DE MAN ACHTER DE KNAKWORST ONDIGS BLAD ZATERDAG 7 OKTOBER 1967 ZO'N kleine twintig jaar terug stapte hij nog elke morgen voor zijn ouderlijke woning op het Rotterdamse Noor dereiland op de fiets. Een oud karretje met twee tassen boordevol kleine bruine vuurvaste terrines. Dat was het „han deltje" van de 21-jarige J. j. (Ko) Dekker, waarmee hij in alle Tijdens een etentje in Zut- phens voorname 's Graven hof (met ossetong en canta- rellen): ik hen een gewone Rotterdamse jongen, hoor. Dat ik hen geworden wat ïk nu hen, heh ïk alleen te danken aan hard werken, keihard werken, aan een behoorlijke dosis geluk echt niet weinig) en natuurlijk aan een goede neus. Als je in zaken wil, moet je vind ik niet denken aan wat er nu ge beurt, maar wat er straks gaat gebeuren. En daarmee heh ïk goed gegokt. Ik zag wat in het cafetaria-bedrijf. Ik wist dat er een enorme ontbrekende schakel zat tus sen de fabrikanten en de ca fetaria's. Daar ben ïk inge sprongen. En waar ïk op gok te, kwam uit, want het cafe- tariabedrijf heeft inderdaad een enorme vlucht genomen. Er zijn er nu zeker zo'n acht duizend in Nederland: cafe taria's, automatieken en pa tat frites-kramen". J. J. Dekker (Ko voor zijn vrienden van Sparta en de rugby club) is er rijk mee geworden. Miljonair met een villa aan de rand van Zutphen, een tweede villa op Ibiza en een luxueuze Draak („zeilen is m'n grote hob by"). vroegte zijn klanten afging: slagers en levensmiddelenbedrijven. Nu, anno 1967, staat hij aan het hoofd van een miljoenenbedrijf, in heel Europa bekend: de Man van de Knakworst. Wie is die man? En hoe werd hij miljonair? Maar twintig jaar terug had diezelfde Ko, zoon van een krui denier op het Noordereiland met twee jaar zeevaartschool achter de rug, niet meer dan een fiets. En zijn ervaring in het vleeswa- renbedrijf was gering. Een blau we maandag had hij gewerkt bij een firma in de buurt van het Rotterdamse abattoir. Dat was voor zijn diensttijd. Daarna be gon hij voor zichzelf. De Bel gische fabrikant van paté de fois gras zag wat in het produkt voor Nederland. En Ko moest de man worden, die het er moest inbren gen. diger zo vroeg aan de deur ge- problemen van het bedrijf-in-op- wecst. En daar hadden ze op den richting moesten worden opge- duur wel respect voor. Want juist lost. die mensen weten wat hard wer- £r in het begin nogal wat ken 181 te doen geweest over het em- Heel Zuid-Holland moest Ko bleem, het joyeus gestyleerde Dekker met zijn nieuwe produkt mannetje met de worst in de bewerken. En dat betekende voer mond Dat was Kn prenljei da, de vorige eigenaar had laten ont werpen door een reclamebureau in Amsterdam. Ik vond het wel aardig en had het mét het bedrijf overgenomen. Dat ervoor moest J worcien betaald, realiseerde ik li ÉC\lvfirw ''f I mÊ me natuurbjk niet. Er was tróu- I ret\ Ik""*- 4 1 wens niet eens o Geld tellen Een moeilijke tijd, zegt hij er van. ,,'s Morgens om zeven uur was ik al bij de eerste klanten, want ik wilde er zoveel mogelijk op een dag afwerken. Meestal wa ren het slagers, die op mijn tik ken op de deur er was natuur de jonge Rotterdammer werken tot 's nachts toe. „Als ik 's avonds thuiskwam, moest al het geld worden geteld en de admi nistratie bijgehouden. Dat kostte uren, want je moest alles alleen „Maar, eerlijk gezegd, ik ver diende er ook een smak geld aan. Zoveel, dat er al gauw een auto- tje op overschoot. En ook zoveel, dat ik vijf jaar later een worstfa- briekje in Zutphen kon overne men en de paté-import helemaal kon overdoen aan mijn broer." „Dat fabriekje was maar klein en bewerkte met drie kleine bestelwagens alleen het rayon Zutphen. Maar toen al had ik het idee van een landelijke organisa tie voor ogen." DOOR Dick Ringlever Ingestort „Die begintijd in Zutphen was een periode van improviseren. El ke ochtend in de vroegte belegde ik een vergadering met het hand jevol vertegenwoordigers, dat ik toen had. Zelf bracht ik de bestel lingen van de fabriek naar de trein en bezocht ook de cafeta ria's. En als de vertegenwoordi gers 's avonds thuis kwamen, tel den we het geld. Dat was een knakworsten nog 449 andere pro- dukten levert. Gehaktballen, ra gout, maar eveneens mayonaise („12 jaar geleden begonnen, zijn we nog steeds de grootste in Ne derland"), zakjes, houten vorkjes, frituurvetten, bakovens kortom: vrijwel alle ingrediënten en appa ratuur, die het cafetariabedrijf nodig heeft. „Toen we begonnen, wisten we, dat we niet alleen konden leveren, maar ook moesten hel pen cafetaria's van de grond, te brengen. We moesten zorgen, dat het gezonde bedrijven werden. Bedrijven met een ander karak ter dan die van een paar jaar na de oorlog. Toen stonden onze pa tates frites-kramen over het alge meen laag aangeschreven. Het waren meestal vieze stinkende zaakjes, mét een open houtvuur en stinkend paardenvet. Dat is nu radicaal veranderd. Als ie mand een oven nodig heeft, be middelen wij. Als iemand voor lichting wenst, geven we die ook. We helpen in alles. Dat was al tijd mijn idee geweest en het was, geloof ik een goed plan. De zaken hebben zich enorm uitge- „Maar al gauw werd ik uit de droom geholpen. De man van het bureau had in Amsterdam twee bestelwagens zien rijden met het embleem, dat zijn mensen had den ontworpen en belde me di rect kwaad op. Of ik maar even langs wilde komen. Ik dacht bij mezelf: Ko, dat gaat je handen vol geld kosten. Misschien wel vijftien mille." „Ik had dat geld er ook voor enorm gereken, want de meesten kwamen met dubbeltjes en kwartjes. Geldstukken, waarvan we eerst het vet van de worsten moesten afkrabben." „Drie jaar lang heb ik zo van zeven uur 's morgens tot 's nachts drie uur gewerkt. Want als de vertegenwoordigers naar huis waren, moest ik de admi nistratie nog regelen. Op een ge geven moment werd dat teveel en stortte ik in. Maar een paar maanden later ben ik verder ge gaan. Want de zaak mocht niet verloren gaan. Het resultaat er van was, dat we een jaar of tien terug een nieuw gebouw op Zut- phens industrieterrein konden be trekken." breid. Kijk alleen maar eens naar de omzetstijgingen. Nu een consumptie1 van 1,3 miljoen zak jes patat per dag. Kort na de oorlog nog vrijwel niets. En daar naast wordt een even zo groot aantal dagelijks geëxporteerd, vooral naar Duitsland." Groei De Man van de Knakworst: een miljoenenbedrijf met 5500 af nemers, patates frites-kramen, cafetaria's, automatieken, maar ook hotels en levensmiddelenbe- Grillig Ko Dekker: „Nou moet ik erbij zeggen, dat niet alle ideeën zo succesvol zijn geweest. Natuur- zoiets. In Amerika ik kom er lijk, je gokt ook wel eens mis. regelmatig, je steekt er enorm bedrijf ook, dat naast die Een paar jaar terug had ik nog veel op s=3 had ik kennis gemaakt - „Maar, natuurlijk, je probeert embleem eruit te halen wat erin zit. Ik bén naar Amsterdam gegaan. Maar niet als de directeur van een nieuw bedrijf. M'n costuum Daar in het oude gebouwtje, in had ik verwisseld voor een oud Zutphens centrum, werd de Man versleten pak en als stropdas van de Knakworst geboren, al naar hun hoofd wezen. Ze versie- was het een geboorte met veel ten me voor gek, maar waren barensweeën. Nog kan Ko Dek- wel nieuwsgierig geworden. Er ker (40 nu) erom lachen als hij xi <sr|öcci>ftrf- was nog nooit een vertegenwoor- denkt aan de manier, waarop de trie rCeCl 655 pO IT „Toen ik eenmaal voor de recla meman zat in een zaal van een duur ingerichte kamer stak ik mijn verhaaltje af. Ik stond voor grote problemen, moest proberen een bedrijfje van de grond te brengen en zat met financiële moeilijkheden. En die waren zo ernstig, dat ik niet eens een behoorlijk pak kon aanschaf fen." „Als daar nu nog eens hoge kosten voor het ontwerp bij zou den komen, zouden we er hele maal slecht voorstaan. En weet u wat gebeurde? Ik kreeg het voor 500 gulden! Ik kon m'n oren niet geloven, betaalde direct cash en liet het akkoord op schrift stel- „Maar het mooiste kwam daar na, toen hij het gesprek op auto's bracht. Wat rijdt u, vroeg hij, ik heb een Jaguar. De man viel bij na van z'n stoel toen ik hem ver telde, dat ik een Mercedes Sport om de hoek had staan. Maar toen met zgn. „donuts". Dat zijn van die ringvormige koekjes, die in frituurvet worden gebakken. De bereiding is eenvoudig: een klein apparaat produceert het deeg en laat het in ringvorm in de frituur pan vallen. In Amerika hadden de donuts in enkele jaren een fantastische omvang. Dus dacht ik: dat is iets voor ons. In de patat-kramen en de cafetaria's kunnen we ze zo maken. Het ap paraatje boven de frituurpan en klaar. Zo enthousiast was ik, dat ik maar ineens de vertegenwoor diging voor heel Europa voor mijn rekening nam". „Eenmaal geïntroduceerd, kre gen ze ook een grootse ontvangst. De handel was enthousiast, en ook op de Anuga-levensmidde- lenexpositie in Keulen, de grootste ter wereld, werd het ap paraat met gejuich ontvangen. De vakpers schreef lovende ver halen en zelfs de tv besteedde er aandacht aan. Mensen van Unile ver zeiden al tegen me: Dekker, jongen, je gaat weer een mooie slag slaan. Heel Nederland, heel Europa ligt voor je open." „Maar toen kwam de slag. Een- paar maanden later ontdekte ik hoe grillig het publiek kan zijn. Want ondanks enquêtes, ondanks alle marktonderzoekingen, kun nen wetenschappelijke voorspel lingen wel eens faliekant verkeerd uitkomen. De donuts sloegen niet in. Het Europese publiek bleek een andere smaak te hebben dan het Amerikaanse. Het wilde ze niet. Op zulke momenten voel je aan den lijve, dat het altijd het publiek is, dat het laatste ant woord geeft" De man van de knakworst J. J. Dekker: je krijgt het niet voor niets. Dekker gemaakt ,tot wat hij nu is. Van een „gewone Rotterdamse jongen" werd hij fabrieksdirec teur, met 100 man personeel, twee villa's, een schip, een Ply mouth Barracuda, en een naam, die in heel Europa bekend is. Een man, die bereikt heeft, wat hij wilde bereikeh? „Nee, als je er eenmaal inzit blijf je door gaan. Over een paar maanden ko men we met een nieuwe pri meur: voorgebakken patates fri tes, die langer houdbaar is dan de bestaande. Is vooral voor de ex port bijzonder belangrijk." Het is hef zoveelste nieuwe plan van de Man van de Knak worst. Het hoeveelste weet hij niet meer. Al van zijn 19de heeft hij vol plann-an gezeten, zo vol, dat hij ze niet meer op een rij kan zetten. Met zijn succes heeft hij zijn Dreun Patates frites-kramen hebben na de oorlog enorme opgang gemaakt, mede door activi teiten van de man van de knakworst. Van zo'n ervaring krijg je een enorme dreun. Maar als je een tijd bezig bent, leer je wel je er snel overheen te zetten. Trou wens, het is altijd een troost, dat er veel méér ideeën zijn, die wél slagen." Het succes daèrvan heeft Ko activiteiten niet gestaakt. „Je doet het op den duur voor je plezier, niet eens voor het geld. Vroeger zat ik elke avond zélf de centjes te tellen. Dat was belang rijk voor ons. Nu zie ik geen geld meer, alleen de bankrekening." De werkzaamheden van de fietsende vertegenwoordiger van vroeger zijn op ander terrein komen te liggen. Niet, dat hij het er gemakke lijker door heeft gekregen. Nog iedere ochtend vindt de portier hem om zeven uur achter zijn bureau. En elke dag eindigt „aan de late kant".' „Dat zijn de conse quenties", zegt hij. „Wie wat wil bereiken, moet er voor werken".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 13