De Troonrede
Drinken, snoepen, radio,
TV en onderwijs duurder
SANERING VAN DE
GEMEENTEFIN ANCIËN
VERWACHTINGEN
IN CIJFERS
Huurheffing-Bogaers
in gewijzigde vorm
Het Kwartet
Geen initiatief
wijziging
statuut
Schuman-prijs
voor Mansholt
0NL
s
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1967
Minimum vakantiebijslag
zal uorden voorgesteld
Investeringsaftrek voor
gebouwde eigendommen
(Van onze parlementeredacie)
DEN HAAG Zwaardere belasting op (dus prijsverhoging van) frisdranken, bier, wijn,
chocolade- en suikerwerken en bromfietsen is een van de minder prettige maatregelen die de
regering voor 1968 nodig acht.
Andere lastenverzwaringen zijn o.m. de verhoging van de luister- en kijkgelden en van het
kleuterschoolgeld en de ongunstiger regeling voor de belastingaftrek van buitengewone
lasten.
Tegenover deze lasten staan enkele lusten, zij het niet of nauwelijks voor het grote publiek.
Zo is de investeringsaftrek voor gebouwde eigendommen, die sinds 31 januari 1964 wa6 geschorst,
met ingang van vandaag hersteld.
fVmiddeffliwhlelRijlc bedragmra23 Miljard gtd
DIT IS23 MILJARD GULDEN
■7 vattin//.
Een globaal overzicht van lasten en lusten, ontleend aan de Mil
joenennota 1968, volgt hieronder:
1. De tijdelijke verhoging van de benzineaccijns wordt definitief en
er komen 20 opcenten op het 10 pets-tarief van de omzetbelasting
(frisdranken enz.). Beide maatregelen tezamen leveren het rijk
in 1968 153 miljoen gulden op.
2. In verband met de overgang van
het huidige stelsel van de omzetbe
lasting (cascadestelsel) naar dat van
de heffing over de toegevoegde waar-
.de zullen enkele voorzieningen wor
den getroffen met betrekking tot de
teruggave van de omzetbelasting bij
uitvoer en de heffing van omzetbe
lasting bij invoer.
De bedoeling is de overgang in het
belang van de concurrentiepositie
van het Nederlandse bedrijfsleven
Fonds in 1968 uitgepu t
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG Het kabinet
meent, dat de toestand van de
gemeentelijke financiën zowel
die van het Gemeentefonds als
die van de individuele gemeen
ten in de nabije toekomst moet
worden gesaneerd. Maatregelen
daartoe zijn genomen of in voor
bereiding.
De uitkeringen uit het Gemeente
fonds zullen de komende jaren zoda
nig worden afgewogen, dat niet al
leen met de gemeentelijke behoeften,
maar daarnaast ook met de beschik
bare middelen rekening wordt gehou
den.
Mede omdat de invoering van de
Algemene Wet (bijzondere) Ziekte
kosten de stijging van de gemeente
lijke uitgaven aanmerkelijk zal kun
nen beperken, hoopt de regering op
deze wijze het ontstaan van nieuwe
tekorten in het Gemeentefonds te
kunnen voorkomen.
Eigen belastingen
Dit beleid zal makkelijker zijn
door te voeren wanneer straks het
gemeentelijke belastinggebied wordt
verruimd en de gemeenten aldus
Voor wegennet
900 min.
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG Het Rijkswegen
fonds zal volgend jaar over
omstreeks ƒ500 min. aan middelen
kunnen beschikken. Daarnaast wordt
voor onderhoud aan rijkswegen en
subsidies aan de provincies en ge
meenten voor secundaire en tertiaire
wegen ongeveer 400 min. beschik
baar gesteld.
Volgend jaar zal een aanvang wor
den gemaakt met werken voor een
bedrag van 12 min. Hiervan zal 4
min. worden besteed aan de aanleg
van weg 12 (E-8). de nieuwe in
valsweg Leidschendam-Voorburg-Den
Haag. en 8 min. aan de aanleg van
weg 14 (Wassenaar-Leidschendam) met
inbegrip van de aansluiting aan weg
4 bij Wassenaar.
weer een wezenlijke financiële ver
antwoordelijkheid kunnen dragen
voor beslissingen over aanvullende
uitgaven waartoe de uitkeringen uit
het Gemeentefonds geen ruimte bie
den.
Tekorten opgelopen
Minister Witteveen schrijft dit in
de miljoenennota 1968. Hij wijst
eroD, dat de totale tekorten van de
gemeenten de totale overschotten be
langrijk overschrijden. Het Gemeente
fonds heeft al sinds 1963 een tekort,
dat de laatste jaren sterk is opgelo
pen. Het wordt voor 1968 op 400
min. geschat.
Tot en met 1967 kunnen de tekor
ten van het Gemeentefonds worden
gedekt uit de reserve van dat fonds.
Daarna moet tot verhoging van het
aandeel van het Gemeentefonds in de
opbrengst van de rijksbelastingen
worden overgegaan.
Voor 1968 is dit aandeel verhoogd
met 1.46 pet., of 300 min. Daarmee
zal het tekort van het fonds over dat
jaar kunnen worden gedekt met uit
zondering van het deel, dat van con
juncturele aard is als gevolg van ach
terblijvende belastingontvangsten.
Voor '68 wordt dit deel globaal op
100 min. geschat.
De verhoging betekent een vergro
ting van het tekort van de rijksbegro
ting niet 300 min. Dit bedrag zal
geleidelijk in tien jaar ten laste van
de begrotingsruimte van het rijk wor
den gebracht 75 min. als eerste
tranche in 1968).
Zoals bekend zal het Rijk verder
een bijdrage van 30 min. aan de
gemeenten verstrekken voor de sane
ring van de tekorten van hun openba
re vervoersbedrijven. Enkele andere
maatregelen zijn nog in overweging.
Met de grootste gemeenten is over
leg gaande over de medewerking die
ook van hen wordt verwacht om tot
een algehele sanering te komen.
met geringer schokken te laten verlo
pen. De maatregel levert het rijk vol
gend jaar 230 miljoen op.
3. De aanslaggrens voor de in
komstenbelasting wordt om admi
nistratieve redenen verhoogd. De re
geling voor de aftrek van buitenge
wone lasten wordt gewijzigd, o.a. in
die zin, dat de premie voor zieken-
kostenverzekering niet meer voor
belastingaftrek in aanmerking komt.
De bedragen die met de ziekte
kostenverzekeringen gemoeid zijn stij
gen zo, dat de gestelde grenzen om
aftrek te krijgen niet meer aan hun
doel beantwoorden, aldus de rege
ring. Opbrengst van beide maatrege
len in 1968: 90 miljoen.
In totaal brengen bovengenoemde
lastenverzwaringen 473 miljoen op,
waarvan 405 miljoen ten goede
komt aan het rijk.
RTV en school
4. Op korte termijn wordt een
wetsontwerp ingediend tot verhoging
van het luister- en kijkgeld, waar
voor verder een gecombineerde hef
fing in voorbereiding is (wie alleen
luistert, hoeft uiteraard geen kijkgeld
te betalen).
Volgens minister Klompé (Cultuur,
recreatie en maatschappelijk werk)
nopen de financiële moeilijkheden bij
radio en televisie en de invoering
van de kleuren-tv tot deze verhoging,
waarover nog geen concrete medede
lingen kunnen worden gedaan.
5. Per 1 januari a.s. wordt het kleu
terschoolgeld met ƒ3 in de maand
verhoogd. De rijksuitgaven voor net
kleuteronderwijs worden daardoor
met circa 16 miljoen verminderd.
6. Met ingang van 1 september
1968 wordt voor de studenten bij het
wetenschappelijk onderwijs het
inschrijfgeld van 10 tot 100 en het
examengeld van 60 tot 100 ver
hoogd.
Er komt verder een brede commis
sie (waarin ook studenten) die de he
le problematiek rond de collegegel
den zal bestuderen.
7. De cursusgelden voor het be
roepsonderwijs zullen per 1 augustus
1968 worden verhoogd. Ook zal op
die datum cursusgeld moeten worden
betaald door leerlingen die een oplei
ding vormen op grond van een leer
overeenkomst.
8. Het voorstel-Bogaers voor een
„huurbelasting" voor bewoners van
woningwetwoningen uit de hogere in
komensgroepen wordt gewijzigd.
voor werknemers in dienstbetrek
king. In dit parlementaire zit
tingsjaar zal hoogstwaarschijnlijk
een wetsvoorstel tot regeling van het
minimum-inkomen worden inge
diend.
11. Het kabinet heeft overwogen,
dat het vooruitzicht van de invoering
van de omzetbelasting over de toege
voegde waarde per 1 januari 1969 op
zichzelf een zekere stimulans inhoudt
om investeringen uit te stellen. On
der het nieuwe stelsel zal namelijk
de ondernemer na een over
gangstermijn de omzetbelasting
over zijn investeringen geheel en on
middellijk terugontvangen.
Om tegenwicht te geven tegen deze
conjunctureel ongunstige werking
heeft het kabinet besloten de investe
ringsaftrek voor gebouwde eigendom
men, die sedert 31 januari 1964 was
geschorst, met ingang van 19 septem
ber 1967 te herstellen en de aldus
herstelde aftrek vervolgens over de
hele linie, parallel aan de geleidelijke
bevrijding van de investeringen van
de omzetbelasting, trapsgewijs in te
trekken.
.v.h.nak inkomen^-. J -
Lusten
Van de lusten noemen we de vol
gende;
9. Minister Roolvink heeft in be
ginsel geen bezwaar tegen invoering
in de AOW en AWW van een va
kantie-uitkering door middel van een
reservering van een gedeelte van de
uitkeringen bij stijging van hef index
cijfer der lonen.
10. Er komt een wettelijke regeling
van een minimum vakantiebijslag
deze
krant
behoort
tot
In het Westen
veruit grootste prot.
chr. dagbladpers
(Van onze sociaal-economische redactie)
DEN HAAG Voor een aantal belangrijke onderwerpen volgt
hieronder de verwachte stijging in percentages ten opzichte van
het voorafgaande jaar:
In 1967 In 1968
Volume werëldinvoer 3 5
Materiële overheidsconsumptie 5,5 7
Bruto-overheidsinvesteringen8,5 10.5
Investeringen in woningen (volume) 7,5 1
Invoerprijspeil 0-5 0.5
Uitvoerprij spijl 1 °>5
Loonkosten per werknemer (inclusief sociale lasten) 8 5
Inflatoire financiering overheid 1,1
Volume particuliere consumptie 3,5 3
Investeringen vaste activa bedrijven (ecl. woningen)
Volume goederenuitvoer 6 7,5
Volume .goedereninvoer 3 4,5
Produktievolume in bedrijven 3.5 4
Prijspeil particuliere consumptie 4 3
Prijspeil goederenuitvoer 0 0,5
Arbeidsproduktiviteit in bedrijven (incl. zelfstandigen) 4,5 3,5
Besparingen 19 19
Belastingdruk 27 27,5
Suriname en Antillen
DEN HAAG De regering hand
haaft haar standpunt dat wijzigingen
van het Koninkrijksstatuut niet van
haar behoren uit te gaan. De regering
i erkent het zelfbeschikkingsrecht van
I Suriname en de Nederlandse Antil
len. Dit houdt in, dat de regering
die geen Statuutwijziging voorstaat
geen stap zal nemen welke wel
licht een vroegtijdige beslissing over
1 de toekomstige status van Suriname
en de Antillen kan uitlokken.
De regering meent dat voor Surina
me momenteel vooral productieve en
blijvende arbeidsintensieve werken
in aanmerking moeten komen voor
financiële steun van Nederiand. Dit
betekent dat de ontwikkelingsperiode
waarin werken van infra-structurele
aard de hoogste prioriteit opeisten
voorbij is. De Nederlandse steun aan
de Antillen zal zich vooral richten op
projecten die kunnen bijdragen tot
permanente vergroting van de werk
gelegenheid.
DEN HAAG Voor het jaar 1968
is de ..Robert Schumanprijs" van de
..Friedrich von Schillerstichting" in
Hamburg op aanbeveling van het prij-
zencuratorium toegekend aan de vi-
ce-voorzitter van de EEG-commissie,
dr. S. L. Mansholt.
In de heer Mansholt heeft het cura
torium de man willen eren, die in Je
laatste jaren daadwerkelijk ertoe
heeft bijgedragen, dat een ge
meenschappelijke markt binnen de
EEG tot stand kon komen.
De prijs, waaraan een bedrag van
ƒ25.000 is verbonden, wordt ieder
jaar door de „Rheinische Friedrich
Wilhelms" universiteit in Bonn ver
leend. De heer Mansholt is voorne
mens het geldbedrag te bestemmen-
voor restauratie en instandhouding
van het geboortehuis van Robert
Schuman. De prijs zal volgend jaar
zomer worden uitgereikt.
Het Royal Canadian Legion heeft
twee Nederlanders de orde van ver
dienste uitgereikt wegens hun zorg
voor de Canadese oorlogsdoden. Het
zijn mr. W. H. Enklaar, burgemeester
van Holten en vice-voorzitter van
het Nederlandse oorlogsgravencomité,
en de Nederlandse ambassadeur in
Canada, de heer A, H. J. Lovink.
Koningin Juliana heeft vanmiddag de
volgende Troonrede uitgesproken:
LEDEN DER STATEN-GENERAAL,
MET dankbaarheid denken mijn familie en ik
terug aan de belangstelling en de geluk
wensen die wij van velen in het Koninkrijk,
meer in het bijzonder van U, mochten ontvan
gen bij de geboorte en de doop van onze
Willem-Alexander.
T\E wereld waarin wij leven, wordt door
tegenstrijdigheden gekenmerkt. Velen, zo
niet allen, verlangen en streven naar vrede;
desondanks wordt in vele streken bitter ge
streden. Velen, zo niet allen, verlangen voor
een ieder in deze wereld een volwaardig mense
lijk bestaan; desondanks moet op vele plaatsen
een onophoudelijke strijd tegen honger, ziekte
en onderdrukking worden geleverd. Het is deze
situatie, waarin de idealen van vrede, gezond
heid en vrijheid nog lang niet voor allen in
vervulling zijn gegaan, die ons dwingt niet
alleen de ontwikkeling van onze eigen samen
leving te bevorderen, maar ons ook in te
spannen op die gebieden waar wij iets voor
anderen kunnen betekenen. De Regering ziet
haar opdracht dan ook mede bepaald door de
gedachte, dat slechts een eensgezinde en in
financieel-economisch opzicht gezonde samen
leving een vruchtbare bijdrage kan leveren tot
het welzijn van de wereid.
TAE Regering is diep verontrust over de in
Vietnam voortdurende en in hevigheid toe
nemende strijd, die een ontstellend menselijk
leed veroorzaakt. Zij grüpt elke mogelijkheid
aan om het tot stand komen van vredesonder
handelingen te bevorderen.
De gevechtshandelingen in het Nabije Oosten
hebben andermaal aangetoond, hoezeer het
nodig is aldaar te komen tot een blijvende
regeling die alle partijen aanvaarden. Daarbij
zal het uitgangspunt moeten zijn het bestaans
recht van alle souvereine naties in dat gebied
en de mogelijkheid van een menswaardig be
staan voor allen die daar wonen.
De Regering acht voortgang inzake wapen
beperking en wapenbeheersing van het groot
ste belang. Zij blijft dan ook krachtige steun
geven aan het spoedig tot stand komen van
een verdrag ter voorkoming van verdere ver
spreiding van kernwapenen.
De Nederlandse defensie vormt een wezen
lijk deel van de geïntegreerde verdediging van
de NAVO-landen. Een aan de omstandigheden
aangepast Atlantisch bondgenootschap is
ook na 1969 noodzakelijk voor de veiligheid
en voorwaarde voor een verdere ontspanning
tussen Oost en West. Het overleg met de landen
van Oost-Europa wordt voortgezet en verdiept.
I land geeft aan cfe voltooiing van de ge
meenschappelijke markt en aan de opbouw
van de Europese economische unie zijn volle
medewerking. Van centrale betekenis acht de
Regering intussen de behandeling van de ver
zoeken om aansluiting bij de EEG van Groot-
Brittannië, Ierland en de Scandinavische lan
den. Een wederom beletten van deze aanslui
ting, waardoor de splitsing in West-Europa zou
worden gehandhaafd, zou de Regering zeer
verontrusten en ongetwijfeld een ongunstige
weerslag hebben op de voortgang van de Euro
pese integratie.
De Regering verwacht, dat de komende Bene-
lux-regeringsconferentie zal leiden tot nog
nauwere samenwerking.
TAE positie van de ontwikkelingslanden vraagt
bij de bepaling van het beleid steeds grotere
aandacht van de Regering. Zij stelt voor de
bijdrage voor ontwikkelingshulp in 1968 aan
zienlijk te verhogen. Bovendien wil de Rege
ring de in ons volk bestaande krachten meer
dan te voren tot werkzaamheid brengen. De
hulpverlening zal doeltreffender worden ge
maakt door deze te richten op een kleiner aan
tal landen.
Ook in internationaal verband, zoals op de
aanstaande Tweede Wereldconferentie voor Han
del en Ontwikkeling, zal de Regering ijveren
voor maatregelen ter versnelling van de soci
aal-economische groei in de ontwikkelingslan-
den.
De Regering hecht bijzondere waarde aan het
handhaven van de hartelijke betrekkingen tus
sen de landen van het Koninkrijk. Zij zal aan de
ontwikkeling van Suriname en de Nederlandse
Antillen bijstand blijven verlenen.
fANGEVEER een jaar geleden begon de con-
VJ junctuur een aarzeling te vertonen. De aan
vankelijke snelle toeneming van de werkloos
heid die vooral regionaal een belangrijke
omvang aannam baarde de Regering grote
zorg. Zij voelt zich nauw betrokken bij het leed
dat uit deze werkloosheid voor de werknemer
en zijn gezin voortvloeit. Inmiddels zijn ver
schillende maatregelen genomen om aan de
problemen tegemoet te komen. De vertraging
in de ontwikkeling van produktie en inves
teringen is beperkt gebleven. Thans wordt in
het buitenland een geleidelijk herstel verwacht.
De Regering beoogt door haar beleid ertoe bij
te dragen, dat ook in ons land een verbetering
zal optreden. Teneinde dit herstel niet te ver
storen door de overgang op het nieuwe Euro
pese systeem voor de omzetbelasting, waartoe
zeer binnenkort een wetsvoorstel zal worden
ingediend, wordt de investeringsaftrek voor
gebouwen heden hersteld. Mocht de werk
gelegenheid in het bijzonder voor de jeugd
zich toch niet bevredigend ontwikkelen, dan
zal de Regering verdere maatregelen treffen.
Ondanks de ontspanning op de arbeidsmarkt
blijft het zorgwekkend, dat de betalingsbalans
zich nog onvoldoende heeft hersteld en dat
kostenstijgingen hun invloed op de prijzen blij
ven uitoefenen. Dit houdt een ernstige waarschu
wing in. Om in de toekomst een bevredigende
groei van werkgelegenheid en welvaart te berei
ken is in de eerste plaats een toeneming van de
nationale besparingen nodig. Verbetering van de
financiële positie van de overheid zal daartoe
een bijdrage kunnen leveren. Daarnaast is een
grote terughoudendheid geboden bij de loon- en
salarisontwikkeling. Een verdere kostenstijging
moet in het belang van de concurrentiepositie
worden vermeden. Deze doelstellingen drukken
ook hun stempel op het begrotingsbeleid.
TN DE Regeringsverklaring is reeds de over-
A tuiging uitgesproken, dat een aanvaardbare
begrotingsontwikkeling alleen kan worden be
reikt door herziening van het uitgavenbeleid.
Bij het opstellen van de begroting 1968 is dui
delijk bevestigd, dat zonder een verdere belang
rijke verzwaring van de belastingdruk slechts
dan voldoende ruimte voor essentiële voor
zieningen beschikbaar kan komen, indien op
tal van andere onderdelen beperkingen worden
aangebracht. Zo zijn er een aantal beslissingen
tot herziening van het uitgavenbeleid genomen.
Deze vinden hun weerslag in de rijksbegroting
die u heden wordt aangeboden; voor een deel
zullen zij pas in volgendebegrotingen door
werken.
Hoewel door de voorgestelde maatregelen de
uitgavenstijging die bij ongewijzigd beleid zou
zijn ontstaan, belangrijk kan worden beperkt,
noopt de resterende stijging in 1968 toch tot
enkele belastingmaatregelen. De Regering stelt
voor de verhoging van de benzine-accijns die
voor 1967 geldt, te handhaven en de omzetbe
lasting op enkele artikelen van 10 tot 12 pet. te
verhogen. De verder benodigde middelen zullen
worden verkregen uit maatregelen die reeds ter
verbetering van de belastingstructuur noodzake
lijk zijn. Daartegenover zal een lastenverlichting
voortvloeien uit een verhoging van de aanslag-
grens voor de inkomstenbelasting.
Niet alleen de rijksfinanciën, doch ook de posi
tie van het Gemeentefonds en de financiën van
een aantal vooral grote gemeenten, geven
aanleiding tot zorg. De Regering hoopt, dat door
een samenstel van maatregelen binnen afzienba
re tijd een belangrijke verbetering kan worden
bereikt. Daartoe kan ook worden gerekend een
verruiming van het gemeentelijke belastingge
bied, waardoor de verantwoordelijkheid van de
gemeentebesturen voor het eigen uitgavenbeleid
beter tot haar recht kan komen.
TAE snelle ontwikkeling van de techniek, de
■^voortschrijdende economische intergratie en
de gewijzigde kostenverhoudingen vergen vele
veranderingen in de bestaande produktiestruc-
tuur van land- en tuinbouw, visserij, handel en
industrie. Of de mogelijkheden, die uit de vol
tooiing van het gemeenschappelijke Europese
landbouwbeleid voortvloeien, in voldoende mate
zullen worden benut, is vooral afhankelijk van
het tempo, waarin de structurele aanpassingen
in het agrarische bedrijfsleven zich voltrekken.
De begroting verzekert de voortzetting van het
beleid dat deze aanpassing beoogt te ^der-
steunen. Ook de veranderingen die zich in het
midden- en kleinbedrijf voltrekken, wil de
Regering helpen ten goede te richten.
De versterking van de industriële structuur
van ons land is zeer belangrijk. De Regering
hecht veel betekenis aan het doen van onderzoe
kingen die een beter inzicht verschaffen in de
ontwikkeling per bedrijfstak. Verder zal de Rege
ring de uitvoering aanmoedigen van industriële
projecten die van veel waarde zijn voor ons
land en met name voor regionale gebieden met
een nog zwakke economische structuur.
Grote inspanning van industrie en wetenschap
op het gebied van speurwerk en technische ont
wikkeling blijft geboden. De uitvoering van be
langrijke ontwikkelingsprojecten bij de industrie
zal de Regering bevorderen.
A/IET betrekking tot de woningbouw is het
streven erop gericht in 1968 het bereikte
niveau der jaarproduktie van 125.000 te hand
haven.
Ten gevolge van deze hoog opgevoerde produk
tie is in grote delen van het land een^ situatie
ontstaan, die het verantwoord maakt 'net sys
teem van strakke regulering van de huren te
verlaten. De Regering zal de uitwerking daarvan
nauwlettend volgen. Voorstellen tot wijziging
van de Huurwet en van de desbetreffende bepa
lingen van het Burgerlijk Wetboek zullen IJ in
de loop van dit zittingsjaar bereiken.
De Regering wil komen tot het vaststellen van
een geheel van maatregelen, nodig om de eerste
fase van het beleid betreffende de ruimtelijke
ordening te kunnen uitvoeren.
De wegenaanleg zal met kracht worden voort
gezet, mede ter versterking van onze econo
mische positie. Ook de verbetering van de vaar
geul naar de Nieuwe Waterweg zal in dit ver
band een gunstige invloed hebben. Bijzondere
aandacht vraagt de moeilijke situatie waarin de
spoorwegen, de openbare vervoerbedrijven in de
grote steden en de binnenscheepvaart zich bevin
den. Ten behoeve van de zeescheepvaart zal de
Regering de totstandkoming bevorderen van een
wet die verweer tegen ernstige vormen van
vlagdiscriminatie mogelijk maakt.
uitbreiding van de sociale zekerheid
hoopt de Regering, dat de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten, waarvan het ont
werp bij U aanhangig is, spoedig tot stand komt.
Voor de welzijnszorg acht zij deze wet, naast
hetgeen in de afgelopen jaren is bereikt, van
grote betekenis. De regering is voornemens U
in de loop van dit parlementaire jaar een ont
werp van wet inzake het minimumloon aan te
bieden.
Voorts zal U een wetsontwerp bereiken ter
bestrijding van de luchtverontreiniging.
Ook op andere terreinen ziet de Regering erop
toe, dat de rechtsontwikkeling niet ten achter
blijft bij de snelle maatschappelijke veranderin
gen. Zo zijn voorstellen van wet te verwachten
op het gebied van het ondernemingsrecht, en
wel betreffende de jaarrekening en de herzie
ning van het enquêterecht bij de onderneming.
Ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer
zal een wet aanhangig worden gemaakt om het
afluisteren tegen te gaan.
Een voorontwerp van wet tot uitbreiding van
de verantwoordingsplicht jegens de gemeente
raad zowel van de burgemeester als van het
College van Burgemeester en Wethouders is ge
reed.
De instelling van de Staatscommissie van Ad
vies inzake de Grondwet en de Kieswet wettigt
de verwachting, dat de bezinning op deze
staatswetten belangrijke vorderingen zal maken.
"MAARMATE de maatschappij zich sneller
wijzigt en wijzigingen dieper ingrijpen in
het leven van de enkeling, worden aan onder
wijs, wetenschapsbeoefening, culturele en maat
schappelijke ontwikkeling andere en zwaardere
eisen gesteld.
De regering wil de mogelijkheden blijven bie
den om de problemen die hieruit voortvloeien,
tot een oplossing te brengen. Zij acht hierbij de
invoering van de Wet op het Voortgezet Onder
wijs en van de Wet op het Leerlingenwezen van
veel belang; bijzondere aandacht zal zij schen
ken aan her- en bijscholing. Zo mogelijk nog in
de loop van dit zittingsjaar zal zij U een nota
aanbieden betreffende de herstructurering van
het wetenschappelijk onderwijs en de verkorting
van de studieduur.
(~)NS land kent vele waardevolle culturele en
maatschappelijke voorzieningen, die echter
nog niet in voldoende mate gebruikt worden.
De Regering zal nagaan of de oorzaken hiervan
liggen in onbekendheid of ongewoonte dan wel
in gebrek aan middelen bij hen die zich tot nu
toe afzijdig hielden.
Het beleid dat de Regering voert ter verbete
ring van de culturele en maatschappelijke le
vensomstandigheden van de gehele bevolking,
heeft naar haar mening slechts kans van slagen,
als ook algemeen de bereidheid leeft om mede
verantwoordelijkheid te dragen voor de opzet en
de uitvoering van de nodige voorzieningen. Dit
geldt in het bijzonder ook voor de jonge genera
tie. De Regering stelt zich voor deze zoveel
mogelijk te betrekken bij de vormgeving van
het beleid inzake onderwijs, vorming, ontwikke
ling en ontspanning. Zij is bereid deze activitei
ten naar vermogen te steunen.
'PER
■L hn
J^EDEN
der Staten-Generaal,
De Regering zal in de toekomst haar beleid
steeds meer baseren op meerjarenplannen. Zij
hoopt daardoor bij te dragen tot een evenwichti
ge groei en veelzijdige ontwikkeling van onze
samenleving. Zij verwacht, dat de drang naar
vernieuwing die in de laatste jaren alom valt
waar te nemen en die gepaard gaat met een
groeiende behoefte bij ons volk om mee te
denken over de toekomst van ons land, aan
deze ontwikkeling ten goede zal komen.
Onder deze omstandigheden is een nuuw
overleg tussen overheidsinstanties en vertegen
woordigende lichamen meer dan ooit noodzake
lijk. Veel kan tot heil van het Koninkrijk en
ons volk tot stand worden gebracht bij een
vruchtbare samenwerking tussen Regering en
Staten-Generaal.
Met de bede, dat Gods zegen op onze ge
zamenlijke arbeid moge rusten, verklaar ik de
nieuwe zitting van de Staten-Generaal geopend.
19 september 1967