DOKTER IN DE BIESBOSCH OHDMjS BUD dankzij die rakkers ZATERDAG 20 MEI 1967 werd ik wakker van een ondraaglijke pijn. In gewone omstandigheden vraag je je dan al af: nu de dokter bellen, of nog maar even wachten? Maar als je weet dat je arts er zo'n omslachtige reis voor moet maken, wordt die vraag nog moeilijker! Enfin, we hebben het eerst nog een halfuurtje aangezien, maai de pijn werd niet minder, wel heviger. Mijn man belde op. De dokter zou komen. In zo'n geval moet de patiënt dan de veerman waarschuwen. Wij dus aan 't bellen. Maar de goeie man was niet wakker te krijgen. Nog eens geprobeerd en nog eens. Maar nee hoor. Toen heeft m'n man de telefoondienst op de hoogte gebracht. Van daar uit hebben ze toen het toestel van de veerman achter elkaar laten rinkelen. Dat hielp. Na tien minuten hadden ze hem aan de lijn. Er ging geen extra tijd verloren, want hij was nog gelijk met onze dokter bij het veerbootje. Maar wat duurt wachten, als je van de pijn niet weet waar je het zoeken moet, lang... Mijn man ging naar boven om door het dakraam uit te kijken of het lichtje nog niet te zien was. Na een eindeloos lijkende tijd riep hij: daar komen ze. En ik ir.aar zeuren: hoe ver zijn ze nou? Tja, eindelijk moest hij1 het toen wel zeggen: het komt niet meer dichterbij. Wat was er aan de hand? Nieuwe zorgen. Toch kwam de dokter wel dichterbij. Alleen kon mijn man dat niet zien. Hij had er in zijn ongerustheid ook niet bij stilgestaan: het was volledig laag water en de dokter moest overstappen op de (onverlichte) roeiboot). Om half twee stond hij dan toch aan mijn bed. Het was een niersteenaanval. Nooit eerder gehad. Ik kreeg een injectie en tabletjes. Hij bleef,meer dan anderhalf uur. De pijn was toen gezakt, althans weer draaglijk. Gewoon tarief We hebben een goeie dokter, werkelijk. Hij rekent ons gewoon het normale tarief voor particuliere patiënten (we zijn niet in een fonds). Alleen, de boot moet je natuurlijk wel betalen. Maar voor Biesboschbewoners geldt hier ook weer een lagere overzet-prijs. De veerlui zijn geen afzetters. Ach nee, de medische zorg van veraf is niet ons grootste probleem. Je leeft immers ook in de veilige wetenschap dat je desnoods door de lucht bereikt kan worden? Nee, vroeger hadden de mensen hier méér reden om zich zorgen te maken. We zijn hier gelukkig, al hebben we zoals iedereen onze zorgen. In de eerste plaats over onze toekomst, want zoals u weet wordt de zuidelijke Biesbosch spaarbekken voor de watervoorziening van Rotterdam en een stukje Brabant. W« moeten hier dus weg en dat schept onzekerheid. Aan de andere kant vind ik het ook wel weer heerlijk om straks aan de wal te gaan wonen. Flevoland waarschijnlijk. Want als u mij nu vraagt: Wat is je grootste probleem, dan zijn. dat de kinderen. Ze zijn bijna altijd uit huis en dat staat, ook al zullen daar wel voordelen aan verbonden Zijn zoals vroeg zelfstandig worden, toch je écht gezin-zijn in de weg. Tot zover mevrouw De Schutter. In soortgelijke bewoordingen spraken andere bewoners, die we bezochten. Zo de gezinnen De Laat, broers, die respectievelijk 23 en 17 jaar hun bedrijf in de Biesbosch (de Mookepolder) uitoefenen. Leen en Sjaan (met wie we spraken) hebben samen 132 hectare. Sjaan heeft drie kinderen, een tweeling van vijftien, van wie Adri op het gym. in Breda en Eddy op de landbouwschool in Raamsdonksveer is. Dan nog Peter (13) die in Baarle Nassau op school is In hun eigen gezin hebben ze nooit doktersproblemen gekend. Des te meer in het gezin van broer Leen, waarmee ze dagelijks leven en werken. Hun babytje van tien maanden kreeg het plotseling benauwd en ze hebben met dat kind uren in bange onzekerheid doorgebracht. De dokter nam het meteen mee naar het ziekenhuis. Later deden dezelfde moeilijkheden zich weer voor. Opnieuw uren van angstige spanning. In zulke ogenblikken voel je je verschrikke lijk hulpeloos, omdat j,e niet weet wat je moet doen om het lijden van zo'n schepseltje te verlichten. Naar later bleek had het een afwijking aan de hersenen. Het kon niet meer beter worden en stierf in het ziekenhuis. Wat je je dan achteraf afvraagt is: zou het aan wal méér kans gehad hebben? Daar hebben we het nog met de dokter over gehad. Met hem zeiden we: och nee, daar was het niet andera gegaan. Dat kun je hier eigenlijk wel van alle onverwachte ziektegeval len zeggen. Is grote spoed nodig, dan staat een helikopter zo naast ons huis. Is de zaak minder acuut, dan kan een patiënt uit de Biesbosch per brancard via roeiboot, vlet en ziekenauto in het ziekenhuis komen. Desnoods bij zware mist en laag water. Vlak om de hoek Onze veerlui hebben '-et tot nu toe steeds weten te klaren. Ze zullen dat in de jaart, dat we hier nog zitten ook wel doen. Wij mogen dan moei. bereikbaar heten, als je ons geval vergelijkt met eenzaam wonenden in landen als Australië of Canada, dan hebben we dokter en ziekenhuis vlak om de hoek. Mevrouw De Schutter uit de Annapolder: als je de dokter midden in de nacht, bij mist en laag water, nodig hebt denk je er niet aan of h\j komt (dat zeker) maar wannéér. Wachten duurt dan lang, xeker als je vergaat van pijn. 4 Sen van de rakkers: onze zwijgzame veerman Van de Diepstraten, die door het troebele water van de Biesbosch kan heenkijken. De Zuidelijke Biesbosch moest het dus worden. In dat gebied wonen (nog) twaalf gezinnen op boerderijen met land dat in oppervlakte van zestig tot honderdvijftig hectare varieert. Allemaal op een eigen eilandje. Eenzaam. Maar, als je er zo es mag komen, wel heerlijk rustig. In Made wonen de dokters van deze patiënten. Van hen werden we niet veel wijzer. Ga maar naar een veerman in Drimmelen en bekijk het zelf, zei dokter H. A. M. Vermeulen. Korter kon het niet. Och, medisch valt er eigenlijk niks bijzonders van re vertellen, behalve dan dat een visite daar een behoorlijk tijdrovend zaakje is, zei dokter F. H. C. Gaymans, der er wegens veranderde werkzaamheden nu niet meer praktizeert, maar er wel heel wat jaartjes activiteiten heeft liggen. Weet u, (nog altijd dokter Gaymans), 't kan soms verschrikke lijk moeilijk zijn om er te komen, bij mist, laag water en zo. Maar we hebben hier een paar rakkers die je er altijd, als het moet, weten te brengen. Die rakkers zijn de twee 'veerlieden van Drimmelen, de heren Vos en Van de Diepstraten. Met de laatste hebben we ons verstaan. Zijn werkzaamheden zijn zeer gevarieerd. Hij is caféhouder, brandstoffenhandelaar, verhuurder van vaartuigen en veerman. En dat in een tijd van toenemende specialisatie. Van de Diepstraten scharrelt rond bij zijn vele vaartuigen. Het verzoek om met ons naar de Biesbosch te koersen hoort hij stilzwijgend aan. Je hebt van die mensen. Die zeggen niks. Doen alleen. DOOR Ton van der Hammen Het „antwoord" van Van de Diepstraten is, dat hij ons (nog altijd zwijgend) voorgaat naar de steile betonnen trap die naar zijn café voert en moeder gaat waarschuwen: ik ben voorlopig weg. ,,Het warme eten dan?" wordt weggewuifd. Je bent veerman, of je bent het niet. Vervolgens gaat hij weer naar het water om zijn vlet startklaar te maken. Van de Diepstraten junior, lange khaki broek en blote bast, verschijnt op het appel. Superieure grijns. Jullie willen naar de overkant? Weten jullie dan niet wat het is? De aangesprokenen pijnigen zich de hersens af of het misschien een inheemse feestdag is waarop niet gewerkt wordt. Of anders een ongeluksuur waarvan het plaatselijke bijgeloof wellicht zegt dat het „je hoofd in de strop steken" betekent. Maar het water ziet er toch rustig uit? De zon schijnt. Het zoele briesje noodt tot een tochtje. Wat wil die jongen? Junior wil alleen maar zeggen dat het bijna laag water is. Dan ga je bij voorkeur niet naar de overkant Dat het de bedoeling is alleen maar wat van die moeilijkheden te ervaren, ontlokt aan junior's keel een schamper lachje. Hebben jullie laarzen? O, dat tooh wel. Inmiddels kijkt pa geduldig naar boven. Hij is klaar. We kunnen gaan. Met de laarzen. Colbertjes uit Heerlijk. Net vakantie. Zijn schaars, gedoseerde Brabants voltrekt zich hoofdzakelijk binnensmonds. En dan nog die grommende vletmotor daar overheen. De communicatie over wat er, ondanks dat lage water, te wachten staat mag dus geen naam hebben. Afwachten maar. We draaien het haventje uit. De Amer op. Klieven gedurende tien minuten de baren van deze rivier. Tjokken dan een smaller water in. En nog smallere wateren. De Biesbosch. Van de Diepstraten stuurt zijn boot dan eens naar deze en dan naar de andere kant. Hij volgt de geulen; „ziet" door het grauwe water Als het helemaal laag water is kom je niet meer aan de kant. Moet je een roeibootje voor gebruiken. Riet wuift van veel kanten. Met grillige knotwilgen vormt het de oeverstoffering. Ander loofhout, meer op de achtergrond. Griendwerkers vinden hier werk. Zinkstukken voor dijkbouw blijven nodig. Vroeger verbleven ze een volle week in de Biesbosch. Bivakkeerden in dat huisje, daar. Het is nu helemaal vervallen. Ze pendelen. De veerman koerst naar een aanlegsteiger, die het fikse verschil tussen hoog en laag water demonstreert, 't Is klautefen langs een ijzeren laddertje om aan wal te komen. Daarachter het toch nog onverwachte vergezicht van rijke landbouwgron den. Een keur van gewassen. Uitgestorven De boerderij lijkt uitgestorven. Langs de aan één zijde open loods, waarin een deel van het machinepark het moderne landbouwbedrijf verraadt, bereikt men het woonhuis. Mevrouw De Schutter: kom binnen. Kleine Frans (2) is net naar bedje, zijn driewieler staat achteloos in een speelvak, dat zijn vader met ijzergaas heeft omheind. Vanwege het water, overal. Fransje is de enige van de vier die nog thuis is. Biesboschkinde- ren gaan al vroeg de deur uit. Ook kleuters, want die zien hier immers nooit een speelkameraadje? Ze zouden eenzelvig worden als je ze tot hun lagere-schoolleeftijd thuis hield, zegt mevrouw De Schutter. Nee, Fransje is niet thuis geboren, hoewel het in de Biesbosch toch ook wel gebeurt. Mocht niet van dokter. Och, da's net zo als aan de wal. Alleen hier: een béétje onzekerheid kan een dokter al tot ziekenhuis of kraamkliniek doen besluiten. Een beslissing „op het laatste ogenblik dan toch maar" kan immers niet meer genomen worden? We hebben hier geen ziekenauto binnen vijf minuten voor de deur. De helikopter wél desnoods, ja. Een paar winters terug nog, toen het zo ijzig bleef vriezen. Een buurman (op een ander eilandje) was uitgegleden en van de plank naar de mesthoop gevallen. Been gebroken. Hij was helemaal alleen thuis, want zijn vrouw liep toen net ook op alle dagen en was al in het ziekenhuis. Nou, hij heeft nog naar de telefoon kunnen scharrelen en de dokter kunnen bellen. Het werd luchtvervoer, dank zij Gilze Rijen. Ik hoorde er wel van op, want 's morgens voor ik wegging naar de stad was hij nog koffie komen halen. Hij kwam hier ook altijd eten. Weet u, je leert hier wel in de eenzaamheid leven. Ook met de gedachte dat de dokter niet een paar straten verder woont. Het is ons in de dertien jaar dat we hier zitten eenmaal overkomen dat we hem 's nachts moesten roepen. Avonds half twaalf, we waren nogal vroeg naar béd gegaan. HÉBBEN we die dan nog? En of. In volgorde van moeilijkheiddus met de hoogste toeslagen te begin nen: 1. de zuidelijke Biesbosch, 2. de noordelijke Biesbosch, 3. de Bandijk en directe omgeving (vlak bij de Biesbosch), 4. Marken, 5. Tiengemeten en dan 6. om te sluiten: Broek in Waterland. VIER dichtbedrukte foliovellen dwarrelen neer op een redactiebureau. Overeenkomst honorering ziekenfondsen aan artsen in de jaren 1967 tot 1970. Cijfertjes, tabelletjes. In gewikkelde zinnen in een nog ingewikkelder financieel jargon. Hoe ingewikkeld is het leven. Enfin, de dokters zijn er gelukkig, al thans: tevreden mee. Wacht es. Hé, da's aardig. Ergens in die moei zame rijstebrij onder sub E: „Honorering voor hulp aan verzekerden, woonachtig in moeilijk bereikbare gebieden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1967 | | pagina 13