sprongen in paniek Mensen de dood tegemoet Kamer teleurgesteld over het rapport-Enschede opl Van Hall weinig had voor politie belangstelling Mellema: Beernink neemt niemand in het ootje Brussel: schokkende taferelen Brand in 1\ïiuU vVZi liEiDSE COURANT DINSDAG 23 MEI 1967 (Van onze parlementsredactie) DEN HAAG De hele Tweede Kamer bleek gisteren van oordeel, dat mr. Van Hall niet langer als burgemeester van de hoofdstad kon worden gehandhaafd. Maar over de wijze én het tijdstip van het ontslag liepen de meningen in de Kamer uiteen. Zo vond de PvdA de door de regering gevolgde procedure „bijzonder ongelukkig". Een groot deel van de Kamer achtte het onjuist dat het ont slag pas per 1 juli a.s. ingaat. Vrij algemeen was de teleurstelling over de wijze waarop de commissie-Enschéde haar taak heeft menen te moeten opvatten. Door uit het verzamelde materiaal geen conclusies te trekken en elke interpretatie van de feiten achterwege te laten, heeft de commissie zich een ongewenste zelfbeperking op gelegd, zo meende men. Hoezeer de Kamer er ook van over tuigd was dat het bewind-Van Hall beëindigd diende te worden, verschil lende sprekers wilden niet nalaten de (Van een onzer verslaggevers) BRUSSEL In Brussels drukste winkelstraat, de Nieuwstraat, leek gister, middag alles zijn gewone gang te gaan, toen plotse, ling mensen uit het mach tige warenhuis A l'Innova. tion in paniek naar buiten stormden. „Brand! Brand! L'Innovation staat brand!" Toen de brand in een van de Brusselse warenhuizen werd ont dekt, speelden kinderen van personeelsleden in het dagver blijf. Met de grootste spoed wer den zij naar buiten gebracht. [n een oogwenk was de chaos compleet en zagen duizenden wandelaars dikke rookwolken uit het gebouw komen. Com- plete ramen sprongen uit de sponningen en vielen kletterend op straat in duizenden stukjes. n het warenhuis zelf was de verwar ring nog onnoemelijk groter. Toen eenmaal de kreet „brand!" door het gebouw had geklonken, ontstond er een enorme verwarring. Honderden mensen renden in paniek door elkaar heen, schreeuwden elkaar toe, lie pen elkaar onder de voet, allen op weg naar één der uitgangen, die hen moesten bevrijden uit de hel van vuur, rook en hitte. Duisternis Cort na het uitbreken van de brand viel de stroom uit. De liften en de roltrappen bleven stilstaan, de ver lichting floepte uit, de rook veran derde het warenhuis in een hel van duisternis en hitte. ,Het was vreselijk", vertelde een ver koopster nadat zij uit het gebouw ontsnapt was. „Er speelden zich hartverscheurende tonélen af. Ik zag honderden mensen, schreeuwend en duwend vechten om zichzelf te red den. Op de trappen verdrongen de mensen zich, liepen elkaar onder de voet, sprongen over de toonbanken of rolden met tientallen tegelijk van de stilstaande roltrappen naar be neden." üensen sprongen door de ramen naar buiten, misschien niet eens precies Wetend op welke verdieping zij zich bevonden. Drie jonge hulpkoks sprongen in paniek door een raam op de derde verdieping en vielen te pletter tussen de mensenmenigte op straat. Ook vanuit de vierde verdieping waag den enkele de sprong naar beneden; het werd een dodensprong. Een auto, die in een zijstraat geparkeerd stond, werd getroffen door drie personen. Eén viel op het dak, een tweede op de kap en een derde door de achter ruit. Eén van de ooggetuigen vertelde: „Ik zat te eten in het restaurant, toen het brandalarm ging. Ik kwam naar buiten door de nooduitgang. Ik brijzelde met mijn elleboog een raam om vlugger buiten te zijn. Ik zi dat vrouwen met hun kinderen zi< van de vierde etage wierpen." Iemand anders: „Ik had een afspraak met mijn vrouw in de herenmod» afdeling. Er hing daar een dikt rook. Ik dacht dat ik ook vlamme zag. Ik rende langs alle uitgangen, maar zij was er niet. God zij dank bleek ze later de trein te hebben ge mist." De schoonzoon van een der directeu ren van het warenhuis: „Hij is niet thuisgekomen. Hij zal nooit meer thuiskomen." Een vrouw: „Het was alsof er een bombardement is geweest." Touwladder Een aantal verkoopsters heeft gepro beerd aan de vlammen te ontkomen door zelf een „touwladder" te ken. De eersten van hen kwamen goed naar beneden, later brak het touw en vielen verscheidene men sen op straat. Anderen werden op gevangen door dekens, die door de mensen beneden werden opgehou den. De kleren van sommigen brand- Terwijl honderden mensen in het wa renhuis vochten om zich een uitweg uit de hel van vlammen te banen, belemmerd door een verstikkende rook, hadden brandweer en politie De bewoners van de panden, gelegen naast de brandende warenhuizen te Brussel moesten terwïlle van hun veiligheid worden geëvacueerd. Er was geen tijd om ook maar iets van de persoonlijke bezittingen mee te nemen. Maar de brandweer lieden konden het toch niet over het hart verkrijgen deze oude dame te weigeren haar vogel bij zich te houden. de grootste moeite om in de drukke, nauwe straten de reddingsladders op te stellen en de vuurhaard te be reiken. Zij werden niet alleen gehinderd door de mensenmenigte rondom het ge bouw, maar ook door talloze ge parkeerde auto's. Van vele voertui gen werden de ruiten ingeslagen oir ze te kunnen verplaatsen. Reddingen Verscheidene mensen hebben hun le ven te danken aan moedig optreden van brandweerlieden, politiemensen en voorbijgangers, die, soms met ge vaar voor eigen leven, langs de ge vels van het pand naar boven klom men, ramen insloegen en mensen naar buiten .trokken. Ook bij de reddingsacties speelden zich hartverscheurende tonelen af. Zo waren er moeders, die buiten het gebouw hun kind (eren) misten en gillend naar binnen gingen in de veronderstelling, dat zij zich nog in het warenhuies bevonden. Enkelen van hen zijn niet terugge keerd. Een van de vele redders, die zich spontaan inzetten bezoekers ui warenhuizen brengen, tracht zijn verbrande handen wat verkoeling te ge ven door ze in een plas blus water te houden. ontslagen burgemeester te prijzen zijn vele verdiensten op niet-politieel terrein. „Ik verwacht dat het histo risch oordeel over het burge meesterschap van de heer Van Hall positief zal uitvallen", zei de KVP-er Aarden. Hij constateerde echter te vens, dat het vertrouwen in mr. Van Hall als hoofd van de politie „in hoge mate was aangetast." De nieuwe burgemeester zal volgens de heer Aarden het volle vertrouwen de Amsterdamse burgerij moeten hebben. „De regering zal hieromtrent de gevoelens van Amsterdam moeten aftasten." In het algemeen dient te worden gestreefd naar aanvaardbare vormen van inspraak bij de benoe ming van burgemeesters. Ongelukkig PvdA-fractieleider drs. Den Uyl zei, dat de regering bij het ontslag een procedure heeft gekozen, die op z'n zachtst gezegd bijzonder ongeluk kig heeft gewerkt. Er is geen werke lijk overleg gepleegd, alleen een schijnoverleg met de Amsterdamse wethouders, wat beter achterwege had kunnen blijven. De PvdA-fractie-leider verweet de regering dat zij het misverstand in de hand werkt, dat alleen al door het ontslag van mr. Van Hall een nieuw beleid mogelijk is. Een andere socialist, drs. Franssen, noemde het interimrapport van de com- ie-Enschede „toch maar wat po- 1 De commissie heeft belangrijke kroongetuigen helemaal niet gehoord, zoals de wethouder De Wit, die op de avond van de 13e juni een gewichtige rol heeft gespeeld. Voor een gekozen burgemeester, zo- s door D '66 bepleit, voelde de heer Franssen niets, wel voor duidelijke inspraak van de vertegenwoordiging der burgerij op de benoeming van de opvolger van mr, Vap. Hall. Stenografenwerk De commissie-Enschede heeft haar taak te beperkt en dus onjuist opge vat. Wat voor zin heeft het een com missie in te stellen en haar dan gro tendeels het werk van stenografen te laten doen?" zo vroeg de VVD-er mr. Geertsema zich af. „Als het zo moet hoeft het voor mij niet meer." Het aanblijven van mr. Van Hall vormde alleen al een provocatie tot ordeverstoringen. Mede daarom vond Geertsema de regeringstoeslissing het ontslag pas op 1 juli te laten ingaan, onjuist We gaan immers, vol gens veler verwachtingen, rumoerige weken in Amsterdam tegemoet. Mr. Geertsema vond dat primair een lid van de PvdA voor de opvolging van mr. Van Hall in aanmerking komt. Pas als die niet te vinden is, moet naar iemand van een andere poli tieke kleur worden uitgekeken. Beïnvloeding De AR-woordvoerder Schakel ver zette zich scherp tegen de opmerking van mej. Goudsmit (D'66) en de heer Wiebenga (PSP), dat de ellende in Amsterdam is begonnen met de „vol strekt onjuiste" beslissing van het ka- binet-Cals om het huwelijk van prin ses Beatrix in Amsterdam te doen plaatsvinden. De oorzaak ligt meer in het optreden van bepaalde geestelijke leidslieden, van wier beïnvloeding de suggestie uitgaat, dat de gevestigde moraal aan AOW toe zou zijn. Men be hoeft er een bepaald soort weekblad pers maar op na te lezen. De heer Schakel had begrip voor de monstraties van „medelevende en me delijdende jongere en oudere mensen" maar niet voor lopende band-de monstraties over altijd weer hetzelfde onderwerp. Dit soort betogingen wor den vaak bewust gebruikt om weer wat onrust' te ontketenen en het gezag te provoceren. Dat gezag komt naar a.r. opvatting van God en het is „ons ten goede". Het behoort met name de zwakken ten goede te komen. En nu is het opmerkelijke, dat (zie het rapport Enschedé) de zwakken in Amsterdam de klappen krijgen als direkt of indi- rekt gevolg van het optreden der relschoppers. Geen verwijt „Het zal in Amsterdam niet meer mogen voorkomen, dat allerlei op zich zelf te billijken demonstraties, protest- bijeenkomsten en soortgelijke gebeurte nissen door onverantwoordelijke en on geregelde elementen worden aangegre pen om een flinke rel te schoppen, die bij een tanend gezag kan uitlopen op een nagenoeg compleet oproer", zo zei de ch-fractieleider Mellema. „Juist om het recht op demonstratie goed te dben functioneren is handhaving van openbare orde een onmiskenbare voor waarde. En in het vervullen van die voorwaarde zijn de verantwoordelijke gezagsdragers in Amsterdam te kort geschoten". Met verschillende andere sprekers was de heer Mellema van mening, dat het kabinet-Cals zich vorig jaar niet had moeten beperken tot het ontslag van alleen hoofdcommissaris Van der Molen. Ook mr. Van Hall had toen al moeten heengaan. Het verwijt aan minister Beernink dat hij ten opzichte van de Amster damse wethouders geen klare wijn zou hebben geschonken, deed de heer Mel lema vreemd aan. „Wie de minister persoonlijk kent, zal ervan overtuigd zijn, dat hij beslist niet de man is iemand willens en wetens in het ootje neemt'f De wethouders hebben een verkeerde indruk van het gesprek mee genomen, maar dat is hun zaak. Moties Mej. mr. Goudsmit (D'G6), die haar maidenspeech hield, stelde twee moties in het vooruitzicht In de ene motie' wil D'66 de Kamer laten uitspreken, dat de nieuwe burgemeester van Amsterdam zich voor zijn installatie bereid moet verklaren verantwoording over o.m. het politiebeleid af te leggen en voorts met de burgers op voet van gelijkheid te praten. In de andere mo tie wil D'66 de regering vragen de com- missie-Enschedé erop te wijzen, dat haar taak ook interpreterend en con- Massale vrijlating in Griekenland 1 ATHENE Van de ruim 5.000 Griekse politieke gevangenen die zich nog op het eiland Jaros bevinden, zul len er in de komende 10 dagen 3.500 tot 4.000 worden vrijgelaten. Dit is gisteren door de Griekse minister van binnenlandse zaken, Patakos, meege deeld. Drie veiligheidscomité's gaan het ver leden van de gevangenen na en zij die voor vrijlating in aanmerking komen moeten een verklaring ondertekenen dat zij zich van politieke activiteiten zullen onthouden, aldus Patakos. De overige gevangenen zullen later een comité onder voorzitterschap van een magistraat moeten passeren. cluderend en niet alleen maar registre rend dient te worden opgevat. De heer Wiebenga (PSP) noemde de regeringsbeslissing om het huwelijk van prinses Beatrix in Amsterdam te doen sluiten „de grootste provocatie van 1966". De heer Wiebenga waarschuwde het kabinet, dat het niet moet proberen een soort „su per-Van Hall" in Amsterdam te benoe men, b.v. de huidige Gorkumse burge meester Ridder van Rappard, want dan zal het gebeurde van 1966 nog slechts een voorproefje blijken te zijn van wat staat te geschieden.... Evenals de heer Schakel ergerde de heer Verlaan (BP) zich aan de opmer king, dat de 10e maart 1966 dè oorzaak van de Amsterdamse onlusten zou zijn geweest. Jaar te laat De GPV-er Jongeling vond ook, dat de heren Van Hall en Van der Molen vorig jaar tegelijk uit hun ambt hadden moeten worden ontzet. Het ontslag van mr. Van Hall komt een jaar te laat De heer Jongeling vond het onjuist ervan uit te gaan, dat de nieuwe burgemeester een soci alist zal moeten zijn. „Het zal een kerel moeten zijn, die de problemen aan kan." Ds. Abma (a.g.) vond dat de commis- sie-Enschedé regering en Kamer zo niet met een kluitje (gezien de omvang van het rappert, dan toch mot een vette kluif) in het riet heeft gestuurd. De SGP-spreker achtte het vertrek van de heer Van Hall juist, maar waarschuwde eveneens dat met deze beslissing de normale toestand in de hoofdstad nog niet zal zijn hersteld. De CPN-er Van 't Schip fulmineerde tegen het onvrijwillig ontslag en tegen de Haagse bemoeizucht met Amster damse zaken. Nabetalingen aan melkveehouders DEN HAAG Over het melkjaar april 1966 - april 1967 ontvangen de melkveehouders nog een nabetaling van 33 cent per honderd kg- melk plu» 9 cent per procent vet per honderd kg melk. Hiervan komt 11 cent per hon derd kg melk plus 4 cent per procent vet uit het Landbouwegalisatiefond» (industriemelktoeslag) en 22 cent per honderd kg melk plus 5 cent per pro cent vet uit het Zuivelfonds. Het grootste deel van de uitkeringen uit beide fondsen hebben zij in de loop van het melkjaar al bij wijze van voorschot ontvangen. De totale uitke ringen voorschot plus nabetaling bedragen: uit het Landbouwegalisa- tiefonds 96 cent per honderd kg melk en 28 cent per procent vet per hon derd kg melk, uit het Zuivelfonds ƒ1,32 per honderd kg melk en 31 cent per procent vet per honderd kg melk. Minister Beernink ontkent met klem dat „Van Hall weg moest, hoe dan ook" (Vervolg van pagina 1) Bij alle verschil van mening over de wijze én het tijdstip van het ontslag bleek de hele Tweede Kamer van oordeel, dat burge meester van Hall niet langer in zijn functie kon worden gehand haafd. Spoed was hier geboden, vonden de regeringspartijen, maar met de oppositie begrepen zij he lemaal niet waarom het kabinet het ontslag van mr. Van Hall pas op 1 juli wil laten ingaan. Nee, vond minister-president De Jong. Men dient scherp verschil te maken tussen het tijdstip van afkon diging en de datum van ingang van het ontslag. Het eerste is het belang rijkst. De afkondiging van hel ontslag heeft de spanning opgehe ven, de agitatie stopgezet en gegeven dat feit kwam het er niet meer zo op aan wanneer het ontslag zou in- De datum van 1 juli leek een goed gemiddelde; 1 juni was te dichtbij, want dan had mr. Van Hall binnen twee weken moeten vertrekken en dat toch wel te kort voor iemand die de hoofdstad zo lang heeft gediend. Ondergraven De minister-president constateerde, dat de positie van mr. Van Hall langza merhand was ondergraven. Waarom de kabinetten-Cals en -Zijlstra dan niet al de ontslagknoop hebben doorge hakt? Wel, gewacht diende te worden op het eerste interimrapport van de commissie-Enschede. Vanaf de installatie van de commis sie hing de positie van mr. Van Hall geheel af van de bevindingen van prof. Enschede c.s. Hij had wellicht kunnen aanblijven als in het eerste interimrapport glashelder zou zijn aan getoond dat hij zijn functie in de be trokken periode goed had vervuld. Demonstraties In zijn antwoord aan de Kamer deel de minister Beernink mee, dat een in terdepartementale werkgroep is in gesteld om na te gaan of één wette lijke regeling van het vraagstuk var de demonstratievrijheid te zijner tijd in de plaats dient te komen van d( bestaande plaatselijke politieverorde ningen op dit stuk. Hij beloofde verder binnenkort de hele financiële problematiek van Amsterdam en de twee andere grootste gemeenten met zijn ambtge noot van financiën te zullen doorspre ken. Dit zei hij naar aanleiding van d< klacht, dat Amsterdam niet over mid delen beschikt om de sociaal-cultu rele voorzieningen te treffen die nodig zijn om de jeugd een passende recrea tie te geven. De minister deelde verder mee, dat het tweede interimrapport van de com missie Enschedé de Kamer waarschijn lijk niet meer voor 1 juni zal bereiken. De commissie zal vermoedelijk in juli haar eindrapport uitbrengen. Dit zal gan over de achtergronden van de or deverstoringen in Amsterdam. 5 mei Mr. Beernink wees er op. dat hij zich bereid had verklaard om op 5 mei, nog net voordat het kabinet over de positie van mr. Van Hall zou beslis sen, een gesprek met de Amsterdamse wethouders te hebben. Maar loco-bur gemeester Koets deelde hem mee, dat de Amsterdamse gemeentediensten op 5 mei niet werken en dat de wethou ders dus niet konden komen. Toen is de bespreking naar 9 mei verschoven, dus na de standpuntbepa ling van het kabinet. PvdA-fractielei- der drs. Den Uyl nam het mr. Beer nink bij interruptie zeer kwalijk, dat hij zich door mr. Van Hall tot het gesprek met de wethouders heeft laten bewegen en zelf niet op de gedachte is gekomen om de naaste medewerkers van de burgemeester te raadplegen al vorens een definitief standpunt i„ nemen met betrekking tot de positie van. mr. Van Hall. R 1629 Onjuist De minister bleef bij zijn mening, dat het onjuist zou zijn geweest als op 9 mei de wethouders eerder van het regeringsstandpunt (dat mr. Van Hall weg moest, liefst vrijwillig, zo niet, dan onvrijwillig) in kennis zouden zijn gesteld dan mr. Van Hall zelf. „Ik leef de toen immers nog in de hoop dat het niet tot een onvrijwillig ontslag hoefde te komen". Bovendien: tijdens het gesprek met de wethouders was de situatie Amsterdam aan de orde, niet het ontslag van mr. Van Hall. Met klem ontkende mr. Beernink dat het kabinet Van Hall „weg wilde hebben, hoe dan ook". Maar PvdA-fractieleider zag geen enkel verschil tussen „Van Hall weg, hoe dan ook" en het beruchte vijf-uren-ultimatum. Frisse aanpak Van de opvolger, aldus mr. Beer nink, wordt een frisse aanpak van het politiebeleid verwacht, onafhankelijk van directieven vanuit Den Haag, want „elke bevoogding is mij vreemd' Een daadwerkelijke belangstelling de politie moet de nieuwo burge meester kenmerken. BJj mr. Van Hall ontbrak die belangstelling en dat heeft zich gewroken. De minister verklaarde zich bereid I van harte mee te werken aan een ver betering van de verhouding tussen Amsterdam en „Den Haag". „Ik stel uitdrukkelijk prijs op een vertrou wensband tussen de bestuurders van de hoofdstad en mij. Niet eens Minister Polak (justitie) was het niet eens met de kritiek van de Ka mer, dat de commissie-Enschedé haar taak veel te beperkt zou heb ben opgevat (waarom alleen materi aal verzameld en geen conclusies ge trokken?). Bij haar installatie heeft de commissie een bepaalde interpre tatie van haar taak gegeven en daar aan heeft ze zich strikt gehouden. Ze verdient eerder lof en dank dan kritiek. Prof. Polak bevestigde dat prof. Enschedé met mr. Van Hall telefonisch contact heeft gehad om hem in te lich ten over wat hij ter kennis van de secretaris-generaal van justitie had ge bracht Prof. Enschedé heeft genoemde functionaris op 6 mei namens de com missie laten waten, dat het tweede rap port omstreeks 15 mei op de tafel 1 belang van de regering, Amsterdam en mr. Van Hall zou zijn te wachten met definitieve besluiten tot dit tweede rap port beschikbaar zou zijn. Op zijn telefoongesprek met prof. Enschedé heeft mr. Van HaU zich be roepen toen hij op 9 mei weigerde on middellijk ontslag te nemen. Minister Polak onderstreepte, dat het contact van prof. Enschedé met genoemde se cretaris-generaal geen advies aan de regering was, maar alleen een „telefo nische waarschuwing". In het reine Mr. Van HaU erkent nu, dat van een advies namens de commissie geen spra- inlichting. ke was, alleen van e De Kamer besloot het eerste interim- rapport-Enschedé en de bijbehorend beleidsnota van de regering nog niet voor kennisgeving aan te nemen, doch daarmee te wachten tot na de behan deling van alle rapporten van de com missie. LEOPOLDSBURG De 21-jarige Eli sabeth Seykens uit Eindhoven is zater dag bij een auto-ongeluk bij Leopolds- burg in België yerongelukt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 9