen fonds. We willen de schrijvers zelf betrekken bij de vormgeving van hun boek zodat het een een heid wordt, en de auteur niet vreemd tegen zijn boek aan kijkt." Pi-frik is bedoeld voor kinde ren van alle leeftijden, telt 32 bladzijden waarvan er veertien zijn geïllustreerd, gebonden kost het ƒ5,75 in eert oplage van 1500 exemplaren. BLOKBOEKJES zijn lees-, kijk en doe-boekjes in één. Ze verschijnen in een internatio nale serie, die weloverwogen is opgezet. Het kind kan er alle kanten mee uit. Door het zelf lezen of voorlezen komt het in aanraking met de taal; daarna kan de fantasie worden uitge leefd in knippen, scheuren, plakken, het verhaaltje uitspe len, boetseren, een slot beden ken. EEN van de redacteuren, de heer A. Oldersma, hoofd van een la gere school in Amsterdam, schrijft over deze serie en de problematiek van beginnende lezertjes. HIJ beantwoordt vragen over tekst, taal en lezen, het gesprek, het zelf schrijven. „Waar het kind emotioneel bij betrokken is, daar houdt het zich mee bezig en uit het zich graag over. Zo kan een boek vaak gelezen worden op jonge re leeftijd dan wij volwassenen hadden gedacht. Lange zinnen of moeilijke woorden blijken geen barrière meer," zegt Ol dersma in dit gidsje bij de se rie Blokboekjes, dat overigens ook toepasselijk is op andere (goede) kinderboeken. DE avonturen van Kleine Beer, van juffrouw Vlug Vlug en Su- ze, Dit is het huis waar Keesje woont, Snelle jager, in een boek is alles mogelijk. Er verschenen tot nu toe vijftien deeltjes. NIEUW zijn: Max de speurneus, En de kat zei: Miauw, en An- kie en de rupsen. De handlei ding voor het lezen met kinde ren heet: „Over blok-boekjes en kinderen" door A. Oldersma uitg. Ploegsma Amsterdam, 31 blz. ƒ1.75. Voor moeders, tan tes, kleuterleidsters, gezins- en kinderverzorgsters, clubleid sters en kinderverplëegsters aanbevolen. GODSDIENST IN HET GEZINSLEVEN JN een sterk veranderende maatschappij veranderen ook de godsdienstige ge woonten. In een gezin kan men dan een voudigweg de nieuwe „mode" afwachten en meedeinen op de nieuwe stroom, maar men kan ook zelf een poging wagen intensief te zoeken naar de principieel juiste plaats van de godsdienst in het gezinsleven. Dan is men tenminste actief bezig. Praten over het „niet meer aange sproken worden door de bijbel" helpt wel wat, maar is niet voldoende, als je niet concreet zoekt naar een weg om die bijbel te kunnen beluisteren, aldus drs. J. G. Scheurer, bedrijfspsycholoog, over de positie van het jonge gezin. Misschien is die weg dan niet meer bijbellezen aan tafel, maar op een ander moment, of het luisteren naar eenN ochtendwij ding, of het lezen van een goed dagboek of het lezen van heel korte stukjes (zoals de dag teksten van de Evangelische Broe dergemeente te Zeist) of wat dan In het gezin kan men dat alle maal doen. Het gaat erom, te overleggen .en te proberen een houding en' leefwijze te vinden en er op terug te komen als men voelt, dat men het doel van het gezin uit het oog verliest of zich teveel van de veranderende omstandigheden afsluit. Functie Het jonge gezin heeft een func tie, een positie in een veranderen de maatschappij. Functieverlies in de strikte zin des woords is hier het gezin laten verworden tot iets dat alleen maar meegeno men wordt op de modegolven van een maatschappij of tot iets dat uit die maatschappij wordt terug getrokken als een rustige maar irreële haven. Het zoeken van een functie voor tyet gezin in een vëraniaeren- öe Wiaatschtp'plj is eeti uiterst moeilijke zaak; h,et vraagt open heid en distantie, het vraagt ver- om aan de hand van God te anderen en principieel zijn. doen. Aan de hand van Hem die de veranderingen bestuurt en eeu- Het is niet iets waarvoor men wig dezelfde blijft, (uit: Het jon- recepten zou kunnen uitschrij- ge gezin, uitgave Gezinsweek- ven. Een handleiding zou te spoe- commissie Driebergen, tekening dig verouderen. Het is een zaak BertBouman). ENGELS RAPPORT: Verhaal Ze vroegen de 22-jarige Rolf Henderson, Nederlander, die zich als kersverse auteur aandiende, om een verhaal bij de silhouet jes. „Natuurlijk hadden we het idee ook aan een uitgever kun nen aanbieden, maar we wilden MARIANNE BETTINK (33) beëdigd onze eigen ideeën uiten." makelaar, studeert nu rechten: haar huis u-erd magazijn, inpakafdeling, secretariaat. Bij aankoop van een elektri sche deken in een bonafide zaak dient u te letten op afmetingen, bevestiging, lengte van het snoer, dikte van contactstoppen- nen en nog vele andere zaken. Houd de deken tegen het licht kunt u nagaan hoe groot het verwarmde oppervlak is. Alleen de instopstroken mogen om de matras gestopt worden. Gebruik geen „grote" deken voor een kinderledikant. Plooien veroor zaken onaangename bobbels en kunnen de elektrische bedrading beschadigen. Praktisch is wanneer een on derdeken met gaatjes is uitge voerd. banden met knopen zor gen dan dat het warme dekje glad blijft liggen Het snoer moet zó lang zijn dat u geen verleng snoer nodig heeft. De pennen moeten in de wandcontactdoos passen en het transformator- schakelkastje moet solide uitge voerd zijn, liefst met een lampje zodat u in het donker kunt zien of de deken al dan niet is inge schakeld. Een wollen deken moet mot en keverbestendig zijn. De mees te dekens hebben een aanslui- tingswaarde van 220 volt; het vermogen varieert van 35 W tot 150 W. Lees eerst de voorschrif ten van de fabrikant vóór het gebruik. Vaak mogen de elektri sche dekens niet chemisch gerei nigd worden. Wassen in een lauw sop dient voorzichtig te gebeuren. Bij wassen met de hand kunt u er op letten dat contactstoppen en snoeren zoveel mogelijk droog blijven. Een elektrische deken mag nooit in een trommeldroger worden gedroogd. Schakel de de ken niet in zolang hij vochtig is. Het maken van een losse hoes vergemakkelijkt het onderhoud aanzienlijk. Wees voorzichtig met demonstratie-bijeenkomsten, koop een gerenommeerd merk! Met gehakt kunt u vele zaken brouwen behalve de brave ge haktbal. Wina Born verzamelde tweehonderd recepten, die voor 0.75 de awe worden, verkrijgbaar in de filialen van Albert Heijn N.V. We vonden saucijze-broodjcs, gehakt-pie, gevulde paprika's, gehakt pannekoekjes, ingepakte bananen, Griekse, Siciliaanse. Chinese en Mexicaanse gehaktschoteltjes. We schrijven voor u over: OPERA SANDWICHES. Nodig: 400 g biefstuk tartaar, 1 eetl. fijngehakt ui, Vz theel. zout, mespunt peper, 2 eetl. boter, 4 sneedjes brood, 4 eieren. Meng de gehakte biefstuk met de fijngehakte ui, zout en peper. Bak ze snel aan beide zijden goudbruin. Neem ze uit de pan en houd ze loarm. Bak de sneedjes brood in de braadboter licht en goudgeel en leg op elk sneedje een biefstukje. Bekroon elk sneedje met een spiegelei. A Van de auto naar het rij bewijs is maar een klein stapje. Het verschil tussen het rijbewijs halen vroeger en nu is enorm. Mevrouw O. te B. schrijft hierover: „Ruim een jaar gele den mocht ik het begeerde rij bewijs halen. De tijd van les sen was voor ons gezin een bron van vermaak, want Ik biechtte trouw alle stommitei ten op die ik begaan had. Zo waar kwam ik de derde keer door het examen. Maar toen begon het pas.... ik moest alleen met de auto er op uit. Bibberend, de eerste keren, dat kan ik u vertellen. Gelukkig bracht een van mijn dochters uitkomst door mij met Sinterklaas met de volgen de surprise te verrassen: Een karton met op de voorkant een plaatje geplakt, waarop twee botsautootjes met daaron der de spreuk: autorijles is een gunst, autorijden een hele Aan de achterkant zat een zakje geplakt met het opschrift: zelfvertrouwen. Erin een twintigtal reepjes pa pier met bemoedigende regels zoals: ik durf best. ik ga al leen met de auto, ik houd vol! etc. Het hielp enorm! Terug Over vroeger gesproken, de heer O. te G. weet er het vol gende van: „Ruim veertig jaar geleden moest men weliswaar al een rijvaardigheidsbewijs hebben om een auto te mogen besturen, maar men tilde er toch niet zo zwaar aan. Mijn vader moest met een vrachtauto proefrijden. Exami nator was een boerenrentenier die ergens langs de hoge Lek dijk woonde. Het was op die hoge rivierdijk dat vader, met de examinator naast zich, zijn rijvaardigheid moest bewij zen. Toen mijn vader tot tevre denheid van de examinator een eindje gereden had vroeg de rentenier: „Ben je het te- ruguit rijden ook al mach tig?" Mijn vader zei, dat hij dat wel even tonen wilde. Hij reed toen een eindje achteruit, doch raakte het goede spoor bijster. Hij reed de berm in en in plaats van te remmen gaf hij gas en het gevolg was dat de auto bonkend en sto tend binnendijks de hoge ri vierdijk afreed en tenslotte half op een aardappelakkertje en half in een sloot terecht kwam. Toen de auto tot stilstand gekomen was zei de examina tor tot mijn vader: „Daar kan jij niks aan doen. Sommige automerken hebben rare ku ren bij het teruguit rijden. De ze ook al." En vader kreeg zijn rijbewijs. Goeie, ouwe tijd.... voor wat betreft het rij examen! Canada „In Canada rijdt bijna iede re vrouw zelf", vertelt me vrouw O. te B. „Veel mensen hebben er twee auto's, want als pa er een heeft voor zijn werk, dan moet ma er nog een om de kinderen naar school te brengen. De afstanden zijn er ook zo enorm, je moet wel. Ik werd door een mevrouw uitgenodigd die al veertig jaar daar woonde. Zij is nu zeven tig jaar en toen zij zevenen zestig jaar was haalde ze haar rijbewijs nog. Haar man was gestorven en toen moest ze wel, want zonder car ben je daar nergens. Haar kinderen vonden het maar zo zo (met het oog op de erfenis), maar ze zei: „Ik laat jullie eerst je deel uitbetalen voor ik ga rijden." Hier in Nederland is een auto nog een luxe, maar daar heb je er een nodig zoals wij een paar schoe- „Wat een heerlijk bezit zo'n auto", vertelt mevrouw V. te P. dankbaar. „Was die auto er niet dan konden we ook niet zo dikwijls van onze kleinkin deren genieten. Per bus, tram, trein is allemaal zo vermoei end. En bij ziekte, als er ie mand gehaald of gebracht moet worden, het gaat alle maal zo gemakkelijk en je kunt er zoveel vreugde mee voor een ander bereiden." „Mevrouw U. te Z. geniet ook van de auto, van haar kin deren: „Ik hoef maar even te kikken of ze rijden al. Op zak lopen? Nee hoor, wij betalen altijd ruimschoots, ze hebben toch ook hun onderhoud. Zou den wij dat niet kunnen, nu dan reden ze ons toch wel. Het is maar wat fijn. Alleen jammer dat het zo druk op die wegen is, zelf fiets ik nog (71 jaar), het is wel uitkijken. Maar doorzetten, anders durf je helemaal niet meer." „Omstreeks het jaar 1900 kwam er eens per jaar een auto op het eiland Rozenburg. Dat was een gebeurtenis waar over lang en veel werd gespro ken", aldus mevrouw O. te R. „Vooruit was de rijkswegwer ker gewaarschuwd die moest zorgen dat er geen obstakels op hoeken waren. Het was dan ook een gebeurtenis waar voor jong en oud langs de weg stond om toch het mo ment niet te missen dat er een wagen voorbijkwam zonder een paard ervoor en die toch (zij het langzaam) voortsukkel de. Zelfs mensen die gewoon waren een middagslaapje te doen lieten zich wekken om toch dat wondere gezicht niet te missen." „Het viel me op dat men over parkeerproblemen klaagt, maar deze zijn toch heel gemakkelijk op te lossen? Zeg voortaan: „wij zonder au to", aldus de heer S. te dH. „Immers, als wij tram. bus of trein zouden nemen voor fami liebezoek, winkelvisites enz. zouden de wegen minder vol zijn en parkeerproblemen van de baan. Bovendien zouden te korten bij spoorwegen, stads en streek vervoerbedrijven af nemen, wellicht verdwijnen. Gelukkig ziet de overheid meer en meer in dat dit zo is, en verleent faciliteiten aan openbaar vervoer (vrije busba nen en wering van privéver- voer uit centra van steden, bijv.). Door bovendien kosten voor reizen per openbaar vervoer te laten zakken, gaan meer en meer mensen over op open baar vervoer." Dat is allemaal wel waar, maar weet de heer S. dat de autobezitter (belastingbetaler) aan de tekorten van openbaar vervoer betaalt? De regering betaalt echt niet uit eigen zak! Meenemen Een onderwerp op zich is het meenemen van mensen (naar de kerk bijv.) door auto bezitters. Mevrouw N. te A. zegt hierover: „Wij hebben zelf een auto en nemen altijd mensen mee die naar een zie kenhuis op bezoek moeten. Ook neem ik oudere mensen mee naar de kerk, terwijl mijn man en jongens op de fiets gaan. Dan zie ik ook kerkmensen naar de kerk gaan en alleen in hun auto zitten".... Mevrouw H. H. te R. is heel dankbaar dat iemand spon taan aanbood haar per auto te komen halen, toen zij slecht ter been was. Zij zegt: „Heren autobezitters, die in de kérk enkele weken iemand missen, ga er eens heen en biedt hun een lift aan naar de kerk. U doet er een ander een groot plezier mee, en ik geloof dat u er zelf ook een zegen door ont- Bo.jnnrdoii Mevrouw M. te P- gaat nog verder en zegt: „Neem oude ren ook eens mee voor een tochtje zomaar, zij vinden het heerlijk. Wij beschouwen onze auto niet „alleen voor onszelf", maar dat daarbij ook dienst aan de medemens dient te worden betrokken. Wij wil len daarom alle autobezitters toeroepen: „Hebt u een plaatsje over in de auto, denk eens aan de bejaarden. Zijn zulke mensen niet in uw direc te omgeving, bel dan eens een bejaardentehuis in uw woon plaats. Daar zijn velen die op uw telefoontje wachten en die u bijzonder dankbaar zullen zijn." T^ERTEL aan een huis- vrouw dat ze niet hard werkt en waarschijnlijk slaat ze je dan met haar bood schappenmand om de oren", aldus James Wilkinson in de Daily Express. Maar de we tenschap heeft uitgemaakt hoeveel energie zij per dag nodig heeft. Zelfs met jonge kinderen wordt haar baan ge rangschikt onder licht werk." Het rapport kwam tot stand met medewerking van 45 huisvrou wen die allen jonge kinderen beneden vijf jaar hadden. Zo brachten ze een gewone dag door: slapen acht en een half uur, zitten vijf en een half uur, toilet maken (haar wassen, bad nemén) drie kwartier, huishouden en zorg voor de kinderen negen en een kwart uur. Gedurende de 914 uurs werkdag was de gemiddelde energie uitgedrukt in calorieën 1300 per dag, volgens de British Medical Association de offi ciële classificatie van licht werk. Zeifs moeders met vier kinderen gebruiken niet meer energie dan nodig is voor de categorie matig-zware arbeid. Het enige zware werk dat een moeder doet is de kinderwagen duwen met een zwaar vrachtje aan boodschappen en kinderen er in, en een kind de trap op- en afdragen. Verdeling UIT het onderzoek bleek dat onze Engelse zusters hun ruim negen uur werk ver delen in: huishoudelijk werk 22%, eten bereiden en afwas sen 26%, wassen en strijken 11%. De meeste tijd van het wassen werd besteed om goed van en naar de waslijn te dra gen. Zestien van de onder zochte vijf en veertig hadden kinderen op school, zowel als kleuters thuis. Vijf van hen waren in verwachting. De meesten waren academisch gevormd. Ze hadden nagenoeg allen stofzuigers; behalve acht van hen hadden zij allen was machines, tien een vloerwrij- ver, maar niemand een auto matische vaatwasmachine. Zij hielden een dagboek bij over een tiendaagse periode. Toen de details waren uitgewerkt, kwamen verrassende dingen aan het licht. Vier en veertig minuten per dag wasten de huisvrouwen kleren, en negen en dertig minuten wasten ze de vaat. Een en twintig minu ten per dag streken ze, 103 minuten maaltijden bereiden, 47 minuten wandelen en win kelen en 182 minuten vroegen om zorg voor de kinderen. Baby HOEVEEL kinderen er in een gezin waren, deed aan die tijd niet toe. De tijd die aan een baby besteed wordt, is evenveel als aan een gezin met vier kinderen. De routine van de moeder speelt daarbij een grote rol. Een jonge baby vraagt gedurende een half jaar of langer om de drie uur veel aandacht, maar is het kind eenmaal een jaar dan wordt het onafhankelijker. De tijden voor voeden, wassen en kleden worden korter. Een groot gezin kan tot verhoogde „stress" leiden door meer fre- kwente interrupties van moe ders taak, zegt het rapport verder. Ze zal ook haar tempo opvoeren en zo meer energie verbruiken. Maar zich dood- werken? Nooit!" aldus het Engelse blad. Gelukkig hebben w ij ons rapport-Philips; 9^ uur werkt de Nederlandse huis vrouw per werkdag, 145 min. per dag aan zorg voor het gezin als zij jonge kinderen heeft, zelfs op zondag is ze nog 160 min. in de keuken. Maar het ple zier in ons werk valt niet in rapporten te vangen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 14