WAT IS EIGENLIJK
ONDER INVLOED'?
ONDABS
BLAD
ÉS®
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1967
riaal over alcoholgebruik in het
verkeer nog maar zeer beperkt.
In de statistieken is de factor al
cohol tot nu toe zo goed als niet
opgenomen. Daardoor beschikt
men niet over gegevens, die op
een bepaalde ontwikkeling wij
zen. Maar daarin zal dat is
ook besloten op de Europese mi
nistersconferentie es spoedig ver
andering komen: men wil naar
een veel meer uniforme en voor
al, gedifferentieerde registratie.
Geen houvast
In eerste instantie echter zal
men moeten komen tot een norm.
Om politie en justitie een grijp
baar houvast te geven. Om te
voorkomen, dat met verschil
lende maten wordt gemeten: nog
steeds worden bepaalde misdrij
ven in het ene arrondissement
zwaarder gestraft dan in het an
dere, alleen omdat de rechter
zelf, het „onder invloed" moet in
terpreteren.
Voor de politie betekent het
ontbreken van een wettelijke
norm een hoop extra werk. Zo
lang nog niet wettelijk is gesteld,
dat de automobilist met een be
paald alcohol-gehalte in zijn
bloed zonder meer strafbaar is
(ook al maakt hij geen brokken),
moet men met allerlei tijdroven
de experimenten eerst maar be
wijzen, dat hij niet in staat is te
Men moet een evenwichtstest
afnemen, een ogentest (nystag
mus) en nog enkele proeven, die
aantonen in hoeverre de automo
bilist zichzelf nog de baas is en
in hoeverre hij zijn auto onder
controle kan houden.
UOOK
Dick
Ringlever
Een bloedproef zou een zeker
en snel middel kunnen zijn. Maar
die kan alleen worden afgenomen
als de betrokken automobilist er
mee akkoord gaat: verplicht is
hij niets.
Discussies
Vooralsnog is men op het mi
nisterie niet erg enthousiast over
het verplichtstellen van ademtest
QE succes-slagzin „glaasje op laat je rijden!" krijgt tast
baarder concurrentie van een buisje. In de strijd tegen alco
hol in het verkeer zijn chemicaliën op de markt gekomen, die
de automobilist helpen vast te stellen of hij te veel heeft ge
dronken om in zijn wagen te stappen.
De werkwijze is eenvoudig: hij blaast in het buisje en wacht
tot de kristallen verkleuren. Worden ze van geel groen tot over
de rode streep, daq is de grens van 0.8 pro mille overschreden
en moet hij een taxi nemen. Althans: dan kan hij, want in
tegenstelling tot andere landen wordt in onze verkeerswet-
geving nergens aangegeven bij wélke grens het licht op rood springt.
Voor de politie en justitie is er vrijwel nog geen enkel houvast: wanneer moet een automobilist het verder rijden wor
den ontzegd en
rijden is alleen mogelijk zonder
één druppel alcohol.
De automobilist zélf zal daar
niet altijd van overtuigd zijn om
dat hij niet merkt, dat zijn ver
mogen tot waarnemen en reage
ren vermindert. Onbewust han
delt hij uit zelfoverschatting. Hij
denkt, dat hij in staat is normaal
te rijden, maar in werkelijkheid
is dat niet zo. Proeven hebben
dat aangetoond. Zelfs bij de
meest ervaren rijders.
IN de meeste Europese landen zijn deze vra
gen geen problemen meer. België was
een van de laatste landen waar men (vorige
week) duidelijke limieten stelde. De automo
bilist, die na een verplichte ademtest meer
dan 0,8 gram alcohol per liter bloed laat no
teren, krijgt nog ter plaatse een rijverbod van
twaalf uur opgelegd.
Met tussenpozen van twee uur kan hij een
herhaling van de proef vragen, maar dan
moet hij zelf de kosten betalen. Is het gehal
te hoger dan 1,5 pro mille dan loopt hij re
gelrecht in de armen van de rechter.
In de meeste andere landen past men soort
gelijke systemen toe, al variëren soms de li
mieten. Zweden bijvoorbeeld houdt vast aan
0,5 pro mille, Duitsland weer aan 1,5, Tsjecho-'
Slowakije en Rusland radicaal aan 0,0.
Maar Nederland heeft tot nu toe niets vastge
steld. „Onder invloed" is voor Nederlandse politie
en justitie nog steeds een ongrijpbaar begrip. Om
dat de wet geen grens aanwijst.
Resolutie
Twee maanden geleden hebben in Hamburg de
ministers van verkeer van achttien bij het Comité
Européenne des Ministres de Transport aangesloten
landen onder meer over dit facet van het verkeer
gesproken. Daarbij bleek, dat Nederland vrijwel
het enige land in Europa was, dat tot dan toe een
zeer vrij standpunt innam.
Of dit straks zal veranderen is voorlopig nog
een vraag. Ingewijden menen, dat Nederland wel
zal móeten meegaan. Zij wijzen op het aangenomen
ontwerp-resolutie waarin voor heel Europa een uni
forme grens van 0,8 promille wordt bepleit.
In ieder geval het Verbond voor veilig verkeer
stelt er zich graag achter. „Ideëel zien wij het liefst
een grens van 0,0", zegt men op het Hilversumse
hoofdkantoor, „praktisch kan 0,8 ermee door, maar
dan moet dit ook direct worden geregeld".
Het verbond vindt het een
noodzaak, dat verkeersmisdrijven
door drank snel en zeker worden
gestraft. Nog té veel moeten de
strafmaten variëren omdat rech
ters geen criterium in handen
hebben en zelf moeten interprete
ren wat de wegenverkeerswet
(vaag) zegt. Zij spreekt alleen
over „zodanig onder invloed ver
keren, dat men niet in staat kan
worden geacht een motorvoertuig
te besturen" (artikel 26). Een
nogal ruime formulering.
Er is voor de WVW geen „ken
nelijke staat van dronkenschap"
nodig om te worden aangehou
den. Er wordt niet over gespro
ken. Het Wetboek van Strafrecht
doet het wel en definieert met:
„een belemmerde spraak, een
waggelend gaan of machteloos
ter neder liggen, een „ruikende"
adem. (art. 453).
Maar ook die termen bieden
politie en justitie weinig steun.
Want wat te doen als die „kenne
lijke staat" nog niet is bereikt,
terwijl men toch al zo ver is, dat
men niet meer veilig kan rijden?
Welke grens moet men dan in
acht nemen?
Vier glaasjes
Algemeen wordt nu voor
gesteld 0,8 pro mille. Dat bete
kent ongeveer vier glaasjes jene
ver. Ook: vier (grote, van 250 cc)
glazen bier. Dat bier minder in
vloed zou hebben dan jenever is
een wijd verbreid misverstand.
De totale hoeveelheid alcohol, die
men uit een glas bier opneemt, is
even groot, als die uit een klein
glas jenever. Het enige verschil
is, dat de bierdrinker het meestal
minder merkt omdat bier minder
snel in het bloed wordt opgeno-
Wie die hoeveelheid heeft ge
nuttigd, gaat in onze buurlanden
over de schreef en moet na de
ademtest zijn auto laten staan.
Net zolang tot zijn alcohol-gehal
te tot onder de rode streep is
gedaald.
Hoe snel dat gaat, is ook uitge
rekend: in een kleine anderhalf
uur wordt één glas jenever volle
dig verbrand. Dat betekent dus,
dat iemand, die net over de
0.8-grens heen is, anderhalf uur
moet wachten voordat hij weer
verder kan rijden.
Althans, dat staat de wet hem
(in het buitenland) toe. Of hij
werkelijk in staat zal zijn veilig
verder te rijden, is een vraag, die
van vele andere factoren afhangt.
Er zijn automobilisten, die bij
een promillage van 0.8 nog be
hoorlijk kunnen rijden. Routine
speelt dan een belangrijke rol:
men rijdt op zijn automatismen.
Zelfs bij een aanzienlijk hoger
gehalte komt men er vaak nog
zonder brokken van af.
Maar er zijn er ook, die bij een
gehalte, dat lager ligt dan 0.8, al
niet meer in staat blijken het
stuur in handen te nemen. Onder
zoekingen hebben aangetoond,
dat een promillage van 0.2 al sto
ringen kan opleveren en aanlei
ding kan zijn voor een a-sociaal
gedrag op de weg.
En wat het richtgehalte van 0.8
pro mille betreft: volgens een
Amerikaans onderzoek vermin
dert dat het waarnemingsvermo
gen tot twee derde, verhoogt het
de reactietijd met 17 procent en
verlaagt het de rijvaardigheid
met 10 procent.
Overschatting
Diezelfde proeven lieten zien,
dat de enige remedie tegen alco
hol-invloed wachten is. Net zo
lang tot de alcohol is verbrand.
Stimulerende middelen, zoals
zwarte koffie, blijken geen enke
le gunstige invloed te hebben op
de wezenlijke aantasting van het
zenuwstelsel door de alcohol
Dat men zich fitter voelt, is
suggestie. Er is, zeggen deskundi
gen, slechts één middel, dat de
werking van alcohol com
penseert, maar dat bevat zoveel
vergif, dat het onbruikbaar kan
worden genoemd.
Registratie
Strijd tegen alcohol in het ver
keer. Een bittere noodzaak, zegt
het Verbond voor veilig verkeer.
Slagzinnen alleen al slaan ze
nog zo in zijn niet voldoende.
De statistieken bewijzen dat het
aantal ongelukken waarbij alco
hol-gebruik een rol speelt, eer
der stijgt dan dat het daalt.
Bij ruim de helft van het aan
tal veroordelingen wegens ver
keersmisdrijven komt alcohol in
de processen-verbaal voor, al is
het niet altijd de oorzaak van het
ongeluk. En het Centraal bureau
voor de statistiek noteerde in
1965 8770 ongelukken waarbij
drankgebruik werd geconsta
teerd.
Daarvan waren er 284 met do
delijke afloop (12.4 procent van
het totaal aantal verkeersdoden),
terwijl 3116 personen werden ge
wond (5,9 procent van het totaal).
Overigens is het getallen-mate-
en bloedproef en het vaststellen
van een limiet. Staatssecretaris
M. J. Keijzer merkte na afloop
van de ministersconferentie op:
„De zaak ligt in Nederland moei
lijker dan elders. Men voelt er
niet veel voor de bloedproef te
verplichten. Bovendien vormt de
uitslag van zo'n proef in ons land
nog geen onomstotelijk juridisch
bewijs. Als bezwaar tegen een
vast promillage wordt aange
voerd, dat de een beter tegen al
cohol kan dan de ander".
Of de zaak inderdaad zo moei
lijk ligt, lijkt echter twijfelach
tig. Dat de behoefte aan een wet
telijke norm ook in ons land
groeiende is blijkt o.m. uit de
discussies, die gaande zijn in het
Politieblad en het Nederlands Ju
ristenblad, uit de opmerkingen
van officieren van justitie en uit
de recente uitslag van een NI-
PO-enquête: 87 procent van de
471 ondervraagde mannen en
vrouwen bleek voor een verplich
te bloedproef.
In het Nederlands Juristenblad
toonde prof. dr. W. Froentjes zich
groot voorstander van het stellen
van een limiet, waarboven rijden
strafbaar wordt gesteld, al voeg
de hij eraan toe „dat de enige
wetenschappelijke grens 0.0 pro
mille zou zijn".
„Dat komt neer", aldus prof.
dr. D. Wiersma in hetzelfde blad,
„op een verbod van deelneming
aan het verkeer na elk alconolge-
Over het algemeen vindt men
zo'n maatregel te rigoureus. Wel
iswaar kan bij 0.5 p.m. de rij
vaardigheid verminderd zijn,
maar in een aantal gevallen nog
niet gevaarlijk.
Verschillen
Een bezwaar van geheel andere
aard vindt prof. Wiersma, dat
verschillende personen na het ge
bruik van dezelfde hoeveelheid
alcohol een verschillend alco
hol-gehalte in het bloed krijgen.
Zelfs dezelfde persoon kan op
verschillende tijdstippen na het
gebruik van dezelfde hoeveelheid
een verschillend gehalte laten no
teren. Afgaande op het aantal
glaasjes, kan men dus nooit zeker
weten of men nog boven of onder
de rode streep is.
Nog een moeilijkheid noemt hij
de bezwaren van de Koninklijke
Nederlandse maatschappij tot be
vordering van de geneeskunst. Al
eerder heeft deze gezegd, dat het
niet de taak van een arts is een
ingreep te verrichten, die niet in
het belang is van de gezondheid
van de mens. Bovendien acht zij
zo'n proef niet altijd ongevaar
lijk.
Prof. Froentjes meent dit pro
bleem te kunnen omzeilen door
ambtelijke artsen aan te wijzen.
Ook voor het Verbond voor veilig
verkeer weegt het niet zo zwaar
Het meent te weten, dat al veel
artsen het standpunt van de
maatschappij neigen te verlaten.
Buisje
Is men er op „hoger niveau"
dus nog niet helemaal uit, voor
de automobilist is er nu een hulp
middel, waarmee hij de politie en
justitie in principe werk uit han
den kan nemen. Dat is het buisje,
dat aangeeft of het verstandig is
verder te rijden (voor het gevM
hij dat zelf al niet voelt).
De Rotterdamse NV Ro-De
heeft er al honderden van
geïmporteerd en wil ze nu op gro
te schaal verspreiden onder dro
gisten (vijf buisjes voor ƒ6,85).
Tot nu toe echter is daar weinig
van gekomen omdat de detailhan
del de winstmarge te klein vindt.
De importeur blijft evenwel op
timistisch. Zij voert nu actie bij
oliemaatschappijen en drankza
ken in de hoop daar afnemers te
vinden.
Door ten minste 15 minuten na
het laatste glaasje gedurende 15
seconden lucht door het buisje te
blazen, krijgt men een duidelijke
indicatie van het alcoholgehalte.
Verkleuren de gele kristallen tot
boven de rode streep tot groen,
dan zit men boven de 0.8 pro
mille. En dat betekent een duide
lijke waarschuwing.
Een nuttig en betrouwbaar
hulpmiddel, zegt het Verbond
voor veilig verkeer ervan. Maar
in grootscheepse verspreiding
ziet het ook een nadeel. „Een ge
vaar is, dat de automobilist, die
bijvoorbeeld 0.5 promille meet,
rustig achter het stuur gaat zit
ten, terwijl hij eigenlijk niet in
staat is te rijden. Men gaat het
gauw als een garantie beschou
wen, terwijl het dit bepaald niét
Meer ziet het verbond in het
gebruik ervan door de politie. Al
le Franse politiepatrouilles bij
voorbeeld zijn met deze buisjes
uitgerust, terwijl ook de korpsen
in verscheidene andere landen ze
op zak hebben.
Maar zover is men in Ne
derland nog niet. Een norm
is nog toekomst. De Neder
landse politie moet het nog
doen met het vriendelijk en
oubollig „glaasje op... laat
je rijden!"
En de rechter moet het
verder zelf maar uitzoeken.