Bejaarden kiezen lang
voor zelfstandigheid
Kinderen spelen
graag bij moeder
Laboratorium waakt
ook over stadstuin
BLAD ZIJ
Als 't kindje binnenkomt
dialoog
ZATERDAG 15 APRIL 1967
Kinderen hebben
behoefte aan nest-
warmte. Ze spe
len het liefst in de
nabijheid van
moeder, kunnen
haar bij hun spel
betrekken en voe
len zich niet een
zaam. Een ver
warmde kinder
slaapkamer kan
ingericht worden
voor speelkamer,
maar de kleuter
zal het liefst in de
huiskamer een
speelhoek hebben.
Zo'n hoekje be
hoeft niet meer te
bevatten dan een
laag werktafeltje, i?
een bijpassend f
stoeltje of krukje
en een of twee op- L_
bergkistjes. In de
leeftijd van twee
tot vijf jaar moet de kleuter zich
plezierig kunnen bezighouden.
Een werktafel in de kinderka
mer is een nuttig meubel.
Een werkblad dat op consoles
rust die in strips zijn vastge
maakt geven de mogelijkheid
om met het ouder worden van
uw spruit het werkblad in de
hoogte te verstellen.
Handige vaders kunnen met
behulp van profielijzer een
raamwerk maken en daarop een
werktafel; losse kistjes en plastic
bakken creëren bergruimte. Li-
Dit hout
krijgbaar. i
de creativi
eubellje is demon
r houten wielen ver
i inder dan f 50.- en
kind wordt er
noleum op de vloer voorkomt door gestimuleerd. Welk kind
boze gezichten bij kliederen en
knutselen.
Wilt u de opgroeiende kleu
ter verrassen met een goed
speelwerktuig dan wijzen we u
op het meubeltje dat beurte
lings autootje, schooltje, poppen
kast, loket met een gleuf voor
brieven kan zijn.
Een goede zorg voor bejaarden vereist een scala
van hulpverleningsvormen. -Dat onze bevolking ver
grijst is geen nieuws. Dat er in ons land overrompe
lende initiatieven met betrekking tot de bejaarden
zorg zijn, blijkt uit de belangstelling van buiten
landers. De Nederlandse Federatie van Bejaardenzorg
bezon zich op een studiedag in Rotterdam, in samen
werking met de Stichting Bouwcentrum, op de „Zelf
standige Huisvesting van bejaarden".
D r. R. J. van Zonneveld te Lei- geestelijke functies gunstig door
den betoogde dat zeer vele be- de grotere aktiviteit die dit
jaarden de voorkeur geven aan zelfstandigzijn meebrengt,
zelfstandige huisvesting. Dit be
vordert het gevoel van welbevin- Verslechtering van de gezond-
den, beïnvloedt lichamelijke en heidstoestand staan zelfstandige
huisvesting niet In de weg. Bij
een bejaardenonderzoek te Gro
ningen gaven meer vrouwen dan
mannen, meer hoog-bejaarde
dan juist-bejaarde vrouwen,
meer kinderloze bejaarde echtpa
ren en ongehuwde oudelieden
dan bejaarden met kinderen,
meer bejaarden die bij anderen
introkken, dan nog zelfstandig
wonenden, meer kortademige
dan niet kortademige aan. wel
in een tehuis te willen wonen.
Op grond van dit onderzoek,
geleid door dr. Zonneveld, kan
de behoefte aan verzorging in te
huizen (verzorgings-, verpleeg-,
ziekenhuis) geschat worden op 1
pet. voor bejaarden van 65 t/m
69 jaar, 10 pet. voor bejaarden
van 70 t/m 74 jaar. 25 pet. voor
bejaarden van 75 t/m 79 jaar, 50
pet. van bejaatden van 80 t/m
84 jaar en 60 pet. voor bejaarden
van 80 jaar en ouder.
Tot 75 jaar is dus zelfstandig
heid gewenst, mits redelijke
hulp kan worden geboden.
betrouwbare, parate en nabije
hulp.
Zo'n rustgevende nabijheid is
het dienstencentrum.
Mr. H. J. P. J. Goedmakers,
hoofd afdeling bejaardenzorg
van het ministerie van cultuur,
recreatie en maatschappelijk
werk vindt het dienstencentrum
een radicale doorbreking van het
patroon der bejaardenzorg.
Zo'n centrum is op alle uren
van de dag open, heeft een con
versatiezaal met mogelijkheden
tot het nuttigen van consump
ties, een biljartkamer, een leeska
mer, een wisselbibliotheek, is
kortom een rustpunt voor gezel
ligheid en ontspanning.
Een warme maaltijd tegen
schappelijke prijs, genuttigd,
meegenomen of thuisbezorgd
verschaft het centrum. Men
streeft ook naar bemiddeling
voor gezinsverzorging, huiselijke
handreikingen; hier kan de wijk
zuster zitting houden, de kapper
komen, de trombosezuster prik
ken, vinden vergaderingen en
kerkdiensten plaats.
Een dienstencentrum is buurt
werk, waar vele draden van be
jaardenzorg bijeenkomen, die
overigens niet exclusief voor be
jaarden is gedacht.
Wij willen géén bejaarden-
getto's bevorderen" aldus mr.
Goedmakers. Het dienstencen
trum is niet levensbeschouwelijk,
maar heeft een typische buurt
functie. Binnen afzienbare tijd
zal een ontwerp subsidieregeling
in de Staatscourant verschijnen.
Allereerst moet het gemeente
bestuur bereid zijn tot subsi
diëring van het dienstencentrum.
Voor de leiding denkt men aan
het niveau van een afgestudeer
de van een sociale academie.
In het twee jaar functioneren
de dienstencentrum „Overvecht"
te Utrecht (een complex met 188
bejaardenflats) zijn de volgende
diensten: pedicurekamer, heren
kapper. trombosezuster, bank-
zitting, logeerkamers die in de
weekends en op hoogtijdagen
veelvuldig worden gebruikt. In
twee groepen wordt gymnastiek
gegeven, er is leesbibliotheek
(125 boeken per week uitge
leend) er worden vergaderingen
en kerkdiensten gehouden.
Er zijn culturele middagen,
muziekmiddagen, kaart- en bil
jartcompetities die ieder voor-
zich andere groepen bejaarden
„uit huis" halen. Lezingen, auto
bustochten, decemberfeesten wor
den georganiseerd.
De maatschappelijke werkster
houdt zitting. Belastingzaken, zie
kenfondskwesties, vragen om uit
keringen. incidentele hulp en be
roep op bijstandswet worden ge
regeld of bemiddeld. Zo kan de
bejaarde in flat en wijk zijn
zelfstandigheid behouden.
Buitenland
In het buitenland heeft men
ook zijn oplossing. Engeland
kent zijn „granny-flat". bejaar
denwoning waarvan het portaal
via een deur verbonden is met
het naastgelegen eengezinshuis.
De bejaarde kan zelfstandig wo
nen en zonodig hulp krijgen van
de bewoners van het aangrenzen
de huis.
Wanneer de bejaarde de „gran
ny-flat" verlaat, moet het gezin
bereid zijn te verhuizen.
Een Deense oplossing is een
combinatie van flats met restau
rant, televisieruimte, logeerka
mers, hobbyruimten en een ver-
pleegafdeling met 19 éénper
soonskamers en 1 tweepersoons-
kamer. (Hareskovbo te Glad-
saxe). De cultuur van elk land
komt in zijn bejaardenzorg tot
uiting.
Zweden geeft een toelage op
de pensioenen, vaak gelijk aan
de hele huur, waarbij de bejaar
de vrijgelaten wordt in de keuze
van zijn woning, aldus drs. F. H.
.T. Nierstrasz. onderdirecteur
Stichting Bouwcentrum. De mo
gelijkheden voor beschutte
zelfstandige huisvesting zijn heel
groot, hier te lande en daarbui
ten. De 1.2 miljoen bejaarden in
ons land vragen om genuanceer
de hulp, variërend naar behoef
te. Provinciale en regionale plan
ning zijn een vereiste.
Veilig
Nog is het aspect van het
bosrijke 's-Graveland niet
veranderd. De plaats waar
Amsterdamse patriciërsfami
lies in de 17e en 18e eeuw
hun buitenplaatsen aanleg
den. heeft nog steeds zijn ro
mantische karakter behouden,
zij het dat deze bezittingen
voor het overgrote deel niet
meer in particuliere handen
zijn.
In het statige „Boekesteyn",
eertijds eigendom van jhr. J
Röell, is nu het agro-biologisch
laboratorium van Philips-Du-
phar gevestigd. De zakelijkheid
heeft van dit prachtige land
goed bezit genomen, zonder ge
lukkig de oorspronkelijke
bouw van het huis en aanleg
van het park geweld aan te
doen.
Onlangs kregen wij de ge
legenheid er een kijkje te
nemen, omdat wat daar ge
schiedt voor elke tuin- en
plantenliefhebber van belang
is. Men doktert er aan plan
tenziekten, kweekt er schim
mels en ongedierte en injec
teert daar planten mee.
En juist omdat er hoe lan
ger hoe meer zelf-tuiniers
komen en ook de bezitters
van het kleinste stadstuintje
met tuinproblemen te maken
krijgt, heeft men een speciale
set voor de amateur ontwor
pen van weinig giftige be
strijdingsmiddelen en niet-
1 giftige vloeibare mest.
Met vloeibare middelen in
kleinverpakking kunnen we
nu luizen, rupsen en onkruid
in het gazon te lijf gaan.
Sensatie
Maar het is misschien ty
pisch vrouwelijk om de vloeiba
re mest nog het leukste te vin
den. Het is een nieuwe sensatie
om de spuit op de bladeren te
richten, waarvan dan de wor
tels vanzelf mee profiteren
door het afdruipende vocht.
Het is nog niet zo lang geleden
dat men meende dat een volle
dige bemesting niet door de
bladeren opgenomen kon wor-
Nu heeft men het tegendeel
ervaren en is men de mening
toegedaan dat de planten zelfs
meer direct profiteren van
voedseltoevoer door de blade
ren dan de wortels- Bovendien
spelen bij bladbemesting het
klimaat en de toestand van de
bodem geen rol.
Door zijn vloeibaarheid zijn
alle voedingsstoffen direct op
neembaar en heeft een plant
op een ogenblik een voedselte
kort. dan zullen de gebruiksver-
schijnselen eerder verdwijnen
door een spuit op de bladeren,
dan door bemesting door de
Bloei
Men zou misschien bevreesd
kunnen zijn dat dergelijke
planten een enorme groei
kracht zullen ontwikkelen,
maar hoewel er bij alle noodza
kelijke bestanddelen en sporen
elementen wel een kleine hoe
veelheid groeistoffen aanwezig
is, wordt toch in de eerste
plaats de bloei van de planten
bevorderd. En niet alleen een
grotere bloeibaarheid, maar
ook een langduriger bloei is
het gevolg. De groeistoffen en
vitamine B I werken bijzonder
gunstig op jonge zaai- en stek-
plantjes, die door een langza
mer voedselopname via de wor
tels soms niet zo snel aan de
groei komen-
Wist u dat er twee miljoen
tuinen in Nederland zijn en
dat tuinieren als vrijetijdsbeste
ding, waaraan meer dan twee
uur per week besteed wordt,
met 61 pet. bovenaan staat? En
de planten van al die tuin bezit
ters worden belaagd door insec
tenvraat, schimmels, onkrui
den. en voedselgebrek. Geen
wonder dus dat we blij zijn
dat bestrijding en bemesting
ons steeds gemakkelijker wor
den gemaakt!
A. C. MULLER-IDZERDA
Traplopen is voor vele bejaar
den een belemmering. Kortade
migheid en klachten van de lede
maten vormen de grootste proble
men. De woning moet veilig zijn,
efficiënt, goed verlicht in de
keuken moet zit-ruimte zijn,
het bed moet een ruime plaats
hebben, electriciteit voor koken
is veiliger dan gas.
Preventie van ongevallen is
hoogst noodzakelijk: 80 pet. van
de sterfte door ongevallen in
huis vindt plaats bij bejaarden!
Verbrandingen en vergiftigingen
zijp niet zeldzaam. „Iedere archi
tect dient zich zo goed mogelijk
in te denken hoe hij zelf. oudge-
worden, prettig zou willen wo
nen. Ook openbare gebouwen
moeten door bejaarden en gehan
dicapten kunnen worden ge
bruikt.".
Service-flats
In het assortiment van zelfstan
dige woongelegenheden nemen
de service-flats een belangrijke
plaats in, aldus de heer J. W.
van Borselen. consulent van de
Bejaardenhuisvesting Centrale
Directie van de Volkshuisvesting
en Bouwnijverheid. Van deze te
huizen maken middenstanders ge
bruik, die zelfstandigheid een
groot goed vinden en gemakke
lijk eigen sociale contacten kie
zen. De service- flat biedt een
niet opgedrongen sociaal contact.
Het laatste halfjaar zijn een
viertal service- co-flats in Leeu
warden. Heerenveen, Tilburg,
Bergen op Zoom op huurbasis in
particuliere bouw tot stand geko
men, met 400 personen per flat.
De bewoners zijn bijzonder in
genomen met de privacy en de
doelmatigheid van het aangebo
den dienstenpakket. De bejaarde
kan veel en veel langer dan aan
vankelijk werd vermoed,
zelfstandig blijven mits hij in ge
val van nood kan rekenen op
"jy" OMT het door de
-■-^-schoonmaak dat wij de
ze week minder brieven
dan anders ontvingen, of
moet u nog bijkomen van
de Paasvakantie van de
kinderen? U hebt vast bij
uw dagelijks kopje koffie
wel even tijd uw gedach
ten over „Als 't kindje bin
nenkomt" te laten gaan.
Misschien schiet u dan iets
door het hoofd dat de
moeite waard is om te
schrijven, tips, reacties van
de kinderen, „iets" over de
zuster, of over het zieken
huis, enfin te veel om op
te noemen!
Wat dacht u van het verhaal
dat wij eens hoorden: ..Grote
spanning in de kraamkamer,
het kan ieder ogenblik gebeu
ren. Dokter en zuster staan bo
ven het bed gebogen en dan
ineens... krak, daar zakt het
bed door. Dat veroorzaakt uiter
aard de nodige opschudding,
snel wordt er een matras op de
grond gelegd en dokter en
zuster knielen op de grond om
zo verder hun taak te verrich-
Of van die moeder die het zo
zwaar had dat ze ineens iest
moest doen. ze pakte de hand
van dc dokter en zette daar
stevig haar tanden in. De arts
was heel humaan en zei dat als
het haar opluchting gaf zc 't
gerust nog eens mocht doen....
Zo'n dokter heeft na afloop
van de bevalling wel ec.i slok
je verdiend!"
„Dochter*'
Dan de kraam vaders, die hel
ben het ook heus niet makke
lijk, en zijn in de kraamtijd
vaak de kluts kwijt. Daar weet
mevrouw A. te H. van mee te
praten. Zij werkte toen in een
kantoorboekhandel annex druk
kerij: „Daar kwamen vaak
echtparen geboortekaartjes uit
zoeken: de tekst werd dan op
gesteld, alleen zoon of dochter
en de naam bleef open.
Na enige weken kwam un
pa de kaartjes bestellen. Eén
zo'n pa herinner ik me nog
heel goed. 's Morgens vroeg
kwam hij met zijn zoontje van
ongeveer drie jaar de zaak in,
en vertelde dat ,.het" een doch
ter was en hoe zij heette. Het
werd genoteerd met de belofte
dat de kaartjes 's middags
klaar waren
De kleine dreumes stond al
les ernstig aan te horen. Toen
pa aanstalten maakte om weg
te gaan, draalde het jochie
wat. „Ach", dacht ik, „dat
kind voelt zich vandaag echt
in de verdrukking". Daarom
vroeg ik hem of hij blij was
met het nieuwe zusje. Hij
keek me ernstig aan en zei:
,,'t Is geen zusje, het is een
broertje". Even een stomme
verbazing, dan een drukdoene-
rige pa die niet snapte hoe
hij zo'n vergissing had kun
nen maken en zenuwachtig
een zoon opgaf die zo-en-zo
moest heten.
Ik weet niet of bij de man
de wens de vader van de ge
dachte was, maar het mooiste
vond ik nog het jochie, dat
doodkalm bleef en niet snapte
waarom iedereen zo'n drukte
maakte!
Adviezen
Als je voor het eerst moeder
wordt, krijg je nog al eens ad
viezen, maar of die altijd juist
zijn? Mevrouw B. te K. liep e
heerlijk in toen de zuste langs
kwam en opgaf wat zij n^dig
had in de kraamkamer. ..Mijn
zwager schreef alles op, ineens
zei hij: „En brandewijn zuster?
..Ja. natuurlijk" zei Dus
stond op het lijstje o.a. een li
ter brandewijn
Ik vond het niet eens zo gek.
want vroeger thuis had ik als
oudste vaak gezien dat het bol
letje van de nieuwe baby mc
brandewijn gewasen werd
Wel. de fles prijkte op
wastafel temidden van alle an
dere spullen. Ik vond het wel
vreemd dat de zuster er niets
van gebruikte, maar ik zei
Tot onze dokter op een keer
zei: „Wel. wel, wil je de jon
gen (want dat was he zo
vroeg aan de borrel hebben...?"
Onder luid gelach kwam
toen de ontknoping maar ik
schaamde me wel dat ik er zo
ingelopen was!"
Lint
Bij geboortes horen tradities.
De bekendste tratitie is wel de
beschuit met muisjes. De moe
der van mevrouw N. te V.
heeft ook een traditie in
gesteld, nl. om bij de geboort.
van de eersteling van haar ge
trouwde kinderen een lint te
kopen en daar tien pakjes aan
te hangen, waarvan de kraam
vrouw iedere dag na het badje
van de baby één pakje af mag
halen.
„Het lint wordt boven het
bed gehangen, o.a. hangen er
aan: een bal. tandenborsteltje,
truitje, sokjes, een beke-He.
zeep, e.a. Wij kregen veel post
bij de geboorte van onze eerste
ling en tegenwoordig zijn er
zulke snoezige feücitatiekaar-
ten bij dat wij ze dllemaal aan
het lint bevestigd hebben. Het
was een fleurig gezicht.
Nu zou ik nog iets anders
willen opmerken: laat het be
zoek toch rekening houden met
slaap- en voedingstijden. Bel
even op of het gelegen ïmt.
de kraamverzorgsters ?bben
het toch al zo druk. A'~ alles
goed gaat zijn het heerlijke da
gen met veel visite, ga daarom
de eerste tien dagen, of dan
pas na zes weken, op visite
zodat de kraamvrouw even de
lijd krijgt weer op dreef te ko-
We hadden het zojuist over
beschuit met muisjes, daar
heeft mevrouw B. te W. negen
entwintig jaar geleden de no
dige zorg over gehad, luistert u
maar: „Als jong meisje werkte
ik op het archief van eer gr"
bedrijf, waar ongeveer :rtig
man personeel was. Mijn chef
fin kwam op het plan bij de
geboorte van Prins of Prinses
het hele personeel op beschuit
met muisjes te trakteren.
Dat was een bele organisatie.
De telefoniste werd ingescha
keld met haar radio, transistors
waren toen nog onbekend. We
kenlang verruilden we beschui
ten en boter om ze vooral goed
vérs te hebben. Eindelijk was
het dan zover, in allerijl wer
den de beschuiten klaarge-
-•'3kt en in servetjes keurig
rondgebracht.
Hoewel het bij ons altijd
heel hard werken was, hebben
wij het feest van de geboorte
van Beatrix echt gevierd."
Heraut
Mevrouw V. te H. herinnert
zich nog goed de geboorteaan
kondiging van koningin Julia
na, toen Prinses: „De blijde
boodschap werd rondgebracht
door een in historisch
kostuum gestoken heraut, met
trompetgeschal. En blij dat
de mensen allemaal waren!
Vreemde mensen gingen in
eens met elkaar praten, men
was gewoon uitzinnig van
vreugde, er was ook al zo
lang vergeefs gewacht...
Van de geboorte van prinses
Beatrix hoor ik nog de juich
kreet van de radioverslaggever
die langs de route stond naar
de Grote Kerk voor de doop
plechtigheid: „De Prinses wiegt
haar kindje, o wat is dat
mooi..." Ook toen was de vreug
de groot, wij hadden in die
tijd een Tsjechische familie in
huis, zij zeiden: „We wisten
niet dat de Hollanders zo kon
den zijn"
Verdriet
Geboorte brengt vreugde in
het gezin, maar soms ook ver
driet. Zo ook in het gezin van
mevrouw G. te B. „We hadden
een zoon en een dochter. Toen
het meisje drie jaar was, ver
wachtte ik weer baby
Toen het zeven maanden was
voelde ik me niet goed en
vroeg of mijn man die middag
thuis wilde blijven. Hij haalde
de zuster en na een uurtje
werd er een meisje geboren
dood. Het woog nog geen één
pond. De zuster dacht dat het
al ongeveer een week dood
was, maar ik zei dat ik dat
niet kon geloven, de dag tevo
ren had ik nog duidelijk leven
gevoeld. Ze onderzocht me, en
vertelde dat er nog een baby
was. Anderhalf uur later wpM
er een jongetje geboren, het
•fde en woog ruim één pond.
Het werd snel in een couveuse
gelegd, maar een dag later
nam de Heere ook dit kind'"
tot zich. Ik heb moeite gchar
niet opstandig te worden, dan
komen de „waaroms" Maar ik
mag toch ook verwachten dat
ik ze later bij Jezus teiug mag
zien."
ZULLEN de briefschrijfsters
die zichzelf in de vorige Open
Brief meenden te herkennen
het waren er zes! het stukje
van de vorige week goed bewa
ren? Het is frappant hoeveel
mensen gedacht hebben dat zij be
doeld waren.Zowel werk
neemsters als werkgeefsters, om
die termen maar even te gebrui
ken.
De jongedame die oorzaak was
van het stukje en me daarover al
twee kreunende brieven heeft
geschreven, kreunen niet meer; je
geval is absoluut niet herkenbaar,
dat hebben me zes antwoorden al
duidelijk gemaakt. Het is een zo
menselijke situatie dat menigeen
zichzelf herkent, zowel aan deze
als aan gene zijde van de tafel.
Wat erger is, is dat jij mij niet
hebt begrepen. En daarom wil ik
de volgende week nog weer eens
heel anders antwoorden. Daarna
moet ik op reis en ben een keer
weg uit de krant. Bewaar dus het
stukje!
NU iets anders. Ik wil begin
nen met een verhaaltje. De vo
rige week reed ik met drie van
mijn kinderen op een stuk weg in
ons beminde Westen des lands dat
ons met het duidelijke cijfer 70
verzocht niet hard te rijden. Ik
kan mij voorstellen dat het om
half 2 's nachts met geen kip op
de weg moeilijk is dit cijfer wel
willend toe te knikken, maar in
ons geval had ik geen kriebel: rij
en familieleden schenen evenals
wij van plan andere familieleden
op te zoeken en in nette files scho
ven we langs het beton.
Tot er opeens een joyeuze witte
auto kwam, ik had hem in het
spiegeltje al even genoteerd: met
vrolijke lussen dook hij uit en in
de rij, als een soort schoonrijder in
het groot. Toen hij ons passeerde
en een moment zich „inschaarde"
las ik op zijn achterruit: „Jezus
zegt: Ik ben de Weg, de Waar
heid en het Leven".
Ook niet al te christelijk, zei ik
tegen de kinderen. Ten eerste
leidt de man de aandacht van de
weggebruiker af door die tekst,
ten tweede rijdt hij veel te hard.
Moeder, zei een dochtertje, dat is
om het evangelie te verkondi
gen.... En ja, zo is het laatste grap
je nog niet gezegd.
Ik dacht hierover na toen ik
van een briefvriendin een knipsel
kreeg (met een begeleidende ver
ontwaardigde brief) uit het Cen
traal Weekblad, een knipsel waar
boven staat: tien geboden anno
1967. Het stukje is overgenomen
uit „De bond zonder naam", R.K.
Weekblad. De tien geboden heb
ben daar een actueel jasje gekre
gen zo zijn bijv. os en ezel,
dienstknecht en dienstmaagd ver
vangen door koelkast r-> televisie-
Briefschrijfster is daar flink
boos over. Iets wat waar is kun je
niet steeds weer veranderen om
dat je zogenaamd met de tijd
moet meegaan, zegt zij. Ze vindt
het „modernisme". Toestanden ver
anderen wel, en dat men die aan
past is wat anders, maar zodra
men datgene wat Christus gezegd
heeft gaat veranderen, zodat fun
damentele dingen wegvallen, kun
nen ze net zo goed alle bijbels op
een brandstapel gooien.
Zover zij. Ik geloof niet dat dat
de bedoeling was van „1967". Er is
niets veranderd van „wat Christus
heeft gezegd". Liefde staat dwars
over alle geboden, ook in deze
vorm, geschreven. Als je zegt:
„Gij zult niet doden" is vergeten,
wat een zalige opluchting voor ai
die oorlogsophitsers met hun kern
wapens, lekker hele volken uit
moorden en toch in de kerk zit
ten, dan weet je dat je door
draaft. Want wanneer „Gij zult
niet doden" alleen maar beteken
de: gij zult niet iemand echt ter
dood brengen, dan kon dit gebod
rustig weggelaten worden laten
we zeggen: voor alle Open- Brief-
vriendinnen. Wij wurgen niet,
wij steken niet met messen, wij
openen geen mitrailleurvuur. Zo
goed als het ons niets doet geen
ezel of os te mogen begeren; veel
stadskinderen weten niet eens wat
Nee, „Gij zult uw naaste op ge
nerleiwij ze het leven onmogelijk
maken" is wel degelijk: gij zult
niet doden en dat verstaan we
er ook onder, in catechese en
kerkdienst. Wij mensen doden al
met een schampere lach. Doden
gaat veel dieper dan het gebruike
lijke „om zeep helpen". En zo is
het punt voor punt. In de tijd van
de wet was deze ook hoogst actu
eel. Os, ezel, goden, diensthuis, dat
was toen net zoiets kis nu auto en
slavernij van het eigen ik. Moder
nisme is nog wel iets anders dan
dit pogen!
R is echter nog een andere
kant aan de zaak. Die kwestie
duikt steeds weer op nu we zo
zitten te tobben met vernieuwing
en actualiteit. Deze: de oude woor
den hebben een lading. Of zeg om
mij: sfeer. Dat achter os en ezel
wasmachine en maatschappelijke
positie schuilgaan weten we
meestal wel, we vinden het echter
nare woorden, het is net of er iets
ontluisterd wordt.
Zo hebben mensen moeite met
bijbelvertalingen. met liederen,
met methodieken - verkondi
ging. Zo had ik moeite met de
tekst op de autoruit. Er is iets
ontluisterd. Ik kan mij voorstellen
dat mensen gelachen hebben om:
„Jezus zeide: Ik ben de Weg", als
zij met een bats door een kuil
gingen. Ik weet dat natuurlijk
nooit zeker. Het kan ook wel zijn
dat een automobilist na het passe
ren van de schoonrijder zijn han
den om het stuur heeft geklemd
en ervan heeft afgezien de vrouw
van zijn naaste te ontmoeten.
In de jaren dertig schreef een
vriendin van me eens een stukje
over een groep van de Ned. Chr.
Reis Vereniging die in de restaura
tie van het station te Bazel een
psalm aanhief. Zij had zich daar
aan vreselijk geërgerd. Het ge
baar, zo innig beleefd misschien
door de groep, werd met een lach
je ontvangen. Ridicuul, zei ze, dat
waren ze. Verblind door eigin
vroomheid die niets uitwerkte.
(Dat laatste kon ze natuurlijk niet
weten). Nee. dan nog eens in Ba
zel, een Heilsoldate, eenvoudig
's avonds de bierkelders afgaand,
een lied zingend. Dat was waar,
vond ze. Dat droeg het onzegbare
baar. Zo kunnen ook de „oude"
wet èn anno 1967 het onzegbare
zeggen. Al naar de aangesprokene