Ondergang Van Imhoff
objectief onderzocht
Broeder Kramer: bijna
vijftig keer gekraamd
Open bestel ie liturgie
GEESTELIJK LEVEN
ï\aar zaligverklaring
van paus Johannes
Dominee van
95 preekt
elke zondag
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1967
DRSVAN HEEKEREN SCHREEF
BOEK OVER TRIESTE ZAAK:
(Van een onzer
redacteuren
Batavia seint: ber-
LIJN is een goed gedo
cumenteerd boek van dr6. C.
van Heekeren dat dezer da
gen in de verkoop is geko
men. Het handelt over de
periode voor het uitbreken
van de Tweede Wereldoor
log in het toenmalige Ne-
derland6-Indië.
Vooral de internering van de
daar werkende en wonende
Duitse bevolking volgt drs. Van
Heekeren aan de hand van
gesprekken en documentaties op
de voet met als dramatisch hoog
tepunt de ondergang van het
KPM-schip Van Imhoff met aan
boord 478 Duitse geïnterneerden,
die touden worden overgebracht
van Sumatra naar Ceylon.
Slechts 67 van deze mensen over
leefden de ramp, die een zwarte
bladzij uit de geschiedenis van
de Nederlandse Koopvaardij in
do Tweede Wereldoorlog kan wor
den genoemd.
Zonder enige twijfel brengt
Van Heekeren met dit werk nieu
we facetten van deze zo omstre
den zaak naar voren. Des te dui
delijker is het hoe tragisch deze
taak in feite is. Opmerkelijk is
dat de auteur in zijn slotcon
clusie zegt dat de dood van de
411 Duitse geïnterneerden onmo
gelijk vergeleken kan worden
De Van Imhoff
GEEiY OPZET
Van Heekeren neemt hiermee
positie tegen publicaties van on
der andere het Duitse weekblad
Der Spiegel dat de Nederlanders
hiervan beschuldigt. Naar het
idee van deze schrijver, die zelf
in het vooroorlogse Indië werk
zaam is geweest, is bij deze ramp
„van schuld in de zin van opzet
geen sprake. Naar mijn idee is
wel duidelijk gebleken dat enke
le mensen tekort zijn geschoten".
Het verhaal van de zaak Im
hoff begint in de laatste dagen
voordat de Japanners Indië bin
nenvallen.
Uit angst dat de vele Duitsers
in de archipel de Japanners bij
hun invasie behulpzaam zouden
zijn, neemt het gouvernement het
besluit deze mensen te interne
ren. Onder hen bevinden zich tal
rijke priesters, zendelingen, art
sen en planters, die van kinds
been af in Indië hebben gewoond.
Hun contacten met het na-
zi-Duitsland zijn zo vaag, dat de
meesten niet eens op de hoogte
zijn van de juiste politieke gang
van zaken in hun vaderland. Bo
vendien waren deze Duitsers zo
opgenomen in de Nederlandse ge
meenschap in Indië, dat velen
van hen in het KNIL hadden ge
diend of politiefuncties uitoefen
den Het besluit tot internering
van deze mensen wekte daarom
ook bij tal van Nederlanders
weerzin.
vredenheid over het feit dat bij
de gevaarlijke overtocht, geen
escorte was) vertrok het schip 17
januari 1942. De volgende dag
werd het schip gebombardeerd
door vijandelijke vliegtuigen.
Vooral onder de gevangenen in
hun bedompte kooien steeg de
spanning toen zij aan de ande
re kant van de scheepshuid de
bommen hoorden ontploffen. De
derde bom viel zo dicht bij de
Van Imhoff in de Indische Oce
aan. dat het een gat sloeg in de
huid.
Vooral de situatie die daarna
ontstaat heeft Van Heekeren in
zijn boek aan de hand van
gesprekken met leden van het be
wakingsdetachement en Duitsers
in zijn boek opgenomen. Ontroe
rend, dramatische en soms humo
ristische feiten, doordrongen van
de ernst van het leven.
GROTE BAAST
Toen gezagvoerder H.
Hoeksema het gevaar voor zinken
groot achtte, gelaste hij het bewa
kingsdetachement van boord te
gaan. Terwijl de gevangenen in
doodsangst gilden om te worden
bevrijd verlieten de 110 militai
ren en zeelieden het schip. Dat
dit in grote haast geschiedde
blijkt wel uit het feit dat Van
Heekeren heeft weten te achterha
len dat zelfs de scheepskas er
het logboek werden achtergela-
(Van onze kerkredactie)
INFAAM
Voor het transport van deze
geïnterneerden werd het KPM-
schip gevorderd. Met enkele een
voudige ingrepen zoals het aan
brengen van prikkeldraad werd.
het schip voor het transport ge
reed gemaakt.
Toen alle 478 „gevangenen"
aan boord waren gebracht zei de
plaatselijk militair arts van Sibol-
ga (Sumatra) (vanwaar de Van
Imhoff vertrok) toen hij werd ge
confronteerd met de situatie
waarin deze mensen zich bevon
den: „Ik schrok van de infame
wijze van vervoer. In de ruimen
waren hokken gemaakt met een
hoogte van een meter tien. waar-
In dertig man werden onderge
bracht.
Na' moeilijkheden (onwil van
de bemanning zich voor een der
gelijk transport te lenen en onte-
EMMELOORD Kraamverpleegstereen typisch
vrouwelijk beroep? Dat dacht u maar. In ons land
zijn er de laatste tijd ook mannenvoorlopig twee, die
kramen. Een van hen woont in Emmeloord. Zijn naam:
W. Kramer!
Hij heeft al bijna vijftig beval
lingen achter de rug en jongleert
met moeders en baby's als de
kundlgste vrouwelijke collegae.
Overigens wel een tafereel waar
men aan moet wennen. Want te
duidelijk staan menigeen onhan
dig haspelende mannen voor
ogen. meestal kersverse kraamhe
ren. die in geval van nood met
een knijper op de neus een luier
verversen, daarbij zichzelf, of.
nog erger, de baby in kwestie,
speldeprikken toedienend.
Niet alzo kramer Kramer, voor
wie dit alles een peuleschil bete
kent. Hij kraamt bepaald niet de
hele dag. Hij kan het alleen. Is
er toe bevoegd. Heeft „het ooie
vaartje".
Ook niet. dat hij de kraam na
drukkelijk heeft gezocht. Die aan
tekening zit gewoon in de oplei
ding nieuwe stijl, die sinds een
klein jaar verplicht is geworden.
Emmeloord begon er een paar
jaar eerder mee. Vandaar. Er ko
men dus nog wel meer kramers.
Afdelingshoofd
Broeder Kramer is eerste ver
pleger in het ziekenhuis Dokter
J. H. Jansen. Had toen hij kwam
alleen het B-diploma, het zwarte
kruis. Haalde in Emmeloord,
waar hij heenging omdat hij er
een huis kon krijgen het A-diplo
ma (witte kruis), tegenwoordig
dus inclusief wijk- en kraamver-
pleging. Kramer is hoofd van een
afdeling met dertig bedden r-n
geeft leiding aan zes man. of lie
ver; „vrouw"
Toen hij er pas was zat hij op
de ambulance. Nou. dan kan het
wel eens gemakkelijk zijn. hoor
Hoe vaak gebeurt het niet dat in
de wagen kinderen geboren wor
den. Dan wist Kramer van wan
ten: hij leverde moeder en kind.
keurig verzorgd ten ziekenhuize
af. Ze hadden er daar dan een
makkie aan.
Maar als Kramer kraamt, in
het ziekenhuis, bij nachtdienst
bijvoorbeeld, hoe vinden de moe
ders dat dan? Tot nu toe niks
bijzonders opgemerkt, behalve
dan dat ze je „dokter" noemen,
maar dat doen de patiënten wel
vaker. En verder hebben ie bij
de bevalling wel belangrijker din
gen om mee bezig te zijn.
De heer Kramer was driemaal
kraamhéér. Toen zelf ook de
kraamverpleging ter hand geno
men? Neen en ja, want het was
één keer nodig. Voor het overige
bemerkte hij bij de kraamver
zorgster zekere remmingen sis
hij in de buurt van haar werkter
rein kwam. Daarom bleef ik
er dan maar zoveel mogelijk van
daan.
Zijn collega-kramer is broeder
G. ten Brinke, van dezelfde oplei
ding, nu steeds tussen de wielen
op een ambulancewagen in
Amersfoort. Broeder Kramer ziet
meer perspectief in zijn zieken
huis, waar een streven is (ze zijn
hier nogal progressief) in leiding
gevende functies meer broeders
in te schakelen. Voornamelijk ter-
wille van de continuïteit.
Daardoor kon hij in twee jaar
twee rangen verder komen. Kra
mer studeert buiten zijn werk
naarstig verder. Volgt nu een cur
sus ziekenhuisorganisatie in
Utrecht (vier dagen per maand,
gedurende twee jaar).
Goeie boterham
Weinig mensen weten dat *-r,
vooral door de verbeterde ar
beidsvoorwaarden, voor een
man-in-de-verpleging een goeie
boterham is te verdienen. De ho
norering beweegt zich tussen de
800 tot 1400 gulden bruto per
maand.
Hij vindt het een geweldig
beroep en is blij als een der
eersten het nieuwe diploma
in de zak te hebben. Het
geeft extra kansen tot pro
motie. En dan neem je vra
gen als „Hoe bevalt het kra
men, Kramer?" maar op de
koop toe.
ten.
Het dramatische van de zaak i:
echter dat slechts door eigen initi
atief van enkele mindere militai
ren. de gevangenen nog de
beschikking kregen over de sleu
tels van hun „gevangenis'
Toen de Duitsers zich hadden
weten te bevrijden kwamen zij
tot de ontstellende ontdekking
dat de Nederlanders met uitzon
dering van een laadboot die was
vastgelopen, alle sloepen hadden
meegenomen. In totaal boden de
ze sloepen ruimte aan vijf maal
45 personen. De Duitsers kregen
de waarschuwing dat als zij
den proberen aan boord va
reddingboten te komen, zij
den worden neergeschoten.
Dit gebeurde ook inderdaad
met een zekere Walkowiak. Para
doxaal was hij de enige geïnter
neerde, die door de Nederlanders
werd gered.
Inmiddels speelde zich drama
tische tonelen af aan boord van
de Van Imhoff. Iedereen wierp
zich op de overgebleven zwem
vesten en reddingsvlotten. Het
bleek echter dat het schip, in te
genstelling tot de verwachting
van gezagvoerder Hoeksema, nog
enige uren bleef drijven.
Voor menige Duitser was dit
een gelegenheid een plundertocht
op het schip te ondernemen. Hele
groepen mannen bedronken zich
toen zij de voorraad bier ontdek
ten, anderen kleedden zich in de
uitgaansuniformen van de officie
ren en enkelen beroofden zich in
deze situatie van het leven.
BESCH4MEY0
Op het SOS-signaal van de
marconist van de Van Imhoff dat
het schip zinkende was, werden
wel enkele reddingspogingen on
dernomen, die echter uitermate
beschamend voor de Nederlan
ders en krenkend voor de
Duitsers zijn geweest. Een aantal
vlotten en de vastgelopen sloep
werden midden op zee gecon
fronteerd met de Boelongon, zus
terschip van de Van Inhoff. Het
enige echter wat deze KPM'ers
aan deze schipbreukelingen vroe
gen: „Zijn er Nederlanders bij
jullie?"
Op het ontkennend antwoord
vertrok het schip, zonder zelfs
acht te slaan op het verzoek wat
drinkwater te krijgen.
Op 22 januari wisten slechts 67
van de 478 Duitsers het eiland
Nias te bereiken: volkomen uitge
put. Dramatisch is de onthulling
van een der overlevenden, de zen
deling Weiier. dat een der gered
den zich op het strand van dit
eiland nog van het leven beroof
de.
Volkomen nieuwe facetten over
de internering van de Duitsers op
het eiland Nias brengt Van Heek
eren aan de hand van ooggetui
gen.
Zo weet hij te vertellen dat en
kele pro-nazi gezinde Duitsers
erin slaagden het bewakingsperso
neel (gestrafte inlandse politiea
genten) op hun hand te krijgen
en een revolte te ontketenen
Bij de komst van de Japanners
op het eiland werden deze troe
pen verwelkomd door nazi-insig
nes. een hakenkruisvlag en „Heil
Hitier."
Van Heekcren Is erin geslaagd
de moed op te brengen om een
trieste zaak uit de Nederlandse
geschiedenis objectief en eerlijk
te onderzoeken.
„De liturgische vrijheid in de kerk, die moeten we houden.
**:-::538SSS8SSS®S888^S§5^^^$^S§^88S8^::*:::::::::::::: Wij gaan aan het monopolie ten onder. Een open bestel in
het liederenzingen. Laten we toch alsjeblieft niets vast
leggen.
Elke zondag onstaan er nu nieuwe liederen. Denk aan
Huub Oosterhuis en al die anderen. Ikzelf ook. Als ik voor de liturgie geen lied kan vinden, maak ik
er gewoon een. Waarom ook niet? Een lied maken is toch hetzelfde, als een preek houden?
Je hoort tegenwoordig de gekste dingen op de preekstoel en daar bemoeit zich niemand meer mee
(behalve dan nog bij artikel 31). Waarom dan ook geen open bestel bij de gezongen preek?"
Ds. JAN C. KOPPERT:
Ds. Jan C. Koppert (57),
de hervormde predikant van
Made en Oud-Drimmelen,
heeft jarenlang in stilte ge
werkt en geëxperimenteerd.
Nu is hij zover, dat hij een
bundel van een kleine twee
honderd „liederen der oecu
mene" kan aanbieden aan de
kerk, allemaal zelf gemaakt
of vertaald dan wel vrij be
werkt uit de schat van de
kerk der eeuwen.
Hij loopt er niet mee te
koop. Aan reclame heeft hij
geen behoefte. Als de een
voudige gemeenteleden het
maar mooi vinden.
Eenvoudige lied
Ds. Koppert pleit voor het een
voudige gemeentelied. Hoeveel
mensen zijn er niet, die dichten
voor direct gebruik? Neem bij
voorbeeld de onderwijzers. De
mooiste liederen ontstaan in het
directe contact met de gemeente.
Maar nu heeft een sherryclub het
werk gedaan, vindt hij.
Dichters, die zelf nooit een
kerkelijke gemeente hebben ge
had. De nieuwe psalmberijming
en de 102 gezangen zitten vol ver
nuftige speelsigheden, maar zal
de gemeente die accepteren? En
dan die melodieën? Vaak veel te
moeilijk.
Ds. Koppert gaat zelf anders te
werk. Hij begint bij de melodie.
Een mooie melodie, waarvan hij
weet, dat die gezongen zal wor
den. En die gaat hij van een
tekst voorzien. Er bestaat gTote
behoefte aan goede Nederlandse
teksten voor de liederen van de
wereldkerk, zegt hij.
„Ze luisteren naar de communi
ty singing van de Engelse radio.
Dan horen ze een prachtig lied,
bijvoorbeeld „The Lord's my
shepherd, I'll not want". De woor
den kennen ze niet, dus moeten
ze de melodie maar zo'n beetje
neuriën. Ik maak er een bewer
king van: „Mijn Herder is de goe
de God. Hij schenkt mij over
vloed. In groene weiden voert
Hij mij, naar bronnen klaar en
zoet."
„Land of hope and glory. Een
prachtig lied. maar de tekst is
natuurlijk vreselijk. Die werd
geschreven voor de kroning van
Edward VII. Helemaal de geest
van die tijd. Er bestaat een Ne
derlandse „vertaling". Helemaal
afschuwelijk, zo van God, Neder
land en Oranje. In mijn bewer
king is het een gebed geworden
om de doorbraak van Gods Ko
ninkrijk."
En hij zingt het refrein voor:
Land van Hoop en Glorie, open LofZQnQ
toch uw poort. Buiten uwe mu-
ren nieuwe toekomst gloort.
Christus is uw Koning, Hij geeft
nieuwe glans. Breek uw grenzen
open. breng uw vrede thans.
Ds. Jan C. Koppert
Herkent u de elementen van
het avondmaalsformulier? Lange
docerende. polemische. anti
roomse passages heb ik saamge-
vat tot aanbidding, lofzang, zegt
ds. Koppert. Na het (gesproken)
credo volgen in keerzang van die
naar en gemeente het Dominu»
vobiscum. sursum corda, prefatie,
hymne, sanctus. benedictus, allt
in eenvoudige woorden gezongen
op de twee melodieën.
De inzettingswoorden: „In do
nacht van lijden brak Gij Heer
het brood, gaf daarin Uw li
chaam als een offer groot. Ook
schonk Gij de beker met gepleng
de wijn. Bloed van U moest waar
borg van verzoening zijn."
De mis voor de gestorvenen
kon ds. Koppert natuurlijk niet
overnemen. Hij „protestantiseer-
de" dit element: „Doe ons niet
vergeten hen, die heengegaan tot
de lof van Christus voor Uw
troon nu staan..."
Ds. Koppert heeft veel van de
wereld gezien. Jarenlang werkte
hij als legerpredikant, onder
meer in Korea en Japan. Met de
Anglicaanse Kerk kwam hij in
nauw contact. Nu hoopt hij zijn
laatste predikantsjaren in Made
te slijten. „De mensen hier heb
ben een goede zangopleiding ge
had en zingen graag."
Bij zijn intree introduceerde
hij een speciale „Madese Psalm".
„Made" betekent weidegrond en
zo dichtte hij: De Heer is mijn
Herder, Hij zal mij verzaden, mij
schenken de koelte van grazige
maden... Hij wijst door de gorzen
(van de Biesbosch) de veilige spo
ren, bereidt op Zijn akker de
vruchtbare voren-
Het is nu al het lievelingslied
van zijn gemeente.
„Hoor je niet, hoe mooi die
woorden lopen? Ik probeer zin
gende te vertalen en zo woord en
melodie zoveel mogelijk een een
heid te laten vormen. Maar daar
bij ga ik altijd uit van de melo
die. Daar moet je nooit aan gaan
knoeien."
„De Christmas Carols. Nog
nooit heeft iemand geprobeerd
die te vertalen. Ik wel." En hij
zingt er weer een paar voor in dc
kleine studeerkamer van de Ma
dese pastorie. Scholen en zangver
enigingen tonen veel belangstel
ling en men zal er bij de
aanstaande volkskerstzang nog
wel meer van horen.
Meest markante
(Vai
t kerkredactie)
Vijfennegentig jaar en nog
steeds elke zondag tweemaal pre
ken. Dat kan in de Anglicaanse
Kerk, waar een leeftijdsgrens,
waarop predikanten met emeri
taat moeten gaan, een onbekend
begrip is. De 95-jarige is rev.
Thomas Davies. De gemeenten
L'angovar: en Pen-y-Clawdd in
het zuidoosten van Wales dient
hij onafgebroken sinds 1914.
Dat laatste is overigens geen
record, want Heigham in het
Oostengelse graafschap Norwich
gaat volgend jaar herdenken, dat
de huidige dominee C. C. Lan-
chesler zeventig jaar geleden zijn
intree deed.
Legendarische recordhouder is
;n zekere Bartholomew Ed
wards. Hij stond van 1813 tot
1389 in Ashlll. Negen dagen voor
zijn honderdste verjaardag stierf
deze predikant.
De hervormde gemeente van
Asperen bij Leerdam heeft van
1846 tot 1908 dezelfde predikant
gehad: ds. D. Bijdendijk, die er
als kandidaat kwam en er stierf
op 92-iarige leeftijd.
Het meest markante van ds.
Kopperts hymnologische activitei
ten is de proeve van de liturgie,
die hij heeft ontworpen. Hij
heeft daarbij namelijk alle na
druk gelegd op de hymnische
vorm, dat wil zeggen: hel hele
liturgische gedeelte kan gezongen
worden.
Ds. Koppert: De vorm van onze
kerkdienst is nog altijd die van
een schools doceren. De liederen
fungeren meer „ter verpozing".
Maar Calvijn las de Tien Gebo
den niet, maar liet ze berijmen.
De mensen moesten ze zingen. Zo
betrok hij ze er bij. Zo is het
mogelijk, om het avondmaal al
leen maar te zingen. Dat moet
toch kunnen? Het avondmaal is
het grote feest van de kerk.
Hij volgde het ontwerp van de
Haagse liturgische kring en ver
werkte zorgvuldig de elementen
van de oud-christelijke avond-
maalsliturgie van het Kyrie tot
en met het Agnus Dei. Voor het
hymnische maakte hij gebruik
van twee oude sacrale melodieën,
die elkaar steeds afwisselen.
Zo gebeurt het. dat in Made na
de prediking de gaven met brood
en wijn naar de tafel worden ge
bracht en opgedragen, terwijl er
gezongen wordt:
En vervolgens:
„Evenals uit granen van de vel
den wijd,
van onze kerkredactie)
Voor een zaligverklaring
in de Rooms-Katholieke Kerk
zijn twee „wonderbaarlijke
gebeurtenissen" nodig. De
congregatie van de riten on
derzoekt op het ogenblik, of
een wonderbare genezing in
Italië erkend kan worden
voor de zaligverklaring van
paus Johannes.
Kloosterzuster Catarina leed
aan ernstige bloedingen. Na
maanden lijden werd zij geope
reerd door prof. Zannini van het
academisch ziekenhuis in Napels.
Driekwart van haar maag en
praktisch haar hele milt werden
weggenomen. De bloedingen hiel
den echter niet op.
Op 25 mei 1965 zeiden de
artsen, dat zij de volgende dag
niet meer zou halen. Me
dezusters gaven de stervende
een relikwie van paus Johannes
in handen. Daarop zou de overle
den paus haar volgens haar zeg
gen zijn verschenen en haar heb
ben beloofd, dat zij zou genezen.
Inderdaad was dit het begin
van een plotselinge ommekeer.
Ze begon weer te eten. De opera-
tiewond genas. Röntgenopnamen
vertoonden niets verontrustends
meer. Zannini noemt zijn patiënt
„tot nieuw leven herboren".
Alle sporen van de ziekte zijn
verdwenen en zuster Catarina
(thans 28 jaar) werkt al weer
lang als verpleegster in een zie
kenhuis bij Brindisi.